Carlsen leidt London Classic
Magnus Carlsen staat na drie ronden bovenaan bij de London Chess Classic met 7 punten (twee overwinningen en een gelijkspel). In de zeer sterk bezette negenkamp doet Luke McShane het net als vorig jaar verrassend goed, hij staat tweede met 5 punten. Kramnik volgt met 4 uit 2, Anand en Aronian staan voorlopig nog op vijftig procent.
Carlsen had een beetje geluk in het begin van het toernooi. Zo gaf zijn tegenstander in ronde 1 veel te vroeg op. Nu was dat wel een beetje te begrijpen, hij stond namelijk al wat zetten totaal verloren en dacht met een paar seconden op de klok dat Carlsen de genadeslag had gegeven:
Er is echter een verdediging tegen het mat. Na 40…Dxf5 staat wit nog steeds goed, maar is de stelling toch een stuk spannender dan een paar zetten eerder. De witte koning staat niet helemaal veilig en het zwarte centrum zou sterk kunnen worden. 1-0
Een ronde later leek Luke MkShane op weg om net als een jaar eerder Carlsen met wit te verslaan. Na de eerste tijdcontrole haperde zijn machine echter, en met stug verdedigen wist zijn Noorse tegenstander de remise binnen te halen.
Wit staat een gezonde dubbelpion voor, maar winst is niet zo makkelijk. Een goed begin lijkt om min of meer dameruil af te dwingen met 41.De3: na Db6 42.Dxb6 Txb6 43.f3 heeft wit goede vooruitzichten op winst. In de partij komt het uiteindelijk tot een toreneindspel dat door Carlsen soepel remise wordt gehouden. 41. Tc1 Db6 42. Kg1 Le2 43. Dc6 Dd8 44. Pc4 Txb4 45. Pxd6 Tb6 46. Dc2 Dxd6 47. Dxe2 Txb3 48. Td1 Tb4 49. Dc2 Tb8 50. Dc3 Ta8 51. Dc6 Td8 52. Tb1 Dd7 53. Kg2 Dd6 54. Tb3 Dd7 55. Tb1 Dd6 56. Tb3 Dd7 57. Da6 Dc8 58. Dd3 Dc5 59. Tc3 Db4 60. Tc4 De1 61. Dc3 Dxc3 62. Txc3 Ta8 63. Td3 Kf7 64. f3 Ta2+ 65. Kf1 Ta1+ 66. Kf2 Ta2+ 67. Kf1 Ta1+ 68. Ke2 Ta2+ 69. Td2 gxf3+ 70. Ke1 Ta4 71. d6 Txe4+ 72. Kf2 Ke8 73. Kxf3 Ta4 74. d7+ Kd8 75. Td6 f5 76. Te6 Ta3+ 77. Kf2 e4 78. Td6 Tf3+ 79. Kg2 f4 80. gxf4 Txf4 81. Kg3 Tf3+ 82. Kg2 Tf4 83. Kg3 Tf3+ 1/2-1/2
Maar in de derde ronde won Carlsen met krachtig spel van de nieuwe pupil van Kasparov.
31. Txf6 gxf6 32. Df4 Wit heeft geen grote dreigingen, maar dat maakt de verdediging voor zwart juist lastiger. Moet je d6 verdedigen? Moet je iets tegen Pg3-h5xf6 doen? Nakamura probeert het laatste, maar tevergeefs. 32… Tb2 33. Lh5 Dg7 34. Lf3 Dekt g2 zodat het paard naar h5 kan. 34… Ta8? Waarschijnlijk hoopte de Amerikaan torens te kunnen verdubbelen op de tweede rij, maar een verdedigende zet was beter geweest. Na 34… Td8 35. d5 Lc8 36. Ph5 Dg6 37. Pxf6+ Kg7 38. Ph5+ Kf8 is de situatie niet zo duidelijk. 35. d5! Lc8 36. Ph5 Df8 {Wellicht had Nakamura te laat gezien dat het na 36… Dg6 37. Dxd6 Taa2 38. Dd8+ Kh7 39. Pxf6+ Kg7 40. Le2! Txe2 41. Dg8 mat is. 37. Pxf6+ Kh8 38. Tc1 Ook nu heeft wit maar 1 pion voor de kwaliteit, maar paard, toren en dame domineren de stelling. 38… Kg7 39. e5 dxe5 40. Ph5+ Kh7 41. Le4+ Na 41…f5 42.Tc7 gaat zwart mat, terwijl na 41…Kg8 42.Dg3+ Kh8 43.Dxe5+ de toren op b2 van het bord verdwijnt. 1-0
Kramnik won (na een slecht resultaat bij het Talmemorial) eindelijk weer eens een partijtje. Een interessante partij ook. Iedereen heeft het waarschijnlijk wel eens meegemaakt: je speelt met zwart tegen een zwakkere tegenstander en die kiest een remisevariant. Balen! Maar er is hoop.
Short – Kramnik
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 Pf6 4. Pc3 Pd4 5. Pxd4 De Rubsteinvariant van het vierpaardenspel kan tot wildwestvarianten leiden. Wat te denken van Sutovky-Naiditsch, Wijk aan Zee 2010: 5. Lc4 Lc5 6. Pxe5 De7 7. Pf3 d5 8. Lxd5 Lg4 9. d3 Pd7 10. Le3 Pe5 11. Pxd4 Lxd1 12. Pf5 wat na nog wat spannende avonturen in remise eindigde. Helaas kan de Rubinsteinvariant ook tot een potremise stelling leiden, en Short had daar blijkbaar wel zin in. 5… exd4 6. e5 dxc3 7. exf6 Dxf6 8. dxc3 Lc5 9. De2+ De6
Dit is van verschillende partijen de slotstelling geweest, maar je kan natuurlijk doorspelen. Sterker nog, je moet doorspelen in het geval van Short en Kramnik, want dat zeggen de toernooiregels. Short zal zich hier misschien wel een beetje gegeneerd hebben, terwijl Kramnik het als ingecalculeerd risico zag. Als ie echt 100% op winst had willen spelen had ie de Pirc gekozen of zo. 10. O-O O-O 11. Df3 d6 12. Lg5 Df5 Nou zou het consequent zijn om op f5 te ruilen en Ld3 te doen, maar Short zag een manier om remise te forceren. Althans, dat dacht hij. 13. Le7?! Dxf3 14. gxf3 En nu blijven na 14….Lh3 en slaan op f8 en f1 alleen torens en ongelijke lopers over. Echter… 14… a6! 15. La4 b5! 16. b4?! Na 16.Lxf8 bxa4 17.Le7 f6! raakt wit zijn loper kwijt en de zwarte lopers zijn dan natuurlijk sterker dan de toren. Wit had de schade kunnen beperken tot een minnetje met 16.Lb3 Te8 17.Ld5. Het verschil met de partij wordt over enkele zetten duidelijk. 16… Te8 17. Tfe1 Lb6 18. Lb3 Lb7 19. Kg2
Wit heeft twee dubbelpionnen, maar dat is niet het grootste probleem van zijn stelling. Wat dan wel? 19… d5! Grappig genoeg wordt deze zet afgekeurd door de computer, maar die loper op b3 staat toch echt opgesloten! De rest van de partij zal hij alleen nog maar toekijken. 20. Te5 c6 21. Tae1 Wit heeft de e-lijn stevig in handen, maar hij kan daar weinig mee. Het plan voor zwart is nu allereerst om de torens te ruilen, zodat het ‘extra stuk’ relatief meer waard wordt. 21… Lc7 22. T5e2 Lc8 De loper had op b7 geen functie meer. 23. a4 Ld7 Maar op d7 wel: als wit de loper wegzet kan zwart torens ruilen en een nieuwe op e8 zetten. 24. Lh4 Wit werkt mee. Als wit zijn loper laat staan is f6 en Le5 een sterk plan. 24… Txe2 25. Txe2 Te8 26. Txe8+ Zwart had het ook niet erg gevonden als wit torenruil vermeden had: zijn toren is dan immers de actiefste. 26… Lxe8 27. Lg3 Ld8 Eerder suggereerde ik dat stukkenruil gunstig voor zwart is, maar 27.. ..Lxg3 28.fxg3 zou de witte stelling opknappen en zwart heeft dan geen aanknopingspunten meer om te winnen. 28. Le5 f6 29. Lb8 Lg6 Bindt de witte loper aan c2, daarnaast zijn bevrijdingspogingen met c4 voorlopig uit de picture. 30. axb5 axb5 31. Kf1 Kf7 32. Ke2 Ke6 33. Ke3 Lb6+ 34. Ke2
De stukken zijn goed neergezet, nu is het tijd om een winstplan te bedenken. Op de damevleugel valt weinig te beginnen (daar heeft zwart ook geen stuk meer), dus is het logisch te proberen de boel op de koningsvleugel open te breken en de koning nog actiever te maken. 34… Lh5 35. La2 g5 36. Lb3 Wit had best een pion willen geven om de loper te activeren, maar na 36.Lb1 f5 37.c4 dxc4 38.c3 Ld8 gevolgd door Lf6 raakt hij ook nog c3 of f3 kwijt. 36… f5 37. La2 f4 38. Lb3 Kf5 39. Ld6 Als wit 39. h3 doet kan zwart zwartveldige lopers (laten) ruilen (maar liever niet op d4) en h3 aanvallen. Bijvoorbeeld 39. h3 Ld8 40. La7 Lf6 41. Ld4 Ke6 42. La2 Lg6 43. Lb3 Lf5 44. h4 gxh4 45. Kf1 Lg6 46. Kg2 Lh5 met makkelijke winst. 39… g4 40. Kf1 40. fxg4+ Lxg4+ 41. f3 Lh3 42. Lc5 Lxc5! 43. bxc5 en nu wint zwart door zijn loper op h5 en zijn koning op h3 te zetten: 43… Kg5 44. Kf2 Kh4 45. Kg1 Lf5 46. Kg2 Lg6 47. Kf2 Kh3 48. Kg1 Lh5 40… g3! Simpeler dan 40…gxf3. Door de pionnenruiming kan de zwarte koning beslissend ingrijpen. 41. fxg3 fxg3 42. Lxg3 Lxf3 43. La2 Le3
En Short had er genoeg van. Pion h2 gaat er vroeg of laat af: 43… Le3 44. Lf2 (44. Ke1 Kg4 45. Lb3 Kh3) 44… Lxf2 (Ook 44…Lf4 wint) 45. Kxf2 Kf4 46. Lb3 Le4 47. Ke2 h5 48. Kf2 Kg4 49. La2 h4 Slaan op c2 heeft geen haast. 50. Lb3 Kh3 51. Kg1 Lh7 52. La2 Lg6 53. Lb3 Le4 54. La2 Lxc2 55. Kh1 Kg4 56. Kg2 h3+ 57. Kf2 Kf4 58. Ke2 Ke4 59. Kd2 Kf3 60. Kxc2 Kg2 etc. 0-1
Stand na 3 ronden:
1 Carlsen 7/3
2 McShane 5/3
3 Kramnik 4/2
4-5 Nakamura, Aronian 4/3
6 Anand, 2/2
7-8 Howell Adams 2/3
9 Short, 0/2