Begrijp wat u doet: Benoni 1
Benoni-structuren 1
Voor wie van scherp spel houdt tegen de 1. d4-openingen is de Moderne Benoni een uiterst geschikt wapen. Veel topspelers halen het van stal als ze op buigen of barsten moeten spelen. Bobby Fischer bediende zich van het systeem toen hij in de legendarisch WK-tweekamp in Reykjavik tegen wereldkampioen Boris Spassky een achterstand van 2-0 moest proberen weg te poetsen. Het lukte hem om met zwart tot winst te komen in een formidabel gespeelde partij.
Deze opening ontstaat na de volgende zetten: 1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5
In deze typische pionnenstructuur zijn er nu twee hoofdsystemen, die afzonderlijk ruim onder de aandacht gebracht zullen worden:
DEEL 1: BENONI
Na 3… e6 krijgen we de Moderne Benoni. De naam betekent in het Hebreeuws “zoon van verdriet”, de naam van een manuscript dat in 1825 bestaat over deze opening. Daar kun je in dit systeem nauwelijks van spreken. De Benoni is een sprankelende opening met scherp spel waarbij de strijd zich over het gehele bord afspeelt. Het is een echte vechtopening, het remisepercentage is een van de laagste van alle systemen tegen 1. d4.
DEEL 2: WOLGA-GAMBIET
Na 3… b5 ontstaat het Wolga-gambiet ook wel het Benkö-gambiet genoemd, naar zijn uitvinder Pal Benkö, de Amerikaan met Hongaarse roots die het systeem bedacht en gepopulariseerd heeft. Zwart offert een pion op lange termijn en krijgt daarvoor compensatie in de vorm van een open lijn.
Vanwege de enorme ideeën rijkdom in beide openingssystemen heb ik gekozen voor een wat alternatieve benadering bij de bespreking van beide openingsvarianten. Die is overigens gebaseerd op het uitstekende boek Mastering the Modern Benoni and the Benko Gambit van Robert Bellin en Pietro Ponzetto. Als ondertitel staat bij het boek With the Read and Play Method. Ofwel: door de tekst te lezen en de plaatjes (diagrammen met animaties) te bekijken kun je je deze opening eigen maken. Het boek is uit 1990, maar is in deze tijd ook nog een uitstekende basis om de opening in de vingers te krijgen. Uiteraard dient een actuele database geraadpleegd te worden om de varianten up-to-date te krijgen. Voordat de belangrijkste strategische en tactische ideeën op een rijtje gezet worden, is het van belang om eerst de variantenstructuur van de opening op het netvlies te krijgen.
Vanuit de eerste diagramuitgangsstelling zullen we diverse varianten aan de orde laten komen. Wat je als hoofdvariant neemt, is vooral een kwestie van smaak. Omdat de verschillende varianten geen naam hebben meegekregen, ben ik uitgegaan van de naamgeving zoals die in de ‘wandelgangen’ gehanteerd wordt. Helaas was dat zelfs niet voldoende om een paar hoofdsystemen van een etiket te voorzien. Omdat het toch makkelijker praat, ben ik zo vrij geweest om met een paar zelfbedachte namen te werken.
A) Ld3-systeem
1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5 e6 4. Pc3 exd5 5. cxd5 d6 6. e4 g6 7. Ld3
Ik heb dit maar het ‘Ld3-systeem’ gedoopt omdat het in de wandelgangen zo genoemd wordt. De kritieke variant ontstaat dan na 7… Lg7 8. h3 O-O 9. Pf3 b5 10. Pxb5 Te8 11. Pd2 Pxe4 12. Lxe4 La6 13. a4 Da5 14. Pxd6 Pd7 15. Dc2 f5 16. Pxe8 Txe8 17. Kd1 fxe4 met een bijzonder scherpe en interessante vechtstelling die momenteel onderwerp van discussie is.
B) Snake-Benoni
1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5 e6 4. Pc3 exd5 5. cxd5 Ld6
C) Nimzowitschpirouette
1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5 e6 4. Pc3 exd5 5. cxd5 d6 6. Pf3 g6 7. Pd2
D) Fianchettosysteem
1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5 e6 4. Pc3 exd5 5. cxd5 d6 6. g3
E) Vierpionnenaanval
1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5 e6 4. Pc3 exd5 5. cxd5 d6 6. e4 g6 7. f4
F) De oude hoofdvariant
1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5 e6 4. Pc3 exd5 5. cxd5 d6 6. Pf3 g6 7 Pd2 Lg7 8. e4 O-O 9. Le2 Te8 10. O-O en nu:
F1) 10… Pbd7
F2) 10… Pa6
H) De “loperpaarvariant”.
1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5 e6 4. Pc3 exd5 5. cxd5 d6 6. e4 g6 7. Pf3 Lg7 8. Le2 O-O 9. O-O a6 10. a4 Lg4 11. Lf4 Lxf3 12. Lxf3 De7 13. Te1 Pbd7
Het is helaas onmogelijk om in het kader van deze serie al deze systemen onder de aandacht te brengen. Noodgedwongen moet ik me beperken tot slechts een paar bijzondere voorbeelden. Ook zal ik de nodige varianten buiten beschouwing moeten laten.
Dan is het nu tijd om enkele strategische en tactische hoofdideeën de revue te laten passeren. We maken een splitsing tussen strategische (I) en tactische (II) ideeën.
I) Strategische ideeën in de Benoni
Voordat je een opening gaat spelen is het handig om de ‘standaardplannen’ eens op een rijtje te zetten. Juist het inzicht van de meest logische ideeën kan van pas komen als je de specifieke varianten wilt gaan bestuderen.
Pionnenmeerderheid
Beide partijen beschikken over een pionnenmeerderheid die ze graag naar voren willen spelen.
Voor wit
Het plan f2-f4 en e4-e5.
Voor zwart
Zwart zet graag … b7-b5 door, gevolgd door … b5-b4 of … c5-c4.
– De zwakte van d6 en d4
Voor wit
De pion op d6 is enigszins hulpbehoevend. Die kan snel onder druk gezet worden. In de variant die ik de Nimzowitschpirouette heb genoemd, gaat wit met de sierlijke paardmanoeuvre Pf3-d2-c4 en Lc1-f4 pion d6 onder schot nemen.
Voor zwart
Zwart kan het sterke veld d4 gebruiken voor zijn operaties. Zo kan hij proberen een paard naar veld d4 te spelen. Ook niet zelden komt Lg7 via dat veld ‘even om de hoek’ kijken.
Een bijzondere partij waarin de Nimzowitschpirouette verkeerd afliep, was de volgende:
Donner-Planinec, Wijk aan Zee 1973.
1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5 e6 4. Pc3 exd5 5. cxd5 d6 6. Pf3 g6 7. Pd2 Lg7 8. Pc4 O-O 9. Lf4 b6!?
Een bijzonder idee, helemaal in de stijl van de ware Benonispeler. De pion op d6 is ten dode opgeschreven: na 9… Pe8 10. Pb5 valt hij niet meer te dekken.
10. Lxd6
Deze pion laat de witspeler zich niet ontzeggen.
10… Te8 11. Lg3 Pe4
Dit is een stereotiepe manoeuvre in de Benoni. Zwart wil heel graag veld e4 voor zijn stukken veroveren en ook daarmee de invloed van zijn loper op g7 vergroten.
12. Pxe4 Txe4 13. e3 b5
Een bijzonder scherpe zet.
14. Pd6
14… Tb4!
Dat was het idee: de toren grijpt plotseling in op de kwetsbare witte damevleugel. Merkwaardig genoeg ontwikkelt zwart niet.
15. Lxb5
Ligt erg voor de hand: wit wint een tweede pion en ontwikkelt tegelijkertijd een stuk waarna hij de rokade mogelijk maakt. Wat veiliger zou 15. Le2 zijn geweest maar na 15… Lxb2 16. Tb1 Lc3+ 17. Kf1 heeft zwart geen problemen meer. 17… Txb1 18. Dxb1 b4.
15… Lf8 16. Lc6
De consequentie van de vorige zet, maar Donner heeft de volgende geniale actie niet zien aankomen.
16… La6?!!
Objectief gezien fout, maar toch uitroeptekens voor de verbeeldingskracht van het vinden van zo’n zet. Hier zou 16… Pxc6 17. dxc6 La6 zou volledig oké zijn voor zwart; zonder noemenswaardige materiële verliezen heeft hij een moordend initiatief opgebouwd.
17. Lxa8
Donner gaat in elk geval consequent verder met het incasseren van materiaal.
17… Txb2?
Hij is helemaal gek geworden! Hij maakt er nu een torenoffer van dat echter teveel van het goede zou zijn geweest. Het was nu de hoogste tijd om eens wat terug te nemen. Na 17… Lxd6 18. b3 Lxg3 19. hxg3 Pd7 20. Lc6 Pe5 zou zwart ruimschoots voldoende compensatie hebben gehad. Donner pareert … Da5+ maar hij vindt niet de juiste verdediging:
18. Da4?
Hier zou 18. Pe4! min of meer de weerlegging zijn geweest. 18… Da5+ 19. Pd2 Lg7 20. Tc1 Txa2 21. Lf4 Lc3 22. e4 en vermoedelijk houdt wit stand waarna het materiële voordeel de strijd zal beslissen.
18… Df6!
De dame komt ineens via de andere kant om de hoek kijken! Er dreigt om te beginnen … Te2+.
19. Tc1 Lxd6
En nu dreigt de Lg3 afgeruild te worden waarna het mat is op f2.
20. f4 Df5
Niets mis mee, maar nog sterker zou 20… Te2+ zijn geweest. 21. Kd1 Db2 22. Tc2 Db1+ 23. Tc1 Dd3#.
21. e4 Te2+ 22. Kd1 Dh5!
Een mooie elegante slotzet waarna Donner het opgaf.
0-1
Illustratieve partij:
- Donner-Planincec, Wijk aan Zee 1973.
Deze partij en het overzicht via de viewer:
Bronnen:
– De wereld van de schaakopening, Paul van der Sterren
– Mastering the Modern Benoni and the Benko Gambit, Robert Bellin en Pietro Ponzetto
– database van Chessbase
Reageren? Stuur een e-mail naar .
(wordt vervolgd)