Canon (27): Het Interpolistoernooi
Een twaalfkamp met de sterkste schakers ter wereld, dat was de simpele formule van het Interpolis-toernooi. Geen immense zaal vol groepen met promotie- en degradatieregelingen, zoals Hoogovens en IBM. Ook geen ruimte voor de nummer vier of vijf van Nederland. Alleen wereldtoppers.
In 1976 won wereldkampioen Anatoli Karpov een vierkamp in Amsterdam, ter ere van de 75e verjaardag van Max Euwe. De Friese organisator en mecenas Waling Dijkstra vroeg hem bij die gelegenheid naar zijn financiële voorwaarden. Nadat Karpov zijn wensen had neergelegd, benaderde Dijkstra verzekeringsmaatschappij Interpolis, die al enkele denksportevenementen had gesponsord. Het bedrijf ging voor niet minder dan een twaalfkamp met alleen grootmeesters en liefst de wereldkampioen. Het eerste toernooi, in 1977, haalde de FIDE-categorie 14. Dat was op dat moment de op één na hoogste categorie die mogelijk was en de hoogste die ooit was bereikt met een toernooi met zo veel deelnemers.
Naast Karpov was natuurlijk ook Jan Timman erbij, die aan zijn opmars naar de wereldtop bezig was. De publieke belangstelling was enorm, op sommige dagen waren er 1500 toeschouwers in het hoofdkantoor van Interpolis in Tilburg. Namens het bedrijf zaten Jan Rennings en Martin Vael jarenlang in het toernooicomité. Vael kwam op die manier de schaakwereld binnen en vormde ruim een jaar later samen met Waling Dijkstra (die zich niet meer met Tilburg bezighield) en Max Euwe het Timman-comité, dat Timman zou steunen in de WK-cycli.
Karpov was er de eerste zeven jaar vijf keer bij en won het toernooi alle keren. In totaal was hij elf keer in Tilburg en won zeven keer. De toernooivorm veranderde in 1985 van een twaalfkamp in een dubbelrondige achtkamp en in 1992 (voor drie jaar) in een knock-outtoernooi met tientallen deelnemers. In 1995 werd het toernooi niet gespeeld, in 1996 nam Hogeschool Fontys de sponsoring over en werd nog twee keer een twaalfkamp gespeeld. Timman nam daaraan niet meer deel, maar hij was bij zeventien van de achttien Interpolistoernooien. Hij won het toernooi in 1987, werd twee keer tweede en vier keer derde. De speler met na Timman de meeste deelnames was Robert Hübner, die er de eerste twaalf keer bij was en in 1985 gedeeld eerste werd.
Gari Kasparov kwam vier keer naar Tilburg. In 1981 werd hij zesde, in 1989 en 1991 ongedeeld eerste, in 1997 (Fontys) gedeeld eerste. De speler met de hoogste gemiddelde score was Alexander Beljavski. Hij deed drie keer mee met twee ongedeelde toernooiwinsten en een gedeelde tweede plaats als bijna optimaal resultaat. Tony Miles, die het eerste jaar tweede werd, won het toernooi in 1984 ongedeeld en in 1985 gedeeld. In dat laatste jaar baarde hij opzien door vanwege een rugblessure enkele partijen liggend op een massagetafel te spelen.
Genna Sosonko (acht keer), John van der Wiel, Jeroen Piket en Loek van Wely waren in hun topjaren van de partij. Sosonko werd in 1982 derde, Van Wely in 1996 (Fontys) vierde, Piket won in 1996 samen met Boris Gelfand. Na 20 toernooien in 21 jaar eindigde in 1997 een prachtige traditie in Tilburg.
Hans Böhm voegt aan dit verhaal toe dat Interpolis het eerste schaaktoernooi
was dat echt professioneel was in al zijn facetten. Met name de PR was zeer
goed geregeld, door de PR-afdeling van het bedrijf. Interpolis beloofde de
KRO-matches in Hilversum mee te sponsoren, in ruil voor een dagelijkse
tv-uitzending van tien minuten tijdens het toernooi in Tilburg. Ook kreeg
het toernooi aandacht in de dagelijkse sportjournaals op de radio.