Canon (34): Europese jeugdtop in Groningen
Het bestuur van de NOSBO wilde in 1963 de noordelijke schaakjeugd in contact brengen met Nederlandse en buitenlandse leeftijdsgenoten, om los te komen van de kleine kring. Dat lukte, de tienkamp die met dit doel werd georganiseerd groeide uit tot het belangrijkste jeugdtoernooi van Europa.
Voor het eerste internationale jeugdtoernooi in Groningen werden de kampioenen van Nederland, België, Luxemburg, Engeland en West-Duitsland uitgenodigd, aangevuld met vijf noordelijke spelers. Nederlands jeugdkampioen Coen Zuidema won het toernooi. Sponsor was het bedrijf Theodorus Niemeijer, dat bovendien zowel spelers als toeschouwers (!) voorzag van zijn eigen producten: gratis koffie en sigaretten. Al bij het tweede toernooi werd de formule losgelaten, er werden acht buitenlanders en twee Nederlanders uitgenodigd. Rob Hartoch werd gedeeld winnaar, Hans Ree won de volgende twee edities, ook gedeeld.
In 1968 won Anatoli Karpov het toernooi, voor o.a. Jan Timman. Een jaar later verleende de FIDE aan het toernooi de titel European Junior Cup. Karl Heinz Maeder won de beker en deelde de toernooiwinst met de latere wereldtoppers Vaganjan en Ribli. Het deelnemersveld was inmiddels uitgebreid tot twintig spelers uit zeventien landen. In 1972 kreeg het toernooi de titel Europees Jeugdkampioenschap, een formalisering van wat het eigenlijk al was.
Een nog grotere status kreeg het toernooi eenmalig in 1976/77 (het werd inmiddels rond de jaarwisseling gespeeld). Argentinië had zich kort van tevoren teruggetrokken als organisator van het wereldjeugdkampioenschap. Zoals zo vaak was Nederland de redder in nood, in dit geval Groningen. Er werd een Zwitsers toernooi gespeeld waarvan de winnaar (Mark Diesen, USA) wereldkampioen werd en de hoogst geëindigde Europeaan (Lubomir Ftacnik, Tsjecho-Slowakije) Europees kampioen.
De eerste Nederlander die Europees jeugdkampioen werd, was John van der Wiel in 1978/79. Hij bleef o.a. Dolmatov, Plaskett en Nikolic voor. Als beloning werd hij benoemd tot internationaal meester, wat toen een gewilde titel was. Later waren deelnemers al (groot)meester voordat het toernooi begon.
Het bedrijf Gasunie had in 1975 de sponsoring overgenomen van Niemeijer en hield dat vol tot 1987. Omdat in OHRA een nieuwe sponsor werd gevonden, verhuisde het toernooi in 1988 naar Arnhem. Groningen zette het decemberfestijn wel voort, want sinds 1977 werd gelijktijdig ook een groot open toernooi gespeeld. Johan Zwanepol was tientallen jaren hoofdorganisator.
In Arnhem duurde het toernooi nog tot 1991, toen Runne Djurhuus uit Noorwegen kampioen werd. Gedeeld vierde werd Dimitri Reinderman, samen met de vijftienjarige Vladimir Kramnik, die in het toernooiboek op de vraag wat zijn doel in het schaken was antwoordde: “To be a strong grandmaster.” Djurhuus is alweer vergeten, wat bepaald niet geldt voor Europese jeugdkampioenen als Romanisjin, Nunn, Salov, Khalifman, Ivantsjoek, Gelfand en Drejev. Zij allen stapten via Groningen of Arnhem de wereldtop binnen.
Nadat het Europees jeugdkampioenschap uit Nederland was vertrokken, werd Dennis de Vreugt nog kampioen tot achttien jaar in 1998 en een jaar later in de oudste categorie. Marc Erwich werd in 2000 kampioen tot veertien jaar. Groninger Jorden van Foreest evenaarde die prestatie in 2013. In de Groningse tijd werd alleen een kampioenschap tot twintig jaar gespeeld. Die oudste categorie is een paar jaar geleden afgeschaft.