Landa wint in Vlissingen
De Russische grootmeester Konstantin Landa heeft het HZ-toernooi in Vlissingen gewonnen. Met 8 uit 9 bleef hij de Israelier Evgeny Postny, de Amsterdamse Amerikaan Yasser Seirawan en de Duitser Arkadij Naiditsch een half punt voor. Op 7 uit 9 eindigden drie Nederlanders: Jan Smeets, Twan Burg en Edwin van Haastert, samen met Deepan Chakkravarthy uit India en Thomas Henrichs uit Duitsland.
De overwinning van Landa is verdiend: hij was gedurende het hele toernooi bovenin te vinden. Na de eerste vijf ronden gewonnen te hebben deed hij het even rustig aan met remises tegen Postny en Smeets, om daarna weer met een zwartoverwinning op Twan Burg de leiding te pakken. In de laatste ronde mocht hij met wit tegen Erwin L’Ami.
Landa-L’Ami
1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6 6. Le2 e5 7. Pb3 Le7 8. Lg5 Pbd7 9. O-O O-O 10. a4 h6 11. Lh4 b6 12. Lxf6 Erg subtiel, misschien zelfs te, maar het idee is dat na meteen slaan op f6 zwart met de loper naar e6 zou gaan, wat in de partij minder goed is door de zwakte op a6. 12… Pxf6 13. Lc4 Lb7 14. Te1 Tc8 15. Dd3
Ook nu is a6 een probleem. Erwin lost het op door een interessant (maar objectief gezien niet helemaal correct) offer. 15… Txc4?! 16. Dxc4 Pxe4 17. Pxe4 d5 18. Dc3 dxe4 Twee lopers en een pion is vaak genoeg compensatie voor toren en paard. Zwart moet dan wel kunnen voorkomen dat wit een paard tegen een van de lopers afruilt. 19. Dxe5 Hier was 19.a5! sterk. Zwart moet gaan paard op a5 of c5 toelaten, maar vanwege Tad1/Ted1 kan hij niet goed b6 met zijn dame blijven dekken. 19… Lf6 20. Dg3 Lxb2 21. Tab1 Df6 22. a5 Met hetzelfde idee als eerder: het paard activeren. 22… bxa5 Het is vrij lastig om beide lopers te behouden, maar het kan net: 22… Le5 23. De3 bxa5 24. Pc5 Lc6 25. Pxe4 Dd8 met behoorlijk spel. In de partij moet zwart een loper opgeven. 23. Pc5 Lc6 24. Pxe4 De5 25. Dxe5 Een simpelere oplossing was 25.c3! waarna zwart alleen ten koste van een a-pion zijn lopers had kunnen behouden. 25… Lxe5 26. Tb6 Lb5 27. c4! Zo leidt wit een voordelig eindspel in. 27… Lxc4 28. Pd2 Lc3 29. Tc1 Lxd2 30. Txc4
Een belangrijke vraag in deze stelling: is het eindspel na ruil van een stel torens gewonnen voor wit? Ik weet het helaas niet. De eindspelboeken die ik heb geven alleen aan dat drie tegen drie normaalgesproken gewonnen is voor de torenpartij, maar geen stellingen met een extra a-pion voor de loperpartij. 30… h5 31. g3 Ta8 32. Tc2 Lb4 33. Tcc6 g6 34. Tb7 Landa was er ook niet zeker van, dus hij wint liever de f-pion. Hiervoor moest hij wel uitrekenen dat de voorste a-pion niet te gevaarlijk wordt, maar dat is niet het geval. 34… Lf8 35. Tf6 a4 36. Tfxf7 a5 37. Ta7 Txa7 38. Txa7 Lb4 39. Tc7 a3 40. Tc2 De achterste a-pion speelt hier een belangrijke rol. Wit zou liever de a-pion van achteren tegenhouden (om de zwarte koning af te kunnen houden) maar dat gaat niet. Het is ook nuttig dat de loper gedekt staat. 40… Kf7 41. Kf1 Ke6 42. Ke2 Kd5
Een beter remiseplan lijkt me om bij de pionnen te blijven met 42…Kf5 en vervolgens proberen pionnen te ruilen en/of de witte pionnen aan te vallen.. Ik zie niet hoe wit dan vorderingen kan maken. 43. Kd3 Lc5 44. f3 Ld4 45. Tc4 Lg1 46. h3 Lc5 47. Te4 Nu staat de zwarte koning afgesneden en dit geeft wit twee mogelijkheden: ten eerste om g6 aan te vallen, ten tweede om een vrije f-pion te maken en daarmee door te lopen. 47… Ld6 48. g4 h4 Zwart had beter op g4 kunnen slaan. Als wit met de toren terugslaat is pion g6 voorlopig taboe wegens a2. Met de toren op de vierde rij is a2 nog niet mogelijk wegens Ta4. 49. f4 a2 Dit staat gelijk aan opgave, maar waarschijnlijk is de stelling sowieso niet te houden. 50. Ta4 Lxf4 51. Txa5+ Ke6 52. Txa2 Het plan voor wit is om g6 te winnen door met de koning naar f6 of f7 te lopen, ondertussen met schaakjes de zwarte koning naar achteren dwingend. g5 zou het alleen maar makkelijker maken voor wit: koning naar f5, toren naar g6, slaan op g5. 52… Kf6 53. Ke4 Lg5 54. Kd5 Le3 55. Te2 Lg5 56. Tf2+ Ke7 Of 56… Kg7 57. Ke6 Le3 58. Tf7+ Kh6 59. Tf3 Ld2 60. Kf7 etc. 57. Ke5 Le3 58. Tb2 Het h
ad verder kunnen gaan met 58…Lg5 59.Tb7+ Kf8 60.Ke6 Kg8 51.Tb5 en de witte koning komt op f6. 1-0
Landa met de beker (foto Frans Peeters Ad Bruijns)
Jan Smeets stond na acht ronden gelijk met Landa, maar zijn indeling was (nog) lastiger: zwart tegen Naiditsch. Die speelde de opening echter niet helemaal handig, waarna Jan een grote kans kreeg.
21… Td7? Jan zag hier een interessante combinatie, maar simple chess wint hier: 21… Pxd4 22. Pxd4 Le6 23. Td3 Lc4 24. Td2 Lb4 met materiaalwinst. 22. Td3 Pe5?! Dit was het idee, maar het valt mee voor wit. Uiteindelijk zal hij na nog een fout zelfs met voordeel uit de verwikkelingen komen. 23. fxe5 fxe5 24. Db3 Tf7 25. Tf1 De7 26. Txf7 Dxf7 27. Tf3 De7 28. La3 Lxa3? Zo blijft zwart een stuk achter, terwijl het na 29….exd4 gelijk staat. 29. Pxe6 Lxe6 30. Dxa3 Dxa3 31. Txa3 Nog niet alles is verloren: zwart het twee goede pionnen voor het stuk terwijl de witte lichte stukken passief staan. 31… b5 32. axb5 cxb5 33. Ta5 b4 34. Txe5 b3? Een reken- of beoordelingsfout waarschijnlijk. Met 34…Lc4 had zwart remisekansen behouden. 35. Txe6 b2 36. Pc3 Tc8 37. Pb1 Tc1+ 38. Kf2 Txb1 39. Te8+ Kf7 40. Tb8 Het probleem is dat wit sneller is met de toren aanvallen dan zwart is met a5-a4-a3. 40… Ke6 41. Lf1 Ke5 42. Ld3 Th1 43. Lf1 Txh2+ 44. Lg2 Th6 45. Txb2 Tb6 46. Ta2 1-0
Wie de eindstand goed bestudeert zal het opvallen dat de grootste overscore werd behaald door een jonge Nederlandse speler, Christopher Brookes. Met 5.5 uit 9 behaalde hij maar liefst 3.4 punt meer dan het elosysteem had verwacht. Was het dus een droomtoernooi voor hem? Gedeeltelijk wel, maar het einde van het toernooi zou hem nachtmerries kunnen geven. In de achtste ronde had hij de meest gewonnen stelling uit het toernooi, één zet af van een IM-norm, van een topklassering, van de verrassing van het jaar…. en in één moment was het ook allemaal weg.
Brookes – Zaragatski
1. e4 e5 2. Pf3 d6 3. d4 exd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 Le7 Een variant van de Philidor die tot heel scherp spel kan leiden, vooral na wits voortzetting. 6. Lf4 O-O 7. Dd2 a6 De kritieke variant gaat verder met 7…d5 8.Pdb5 en dan 8.. ..c6 of 8…Lb4, in beide gevallen met scherpe verwikkelingen. De tekstzet is echter ook door sterke grootmeesters gespeeld, zoals Bauer. 8. O-O-O b5 9. f3 c5 10. Pf5 Lxf5 11. exf5 Pc6 Het plan van beide partijen is nu duidelijk: met de pionnen naar voren. Wit zou hier natuurlijk ook een pion kunnen slaan op d6, maar na Da5 en een toren naar d8 heeft zwart dan redelijke compensatie. 12. g4 b4 13. Pd5 Pxd5 14. Dxd5 Lg5 Zwart ruilt graag zijn passieve loper. 15. Dxc6 In een aantal eerdere partijen werd op g5 geruild, zonder voordeel te bereiken overigens. 15… Lxf4+ 16. Kb1 a5
Stellingen met ongelijke lopers zijn vaak gunstig voor de aanvaller. De beide lopers zijn ongeveer even goed, wit staat beter ontwikkeld, zwart is daarentegen iets verder met zijn aanval. ‘Met kansen voor beide partijen’ zou een openingsboek hier afsluiten. 17. Lc4 a4 18. h4 b3 Wellicht zag zwart de variant 18…a3 19.g5 axb2 20.f6 en viel het hem op dat a2 goed gedekt staat, wat offers op dat veld onaantrekkelijk maakt. Na 20…De8 staat zwart dan niet slechter overigens. Met het pionoffer in de partij worden eventuele offers op a2 wel mogelijk, maar het nadeel is dat b2 makkelijker gedekt wordt door wit. En het verliest een pion natuurlijk. 19. cxb3 a3 20. The1 axb2 21. a4 Een vijandelijke pion voor de koning kan een goede beschutting zijn en wit besluit daarom de pion op b2 te laten. In dit geval echter is de koning sowieso al door pionnen beschut, en de pion geeft ook tactische kansen (b.v. ooit Dc1+), dus slaan kwam zeker in aanmerking. Het sterkst was echter 21.Te4 Lg3 22.g5 met een vrijwel winnende aanval (offers op a2 zijn nog niet actueel). 21… Da5 Zwart kon een pion winnen met 21… Lg3 22. Te2 Tc8 23. De4 Dxh4 Nu wil je normaalgesproken geen lijnen openen op de vleugel waar de tegenstander aanvalt, punt is dat de open h-lijn minder erg is dan pionnen op g5 en f6 toelaten. 22. Te7 Wit kon van zwarts laatste zet profiteren door 22.f6 te doen, en na 22….Dc3 dan zelfs op f7 slaan. Wat wit speelt is aanvallend gezien wel nuttig, alleen had de toren de taak om c1 te dekken. 22…Dc3 was nu vervelend geweest. 22… Tad8 Zodat de toren niet blijft hangen als wit op f7 slaat. Het is echter te traag. 23. De4 Le5
24. Tb7 Waarschijnlijk anticipeert dit op 24…Da8, maar zowel 24.Lxf7+ als 24.g5 (met het idee f6, Ld3, h5 etc) was erg sterk. Als zwart dan probeert dames te ruilen kan wit daar gewoon op ingaan en met zijn a-pion winnen, en anders gaat zwart mat. 24… Dc3 25. g5 Nog steeds winnend, maar iets gecompliceerder. 25… Kh8 26. f6 Het goede idee, maar niet de beste uitvoering. Nauwkeurig was 26. f4 en na 26… Ld4 27. f6 d5 28. Lxd5 gxf6 (28… Tfe8 29. Te7) 29. Lxf7 Le3 30. Ld5 Dc1+ 31. Ka2 b1D+ 32. Dxb1 Dxb1+ 33. Kxb1 Lxf4 34. gxf6 Txf6 35. Te1 kan wit dan weer winnen met zijn a-pion. 26… d5 27. fxg7+ Lxg7 28. Lxd5 Tfe8 Maar dit is de verkeerde toren. Na 28… Tde8 29. Te7 Txe7 30. Dxe7 staat de zwarte toren gedekt, zodat hij tijd heeft voor 30… Db4 met de vervelende dreiging 31…. Da3 (en 32.Ka2 b1D maakt het er niet beter op voor wit). 29. Te7 Txe7 30. Dxe7 Tb8 31. Lxf7
Twee pionnen meer en aanval! Het enige wat wit nog moet doen is zich niet laten trucen. 31… Tf8 32. Db7 Ld4 33. De7 Lg7 34. Db7 Ld4 Nu kan wit met 35.De7 zetherhaling forceren en de IM-norm binnenhalen, maar wat hij speelt is veel sterker. 35. Ld5 Dit laat 35…Le3 toe, maar na 36.Le4 raken de schaakjes snel op terwijl er ondertussen mat op h7 dreigt. 35… De3 36. Le4 Lg7 Plus zes is het inmiddels volgens de computer… 37. Dd5 Ld4 38. Dd7 Lg7 39. a5 Dxb3 De laatste zet voor de tijdcontrole. Na 40.h5 is de evaluatie plus elf. 6.5 uit 8, IM-norm met overscore, laatste ronde spelen voor een mogelijk gedeelde toernooiwinst….
40. Td3 Twee vraagtekens zou te weinig zijn bij deze zet. 40… Db4 Opeens staat zwart totaal gewonnen. Niet alleen is er een verdediger van de onderste rij weg, ook onderbreekt de toren de loper die b1 verdedigde. 41. Td6 Dxa5 42. Kc2 Dc3+ 43. Kb1 43. Kd1 b1D+ 44. Lxb1 Dxf3+ is mat in 19. 43… Dc1+ 44. Ka2 b1D+ 45. Lxb1 Db2 mat Na deze dreun verloor Christopher ook nog in de laatste ronde met zwart van Sander van Eijk en kwam hij dus een half punt te kort voor een IM-resultaat. 0-1
Er werden geen normen gehaald (door mensen die normen nodig hebben althans), al kwam Anne Haast dicht bij een WGM-norm. Haar TPR van 2375 was ook na correctie net iets te laag.
Foto’s van Ad Bruijns: Klik hier…
Alle foto’s op het HZ 2011 zijn genomen door Ad Bruijns. Ere wie ere toekomt.
[url=http://www.flickr.com/photos/depion/collections/72157627193064959/
]Foto’s HZ Toernooi op Flickr[/url]
Ze mogen vrij gebruikt worden.
Link foto’s toegevoegd aan artikel.