Schaakmind: De waan van de rating
Wat zouden we toch moeten zonder rating! Dank zij de rating weten we precies waar we aan toe zijn: Het is duidelijk hoe sterk je zelf bent, je weet hoe sterk je tegenstander is. Je weet dus ook wat je kansen zijn voor de partij. Door je tpr weet je hoe goed je toernooi was en hoeveel ratingpunten je gewonnen of verloren hebt. De nieuwe ratinglijst vertelt je of je progressie maakt of niet. Rating bepaalt je status.
Rating is duidelijk en onomstotelijk; geen discussie mogelijk!
Dat rationele en rekenkundige van die rating is nou precies de Grote Misleiding. De illusie van waarheid. Een illusie waar wij misschien zelfs wel graag instappen! Want wij schakers houden van zwart en wit, van duidelijk, van rekenen en van ratio. Toch?
Of protesteer je en zeg je: maar dat is niet het hele verhaal!
Nou, daar ben ik het dan grondig mee eens! Want, analytici en rekenaars als wij schakers weliswaar zijn, we zijn ook gewoon mensen. En wat wij nog meer hebben dan ratio en rekenkracht is intuïtie, gevoel en, laten we zeggen, menselijkheid, waarmee ik bedoel dat je soms ‘je dag niet hebt’ of juist ‘in topvorm’ bent!
Een rating geeft iets weer, zeker, maar het is natuurlijk niet zo dat je op ieder moment –of op welk moment dan ook!- die rating bent!
In de ene opening of bij het ene speltype voel je je meer thuis dan in een andere opening of ander speltype, dus ben je in het eerste geval misschien wel 100 of 200 elopunten sterker dan in het tweede geval. Tel daar bij op hoe je in je vel zit. Soms zit het allemaal mee: je bent uitgerust, je vrienden zijn bij je, je zit gewoon lekker in je vel en je bent gefocust. En soms zit het gewoon tegen: je bent niet blij, voelt weinig energie, je hoofd is er niet bij en je gelooft er niet zo in. Ook weer een verschil van 100 tot 200 elopunten.
Stel je hebt een rating van 1800 en je speelt tegen iemand met een rating van 2000. Op papier een bijna gegarandeerde nul. “Oh jee, ik moet tegen die-en-die en die is veel sterker.” Totdat je die rating eens menselijk gaat bekijken: Heb jij je topdag en krijg je je favoriete stellingen, dan speel je misschien wel op 2000-niveau. En je tegenstander met een off-day speelt op 1800-niveau….Dan liggen de kansen opeens heel anders!
Wat ik hiermee vooral wil zeggen is: het spelverloop van een partij wordt bepaald in het moment en de partij zelf en niet door jouw rating of die van je tegenstander. Richt je aandacht op de partij en doe bij iedere zet vanuit ontspannen concentratie wat in jouw vermogen ligt. Laat je niet leiden of beter afleiden door (waan)gedachtes over ratings, over tpr’s of door gedachtes over resultaten in algemene zin. Hoe meer onnodige gedachtes je hebt over ratings en resultaten, hoe minder ruimte er is voor je intuïtie, voor je gevoel en voor gefocust rekenwerk!
En het leuke is: als je al je aandacht gebruikt om naar je intuïtie te luisteren en gefocust te rekenen, kortom de beste zetten te spelen die in jouw vermogen liggen, dan volgen de resultaten –en ratingpunten vanzelf!
Anne-Marie Benschop is (mental) coach (www.your-self.nl) en voormalig Nederlands dameskampioene.
Op papier is 1800 tegen 2000 nog geen gegarandeerde 0.
1800 scoort volgens de tabel nog altijd een respectabele 24%.
Verder een goed verhaal.
1800 tegen 2300 kan je wel op papier zien als een bijna gegarandeerde 0.
Maar dan komt het menselijke aspect uit het verhaal naar voren.
Dat kan ervoor zorgen dat ze op de speeldag
1600 tegen 2500 zijn. Het verschil in de verwachte score merk je dan niet, het kan wel te zien zijn in de partij die erg snel voorbij is.
Het kan ook een 2000-2100 partij worden op de speeldag. Dan heeft de zwakkere speler een behoorlijke kans op een resultaat. In een groot zwitsers toernooi zie je dat terug als de verrassingen in de eerste ronde.
Vooral jeugdspelers kunnen soms flink uitschieten met een dagprestatie.
Ze drukken er een partij doorheen met de ratingkracht die veel hoger is dan de rating aangeeft. Dat kan een voorteken zijn dat de rating van de speler hard gaat stijgen. Een jeugdspeler heeft ook meer grillige uitschieters naar beneden dan een ervaren speler. De ervaren speler is bijvoorbeeld beter in het vermijden van speltypes die hem niet liggen.
De jeugdspeler is dat nog aan het leren.
Naast het je thuisvoelen in een bepaald speltype is er ook een algemeen kenmerk van een speltype dat soms een rol speelt. 2000 kan soms een GM verslaan met een aanval in het koningsindisch, en een dag later met een mislukte aanval in die opening verliezen van 1700. Dat heeft dan niet eens zoveel te maken met vorm.