Gespot 37: Blijft de tegenstander weg of niet?
Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.
Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.
In een grijs verleden was ik ooit de coach van het Nederlands damesteam dat naar Manilla afreisde om daar deel te nemen aan de Olympiade. De ploeg bestond Erika Sziva (die net een jaar in Nederland woonde), Anne-Marie Benschop, Heleen de Greef en Sylvia de Vries. In die tijd werd er bij de damesteams nog op drie borden gespeeld.
De lange reis en de verandering van voedsel werkte niet bevorderlijk op de fysieke gesteldheid van de dames. Ik herinner me goed dat de eerste paar ronden vrijwel iedereen met maagklachten zat. Het was kiezen uit de minste van een paar kwaden wie er achter de borden zou gaan plaatsnemen. Behalve de openingsvoorbereiding en de bespreking van de partijen had de coach nog een andere taak: het analyseren van eventuele afgebroken partijen. In het jaar 1992 ging het er heel anders aan toe dan nu het geval is. Als een speelster na een lange zit de partij afbrak, moest de coach direct na de maaltijd aan de slag. De speelster zelf nam rust en zij zou dan op tijd gewekt worden om dan tijdens en na het ontbijt de analyse door te nemen. Een van de partijen die afgebroken werd was de volgende van Sylvia de Vries en wel in de volgende stelling:
Zij had de zet 61… Ta6, zoals dat toen heette ‘onder couvert’ afgegeven.
Het is duidelijk dat zwart uitstekende perspectieven heeft, maar het afdwingen van de winst is verre van triviaal. Na een tijdje analyseren kwam ik erachter dat het bepaald niet eenvoudig zou gaan worden. Computers waren niet voor handen, we moesten het doen met bord, schaakstukken en boeken. Gelukkig had ik de encyclopedie van toreneindspelen in mijn koffer gedaan en kon ik op zoek naar een eindspel dat hier iets van weg had. En ja hoor, wat schetst mijn verbazing. Ik ontdekte de volgende stelling:
De analogie met de afgebroken partij van Sylvia de Vries is treffend. Het enige verschil is dat de witspeler zijn h-pion al behoorlijk ver naar voren had gespeeld en ook zijn koning voor zijn h-pion had gekregen. Maar hoe moeilijk het inderdaad was, bleek ook uit de zettenreeks in de encyclopedie: Mikhalchishin, toch een zeer respectabele grootmeester (inmiddels trainer/coach van veel talenten) slaagde er niet in de winst binnen te halen. Waarschijnlijk heeft hij uit pure ergernis voor deze gemiste kans het eindspel grondig geanalyseerd en aangeboden aan de samenstellers van deze encyclopedie. Daar was ik hem natuurlijk dankbaar voor, want zo kon ik zien hoe deze stelling naar winst gevoerd moest worden. Toen ik het ‘kunstje’ doorhad, bestond mijn taak erin om te zien hoe Sylvia de h-pion naar voren zou krijgen en liefst ook hoe zij haar koning erbij zou kunnen krijgen. Dat kostte mij de nodige hoofdbrekens, meer dan me lief was.
Wat me ondertussen op een storende wijze van de analyse afbracht was het telefoontje dat ik plotseling kreeg van iemand. Ik ben na zoveel jaar helaas vergeten wie het geweest moest zijn, maar het bericht kwam ineens dat de tegenstander de partij had opgegeven. Zat ik daar potverdorie al een halve avond een analyse te maken, wilde de tegenstander het zich niet laten bewijzen. Dat leek me sterk en omdat de tegenstandster uit Azerbeidzjan afkomstig was, werd ik (met alle respect) toch achterdochtig. Stel je voor dat je ervan uitgaat dat het bericht klopt en je verschijnt niet in de toernooizaal. Kan de tegenpartij zomaar een punt claimen.
Dus terwijl de stelling al tegen twaalven ’s avonds nog altijd op mijn analysebord stond, probeerde ik op dit tijdstip koortsachtig een wedstrijdleider te pakken te krijgen. Als ik me goed herinner kreeg ik ook de hoofdarbiter aan de lijn, maar die kon niet bevestigen of de coach van de tegenpartij inderdaad de partij had opgegeven. Hij adviseerde me om de speler toch maar gewoon om tien uur ’s morgens aan het bord te laten verschijnen.
Het heen en weer bellen had me ook de nodige tijd gekost en ondertussen begon de vermoeidheid me ook parten te spelen, maar wonder boven wonder slaagde ik erin om een paar subtiele manoeuvres te bedenken zodat ik in het vaarwater van Mikhalchishin zou kunnen geraken. Nu was het mijn taak om alles inzichtelijk te maken voor Sylvia en ondertussen ook nog wat slaap te pakken. Ik denk dat het rond drie uur geweest moet zijn, eer ik mijn bed ging opzoeken. De volgende ochtend had ik vroeg afgesproken met Sylvia. Er moest ontbeten worden, mijn bevindingen moesten aan haar uitgelegd worden en ondertussen moesten we nog op tijd een bus zien te halen, want de toernooizaal lag niet zo heel dichtbij ons hotel. Prima geprepareerd en mooi op tijd verschenen wij in de toernooizaal. De tegenstander was in geen velden op wegen te bekennen en nu moesten we dus ook nog een uur wachten voordat de wedstrijdleider ons het punt toekende. ‘Stijlloos’, zei Sylvia en ik was het roerend met haar eens. Maar we waren toch blij met het punt en de extra les in toreneindspelen.
Nu, na zoveel jaren kan ik me absoluut niet meer herinneren hoe ik in mijn analyse die zwarte pion van h6 op h5 (of h4) had weten te krijgen. Want mijn conclusie was dat het daarna gewonnen was. En gelukkig hoef ik dat allemaal ook niet meer te reconstrueren want we hebben tegenwoordig de beschikking over de zogenaamde tablebases. Volgens deze tablebases kan zwart een winst in 49 zetten afdwingen. Belangstellenden kunnen bijvoorbeeld een kijkje nemen op de website van Shredder. Wel heb ik de analyse van Mikhalchishin er nog eens bij gepakt. Die treft u hieronder aan. Veel plezier met het ontrafelen van deze puzzel!
Dit eindspel vond ik in de toreneindspelencyclopedie; de analogie met de afgebroken partij van Sylvia de Vries is treffend.
1. Kh8 Tg1 2. Te2 Tg3
3. Tf2?
De Oekraïense grootmeester gaat de fout in en hij verspeelt hiermee een half puntje. Mikhalchishin analyseerde na afloop hoe hij de winst had kunnen afdwingen. 3. h7! Tg1 4. Tf2
A) Zwart redt het niet als hij de pion neemt: 4… Kxe5 5. Tf8 Ke6 6. Tg8 Th1 7. Kg7 De koning komt uit zijn hok tevoorschijn en hij dwingt als volgt de winst af: 7… Tg1+ 8. Kf8! Tf1+ 9. Ke8 Ta1 10. Tg6+ Kf5
11. Tf6+! Dit grapje is essentieel! 11… Kg5 12. Tf8 Ta8+ 13. Kf7 Ta7+ 14. Kg8 gevolgd door h8D.
B) 4… Ke7 Zo probeert zwart het witte plan met Tf2-f8-g8 te verhinderen. Wit maakt nu handig gebruik van de (steunpunten van de) e-pion (de pion die nota bene ten dode was opgeschreven!) 5. Ta2 Tg6 6. Ta7+ Kf8 7. Ta8+ Kf7 8. Tg8 Te6 9. Tg7+! Kf8 10. Tg5! Kf7 11. Tf5+ Kg6
12. Tf8! [Verleidelijk maar foutief is 12. Tf6+ Txf6 13. exf6 Kf7 met remise!] 12… Te7 Zwart wil natuurlijk Kh8-g8 tegengaan, maar hij moet na wits volgende zet toch capituleren. [12… Txe5 13. Kg8 wint natuurlijk ook simpel.] 13. Tf6+ met winst.
3… Kxe5 4. Tf8 Ke6 5. h7 Th3! 6. Kg7 Tg3+ 7. Kh6 Th3+ 8. Kg6 Tg3+ 9. Kh5
9… Th3+
En remise gegeven, wit kan geen vorderingen meer boeken. Merk op hoe goed de zwarte koning op e6 staat.
½ – ½
Deze fragmenten via de viewer: