Avonturen in Kenia (deel 1)
Eind februari kreeg ik een mailtje vanuit Afrika: of ik interesse had om training te geven aan Keniaanse topspelers. Nu krijg ik wel vaker mails vanuit Afrika met financiele voorstellen (van prinsen en dochters van overleden generaals en zo), maar enig googlen leerde dat de afzender al eerder de internetmatch Kenia-Wageningen had georganiseerd, dus deze mail zou best wel eens geen spam kunnen zijn. Ik mailde terug dat ik interesse had. Na enig heen en weer mailen kwamen we overeen dat ik in de tweede helft van juli (slechte timing, maar ik was even de tour vergeten) naar Kenia zou komen voor vier trainingen, een simultaan, een blindpartij en een bezoek aan een schaakclub. En voor een safari natuurlijk!
Bij aankomst in Kenia verwachtte ik opgehaald te worden door mijn contactpersoon, Nikolai van Beek, een Nederlander die sinds een paar jaar in Kenia woont en werkt. Bij het verlaten van de bagagehal (en na eerst een uur in de rij voor een visum gewacht te moeten hebben) hoorde ik hem inderdaad mijn naam roepen, maar hij was vergezeld door een hele delegatie.
Een grootmeester bezoekt Kenia, dat is wel een heel speciale gebeurtenis en daar wilden mensen (of nouja, betrokken schakers) bij zijn! Ondanks het late tijdstip werd eerst de duurste bar van Nairobi bezocht waar ik moest socialiseren ("as Dimitri starting sharing his tales of meeting Kasparov, Karpov, Anand and the likes over the board") zodat ik uiteindelijk na middernacht incheckte in het hotel.
Het Jacaranda-hotel had gratis een hotelkamer beschikbaar gesteld en dat verdient lof, maar voor een positieve recensie op tripadvisor was het toch niet goed genoeg. Het personeel bij de receptie was vriendelijk maar niet erg nuttig bij problemen (zoals een missende badplug), het ontbijt was prima voor gemenebestinwoners (worsten, witte bonnen in tomatensaus etc.) maar als Nederlander vond ik het ontbreken van kaas jammer en het vervelendste: er was een probleem met de tv-decoder, waardoor ik niets gezien heb van de mooiste etappes van de tour. Maar goed, afgezien van de eerste nacht sliep ik er goed.
Op de eerste dag na aankomst stond om twee uur een persconferentie op het programma. Er was me verteld dat er veel belangstelling voor mijn komst en ik in gedachten zag ik al een zaal vol journalisten suffe vragen op me afvuren ("Wanneer ben je begonnen met schaken? Hoeveel zetten kun je vooruitdenken"), een beetje zoals eerdere persconferenties die ik heb meegemaakt. Het ging toch iets anders: de persconferentie bleek gehouden te worden in de plek waar we ook lunchten (en dan niet in een aparte zaal maar gewoon bij de andere drinkende en etende mensen) en de horden journalisten bestond uit een cameraploeg, die in plaats van om twee uur te beginnen eerst zelf uitgebreid ging lunchen (maar ik was al bekend met het fenomeen "African time"). Maar daarna mocht ik uitleggen hoe ik de Keniaanse spelers sterker wilde maken en wat het effect van mijn bezoek zou zijn (al was ik niet de aangewezen persoon om dat laatste te beantwoorden).
Hoe wilde ik de Keniaanse spelers in vier trainingsessies van drie uur sterker maken? Ik had besloten om alleen eindspelen te doen: toreneindspelen, pionneneindspelen en planning in het eindspel.
Dat was gedeeltelijk uit luiheid (het materiaal had ik allemaal al) maar ik had ook het vermoeden dat het wel eens heel nuttig zou kunnen zijn. En dat was het. De gemiddelde Nederlandse jeugdspeler kent de bekende theoretische eindspelen uit zijn hoofd, maar bij de Keniaanse spelers (met toch ratings van boven de 2000) bleek dit gebied onderontwikkeld. Niet onlogisch: het is daar niet zo makkelijk om aan schaakboeken te komen (al is dat tegenwoordig met torrentsites iets minder een probleem) en bovendien doen ze liever aan snelschaken dan aan studeren. Maar met de trainingsessies waren ze erg blij!
Deel 2 volgt later, met o.a. plaatjes van gevaarlijke dieren.