Oude doos (8): Sopsweps'29 (deel 1)

Deze week bestond Sopsweps’29 twintig jaar. Een bijzonder jubileum, omdat de club op een schrikkeldag is opgericht. Het twintigjarig bestaan is daarom bijzonderder dan bijvoorbeeld het 25-jarig bestaan. Over het waarom van deze vereniging schreef Gert Pijl een hoofdstuk in het vorig jaar verschenen jubileumboek van BSG.

Halverwege de jaren tachtig speelde BSG met twee teams in de KNSB-competitie. De Bussumse club trok daardoor veel spelers aan van het Hilversumse De Pion, spelers die plaatsgenoot HSG een minder logische optie vonden. In 1986 liep het derde team van BSG de promotie mis naar de derde klasse KNSB, die net was ingesteld. Het bestuur vond dat jammer en slaagde erin enkele inactieve spelers te heractiveren, waardoor andere spelers terugzakten naar BSG 4. Dat werd een vriendenteam, dat zich in het clubblad ‘De vrienden van BSG4!’ noemde. Het team werd in 1988 kampioen in de tweede klasse van de SGS-competitie. Tot teleurstelling van de spelers besloot de Technische Commissie voor het daarop volgende seizoen tot een andere indeling. Binnen twee seizoenen werd het vriendenteam uiteengeslagen, waarmee volgens Pijl ‘de teamgeest uit de fles was’.

Madonna

Op een zomermiddag in 1990 troffen de vrienden Tom Bottema, Raymond van Hamersveld, Gert Pijl en Paul Rump elkaar bij stadion De Kuip in Rotterdam, voor een concert van Madonna. Die dag is vooral bekend geworden doordat Bottema eigenlijk bij het Open NK in Dieren een partij moest spelen tegen Hans Klip, waar hij zich met zwart met 1.e4 f6 2.d4 g5 3.Dh5 mat snel vanaf maakte. Madonna wachtte. Bij De Kuip bespraken de vrienden het uiteenvallen van BSG 4 en kwamen op het idee een eigen club op te richten. Daar zou nogal wat bij komen kijken, het opstellen van statuten bijvoorbeeld, maar de vrienden bedachten al snel een plan om enkele andere problemen voor te zijn. Aan het SGS-bestuur zou worden gevraagd om alleen uitwedstrijden te spelen, zodat een clublokaal en spelmateriaal niet nodig waren. Aan een interne competitie hadden ze geen behoefte, die zouden ze gewoon bij BSG kunnen blijven spelen. Een rekenkundig detail: als de nieuwe club altijd als nummer tien zou worden ingedeeld, zouden alle andere teams vijf thuiswedstrijden en vier uitwedstrijden hebben. Daar kon geen enkele tegenstander bezwaar tegen hebben.

Schrikkeldag

Het plan bleef even sudderen. Van Hamersveld en Pijl zakten af naar BSG 6, dat in oktober 1991 een wedstrijd speelde tegen Zeist 4. Omdat Pijl verhinderd was, vroeg hij Bottema als invaller. Die was van de sterkte van het eerste team, maar had besloten als algemeen invaller op te treden. Niet alleen Zeist, maar ook de Technische Commissie van BSG maakte hier achteraf bezwaar tegen. Het bezwaar van het BSG-bestuur tegen het spelen van Bottema in een lager team was de directe aanleiding tot de oprichting van Sopsweps’29. Rump, die zijn lidmaatschap van BSG had opgezegd, schreef in januari 1992 een brief aan het SGS-bestuur met het verzoek met een nieuwe club aan de competitie te mogen deelnemen. Op de schrikkeldag 29-2-92 (tevens een palindroom, een datum die omgekeerd hetzelfde blijft) kwamen negen vrienden bijeen om de club op te richten. Omdat de SGS-regels tien leden vereisten, werd het kind van een van de spelers als tiende lid opgegeven. De naam: Samen Op Pad Spelen Wij Een Potje Schaak 29, afgekort Sopsweps’29. Omdat de club geen thuishonk had, kon bij de notaris iedere willekeurige plaats als vestigingsplaats worden opgegeven. Uit pure balorigheid werd gekozen voor Oud-Valkeveen, een chique buurtschap in de gemeente Naarden waar alleen multimiljonairs wonen.

BSG boos

De nieuwe club stuurde een brief aan het BSG-bestuur met de mededeling dat beide verenigingen vriendschappelijk met elkaar konden blijven omgaan. BSG reageerde als door een adder gebeten. Het bestuur vreesde uitholling van de vereniging, had graag van tevoren op de hoogte gebracht willen worden en stelde voorwaarden voor het blijven spelen van de vrienden in de interne competitie van BSG. De leden van Sopsweps’29 mochten als ze lid wilden blijven van BSG:

– geen ledenwerving plegen onder BSG-leden;

– geen gebruik maken van BSG-faciliteiten (clubblad, materiaal, speellokaal);

– geen ruchtbaarheid geven aan Sopsweps-activiteiten tijdens de BSG-clubavonden.

Twee Soppers, zoals ze zichzelf noemden, schreven zich onder deze voorwaarden in voor de interne competitie van BSG.

De vriendenclub Sopsweps’29 maakte geen indruk op serieuze mensen. De notaris die de oprichtingsakte opstelde (een zakenrelatie van een van de leden), schreef het bestuur in een brief: “Gezien de ongetwijfeld miserabele resultaten van uw vereniging stel ik er prijs op te dezer zake voorlopig geen declaratie in te dienen. Daar stel ik tegenover dat in het onwaarschijnlijke geval dat u met deze vereniging wel resultaten zou behalen (lees: kampioenschap of promotie) er richting mijn medewerkers met taart of dergelijke specialiteiten over de brug gekomen wordt.”

(wordt vervolgd)

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.