Het gaat om de kunst van het manipuleren
Het gaat om de kunst van het manipuleren
De toiletsoap
Op WhyChess heeft de schaakjournalist Vlad Tkachiev (u weet wel, die ten onrechte werd beschuldigd van dronkenschap tijdens een partij), een interview gehad met Kramnik.
Onder meer ging het gesprek over Elista 2006, het toiletschandaal. Het geeft een prachtige inkijk. Het is altijd leuk om het van een hoofdpersoon zelf te horen. Hoe Kramnik denkt over het functioneren van de commissie van beroep in Elista, waarin onder andere Azmaiparashvili deel van uitmaakte. Dat die commissie disfunctioneerde, weten we allemaal. Zij had nooit zo mogen worden samengesteld. Leden van een commissie moeten onpartijdig zijn, dat was zij niet. Grappig is te vernemen hoe Kramnik denkt over de truc over het handen schudden.
Vervolgens heeft Azmaiparashvili op Chess-News (Russische site) in een interview daarop gereageerd. Hij klapt uit het geheim van de raadkamer – in ons land en vele andere landen een doodzonde waardoor iemand nooit weer zitting mag nemen in een beroepscommissie. Hij bekent dat hij nooit in die commissie had moeten gaan zitten. Maar ja, het is financieel erg aantrekkelijk, het is een luizenbaantje. Ik heb het even opgezocht, ter illustratie:
Op het Wereldkampioenschap in Elista 2006 ontvingen de voorzitter en de leden van de commissie van beroep de volgende toelagen
– de voorzitter van de commissie: $ 10.000
– de twee leden van de commissie samen: $ 12.000
Reis en verblijfkosten
Reizen. De plaatsvervangend FIDE-president (d.i. Makropoulos) heeft het recht op kosten van de organisatie te vliegen business class. Hetzelfde geldt voor bootreizen of treinreizen. De andere leden ontvangen een gewone reiskostenvergoeding die nooit meer kan zijn dan een vliegreis.
Overnachting. De plaatsvervangend FIDE-president verblijft in een junior suite van een eerste klas hotel. Voor de andere leden een dubbele kamer in hetzelfde eerste klas hotel.
Eten en drinken. Alle voorzieningen voor eten en drinken komen voor rekening van de organisatie, zij het dat daarvoor een ‘normbedrag’ geldt.
Plaatselijk reizen. Voor de leden staat een aantal auto’s ter beschikking.
En voor zulke riante vergoedingen leverden de leden van de commissie ook nog prutswerk af.
Interessant is de psychologische analyse van Azmaiparashvili. Kasparov had zoiets ook wel eens gezegd. Maar of Azmaiparashvili gelijk heeft in zijn opvatting dat een speler het zo kan manipuleren dat zijn tegenstander iets gaat denken, weet ik niet. Hoewel, als we denken aan de Franse soap, daarin is men wel geslaagd. Men heeft Feller c.s. in die hoek weten te drukken. Maar oordeel zelf.
1. Het interview met Kramnik
Op WhyChess van 31 augustus staat een interview dat Vlad Tkachiev had met Vladimir Kramnik. Hierna heb ik de passages weergegeven die gaan over ‘de Toiletsoap’.
Vlad Tkachiev: Het toilet schandaal. Waarom was u zo beledigd? Het is toch geoorloofd elkaar te verdenken van valsspelen tijdens een wereldkampioenschap?
Vladimir Kramnik: Het is geoorloofd om een ander te verdenken, maar om het vriendelijk te formuleren, het is ongeoorloofd je vermoedens als een feit openbaar te maken. Zelf heb ik nooit iemand verdacht, niet in het minst omdat het menselijk gezien buitengewoon akelig is en het alle grenzen van minimale fatsoensnormen overschrijdt.
Vlad Tkachiev: U accepteert zulke strijdmethoden niet?
Vladimir Kramnik: Nee, die accepteer ik niet.
Vlad Tkachiev: Wat ging er in u om? Was het een emotionele breakdown? Voor een waarnemer leek het alsof het hele schandaal simpel een middel was om u onder psychologische druk te zetten.
Vladimir Kramnik: Ja, voor een deel was dat zo. Maar in wezen begonnen die ‘beroepen’ eerder, onmiddellijk na de tweede partij; het was volkomen duidelijk dat de commissie van beroep absoluut uit hun (Topalov c.s., pdg) hand at, en zij begon de reglementen van het kampioenschap te schenden. Toen ik de samenstelling van de commissie vernam, die bestond uit Makropoulos en Azmaiparashvili, was ik daarover direct ongelukkig. Al was het maar omdat Azmaiparashvili directe financiële betrekkingen heeft met Danailov; iets wat algemeen bekend is. Het was duidelijk dat daaruit niets goeds terecht kan komen. Ik wilde hen echter vastpinnen aan de juridische contracten. Bijna alle punten waren daarin helder gedefinieerd, waaronder die waarin is geregeld dat alle klachten moeten worden ingediend voorafgaand aan de wedstrijd. Maar niet tijdens! Ik was zeer ontstemd door het feit dat zij aan Danailov de videoband gaven waarin ik naar het toilet ga. Dat was volkomen dwaasheid! Nou prima, de scheidsrechter heeft het recht er elk moment naar te kijken, maar verder niemand. Ik heb niets te verberegen, maar het is een principiële kwestie. Vandaag is het Danailov, morgen zullen ze het op internet plaatsen. Wat denken ze wel. Het was absoluut schandalig.
Vlad Tkachiev: Werd u zo boos, omdat u het gevoel kreeg terecht te zijn gekomen in een vijandige omgeving?
Vladimir Kramnik: Ja, natuurlijk. En toen begonnen ze al die ‘verzoeken’ in te willigen, hoewel ik hen de overeenkomst en reglementen liet zien. Het bleek dat er een ongelooflijk juridisch conflict ontstond, iets wat ik voorafgaand aan de wedstrijd niet had bemerkt. Ik denk dat Danailov het allemaal van tevoren heeft voorbereid. Het punt was dat ondanks de overeenkomst de beslissingen van de commissie van beroep onaantastbaar waren, en niemand daar iets aan kon doen. Een volkomen zotte situatie: ze kon zelfs beslissen dat een partij die ik had gewonnen werd veranderd in remise, je kon er niets tegen doen. De enige mogelijkheid zou zijn de leden na afloop van het kampioenschap voor de rechter te slepen, en de rechter zou beslissen dat zij nooit meer zitting mogen nemen in een commissie van beroep. Toen kreeg ik door dat er ergere dingen konden komen, de commissie had al op ongeoorloofde wijze inbreuk gemaakt op mijn recht op gebruik van toilet; morgen kon ze iets anders beslissen. Nog maar vier partijen waren gespeeld en ze gooide me nu al een emmer vuil over mij heen; en handelde in strijd met alle regels.
Vlad Tkachiev: Maar, indachtig de partijen tussen Karpov en Kaspavov, moet u zich hebben gerealiseerd dat het op een moment zou uitmonden in een oorlog?
Vladimir Kramnik: Weet je, tijden zijn tegenwoordig iets anders. Ik had de indruk dat in Rusland de zaken niet meer zo schandalig zouden worden. Maar dat was helaas wel zo. Ik heb geen klachten over Ilyumzhinov, het was duidelijk dat hij er niets mee te maken had, maar de zaak liep helemaal uit de hand. Ze hielden hem gewoon voor de gek, omdat iedereen daar meespeelde voor het ene team. Zodoende kreeg ik het gevoel dat ik volledig hulpeloos was. Ik wist gewoon niet wat te doen. Er waren wel een miljoen overtredingen, bijvoorbeeld de vijfde partij werd volkomen in strijd met de regels voor mij verloren verklaard. Dat komt omdat er een regel bestaat die luidt dat een besluit om de aanvangstijd te wijzigen al is het maar voor één minuut alleen maar kan worden genomen door de president van de FIDE, die daar afwezig was. De partij werd voor een half uur uitgesteld, iets wat niet mag.
Vlad Tkachiev: Maar u realiseerde zich dit toch pas achteraf?
Vladimir Kramnik: Nou ja, natuurlijk, achteraf, omdat ik geen jurist ben. Mijn advocaat legde het mij later allemaal uit; en ik vertelde de FIDE dat ik haar eenvoudig voor de rechter zou dagen voor het punt die ze me heeft afgepakt. En dan is er nog een onvoorstelbare gebeurtenis: ze vervalsten de handtekening van Ilyumzhinov, en dat is absoluut te bewijzen. Om ik denk 3.30 uur lieten ze me een document zien met de handtekening van de president van de FIDE, met iets als: ‘Ik beschouw de beslissing van de commissie van beroep als overeenkomstig de wet. Vladimir moet verder gaan met het kampioenschap’ en ga zo maar door, met de handtekening van Ilyumzhinov. Maar op dat moment was hij samen met Zhukov in een overleg op politiek niveau. Zhukov vertelde me later dat hij bereid was te bevestigen dat Ilyumzhinov het gebouw niet heeft verlaten, en dat hij geen document heeft getekend. Ze hebben simpel een stempelhandtekening gezet, zonder dat hij daarvan afwist.
Vlad Tkachiev: Maar waarom heeft hij daar later op een enig moment niet gereageerd?
Vladimir Kramnik: Maar hoe kun je reageren – om toe te geven dat je de situatie volledig uit de hand hebt laten lopen?
Vlad Tkachiev: Waarom heeft hij dan na afloop mensen niet ontslagen?
Vladimir Kramnik: Omdat hij geen beslissingen durft te nemen en nooit van mensen afkomt als het nodig is. In feite was hij over dat punt ontzettend boos, omdat hij begreep dat men hem gewoon had bedrogen. Hij werd bedrogen door Azmaiparashvili, die zijn eigen belangen behartigde. Die moest Topalov kampioen zien te maken om zo een wedstrijd te kunnen organiseren in Bakoe met Radjabov. Hij zou daar iets voor krijgen. Mensen begrijpen niet dat de kern van de situatie de wedstrijd in Bakoe was, waarvoor het contract al was getekend. De wedstrijd zou in april worden gehouden, en Topalov zou daarvoor een miljoen dollar ontvangen, maar daarvoor moest hij wel wereldkampioen zien te worden. Vandaar dat toen de troep met de onderbreking begon hij klaar was voor elke optie zelfs om het kampioenschap later in Elista te vervolgen met behoud van dezelfde uitslag.
Vlad Tkachiev: Maar waarom was de wedstrijd in Bakoe zo belangrijk voor hem, per slot van rekening was uw prijzengeld toch niet lager?
Vladimir Kramnik: Dat van ons was lager, bovendien had hij dat geld in ieder geval al ontvangen. Azmaiparashvili was in die zaken met Azerbeidzjan een makelaar, en daarvoor een belanghebbende partij. Voor het kampioenschap hield hij een persconferentie in Sofia om de wedstrijd in Bakoe te promoten, en zei dat alles al was geregeld. Na afloop vroeg een journalist hem wat er zou gebeuren als Topalov het kampioenschap in Elista zou verliezen. Azmaiparashvili antwoordde met een glimlach: ‘Hij zal het niet verliezen.’ Hoe kan een lid van een commissie van beroep zoiets zeggen? Al die verklaringen maakten me voorzichtig; ik realiseerde me wat er aan de gang was en begon me op zulke dingen voor te bereiden.
Vlad Tkachiev: Maar u wist niet wat er precies zou gaan gebeuren?
Vladimir Kramnik: Ik had niet verwacht dat alles zo plotseling zou gebeuren, brutaal en absoluut schaamteloos. Misschien komt dat omdat ik een mens ben met een ietwat westerse mentaliteit, en dat ze de overeenkomst hadden getekend betekent iets. Maar het stelde helemaal niets voor! Het werd duidelijk voor wie ‘Azmai’ werkte. Trouwens, wat Makropoulos betreft denk ik niet dat voor hem hetzelfde geldt: hij wist gewoon niet wat hij moest doen. De situatie liep volkomen uit de hand, en natuurlijk, was ik ziedend. Op het moment waarop ze me het punt afpakten stond ik op het punt te stoppen met het kampioenschap, maar toen ik het geboefte (hij lacht) zag dacht ik: ‘Nee, je kunt me niet zo gemakkelijk verslaan.’
Vlad Tkachiev: Welk geboefte?
Vladimir Kramnik: Danailov, natuurlijk. Hij straalde op de persconferentie en berekende hoe de dingen kapot zouden gaan en dat zij de wedstrijd in Bakoe zouden krijgen met het geld. De beslissing was natuurlijk onlogisch, maar op het laatste moment, ergens voor de zesde partij besloot ik om hem geen vrijbrief te geven en verder te gaan met het kampioenschap.
Vlad Tkachiev: Waarover u, lijkt me, nu erg blij bent.
Vladimir Kramnik: Ja, natuurlijk. Het was een moeilijke beslissing, omdat ik ook had kunnen verliezen.
Vlad Tkachiev: En wat zeiden de mensen om u heen voorafgaand aan de partij?
Vladimir Kramnik: Niets. Het is absolute onzin dat ik een opdracht heb ontvangen van het Kramlin. Het enige wat ik had was een gesprek met Zhukov die me duidelijk maakte: ‘Wij, de bond, zullen je steunen, wat je ook beslist.’ Ook van mijn begeleidend personeel was de boodschap: ‘Het is uw beslissing.’
Vlad Tkachiev: En wat als het kampioenschap niet in Rusland zou zijn voortgezet?
Vladimir Kramnik: Ja, natuurlijk, wat maakt het uit? In feite nam ik mijn beslissing heel erg spontaan. En hun rol? Ik weet het niet.
Vlad Tkachiev: Sindsdien zijn veel jaren verstreken. Is het nog steeds erg persoonlijk tussen u en Danailov en Topalov?
Vladimir Kramnik: Welnu, wat betekent persoonlijk? Ik heb simpel geen enkel respect voor zulke mensen.
Vlad Tkachiev: U zult elkaar niet de hand schudden?
Vladimir Kramnik: Nee.
Vlad Tkachiev: Wat wat gebeurt er als u tegen hem moet spelen?
Vladimir Kramnik: Daarvoor bestaat een truc: je hebt niet het recht niet de hand van de ander te schudden, maar je hoeft niet je hand uit te steken als aanbod. Voor mij bestaat die persoon niet tot hij spijt betuigt en zich verontschuldigt voor zijn gedrag. Als dat gebeurt, wordt het anders. Dan kunnen we praten en ben ik daar klaar voor. Ik heb geen enkele bijzonder wrok. Tot die tijd heb ik geen belangstelling voor hem, en vind ik zijn morele en ethische normen onaanvaardbaar. Ik wil niet met hem praten noch zijn hand schudden. Dat geldt ook voor Danailov. Niettemin moet ik toegeven dat hij geen slechte schaakmanager is, in die zin van het vinden van geld, en dat hij met een aantal zinnige ideeën is gekomen.
2. Het interview met Azmaiparashvili
De website Chess-News heeft grootmeester Zurab Azmaiparashvili de gelegenheid gegeven commentaar te geven op bepaalde uitlatingen van Vladimir Kramnik in het interview dat deze heeft gegeven op WhyChess. Het belangrijkste onderwerp in dat interview was het zogenaamde ‘toilet schandaal’ tijdens het Wereldkampioenschap Kramnik – Topalov in Elista 2006. Azmaiparashivili reageert op dat artikel. Het onderstaande staat op WhyChess van 31 augustus 2011.
Azmaiparashvili maakte deel uit van de commissie van beroep. Naar aanleiding van een klacht van het team van Topalov over het toiletbezoek van Kramnik heeft de commissie beslist met als gevolg dat Kramnik weigerde de vijfde partij te spelen. Azmaiparashvili verklaart dat na de klacht de commissie probeerde met Kramnik te praten, maar in plaats daarvan spraken zij met Carsten Hensel:
‘De heer Hensel verklaarde dat tijdens de partijen Kramnik graag wil rondlopen, en hij de ruimte waarin hij kon lopen, groter maakt. We vroegen: ‘En niets anders?’ ‘Nee, hij maakt de ruimte waarin hij kan lopen gewoon groter.’ Hij ging weg. We bleven achter met een absoluut onbevredigend gevoel. Als hij had gezegd dat Kramnik doet wat iedereen op een toilet doet, hadden we geen enkele behoefte de klacht van Danailov en Topalov gegrond te verklaren omdat daar eenvoudigweg geen enkele juridische grondslag voor is. Hij had kunnen zeggen wat we allemaal doen. Maar als hij ‘de ruimte groter maakt’ zoals Hensel zei (het is trouwens op band opgenomen – laat hem het materiaal openbaar maken) dan neem me niet kwalijk, waarom dan in godsnaam de deur dicht doen? Waar is hij in hemelsnaam aan het lopen? In een kamer met afmetingen van twee bij één meter?’
Kramnik wenste Azmaiparashvili niet als lid van de commissie van beroep, omdat deze duidelijk aan de kant van Topalov stond, iets wat Azmaiparashvili ontkent. Wel geeft Azmaiparashvili toe dat hij die functie niet had moeten aanvaarden gegeven zijn voorkeur voor Topalov en zijn langdurig ongenoegen jegens Kramnik omdat deze Kasparov geen revanche heeft aangeboden (hij merkt op dat het lidmaatschap dik wordt betaald voor weinig werk, aangenomen dat alles gladjes verloopt). Dat neemt niet weg dat volgens Azmaiparashvili de andere leden van de commissie van beroep, Georgios Makropoulos en Jorge Vega, Kramnik ervan verdachten vals te spelen (zij denken dat nog steeds), terwijl hijzelf, als een professioneel speler, zich realiseerde dat de manier waarop Kramnik speelde (bijvoorbeeld een blunder van een mat in een vroege partij) niet consistent was voor het verkrijgen van bijstand van buitenaf.
De lezing van Azmaiparashvili over de gebeurtenissen:
‘Mijn persoonlijke theorie is eigenlijk de volgende (en ik ben graag bereid deze overal te herhalen). Op een wedstrijd op dat niveau waar de spelers ongeveer gelijkwaardig zijn, is de psychologische factor erg belangrijk. Stel dat ik aan die wedstrijd deelneem. Als ik erin kan slagen in het hoofd van mijn tegenstander de indruk te geven dat ik bijstand ontvang en niemand kan bewijzen hoe ik dat doe… Maar als het me is gelukt die gedachte in het hoofd van mijn tegenstander te doen vastzetten, kun je zeggen dat ik de wedstrijd voor de helft al heb gewonnen. Dit is mijn persoonlijke mening. We weten heel zeker dat de aanwezige Bulgaarse veiligheidsdiensten bij de wedstrijd waren betrokken. Er was waarschijnlijk iets dergelijks ook van de kant van de Russen. En het team van Kramnik heeft misschien ook zo’n strategie gevolgd: in het hoofd van de tegenstander vastzetten dat wij zoiets doen. En omdat zij op Russische bodem waren zou het onmogelijk zijn om ook maar iets te bewijzen. Maar Topalov geloofde die onzin – dat Kramnik bijstand ontving van een computer, van een trainer, noem maar op. Zodoende was Topalov moreel gebroken. Als ik erin ben geslaagd dit te doen heb ik mijn tegenstander al voor de helft gebroken.’
Het lange interview met Azmaiparashvili bevat volgens WhyChess meer theorieën om het gedrag van Kramnik te verklaren, weerleggingen van de claims van Kramnik dat het belangrijkste onderwerp was een voorstel voor een wedstrijd in Bakoe en dat de handtekening van Ilyumzhinov was vervalst, evenals enkele merkwaardige bijzonderheden – bijvoorbeeld dat Topalov officieel de helft van het prijzengeld in Elista, $ 1 miljoen, zou ontvangen, maar dat hij feitelijk het volle pond van $ 1 miljoen ontving, of dat Azmaiparashvili afwezig was in Elista toen het schandaal uitbrak. Maar, helaas we kunnen er geen kennis van nemen, ’t is in het Russisch.