Gespot 34: Afscheid van pure schoonheid

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Veel clubschakers worstelen met openingen. De vraag welke varianten je moet spelen, zonder al te veel tijd te hebben om die thuis tot in zijn finesses te kunnen bestuderen, blijft bij veel spelers centraal staan. Vandaar dat de SOS-openingsboeken van Jeroen Bosch ook zo populair zijn. Zonder al te veel te hoeven te weten, kun je met een originele zet afwijken van de gangbare theorie en als we Bosch mogen geloven, leveren al die leuke zetten ook nog speelbare stellingen op.

Zelf was ik nooit een groot openingskenner en zeker in de jaren dat ik studeerde, had ik ook nauwelijks de tijd om iets goeds te bestuderen. Nadat ik tijden lang e2-e4 had gespeeld, was ik geswitcht naar c2-c4. Het voordeel hiervan op clubniveau is dat de meeste tegenstanders hiertegen ook niet echt een repertoire hebben. Dat biedt perspectieven, zo dacht ik toen. Het waren ook andere tijden dan die we nu kennen. Nu beschikt vrijwel iedereen over een computer met daarop een uitgebreid databaseprogramma, de nodige sterke engines en internet zodat veel tegenstanders in korte tijd helemaal doorgelicht kunnen worden.

Destijds moest het komen van tijdschriften (zoals in Nederland het eigenwijze Schaakbulletin), niet al te beste openingsboeken, Encyclopedie en de Schaakinformator. Vooral de laatste boeken, een actuele partijverzameling met geanalyseerde partijen, die elk half jaar uitkwam, was zo’n beetje de belangrijkste bron van informatie. Hieruit kwam ik een bijzonder fraai idee in het Engels op het spoor, dat ik meermalen heb mogen toepassen. In een partij, die ik op clubniveau speelde, ontstond een zeer originele pionnenstructuur, die ik nadien nooit meer op het bord heb gekregen. Wat denkt u hiervan?

Het lijkt meer op een schilderij dan op een schaakstelling! De wit- en de zwartspeler hebben in eendrachtige samenwerking een hoogst opmerkelijke pionnenformatie op het bord gebracht. Ik herinner me nog dat ik tijdens de partij vond dat mijn tegenstander er het beste aan deed om hier op te geven. Toen hij echter besloot verder te spelen met 32… Pg6 heb ik me er werkelijk toe moeten zetten om de winst binnen te halen met het esthetisch afschuwelijke 33. h7.

Hieronder een analyse van deze partij.

Grooten – Nobbe, Oss 1979.

1. c4 e5 2. Pc3 Pf6 3. Pf3 Pc6 4. e3

Dit systeem speelde ik die tijd erg graag. Met verwisselde kleuren een soort Scheveninger van het Siciliaans, die ik ook met zwart op mijn repertoire had staan.

4… Lb4 5. Dc2

[Interessant is hier 5. Pd5 waarna 5… e4 de hoofdvariant is. 6. Pg1 met interessant spel dat wit echter geen voordeel belooft. In mijn tijd deed een originele partij Adorjan-Romanishin de ronde. Die ging verder met 6… O-O 7. a3 Ld6 8. Dc2 Te8 9. Pe2 b5!? Een typisch ‘Romanishin-pionoffer’ waar hij in zijn goede dagen patent op leek te hebben.]

5… O-O

Merkwaardig genoeg heeft zwart hier een speelwijze die er zeer merkwaardig uitziet, maar die uiteindelijk heel logisch is. 5… Lxc3 Hij geeft vrijwillig het loperpaar op. 6. Dxc3 De7 7. a3 d5 [Ook bekend is 7… a5 en ik kwam hier ooit tegen Timman op het onzalige idee om het vastleggen met … a5-a4 te verhinderen met 8. b3 Daarna nam hij het initiatief en gaf dat niet meer af.] 8. cxd5 Pxd5 9. Db3 Pb6 Er dreigt nu sterk … e5-e4. 10. d3 a5 En nu kan wit niet meer voorkomen dat zijn pionnenstelling op de damevleugel wordt vastgelegd. 10… O-O wordt gespeeld door sterke spelers zoals bijvoorbeeld Svidler.

6. Pd5 Te8

7. Df5!!

Deze zet, als ik goed geïnformeerd ben, bedacht door de Engelse grootmeester Keene, sloeg indertijd in als een bom. De bedoeling is om zwarts pionnenstructuur op de koningsvleugel te verminken.

7… d6 8. Pxf6+ Dxf6

Zwart laat zich in op een eindspel dat op het eerste gezicht onschuldig lijkt, maar waarin zwart – zoals zal blijken – de nodige problemen gaat krijgen. De kritieke variant is 8… gxf6 9. Dh5.

9. Dxf6 gxf6 10. a3 La5

10… Lc5 is wat logischer.

11. Le2

11. b4 Lb6 12. Lb2 is in redelijk wat partijen op het bord verschenen.

11… Pe7

12. b3

Ik besloot om deze stelling heel bescheiden op te zetten, vooral bedoeld om mijn tegenstander geen aanknopingspunten te geven.

12… c6

Zwart lijkt in de tussentijd ook wat constructiefs te gaan doen: met … a7-a6 gevolgd door ooit … b7-b5 wil hij de witte pionnenstructuur aantasten. Als hij had geweten wat er later gebeurt, had hij de pion wel op c7 gelaten!

13. Lb2 Lg4

Hier staat de loper niet goed, sterker nog. Zwart geeft een belangrijk tempo weg.

14. O-O-O a6 15. h3 Le6 16. g4 b5

17. g5!

Het aantasten van de zwarte pionnenformatie is begonnen.

17… f5

Zwart behoudt zijn dubbelpion omdat hij wit niet teveel kansen wil geven tegen zijn koning. [Na 17… fxg5 18. Pxg5 Lf5 19. Thg1 krijgt wit spel over de g-lijn.]

18. b4

Nu ineens wel!

18… Lb6

19. c5!

Het aantasten van de structuur aan de andere kant van het bord heeft ook zijn aanvang genomen.

19… dxc5 20. bxc5 Lxc5 21. Pxe5

Wat heeft wit bereikt? De lange diagonaal voor zijn loper op b2 is geopend. De zwarte dubbelpion staat er nog steeds, waardoor de witte pionnenformatie superieur is aan die van zwart. Wit staat duidelijk beter, hoewel de meeste hedendaagse engines dat niet zo inschatten.

21… Lb3?

Een lelijke tactische fout, waardoor wit in een klap op winst komt te staan. [Vermoedelijk is 21… Pg6 de juiste verdediging, maar een pretje is het verdedigen van deze stelling allerminst.]

22. Pd7! Lxd1 23. Lxd1

Wit neemt rustig terug. De loper op c5 blijft hangen en zijn hoofddreiging Pf6+ blijkt in tact.

23… Ld6 24. Pf6+ Kf8

Gedwongen.

25. Pxh7+

Wit neemt natuurlijk eerst even een pionnetje mee, alvorens hij de kwaliteit herovert.

25… Kg8 26. Pf6+ Kf8 27. Pxe8

Tijd voor het terugnemen.

27… Kxe8

[Relatief iets beter is 27… Txe8 maar helpen zal het hem niet.]

28. f4

Niet alleen verhindert wit zo dat zwart van lelijke dubbelpion afkomt, ook een andere reden (die we weldra zullen zien) gaat wit zo verder.

28… a5

Zwart wil graag tegenspel ontwikkelen met … b5-b4 en daartoe wil hij graag eerst een pion naar a4 brengen. Na meteen 28… b4 houdt wit de lijnen gesloten met 29. a4.

29. h4

Wit zet zijn vrijpion (eindelijk) in beweging.

29… a4 30. h5 Kd7 31. Lc2

De loper hoort natuurlijk op deze diagonaal te staan.

31… Ke6 32. h6

Deze stelling is voor mijn gevoel een esthetisch kunstwerkje. Wit heeft de opmerkelijke pionnenformatie d2, e3, f4, g5, h6, terwijl zwart aan de andere kant ook zijn best heeft gedaan met pionnen op c6, b5 en a4. Gezien de pure schoonheid bij de aanblik van dit diagram had capitulatie een gepast slot opgeleverd. Helaas besloot de zwartspeler door te spelen.

32… Pg6

En nu moest ik met pijn in het hart afscheid nemen van mijn mooie pionnenformatie. Met de ‘lelijke’ zet

33. h7

moest het punt toch veilig gesteld worden.

33… Ph8 34. Th6+ Kd5 35. Lxf5

En nu vond de zwartspeler het welletjes.

1-0

Deze partij via de viewer:

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.