De comeback van een publiekslieveling
Gert Ligterink, 27 juli 2011
Zijn e-column ‘ De comeback van een publiekslieveling ’ begint met :
Zij die erbij waren zullen niet licht het tafereel vergeten dat zich elf jaar geleden op zondag 29 januari afspeelde in een met tientallen journalisten en andere belangstellenden volgepakte kleedkamer van dorpshuis De Moriaan. Garry Kasparov analyseerde daar de door hem gewonnen partij tegen Judit Polgar, die hem verzekerde van een tweede eindzege in het Corustoernooi.
Kasparov was tegelijkertijd euforisch en onrustig. Zijn vreugde over de geslaagde missie werd getemperd door de gedachte dat hij geacht werd een persconferentie te geven in het naar bier en sigaretten stinkende pershok. Daar zou hij misschien de commentatoren tegenkomen die het publiek steeds hadden opgehitst de prijs voor de beste partij van de dag niet aan zijn meesterwerken toe te kennen.
Toen kwam toernooidirecteur Jeroen van den Berg binnen. Op verontschuldigende toon fluisterde hij in Kasparovs oor dat het publiek in de commentaartent opnieuw de dagprijs niet aan hem had toegekend. Kasparovs ogen schoten vuur. Hij snauwde Van den Berg toe dat hij nu zeker geen persconferentie zou geven. Hij mompelde nog iets tegen Polgar en beende zich een weg naar buiten. Pas ’s avonds bij de prijsuitreiking keerde een glimlach terug op zijn gezicht.