Oude doos (11) Scholl en Donner

De Nederlands kampioen van 1970 was de laatste die geen internationaal meester was en het ook niet zou worden. Dat NK was ook heel zwak bezet. Dat Eddie Scholl een eendagsvlieg of een kampioen van de armoede was, is echter een groot misverstand. De Fries heeft de sterkste schakers ter wereld op remise gehouden.

Eddie Scholl (geboren in 1944) werd in 1970 kampioen na een beslissingstweekamp tegen Coen Zuidema met 4-3 te winnen. Achter hen in het toernooi eindigde Kick Langeweg, daarachter de subtoppers John van Baarle en Piet van der Weide. Afwezig waren drievoudig kampioen Hein Donner, de vorige kampioen Hans Ree, de jonge Jan Timman (in 1969 al derde) en toppers als Hans Bouwmeester en Frans Kuijpers. Natuurlijk was Scholls nationale titel een hoogtepunt, maar het is goed ook twee derde plaatsen te noemen. In 1967 eindigde hij achter Ree en Bouwmeester maar voor Donner, Kuijpers en Langeweg. In 1971 achter Ree en Donner, maar voor Timman, Hartoch en Langeweg. Scholl was dus rond 1970 wel degelijk een van de sterkste schakers van Nederland. Bij de Olympiade van 1970 in Siegen mocht hij als kampioen aan het eerste bord spelen, voor Ree en Langeweg. Scholl behaalde met 10,5 uit 17 een uitstekende score.

Wereldtoppers

In zijn topjaar 1970 mocht Scholl ook in de hoogste groep van het IBM-toernooi spelen. Hij scoorde onder de vijftig procent, maar speelde wel remise tegen Spasski (wereldkampioen!), Geller, Hort, Gligoric en Uhlmann. Een jaar later speelde hij bij IBM remise tegen Uhlmann, Gligoric, Smyslov en Keres. Op basis daarvan mag je Scholl beslist geen schaker noemen die toevallig Nederlands kampioen werd omdat Donner en Ree er niet bij waren. Sterker nog: in beide IBM-toernooien versloeg hij Donner, in 1970 zelfs zeer hardhandig. Zijn totaalscore tegen Donner is 2-1 plus een paar remises. Meesternormen scoorde Scholl in de meestergroep van IBM 1966 en de Olympiade 1970. Volgens de huidige regels zou zijn nationale titel uiteraard ook een meesternorm zijn geweest, maar Scholl kreeg de IM-titel nooit voor zijn naam. Wel Nationaal Meester, een titel die allang niet meer wordt verleend.

Wiskundeleraar

Scholl won dus twee keer van Donner. Maar Donner en Scholl, daar was toch iets mee? Ja, in 1971 gaf Donner een befaamd interview aan Max Pam voor Schaakbulletin, waarin hij iedere Nederlandse topspeler neersabelde, behalve Jan Timman en…: “Ik kan mij vergissen, maar in Scholl zie ik ook iets, in tegenstelling tot ALLE ANDEREN!” Ja, hij kon Scholl moeilijk de grond in schrijven na zijn twee pijnlijke nederlagen tegen hem. Vier jaar later kwam Pam weer op bezoek om te kijken wat er van de voorspellingen was uitgekomen. Donner: “Scholl, de arme Scholl. Het is vreselijk hoe het soms met schakers kan aflopen. Het is werkelijke vreselijk. Het worden door en door keurige mensen in Ootmarsum. Zij, die één ogenblik geschitterd hebben, in het licht van de wereld hebben gestaan en dan terecht komen in de duisternis van de eeuwige nacht, het is verschrikkelijk.”

De ‘duisternis van de eeuwige nacht’ was voor Scholl een baan als leraar wiskunde, wat hij in 1970 trouwens al twee jaar parttime was. Voor Schaaknieuws schreef ik in 2008 een artikel over schakers die eenmaal kampioen van Nederland waren geweest. Voor dat artikel schreef hij mij: “Schaken was voor mij iets wat zich in de vakanties afspeelde. Dat bleek na enkele jaren fysiek en mentaal niet vol te houden, ook mijn vrouw was er heel ongelukkig mee. Bovendien werd juist in die tijd het schaakspel steeds professioneler.”

Scholl schreef me nog veel meer dan ik in het artikel in Schaaknieuws kon gebruiken. Fraai was wat hij schreef over Donner: “Dat Donner iets in mij zag, kwam doordat ik hem een paar keer hardhandig van het bord heb gezet, maar nog meer door het feit dat ik mij altijd verre van de Randstad heb gehouden. De Ree’s, Hartochen en Timmannen, enzovoort, kwam hij voortdurend (bijvoorbeeld op De Kring) tegen en meende hij psychologisch geheel te kunnen duiden. ‘Wat denkt een jongen als jij nou?’, zo vroeg hij mij tijdens de enige keer dat ik met hem in Amsterdam op stap ben geweest. Niet dat hij nu erg geïnteresseerd was in mijn antwoord, want nog voordat ik kon antwoorden liet hij zich afleiden door een vrouwelijke kennis die zich tussen ons in drong. Zo ging het vaker met de grote Hein, het liefst sprak hij in monologen.”

Leuk spel

In 1974 speelde Scholl zijn zevende en laatste NK. Met vijftig procent deed hij het niet slecht in een toernooi dat nu eens heel sterk was bezet: Timman, Ree, Sosonko en Donner speelden mee. Eddie Scholl is allang geen nationale topspeler meer, maar speelt wel voor de eeuwigheid in het eerste van Philidor Leeuwarden, zo lijkt het. Scholl in 2008: “Ik voel me een voorbeeld van een schaker die niet op tijd is opgehouden, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Coen Zuidema. Maar ja, schaken is soms nog steeds leuk.”

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.