Een tweeling als schaakvrijwilliger
Het is best wel een titel om trots op te zijn. Schaakvrijwilliger van het jaar word je niet zomaar maar ben je voor heel je leven. De gebroeders Le Grand wisten de prijs voor deze titel voor het jaar 2011 binnen te halen. Ieder jaar organiseert Schaakmagazine, het orgaan van de KNSB, de wedstrijd “Wie wordt de schaakvrijwilliger van het jaar?”. Om voor de titel in aanmerking te komen gelden regels: 1. de schaakvrijwilliger moet onmisbaar zijn voor de vereniging of 2. hij of zij moet een bijzondere bijdragen hebben geleverd. Met de bekroonde vrijwilligers Henk en Piet Le Grand is de Nederlandse Bond van Schaakprobleemvrienden als bijzondere bond in het zonnetje gezet. Terecht schreef Minze bij de Weg in Schaakmagazine dat daarmee alle bijzondere bonden mede zijn verlicht. Artikel van Minze bij de Weg kan hier worden gelezen.
Eigenlijk is het wat vreemd dat voor 2011 de schaakvrijwilliger uit twee personen bestaat. Voor zover ik heb na kunnen gegaan is dit niet eerder gebeurd. De winnaars van 2011 hebben dezelfde achternaam en zijn op dezelfde datum (8-6-1935) geboren. Voor een tweeling lijkt er dus een uitzondering te bestaan voor de titel schaakvrijwilliger. Dat Henk en Piet de titel verdient hebben staat buiten kijf. Vijftig jaar hebben Henk en Piet zich ingezet voor de problemenclub. Het is precies 50 jaar dat Piet in het bestuur trad en nu nog als lid van het bestuur te boek staat. De laatste jaren als voorzitter. Henk kwam in 1964 in het bestuur o.a. als wedstrijdleider en als vertegenwoordiger voor de FIDE. Piet leidt al vanaf 1972 de rubriek orthodoxe problemen in Probleemblad. Henk heeft vele jaren de probleemrubriek verzorgd in Schakend Nederland/ Schaakmagazine. Een prachtige staat van dienst in besturen.
De bijzondere verdiensten van de schaakvrijwilligers Henk en Piet vind ik zelf het overbrengen van de liefde van het schaakprobleem op anderen. Dit klinkt romantisch, en misschien is dat ook wel zo. Op talloze bijeenkomsten van de probleembond geven Piet en Henk lezingen over hun hobby: het schaakprobleem. Uren kunnen ze praten over Novotny, Plachutta, crosscheck, Albino, Dombovskis,…., thema’s uit de probleemwereld en dat demonstreren op het schaakbord. De door Henk en Piet geschreven artikelen en boeken over de schaakproblematiek en haar thema’s ligt in de buurt van de honderd, en dat is heel veel. Een prachtige staat van dienst in reclame voor hobby.
Naast al dat werk wat Henk en Piet deden voor de problemisten zijn zij ook verdienstelijke probleemcomponisten. Henk heeft de titel FIDE-meester in de schaakcompositie en Piet zal niet ver van deze titel afzitten. Piet is wat het aantal gemaakte composities iets verder dan Henk. Piet componeerde tot nu toe 640 schaakproblemen en Henk 550, Dat ook de hobby samen kan worden beleefd getuige de composities waar zowel Henk als Piet Le Grand boven staat. Henk en Piet hebben allerlei soorten schaakproblemen gemaakt. Zij zijn zeer bedreven in het componeren van driezetten (problemen met opgave: wit zet in drie zetten mat.). Een mooie driezet waar Henk en Piet een eerste prijs mee scoorden in Schakend Nederland 1971 is de moeite waard om te bestuderen. Zie hieronder.
Ook zijn Henk en Piet actief in het oplossen van schaakproblemen. Een prachtige staat van dienst in bezig zijn met hobby.
De tweeling is geslaagd voor de titel op grond van het “vele doen” voor de club maar ook voor de bijzondere bijdrage. De gebroeders Le Grand hebben namelijk in 1958 een probleemthema ontworpen dat wereldberoemd geworden is. Het Le Grand thema is niet meer weg te denken uit de hedendaagse probleempraktijk. Deze bijzonderheid geeft dus aan dat Henk en Piet dubbel zijn geslaagd voor de titel schaakvrijwilliger. Uitleg over het Le Grand thema door Henk en Piet Le Grand is hier te vinden.
Grappig is dat Henk en Piet in het probleemschaak terecht zijn geraakt via hun moeder. Hun moeder loste problemen op uit de krant en de boys gingen meedoen. Dat moeders een bijzondere plaats kunnen innemen komt wel meer voor. Zo las ik onlangs in het nieuwe boek over Timman dat Timmans moeder wiskundeles had gehad van Euwe. Moeders kunnen dus schaakvonken over laten springen. Veel schakende moeders, veel schakende jeugd en dus toekomst schaken gewaarborgd.
Oplossing driezet:
1. Kc1! Er dreigt 2. Txe3+ Kxe3 3. Pc2#.
Op 1. …Pef5 komt 2. Pe2+ Pd4 3. Pg3# of 2. …d4 3. Pc3# of 2. …Kxd3 3. Td1/Pf4#.
Op 1. …Pgf5 komt 2. Pb5+ Pd4 3. Pxd6# of 2. …d4 3. Pc3#
Op 1 ….e2 komt 2. Txe2+ Kxd3 3. Tc1#
Op 1. …hxg2 komt 2. Lxg2+ Kxd3 3. Td1#
“Een goede statische Rössel met dualbestrijding na de blokkeringen op f5. Heel markant met een goede switchback-bijvariant.” Aldus Cor Goldschmeding in het Jaarboek 1973.
bijzonder zo’n tweeling met dezelfde passie.
Leuk om te lezen.