De Van Geet opening I
De Van Geet opening: 1. Pc3 I
Onlangs werd bekend dat Dick van Geet is overleden. Hij was een interessante persoonlijkheid wiens naam onlosmakelijk lijkt te zijn verbonden aan de openingszet 1. Pc3. De successen die Van Geet ermee boekte en het boekje dat hij erover schreef, was voor een aantal clubschakers voldoende aanleiding om deze obscure paardzet zelf in de praktijk te brengen. Vandaar dat ik besloot om hierover in het dagblad Trouw een soort miniserie te wijden. Het leek me een mooi moment om die nu uit de vergetelheid te trekken. Hieronder de (wat aangepaste en ietwat geactualiseerde) tekst.
Een interessante figuur in het Nederlandse schaak is internationaal meester Dick van Geet. Onlangs overleed hij en naar aanleiding hiervan schreef Johan Hut een interessant artikel.
Ik ontmoette hem ooit in de Franse bad¬plaats Cannes, waar ik verbleef als coach van een Nederlandse delegatie met jeugdspelers die deelnamen aan de wereld¬kampioenschappen voor de jeugd t/m 12 en t/m 14 jaar. Dick van Geet was daar op uitnodiging van de organisatie om een lezing te houden.
Omdat deze lezing gehouden werd tijdens de partijen van de kinderen, had ik even de tijd om aan te schuiven. De titel van zijn lezing intrigeerde mij: 1. Pc3, beter bekend als de "Van Geetopening". Als partijspeler was ik zelf eens geconfronteerd met deze merkwaardige openingszet. Nu was ik plotseling in de gelegenheid om de man die dit openingssysteem tot een wapen heeft verheven aan te horen.
Voor een gemêleerd gezelschap van trainers, begeleiders, ouders en jeugdige toehoorders, kweet Van Geet zich als een goed didacticus van zijn taak. Hij begon zijn betoog met een interessant gegeven. "In de beginstelling wordt de mogelijkheid 1. e4, 1. d4 of 1. c4 algemeen beschouwd als de beste voortzetting. Maar elk van deze zetten is in wezen geen echte ontwikkelingszet", zo liet Van Geet het aandachtig luisterend publiek schrikken. "Een pionzet maakt slechts de ontwikkeling van de stukken mogelijk. Met 1. Pf3 of 1. Pc3 wordt echter wél direct een stuk in het spel gebracht," zo doceerde hij. Om met dat gegeven iets te doen, moet er vergelijkingsmateriaal zijn. Daartoe speelde Van Geet de volgende zetten voor op het demonstratiebord:
1. e4 c5 2. Pf3 g6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Lg7 hetgeen een bekende variant van het Siciliaans, namelijk de versnelde Draak, oplevert. In de Van Geet opening wordt in feite de zet 1. e4 vervangen door de paardzet. 1. Pc3 en nu probeert de witspeler de pionzet 1. e4 zo lang mogelijk uit te stellen. In vergelijking met bovenstaand voorbeeld biedt dat de volgende extra mogelijkheid:
1. Pc3 c5 2. Pf3 g6 3. d4 cxd4 4. Dxd4!? Deze zet wordt in de normale variant verworpen. Nu, met een lichte ontwikkelingsvoorsprong, is het terugnemen met de dame verantwoord.
4. … Pf6
5. Pe4! Onder deze omstandigheden probeert wit de lichte ontwikkelingsvoorsprong direct uit te buiten. Hier blijkt nog een voordeel van het uitstellen van e2-e4: nu er nog geen pion op veld e4 staat, kan wit dit veld benutten voor een stuk, het reeds ontwikkelde paard op c3! Met de tekstzet dreigt wit de zwarte pionnenstructuur onherstelbaar te verminken. Het antwoord van zwart is dus min of meer gedwongen.
5. … Lg7 6. Lg5 Wit voert de druk op veld f6 verder op.
6. … Pc6 Na 6. … Ph5? om de dubbelpion te vermijden, volgt sterk 7. Pd6+ Kf8 8. Dc4! met onmiddellijke winst.
7. Dc3 en wit heeft reeds groot voordeel in handen omdat zwart het uit elkaar slaan van zijn pionnenformatie niet kan verhinderen. Opnieuw faalt 7. … Ph5 op 8. Pd6+! Kf8 9. Dc4 en het mat op f7 kan alleen ten koste van grote materiële verliezen verhinderd worden.
"Laten we eens naar de Schotse opening kijken", ging Van Geet verder. Na de zetten 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. d4 exd4 4. Pxd4 is 4. … Lc5 een gangbare variant.
Na het logische 5. Pf5 heeft zwart het sterke antwoord 5. … d5! bij de hand aangezien wit na 6. Pxg7+ Kf8 7. Ph5 plotseling geconfronteerd wordt met het sterke vervolg 7. … Dh4! 8. Pg3 dxe4 en zwart staat uitstekend. "Opnieuw het gevolg van de zet e2-e4", zo zei Van Geet streng en de spelers in de zaal die zelf op hun eerste zet met 1. e4 beginnen, keken beschaamd naar de grond! "Maar laten we nu eens beginnen met 1. Pc3 om na 1. … e5 2. Pf3 Pc6 3. d4 exd4 4. Pxd4 Lc5
dezelfde paarduitval 5. Pf5!? te proberen. Als zwart nu analoog aan bovenstaande variant 5. … d5 speelt, komt hij na 6. Pxg7+ Kf8 7. Ph5 Dh4 bedrogen uit.
Wit heeft nu zelfs twee goede antwoorden. Zowel 8. e3 Lg4 9. Le2 als 8. Pg3 laat zwart achter met een minuspion, waar hij nauwelijks compensatie voor heeft," aldus Van Geet.
Omdat de toehoorders volkomen beduusd waren van deze openbaringen, probeerde Van Geet het ijs te breken met een vlot partijtje uit zijn jeugd:
Van Geet – Versnel
1. Pc3 c5 2. a3 Waarschijnlijk niet voor herhaling vatbaar.
1. … d5 3. Pf3 De witspeler lijkt alle wetten van het positiespel te tarten. Hij provoceert zwart tot een groot aantal pionzetten.
3. … d4 4. Pe4 e5 5. e3 Vooral niet 5. Pxe5? De7 en zwart wint een stuk.
5. … f5 6. Pg3 e4 7. Pe5 Ld6? Zeer onvoorzichtig van de zwartspeler.
8. Lb5+ Pd7 9. Dh5+ g6 10. Pxg6 Pf6 Op deze manier hoopt zwart zijn problemen nog te kunnen oplossen. Het antwoord is ontnuchterend.
11. Pxf5!! Pxh5 12. Pxd6 mat. (1-0)
Helaas moest ik de lezing verlaten aangezien een van mijn spelers zich ongeduldig bij mij meldde om de partij te laten zien die zojuist gespeeld was. Maar thuis gekomen nam ik een boekje uit de kast dat ik tot op dat moment nog onaangeroerd had laten staan. Dit boekje, waar een diskette met partijen bijgeleverd was, had als titel "De Van Geet opening 1. Pc3" en komt uit de serie van elektronische uitgaven van de Nederlandse uitgever New in Chess. Hierin kwam ik de volgende aardige partij tegen.
Van Geet – Sokolov, Wijk aan Zee II 1970.
1. Pc3 e5 2. Pf3 Pc6 3. d4 exd4 4. Pxd4 g6? Een fout die direct wordt afgestraft.
5. Pd5! Hier blijkt het voordeel van het reeds ontwikkelde paard op c3, dat opnieuw in een vroeg stadium in de strijd geworpen wordt. Om te beginnen dreigt er 6. Pb5.
5. … a6 6. Lg5! f6 Bittere noodzaak daar 6. … Dxg5 7. Pxc7+ Ke7 (Helemaal verschrikkelijk is 7. … Kd8? wegens 8. Pde6+.) 8. Pxa8 en wit heeft een kwaliteit gewonnen. Belangrijk is overigens wel dat het paard op a8 niet gevangen kan worden, maar via veld b6 kan ontsnappen.
7. Lh4 Lg7 8. e4 Nu pas speelt wit zijn andere centrumpion op.
8. … Ph6 9. Lc4 Opnieuw een sterke zet, want na deze voortzetting is zwart niet in staat om te rokeren. De volgende fout is daarom ook begrijpelijk.
9. … Pa5?
De enige zet voor zwart is 9. … Pf7 met als belangrijke pointe dat wit niet direct kan toeslaan met 10. Pxc6 dxc6 11. Pxf6+? wegens 11. … Lxf6 12. Df3 g5! zoals Van Geet in zijn analyse aangeeft. Maar als wit na 9. … Pf7 verder gaat met bijvoorbeeld 10. a4 gevolgd door 11. 0-0 heeft hij mooie vooruitzichten. Na de tekstzet gooit Van Geet de knuppel in het hoenderhok.
10. e5! g5 Na 10. … Pxc4 is 11. exf6 vernietigend.
11. exf6 Lxf6 12. Dh5+ Kf8 HG: Een klein schoonheidsfoutje op deze en de volgende zet. Het meest overtuigend was 12. Pxf6+!
13. Dxh6+ Lg7 14. Dxg5 Wit heeft Van Geet voldoende bereikt om af te wikkelen. HG: Dat is waar maar 14. Dh5! Pxc4 15. Lxg5 De8+ 16. Le7+ was wel zo eenvoudig geweest.
14. … Dxg5 15. Lxg5 Pxc4 16. 0 0 0
en wit wist op de 64ste zet zijn punt te verzilveren. 1-0
Alle partijen en fragmenten via de viewer:
Genomen uit artikelen in het dagblad Trouw van ondergetekende (wordt vervolgd)
Kun je ook met zwart deze opening toepassen? Dus Pc6 ongeacht de openingszet van wit.
Beste Piet, inderdaad dat kan! Het werd zelfs door de sterke Engelse grootmeester Tony Miles regelmatig gespeeld. Een van de eerste die meende dat het systeem speelbaar was, was Aaron Nimzowitsch. Ook daar zijn partijen van bekend. Uiteraard is het allemaal iets ongemakkelijker voor zwart omdat je een tempo minder hebt, maar de kans op voordeel voor wit is niet veel groter dan bij andere, regelmatige openingssystemen.
In de eerste variant stel je dat 6. – Ph5 fout is. Dat klopt.
Maar 7. – Ph5 zou ook falen op 8. Pd6 Kf8 9. Dc4
Wat als zwart géén Kf8 speelt, maar op d6 slaat?
Volgens mij staat zwart dan gewoon gewonnen.