“Geleidelijk word ik een ervaren teamspeler…”
Anish over de Spaanse Teamkampioenschappen met aantekeningen van zijn partijen.
WIJZIGING: Geanalyseerde partijen van Anish zijn toegevoegd.
Zo langzamerhand word ik een doorgewinterde speler, die ongeveer de helft van zijn toernooien in teamverband speelt. Niet lang geleden maakte ik kennis met alweer een nationale liga, ditmaal de Spaanse.
Ik had al banden met mijn club Sestao Naturgas uit de Baskische stad Sestao (vlakbij Bilbao, de stad die wereldfaam in de schaakwereld kreeg door de Grand Slam Final), toen we in de plaatselijke Baskische liga speelden en de gelijknamige titel veroverden. Ditmaal was het wat moeilijker, hoewel onze grootste concurrent weer de Baskische club uit San Sebastian was: Gros Xake Taldea. Uiteindelijk eindigden we net achter hen op bordpunten.
In deze inleiding liep ik wat op de zaken vooruit, maar ik zal nu de gebeurtenissen in chronologische volgorde vertellen. We arriveerden in de Spaanse enclave Melilla in het noorden van Afrika. Ik had niet genoeg tijd om de stad en het landschap te verkennen, dus bepaal ik mij tot een verslag van het toernooi. Mijn team bestond uit de Cubaanse supergrootmeester Dominguez, twee vrienden uit Frankrijk: Vachier-Lagrave en Romain Edouard en de Spaanse spelers wier namen schier onuitsprekelijk zijn en die ik daarom zoveel mogelijk zal afkorten. (Dit artikel moet trouwens ook kort en bondig worden.) Het zijn de grootmeesters Salvador Del Rio, Alfonso Romero en Mario Gomes, die allen goed uit de verf kwamen en belangrijke punten binnenbrachten bij hard bevochten overwinningen.
In de eerste paar ronden waren onze tegenstanders op papier wat zwakker dan wij, maar zoals altijd het geval is, was er geen enkele ontmoeting gemakkelijk. In de eerste ronde moest ik al met zwart tegen Krasenkow. Ik opende strijdlustig met Dame-Indisch en het leek een tijdlang heel goed te gaan. Toch overschatte ik mijn stelling en ik onderschatte mijn tegenstanders plannen. Bij het ingaan van de tijdnoodfase besefte ik dat het tijd werd om mijn huid te redden. Ik vond een verdediging die naar menselijke maatstaven redelijk genoemd mocht worden (achter het bord dacht ik dat het idee vrij sterk was, maar naderhand bij analyse met de computer verandert zo’n kwalificatie snel in ‘aanvaardbaar menselijk’), maar in plaats van een redding ternauwernood kreeg ik uitzichten op meer toen mijn tegenstander geheel onnodig een stuk weggaf. De stelling bleef bijna de hele verdere partij in evenwicht, maar op een gegeven ogenblik stortte mijn tegenstander in, waarmee mijn eerste zege een feit werd. Dominguez slaagde erin een volkomen verloren stelling tegen Dreev in winst om te zetten waarmee de uitslag, die eerst nog onduidelijk was, toch nog een overtuigende overwinning voor ons liet zien.
Mijn tweede partij, waarin ik wit had tegen Jobava, verliep helemaal niet naar wens. In een ingewikkelde Carlsbad stelling hinkte ik op vele gedachten en ik werd totaal overspeeld. Ik had hoegenaamd geen kans, niet in positioneel noch in tactisch opzicht. Tot overmaat van ramp kwamen we in die match niet verder dan een puntendeling.
Tegen Svetushkin probeerde ik met zwart de zaken te compliceren in een Winawer. Het bracht me geen succes. Mijn tegenstander bracht een theoretische remisestelling op het bord die op het eerste gezicht kansrijk leek voor mij, maar wat toch volslagen risicovrij was voor wit. Na enkele niet voor de hand liggende onnauwkeurigheden kwam ik in een zeer lastige stelling terecht, maar ook Svetushkin beging enkele kleine foutjes waarna ik met secuur spel nog tamelijk makkelijk het halve punt redde. Ons team won de match (voor zover ik mij herinner) zonder al te veel opzienbarende gebeurtenissen.
De vierde ronde vond op dezelfde dag plaats. Voor mij reden om tegen Aleksandrov 1. c4 te spelen en zo de schade te beperken. Hij mishandelde de opening evenwel al vroeg in de partij. Er zijn maar weinig voorbeelden te vinden van partijen met 1. c4 waarin wit al na 12 zetten straal gewonnen staat. Maar het gebeurde ditmaal wel. Ik wilde het waarschijnlijk iets te mooi doen met 13. Dd1 als antwoord op 12… Dg6. Het voor de hand liggende e4 zou winnend voordeel hebben gebracht. Gelukkig had ik nog altijd zeer groot positioneel voordeel en ik speelde de partij sterk en overtuigend uit. Ons team slaagde er niet in om de match te winnen, maar zo gaat dat soms met partijen erop of eronder.
Zijn het trouwens niet die partijen waardoor wij zo verknocht zijn aan ons spelletje?!
Tot grote opluchting van eenieder speelden we de volgende dag slechts één partij. Mij hielp dat echter niet tegen Parimarjan Negi. Na enkele logische zetten in een variantje van de Franse verdediging (ik had zwart) kwam ik in een onprettige stelling terecht. Mijn creatieve en provocatieve poging 15… Ld6!? was interessant, maar het werd kundig beantwoord door een totaal onverwacht 16.Lh6! Eigenlijk was het grappig, want het bracht bij mij geen shockeffect teweeg, geen gevoelens van angst die andere spelers wellicht bekruipen, maar eerder opluchting. In plaats van een strategisch uiterst lastig te behandelen stelling te moeten spelen, kon ik mij nu beperkten tot het doorrekenen van varianten en proberen het ongelijk van mijn opponent aan te tonen. Helaas had hij wel gelijk, maar desondanks bleef ik de juiste zetten spelen tot ik op zeker ogenblik (de tijdnood deed zich al gelden) de sterke manoeuvre miste die redding zou hebben betekend. Toch had ik geen bittere nasmaak van deze partij, want geloof me: in mijn nog korte carrière heb ik partijen gespeeld die veel slechter waren. De teammakkers van Negi deden het minder en onze club zegevierde.
Mijn volgende partij moest ik wel winnen, want nog eens een 50 procent score leek me nogal een drama. Daarom besteedde ik de hele avond voor de rustdag aan het vinden van een versterking in een Gioco piano. Ik kwam er heel dichtbij in mijn partij tegen Etienne Bacrot. Ik bereikte vanuit de opening min of meer beslissend voordeel, bestaande uit een pluspion en een uur meer op de klok. Desondanks was het moeilijk om voortgang te boeken en het leek er even op dat ik er toch niet in zou slagen. Gelukkig liet mijn tegenstander op een gegeven ogenblik een hergroepering van mijn stukken toe, waarna alles van een leien dakje liep. Wat ook hielp, was dat mijn teamkameraden mij na de tijdnoodfase lieten weten dat het voornaamste was dat ik niet verloor en dat remise ook goed genoeg was. Dat stimuleerde mij enorm en tot mijn genoegen excuseerde de Fransman met dubbele naam zich voor het gebrek aan eerbied voor mij.
We moesten deze match met 4½-1½ winnen om de titel te veroveren. De lat lag daarom zeer hoog, maar we kwamen toch heel dichtbij het doel. Echter, nadat de tijdnoodorkaan voorbij was getrokken, was 3½-2½ nog maar het hoogst haalbare.
Na al deze Spaanse wederwaardigheden, waarin ik een +1 score noteerde, daalde mijn ELO met een bescheiden -1, waardoor alles weer in balans werd gebracht.
We eindigden tot slot op een gedeelde eerste plaats, ongeslagen, en we wonnen ook nog van de toernooiwinnaars. Kan men zich beter wensen? Mijn antwoord op deze vraag: Jazeker: op de eerste trede staan. Welaan, dat is dan hopelijk de volgende keer aan de orde.