Jongens- en meisjesschaak

Jongens- en meisjesschaak

De scriptie van Elizabeth Zoe Vicary

Elizabeth Zoe Vicary uit New York is docente op een basisschool. Voor het halen van een universitaire graad in Engels aan de City University van New York heeft zij in mei 2007 een scriptie geschreven over schaken. Zij constateert dat op elk niveau, van de wereldtop tot een gemiddelde schoolschaakclub, mannen en jongens in een overweldigende meerderheid zijn. Zij probeert te verklaren hoe dat komt en wat eraan kan worden gedaan om meer meisjes op de basisscholen aan het schaken te krijgen.

Gedurende zestien weken heeft zij vijf schaaklessen aan groepen met elkaar vergeleken. In de eerste groep kregen meisjes extra lessen, in de tweede en derde groepen werden in de lessen duidelijk meer aandacht geschonken aan het wedstrijdelement van schaken. In de vierde en vijfde groepen bleef alles zoals het altijd ging tijdens schaaklessen. Na negen weken onderzocht zij hoe het stond met het plezier dat de leerlingen hadden in schaken, wat zij vonden van wedstrijden, in het beheersen van de stof, wat de leerlingen zelf vonden van hun vaardigheden in het schaken. Het bleek dat extra lessen zeer effectief waren om het plezier in schaken bij meisjes te vergroten. Echter, in groepen waar meer aandacht werd geschonken aan het wedstrijdelement van schaken, lieten de meisjes en jongens duidelijk een grotere beheersing van de stof zien. Haar conclusie is dat de traditionele opvatting dat meisjes schaken minder leuk vinden door het wedstrijdelement, in de eerste plaats onjuist is en in de tweede plaats dat het een vergissing is dit als veronderstelling te menen.

Haar scriptie The Game of Kings?: Encouraging Middle-School Girls’ Success and Involvement In Chess is gepubliceerd op www.goddesschess.com/genderandchess/elizabethvicarythegameofkings.pdf

Hierna geef ik slechts een vertaling van de conclusies.

Conclusies

‘In de literatuur wordt gemeend dat er bij schaken cognitieve verschillen kunnen bestaan die zijn gerelateerd aan de verschillen tussen mannen en vrouwen. De meest waarschijnlijke verklaring voor de ondervertegenwoordiging en het minder presteren van jonge vrouwen bij het schaken is sociaal en psychologisch. Het sterke stereotype dat schaken een mannelijke sport is, kan meisjes ontmoedigen om het spel te leren en kan een negatieve invloed hebben op de prestaties van meisjes. De ingewikkeldheid van schaken op zichzelf kan worden aangemerkt als een psychologische bedreiging voor slimme, jonge meisjes die al zijn overvallen door de druk van de naderende volwassenheid. De sociale beperkingen kunnen jonge meisjes ervan weerhouden aan schaken mee te doen omdat dat een zeer grote instelling voor competitie vereist.

Het onderzoek geeft verschillende manieren aan waarop docenten kunnen helpen dit tegen te gaan:

– Stimuleer alle leerlingen om schaken te zien als een spel waarin inspanning en studeren meer betekenen dan aangeboren intelligentie. Geef eerder complimenten voor het harde werken van leerlingen dan voor hun talent, creativiteit of intelligentie.

– Bied rolmodellen aan aan vrouwelijke spelers.

– Vermijd meisjes uit te sluiten (vanwege het feit dat zij meisjes zijn) in situaties waarin zij goed moeten presteren, zoals op toernooien. Onderzoeken hebben aangetoond dat aan leerlingen die in de minderheid zijn, wordt gevraagd hun ras in te vullen op formulieren onmiddellijk voorafgaand aan de SAT (d.i. een toelatingstest voor de universiteit, pdg), consequent slechter presteren dan leerlingen die deze formulieren invullen na de test (Gooda et al 646). Indien iemand bewust wordt gemaakt van het feit dat hij behoort tot een minderheidsgroep kan dit leiden tot stereotypisch slechter presteren zoals een toename van ongerustheid, minder vertrouwen en gemankeerde prestaties.

– Voorzie manieren voor meisjes om in de groep aan iedereen te laten zien dat het beheersen van het schaken niet betekent dat iemand ‘bovenmatig agressief’ moet zijn.

Echter, ik geloof dat het onmogelijk is te concluderen dat mannen geen biologisch voordeel hebben bij het schaken. Het goed gedocumenteerde voordeel van mannen bij het in het hoofd kunnen omdraaien (van het schaakbord) op driedimensionale manieren kan direct worden toegepast op het schaken. Mij lijkt dat deze vaardigheid (van het in het hoofd kunnen omdraaien van het schaakbord) met zich meebrengt in staat te kunnen zijn in het hoofd een reeks veranderingen uit te voeren op een drie dimensionaal voorwerp, en het dan duidelijk te kunnen zien. Dit lijkt bijna op het berekenen van schaakzetten. (Hoewel, ik legde het onderwerp van de 3D omwenteling voor aan twee mannelijke schakers die ik ken, een grootmeester en een internationaal meester, van wie ik wist dat die de reputatie hebben van buitengewone gave om te berekenen. Tot mijn verrassing verklaarden zij onmiddellijk ‘Oh, ik ben verschrikkelijk slecht in zulke testen’. Dit is natuurlijk slechts het bewijs van een anekdote: het zou onjuist kunnen zijn, overdreven kritisch, maar de overeenkomsten van hun reacties gaven me te denken). Daar komt bij, dat uit onderzoek blijkt dat mannen een groot voordeel hebben bij de start van de rating, en het is onduidelijk of die volledig kan worden verklaard door de verschillende ratingen van deelnemers.

Het onderzoek naar succesvolle vrouwelijke spelers laat zien dat de prikkel tot competitie, en niet de aanleg tot de vaardigheid, de meest betrouwbare aanwijzing is voor succes op lange termijn. Dit is waarschijnlijk een nuttig feit om aan ambitieuze, jonge vrouwelijke spelers te vertellen, omdat het de gedachte versterkt dat hard werken en motivatie belangrijker zijn dan aangeboren intelligentie.

In termen van klassikaal onderwijs was de meest effectieve methode om meisjes beter te leren schaken, de introductie van een wedstrijdstructuur, in dit geval de ladder. Mijn denken hierover veranderde voor een groot deel tijdens de loop van het semester. Aanvankelijk dacht ik dat de ladder op een kunstmatige manier meisjes zou dwingen tot competitie. Ik dacht dat zij zich hiertegen zouden verzetten, en daardoor schaken niet leuk zouden vinden. Maar ik kwam erachter dat de ladder niet een competitie creëerde, het werd gehanteerd als een instrument dat laat zien dat hun competitie-instinct sociaal aanvaardbaar is. Terwijl zij niet bereid zijn (zoals jongens wel doen) een klasgenoot te benaderen door te zeggen ‘OK, speel met me. Ik zal je verpletteren,’ zeggen ze ‘Laten we een ladder partij spelen.’ Op deze manier staat de ladder de meisjes toe strijdbaar te zijn zonder onvrouwelijk te zijn. Het doet ertoe dat dit hun doel wezenlijk vergrootte. Want, wat is de zin van het goed leren schaken als je niet de mogelijkheid hebt zowel te genieten van een overwinning als daarvan op publieke erkenning te krijgen? Daar gaat het uiteindelijk toch om?

Gescheiden groepen jongens en meisjes waren ook een effectieve manier om het plezier en (in mindere mate) het beheersen van het schaken te vergroten. Verschillende leerlingen die in de groep zaten die extra lessen kregen, komen – altijd met hun tweeën – in de pauze nog steeds bij mij om te schaken. Voor hen is schaken een sociale bezigheid geworden.

Wat hun doel ook is, het is ook belangrijk dat docenten zorgvuldig en kritisch kijken naar de manier waarop zij jongens en meisjes behandelen. Ik dacht altijd dat ik eerlijk en evenwichtig handelde jegens jongens en meisjes. Maar toch, na enkele dagen van bewust onderzoeken kwam ik tot de ontdekking dat terwijl ik jongens en meisjes gelijk behandel, ik meisjes gemakkelijkere vragen stel, en de jongens moeilijkere vragen geef. Ik ga er ook veel sneller toe over om jongens aan te moedigen te gaan schaken, dan hen te laten kijken naar een partij van een vriend. Wellicht lijkt dit onschadelijk (ik breng niemand in verlegenheid of laat hem ongemakkelijk voelen), maar ik doe mijn vrouwelijke leerlingen echt tekort. Het bevestigt hun intellectuele onzekerheden en hun waarneming dat schaken, uiteindelijk, een spel is voor mannen,’ aldus Vicary.

4 Reacties

  1. Avatar
    Erik 03 januari 2012

    Pieter

    Je hebt de laatste tijd heel wat artikels gepubliceerd over de verschillen tussen mannen en vrouwen op het gebied van schaken, maar wat probeer je nu te bewijzen ? Dat vrouwen in het nadeel zijn ten overstaan van mannen en in een afzonderlijke competitie thuishoren. Dat vrouwen een tijdsvoordeel moeten krijgen ? Kun je je eigen standpunt hieromtrent wat verduidelijken, want het is mij in elk geval niet duidelijk war je naar toe wil ?

    Groeten,

    Erik

  2. Avatar
    Pieter de Groot 04 januari 2012

    Op 3 december vorig heb ik een stukje geschreven over ‘sekse-discriminatie bij het schaken?’ Over dat onderwerp bij het schaken wist ik weinig, tot niets. Het enige wat ik wist, was mijn overtuiging dat er bij het schaken iets fundamenteel mis is. Toen ik namelijk voor het eerst een schaakvereniging bezocht, verbaasde ik mij erover dat er alleen maar mannen waren. Ik had dat niet verwacht. Hetzelfde geldt bij de jeugd. Op basisschooltoernooien zie je wel meisjes, maar ze willen geen lid worden van een schaakvereniging.

    Als er één sport is die geschikt is voor meisjes en vrouwen is dat schaken. Maar, uitgerekend schaken heeft het allerlaagste percentage vrouwen van alle sporten!

    Je vraagt mij naar mijn standpunt. Nou, ik hoop dat ik niet de enige ben die het krankzinnig vindt dat er zo bar weinig meisjes en vrouwen lid zijn van een schaakvereniging. De KNSB had geen 20.000 (zelfs minder) leden moeten hebben, maar door de meisjes en vrouwen het dubbele. En als schaken daardoor gezelliger wordt, zelfs naar de honderdduizend leden.

    Misschien dat artikelen die anderen erover hebben geschreven tot inspiratie kunnen dienen om dit onderwerp serieus op te pakken. Want de Nederlandse schaakwereld moet zich diep schamen dat het van alle sporten op dit punt helemaal onderaan bungelt.

  3. Avatar
    Paul-Peter Theulings 04 januari 2012

    Een interview met jeugdspeelster Dani Dokter uit Enschede vind ik verhelderend.“Ik wist niks van schaken en het leek me maar saai. Totdat mijn opa me meenam naar de open dag van schaakvereniging Max Euwe”, zegt de kersverse Overijssels Kampioene in de c-jeugd. “Ik werd meteen enthousiast, meldde me aan bij die club en sindsdien ben ik bijna elke dag achter het schaakbord te vinden.”

    Haar prestaties hebben zich inmiddels uitbetaald in plaatsing voor het NK. “Het NK wordt gespeeld in teams. Ik mocht van mijn leider Anne Veltman eerst een paar keer invallen, toen ik meteen alles won werd ik een vaste waarde in mijn team. Naast mij zit er slechts één ander meisje in het team.”

    Het gebrek aan meisjes in de schaakwereld is voor Dani het enige minpuntje in haar sport. Ze zou het graag anders zien. “Ik heb weleens wat vriendinnetjes aangespoord om ook te gaan schaken. Dat leek ze niks. Schaken heeft vooral het imago een echte jongenssport te zijn. Erg jammer, want het is een pure denksport en dat kunnen meisjes toch net zo goed?”

    Ik ga niet zover dat de schaakwereld zich diep moet schamen voor het geringe percentage vrouwelijke leden. Dani kreeg het niet voor elkaar om haar vriendinnen mee naar de club te krijgen. Als de eerste stap naar de club niet gezet wordt dan lukt het ook niet. De schaakwereld kan wel proberen om toch meer meisjes naar de club te krijgen. Gebruik het verhaal van Dani als promotie bij de schoolschaaktoernooien. Zeg tegen meisjes, misschien ga je het schaken wel net zo leuk vinden als Dani. Dani dacht eerst ook dat het maar saai was. Bied als club een gratis proeflidmaatschap aan.

  4. Avatar
    Erik 06 januari 2012

    Ik vind niet dat we ons moeten schamen dat er zo weinig vrouwen schaken, maar het is inderdaad zo dat er heel wat vrouwelijk schaakpotentiëel niet aangesproken wordt. Een publiciteitscampagne die zich expliciet richt op meisjes, een gratis proeflidmaatschap, … zouden dan ook geen slecht idee zijn.

    In elk geval ben ik volledig akkoord dat er in een perfecte wereld evenveel mannen als vrouwen in de tornooizaal zitten, zolang er voor hen maar dezelfde regels gelden.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.