Thriller De Pion I versus De Wijker Toren eindigt onbeslist (Klasse 2C)
In de vijfde ronde van de KNSB-competitie stond voor de Pion I een lastige tegenstander op het programma. De Wijker Toren uit Beverwijk heeft niet alleen een hoger ratinggemiddelde maar is net terug uit de eerste klasse. Bovendien misten wij Thierry Penson en Andy Baert, geen geringe aderlating. Bij binnenkomst bleek dat onze opponenten een onbedoelde tegemoetkoming aan ons hadden gedaan door hun toppers Dennis Ruijgrok en Djurre den Heeten thuis te laten. Daardoor was de ratingbalans vrijwel in evenwicht.
De wedstrijd begon op een vrij ongebruikelijke wijze. Ongeveer een kwartier voor aanvang werd teamleider Charles Kuijpers gebeld door de wedstrijdleider van dienst, die meldde dat hij in Groesbeek stond bij PION en ongeveer anderhalf uur later zou arriveren in Roosendaal. Daardoor had Charles de taak om de twee wedstrijden in de KNSB op tijd te laten beginnen en de spelers onder controle te houden. Het lukte om de spelers van de vier teams in de juiste opstelling achter de borden te krijgen. De aanwezige spelers zaten om twaalf uur braaf aan hun borden en gedroegen zich na een donderspeech van Charles met zijn stentorstem ook daarna correct.
Het verslag over de partijen is enigszins compact omdat uw verslaggever deze middag erg veel moeite had met zijn eigen partij waarover straks meer.
De eerste uitslag viel op het eerste bord. Stefan Docx speelde met zwart tegen invaller Dragan Skrobic een Oud-Indische opstelling waarin zwart snel beter kwam te staan. Een aardig ogende maar incorrecte combinatie van wit luidde het einde van de partij in.
Ludo Tolhuizen bereikte met wit op bord 4 geen voordeel van enige betekenis tegen Thomas Broek die zich in een damepionspel adequaat opstelde. Remise dus.
Daarna werd de voorsprong van De Pion vergroot door een prima overwinning van Bart Peeters met wit op bord 8. In een Siciliaan kreeg Bart al snel een aanvalsstelling, en ofschoon Bastiaan Veldkamp zich in de verdediging creatief opstelde, ging Bart er doorheen. Inmiddels heeft Bart 4,5 uit 5, een waar droomdebuut. Hij is ook onbetwist topscorer van klasse 2C. Hulde!
De bezoekers scoorden tegen op bord 5. Nestor Robert Schuermans maakte er gewoontegetrouw met zwart binnen de kortste keren weer een onoverzichtelijke scherpe stelling van tegen Peter Uylings, de nestor van de Beverwijkers. Het stellingsoordeel wisselde regelmatig. Robert heeft minimaal een keer een winstvoortzetting gemist. Uiteindelijk kreeg Peter een winnende aanval.
Charles Kuijpers mishandelde met zwart op bord 7 tegen Arjan Wijnberg de opening zodanig dat het oordeel van oom Fritz13 na veertien zetten al +1.39 was. Hem restte slechts de rug te rechten en een restauratieplan te bedenken. Dat lukte geruime tijd later met enige hulp van de tegenstander die enkele suboptimale zetten deed. Op zet 20 was het witte voordeel teruggelopen tot +0.76, overigens nog steeds aanzienlijk. Vervolgens ging Arjan speculerend op de lichte tijdnood van Charles sneller zetten waardoor zijn voordeel langzaam maar zeker minder werd. Logisch omdat Charles geen tijd meer had om slechte zetten te bedenken en de intuïtie van een oude man meestal nog wel werkt. Op zet 29 stond het gelijk, en de snel uitgevoerde redelijk uitziende zet 30 van wit was zelfs een enorme fout. Fritz zag dat uiteraard meteen (-1.34!) maar Charles miste hier de juiste voortzetting en wikkelde af naar een houdbaar eindspel dat inderdaad op zet 45 in remise eindigde. Ziehier de redenen voor de beknoptheid van zijn verslag over de andere partijen.
Gelet op de stellingen bij de resterende partijen zag het er naar uit dat een gelijkspel de meest waarschijnlijke uitslag van de wedstrijd was. En dat gebeurde ook, zij het op een andere manier dat verwacht.
Jan van Mechelen speelde op bord 3 een uitstekende partij tegen Jimmy van Zutphen. Na een zelfs voor uw verslaggever slaapverwekkende opening (oude mannen met fianchetto van Lf8) kwam Jan in het voordeel met toren en twee sterke lopers tegen twee torens. Toen hij ook nog een kwaliteit meepakte resteerde een eindspel met toren en een stuk meer tegen twee pionnen. In zijn ijver om pionnen op te halen lette Jan helaas even niet op, en liet een remisemechanisme toe.
Stefan Colijn trok met wit op de koningsvleugel fel van leer tegen de Siciliaan van Sjoerd Plukkel, die evenwel adequaat tegenspel creëerde. In het verre middenspel veroverde zwart een kleine kwaliteit die in combinatie met een vrije f-pion door zorgvuldig spel de winst opleverde.
En zo stond het gelijk en was het aan David Du Pont om de eindstand te bepalen. David had met wit in de persoon van Rick Duijker een opponent met maar liefst 176 elopunten méér. Niettemin trok hij onvervaard ten strijde. Weliswaar boette David twee pionnen in, maar hij had een gevaarlijk uitziende aanval met dame en toren tegen de zwarte koning die zich min of meer in het open veld bevond. In de wandelgangen werd al gefluisterd dat David ging winnen, doch dat bleek gebaseerd op te oppervlakkige beschouwing van de stelling. Er werd afgewikkeld naar een toreneindspel waarin Rick degene was met winstkansen. Hij kwam ver, maar David verdedigde met verve en bereikte uiteindelijk een theoretische remisestelling. Zelfs toen de stelling toren tegen toren was bleef zijn tegenstander met voor beiden nog slechts enkele tientallen seconden op de klok fanatiek doorspelen. In het vuur van de strijd en wellicht ook door de teleurstelling de winst wellicht ergens in het eindspel gemist te hebben, niet helemaal onbegrijpelijk doch ik vond het echter toch wel enigszins gênant. Gelukkig greep de wedstrijdleider op correcte wijze in en verklaarde de partij remise.
1. Stefan Docx (2332) – Dragan Skrobic (1922) 1 – 0
2. Stefan Colijn (2261) – Sjoerd Plukkel (2271) 0 – 1
3. Jan van Mechelen (2179) – Jimmy van Zutphen (2154) rem
4. Ludo Tolhuizen (2154) – Thomas Broek (2157) rem
5. Robert Schuermans (2057) – Peter Uylings (2104) 0 – 1
6. David Du Pont (2041) – Rick Duijker (2217) rem
7. Charles Kuijpers (1998) – Arjan Wijnberg (2091) rem
8. Bart Peeters (1924) – Bastiaan Veldkamp (1900) 1 – 0
Mijn beschrijving van de partij tussen Uylings en Schuermans blijkt niet juist. In tegenstelling tot mijn "Het stellingsoordeel wisselde regelmatig" heeft wit blijkens zijn mededeling bijna de hele partij voordeel gehad.