Begrijp wat u doet: Siciliaans: Scheveninger 4
Engelse aanval met 6. Le3 en een opstelling met … e6
We zijn toe aan het laatste deel van de Scheveningervariant. Het is ook het vervolg op de varianten na 6. Le3, de zogenaamde Engelse aanval. De vorige keer namen we de positie van de zwarte koning als uitgangspunt en bespraken we (onder A) varianten als zwart verder ging met korte rokade. De meest scherpe, onoverzichtelijke en ook meest avontuurlijke stellingen ontstaan als zwart zijn koning in het midden laat en met een direct … b7-b5 de tegenstander ook naar de keel probeert te grijpen.
De stelling die we gaan bespreken komt vanuit de beginstelling als volgt op het bord:
1. e4 c5 2. Pf3 e6
De Scheveningervariant kan vanuit diverse volgordes op het bord komen.
3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 d6 6. Le3 a6 7. f3
Koning in het midden
Zwart komt in de diagramstelling met een onmiddellijk
7… b5
op de proppen. Zoals de vorige keer al aangegeven werd, zal hij zijn koning in principe in het midden moeten houden. Het komt er namelijk op neer dat zwart de actie g2-g4 vrijwel altijd moet beantwoorden met . .. h7-h6. Met een dergelijke pionverzwakking komt … 0-0 nauwelijks meer in aanmerking. Daarmee is er een zeer specifiek stellingsbeeld ontstaan dat door beide spelers bijzonder lastig te behandelen is.
8. Dd2
Het alternatief is om direct 8. g4 te spelen, maar dat heeft meestal geen zelfstandige betekenis.
8… Pbd7
Onnauwkeurig schijnt 8… Lb7 te zijn. Hier gaat men veelal verder met 9. g4, maar er is mij altijd uitgelegd dat wit in plaats hiervan sterk 9. a4 kan spelen dat na 9… b4 10. Pa2 d5 11. e5 Pfd7 12. f4 leidt tot een stelling waarin pion b4 een zorgenkindje is geworden. Zwart wil liever geen … a6-a5 spelen omdat hij dan veld b5 definitief kwijt is. 12… Pc5 zoals gespeeld door Fedorchuk maakt dan van de nood een deugd in zijn partij tegen Recuero in 2007.
9. g4
Daar komt de bajonetstoot.
9… h6
Zoals gezegd min of meer gedwongen. (Op 9… Pb6 is op dit moment 10. a4 erg lastig voor zwart.)
10. O-O-O
10… Lb7
Of 10… b4 11. Pce2 d5 12. exd5 Pxd5 13. Pf4 P7f6 14. Lc4 Vorobiov-Gabriellian, 2007.
11. h4
Ook veel gepraktiseerd is 11. Ld3 Daarmee beoogt wit al zijn stukken in het centrum te zetten waarna hij gaat proberen om met een centrumactie de zwarte koning te bestoken. 11… Pe5 12. The1
Drie spectaculaire voorbeelden hiermee zijn:
a) Een actie door het centrum bedacht door de uitvinder van het systeem, John Nunn. In zijn partij tegen Marin, Szirak 1987 verliep het spel als volgt: 12… Pfd7 13. f4! Nu de zwarte koning in het midden staat, maalt wit er niet om er een pionoffer van te maken. 13… b4 In een analyse onderzoekt Ftacnik wat er gebeurt als zwart zich op het pionoffer inlaat. Na 13… Pxg4 vervolgt wit uiteraard met het scherpe 14. e5!? Zwart dient dan 14… Pc5 zet om niet onmiddellijk onder de voet gelopen te worden, maar als hij gedacht heeft daarmee de offers op e6 uit de stelling te hebben gehaald, heeft hij buiten de waard gerekend. 15. Pxe6!? Pxe6 16. f5 Pxe3 17. Txe3 Le7 18. fxe6 Zo’n beetje de enige zet is 18… O-O, maar dan levert 19. Pe4! groot voordeel voor wit op.
14. Pd5! Het stereotiepe paardoffer om vuist te maken tegen de niet gerokeerde ko-ning. 14… Pxd3+ Na 14… exd5 15. fxe5 dxe4 16. exd6 Lxd6 slaat wits aanval door met 17. Pf5. 15. Dxd3 exd5 16. exd5 Le7 Het lijkt niet duidelijk wat wit heeft voor zijn stuk, maar Nunn weet wat hij doet. 17. Pc6! Lxc6 18. dxc6 Pf6?! Ook na 18… Pf8 19. f5! gaat de witte aanvalsstorm onverdroten verder. 19. Lb6! Dxb6 20. Txe7+ Kf8 Het gaat mat na 20… Kxe7 21. Dxd6+ Ke8 22. Te1+. 21. Dxd6 Kg8 22. g5 hxg5 23. fxg5 Tc8 24. c7! Mooi gezien van Nunn waarmee hij afwikkelt naar een gewonnen eindspel. Ook winnend was 24. g6! Men zie:
1) 24… fxg6 25. De6+ Kh7 26. Dxf6 met winst;
2) 24… Txc6 25. Dd8+ met winst;
3) 24… Tf8 25. c7! met winst.
24… Dxd6 25. Txd6 Pg4 26. Td8+ Kh7 27. Ted7! De vrijpion beslist de strijd. 1-0
b) 12… b4 hetgeen voorkwam in de partij Anand-Lautier, 2000, waarin de latere wereldkampioen een prachtig stukoffer op lange termijn heeft voorbereid. Door ruimtegebrek geef ik alleen de zetten: 13. Pa4 d5 14. exd5 Pxd5 15. f4 Dd7 16. b3 Pxg4 17. Pb6 Pxb6 18. Pxe6 Pd5 19. Pc5 Lxc5 20. Lxc5+ Kd8 21. Lxb4 Kc8 22. La5 Pgf6 23. c4 Pc7 24. Db4 Dc6 25. Lf5+ Kb8 26. Td6 Df3 27. Lxc7+ Kxc7 28. Te7+ Kb8 29. Txb7+ Dxb7 30. Tb6 Ta7 31. Dd6+ Ka8 32. Txb7 Kxb7 33. Lh3 Te8 34. c5 1-0
c) Een derde voorbeeld van een gestrande zwarte koning is een partij Short-Kasparov, 1986, waarin 12… Tc8 op het bord kwam. Short ving eerst de zwarte centrumactie bekwaam op en ging daarna als een mes door de boter. 13. Kb1 Le7 14. h4 b4 15. Pa4 Da5 16. b3 Pfd7 17. g5 g6 18. f4 Pxd3 19. cxd3 hxg5 20. hxg5 d5 21. f5 e5 22. exd5 Dxd5 23. f6 Ld6 24. Pc2 a5 25. La7 Kf8 26. Pe3 De6 27. Pc4 Kg8 28. Pxd6 Dxd6 29. Pb2 Tc3 30. Pc4 Dd5 31. Pe3 De6 32. Tc1 Da6 33. Txc3 bxc3 34. Dxc3 Dxa7 35. Dc7 Dd4 36. Dxb7 Dxd3+ 37. Pc2 Th2 38. Dc8+ Pf8 39. Txe5 Th1+ 40. Kb2 Dd2 41. Te8 Dd6 42. Td8 De5+ 43. Ka3 Kh7 44. Txf8 Dd6+ 45. b4 1-0
Terug naar de hoofdvariant.
11… b4 12. Pa4
Men kwam erachter dat de ‘normale’ terugtocht van het paard met 12. Pce2 weinig kans op voordeel bood. Een voorbeeld hiermee: 12… d5 13. Lh3 dxe4 14. g5 hxg5 15. hxg5 exf3 en zwart greep het initiatief in Ye Jiangchuan-Topalov, 1994.
12… Da5
Onze landgenoot Loek van Wely experimenteerde een keer met 12… d5 maar hij werd daarin opgewacht door niemand minder dan Kasparov om hem een gevoelig lesje te leren: 13. Lh3 g5 Een nogal radicale oplossing van het stellingsprobleem. Zwart wil g4-g5 koste wat het kost verhinderen. (13… Da5 is nog een alternatief dat speelbaar lijkt te zijn.) 14. Lg2! (Een verbeterering op een eerdere partij Kasparov-Wojtkiewicz, 2000 bleek dat wit niet veel had. 14. hxg5) 14… gxh4 15. Txh4 dxe4 (Op 15… Pxe4 volgt 16. fxe4 Dxh4 17. exd5 exd5 18. Ld5! En wits aanval is al beslissend). Kasparov ging verder met:
16. g5 Pd5 Ook na 16… exf3 17. Pxf3 Pd5 18. Ld4 komt wit boven drijven. 17. Txe4 hxg5? Na deze zet slaagt Kasparov erin om een matnet te weven. Ftacnik merkt op dat het interessant zou zijn om te zien wat Kasparovs intenties zouden zijn na het betere 17… Da5!? 18. Lxg5 Da5 19. f4! Niet 19. Pxe6? fxe6 20. Txe6+ wegens 20… Kf7. 19… Th2 20. Pxe6 fxe6 21. Txe6+ Kf7 22. Dd3!! De mooiste zet van de partij. 22… Lg7 Ook na 22… Kg8 en 22… Kg8 verliest zwart. 23. Df5+ Kg8 24. Txd5 Dxa4 25. Te7 1-0
Opnieuw keren we terug naar de hoofdvariant.
13. b3 Pc5 14. a3
Een vreselijk ingewikkelde stelling waar "The boss", zoals Kasparov werd genoemd, zich zowel met wit als met zwart mee heeft bemoeid. Wat voor een sterke schaker hij was, liet hij zien door vanuit deze stelling zowel met wit als met zwart een keer van Topalov (toch niet de minste!) te winnen. De partijen staan in elke database.
14… Pxa4 15. axb4 Dc7 16. bxa4 d5 17. e5 Pd7 18. f4 Pb6
Zwart staat een pion achter maar hij heeft mooie compensatie vanwege de vele pionverzwakkingen van wit op de damevleugel. Deze stelling is al lange tijd onderwerp van discussie in de moderne theorie. Ter illustratie een grappig blitzpartijtje, gespeeld op het internet tussen twee sterke grootmeesters: Nakamura – Har Zvi, 2007.
19. Th3 Pxa4 20. c4 dxc4 21. Dc2 Pb6 22. Pxe6! fxe6 23. Lxb6 Dxb6 24. Dg6+ Ke7 25. f5 Ld5 26. Txd5! 1-0
Illustratieve partijen:
- Recuero-Fedorchuk, 2007.
- Vorobiov-Gabriellian, 2007.
- Nunn-Marin, 1987.
- Anand-Lautier, 2000.
- Short-Kasparov, 1987.
- Ye Jiangchuan-Topalov, 1994.
- Kasparov-Van Wely, 2000.
- Nakamura – Har Zvi, 2007.
Alle partijen en fragmenten via de viewer:
Belangrijkste geraadpleegde bronnen: De wereld van de schaakopening, deel 3 van Paul van der Sterren, Beating the Sicilian 3 van John Nunn, Sicilian Labyrinth van Lev Polugaevsky en de database van Chessbase.
Reageren? Stuur een e-mail naar .