Ruud Janssen grootmeester

Nederland heeft weer een grootmeester erbij. Een maand na Robin van Kampen behaalde ook Ruud Janssen de titel. In het BDO-toernooi in Haarlem scoorde hij zijn beslissende derde norm. Het totaal aantal Nederlandse grootmeesters komt daarmee op 28. Janssen was er al een tijd sterk genoeg voor, maar omdat hij weinig toernooien speelt duurde het toch vrij lang.

Mooie jaargang

Ruud Janssen werd geboren in 1979, een bijzonder jaar. Het is met afstand het meest voorkomende geboortejaar in de Nederlandse tophonderd. In dat jaar werden namelijk ook Erik van den Doel, Sipke Ernst, Maarten Solleveld, Martijn Dambacher, Merijn van Delft, Lucien van Beek en Jeroen Willemze geboren en in 1980 Dennis de Vreugt. Veel zeer sterke spelers werden dus nooit jeugdkampioen van Nederland in de oudste categorie, omdat Janssen dat werd in 1996, 1997 en 1998. Bij de eerste keer viel hij volgens Schaaknieuws op door grote koelbloedigheid, waardoor hij vaak op wonderlijke wijze uit moeilijke stellingen ontsnapte. Zelf zei hij daarover: “Ik heb genoeg fouten gemaakt, maar mijn concurrenten nog meer.” Janssen, die ook aan basketbal deed, fietste tijdens dat toernooi twee uur per dag van zijn woonplaats Zevenaar naar de toernooizaal in Arnhem heen en weer.

In 1998 eindigde hij op het wereldjeugdkampioenschap op de vijfde tot en met achtste plaats, waarmee hij net in de toptien staat van beste Nederlandse resultaten op dat toernooi. Janssen zelf in Schaaknieuws: “Op zich geen slecht resultaat, maar er had meer ingezeten.” Een rustdag met disco, mooie meiden en mooie stranden werd gevolgd door een harde nederlaag, maar zijn coach Jop Delemarre gaf Janssen diezelfde avond nog zijn zelfvertrouwen terug door een snelschaakmatch van hem te verliezen. “Buitengewone sociale vaardigheden”, prees Janssen zijn coach.

Sterk jaar

Het jaar 1998 was mooi voor Janssen. Bij het open kampioenschap van Nederland in Dieren werd hij gedeeld vierde en miste zijn eerste grootmeesternorm op 0,07 punten. Het was uiteraard wel zijn (tweede) meesternorm, waarmee hij toch tevreden was. Tegen Peter Boel voor het toernooibulletin zei hij: “Het werd tijd. Doel, Vreugt en Ernst hebben het nodige gepresteerd, nu was ik aan de beurt.” De jaargang 1979 leverde kennelijk een sportieve onderlinge strijd. In het najaar werd Janssen, op negentienjarige leeftijd, meester. Hij won het ECI-toernooi in Sas van Gent, destijds een traditioneel toernooi met als kroongroep een meestertienkamp. Hans Klip (zelf deelnemer) in het bondsblad: “Vier niet overdreven sterke buitenlandse meesters en zes spelers met titelaspiraties uit België en Nederland.” Ach ja, een beproefd recept. Maar Janssen scoorde boven de meesternorm en toonde zich er duidelijk sterk genoeg voor.

Vanwege zijn resultaat in Dieren mocht Ruud Janssen in 1999 deelnemen aan het Nederlands kampioenschap. Hij werd laatste. Tot nu toe was hij zeven keer bij het NK, met als beste resultaten een vijfde plaats in 2003 en een vierde in 2005. De volgende stap, een grootmeesternorm, bleef lang uit. Dat hij ging studeren (HTS) en werken speelde daarbij een rol. Zijn eerste grootmeesternorm scoorde Janssen in 2006-07 in de Bundesliga, zijn tweede in augustus 2008 in Kavala (Griekenland). Een mooi resultaat was ook het winnen van het NOVA-weekendtoernooi in Haarlem in 2004. Dat werd georganiseerd door Het Witte Paard, dezelfde club die nu het BDO-toernooi organiseert. In de Nederlandse competitie scoorde Janssen altijd goed, voor De Variant (Breda), Utrecht en HSG (Hilversum).

Grootmeester

Het afgelopen seizoen speelde Janssen bijna alleen nog maar competitiewedstrijden. In Duitsland matig en in Nederland (HSG) met 6,5 uit 7 zeer goed. Vorig jaar zomer had hij op Cuba een slecht toernooi gespeeld, deze zomer speelde hij een dramatisch Nederlands kampioenschap. Maar in Haarlem, in de BDO-tienkamp, kwam dan toch eindelijk de lang verwachte derde grootmeesternorm. Janssen begon met een remise tegen Robin van Kampen en een nederlaag tegen Maxim Turov. Dat bleken later wel de twee toernooiwinnaars te zijn. Hij liet er een serie van 4,5 uit 5 op volgen om in de laatste ronden met twee remises de norm binnen te halen. De benodigde Elo-rating van 2500 had hij al een tijdje. Ruud Janssen bestormde al jong de schaaktop, maar werd relatief laat grootmeester. Die bekroning mocht niet uitblijven.