Bespreking tussen FIDE en USCF
Bespreking tussen FIDE en USCF
Een verslag van Reuben
Bespreking tussen FIDE en de USCF over de FIDE-regels
Datum: woensdag 13 juni 2012.
Plaats: Marshall Chess Club in Manhattan
Aanwezigen:
– van de zijde van de FIDE: Stewart Reuben (Engeland)
– van de zijde van de USCF: Walter Brown, Bill Goichberg, Frank Guadalupe, Carol Jarecki en Tony Rich.
Stewart Reuben, Bill Goichberg en Tony Rich
Reuben laat zien hoe de rokade moet worden uitgevoerd
Uit het verslag van Steweart Reuben (secretaris van de regelscommissie van de FIDE) op de FIDE-website:
‘De bijeenkomst vond plaats op initiatief van de FIDE. Het doel was om de verschillen tussen de FIDE-regels en de USCF-rules te bespreken. De FIDE hoopt dat deze verschillen kunnen worden opgeheven wanneer in augustus in Turkije wordt gesproken over wijzigingen van de FIDE-regels met ingang 1 juli 2013.
Uiteraard gaan de verschillen bijna allemaal over de Wedstrijdregels, en niet over de Basis spelregels. Ter illustratie, het is in de VS toegestaan, maar wordt niet gestimuleerd, bij het rokeren eerst de toren te verplaatsen. De FIDE-regels schrijven voor dat eerst de koning moet worden verplaatst. Veel van de verschillen hebben een filosofische oorsprong. Op veel Amerikaanse toernooien is BYO materiaal (‘bring your own’ neem zelf je stukken, borden en klok mee) aanwezig. In andere landen komt dit bijna niet voor. De Amerikanen geloven in veel minder streng toezicht door arbiters.
Oorspronkelijk zou Geurt Gijssen, voorzitter van de regelscommissie van de FIDE, de bespreking voorzitten. Maar vanwege slechte gezondheid was hij verhinderd, zodat ik hem verving. We wensen Geurt spoedige beterschap. De bijeenkomst was zeer coöperatief en productief. De volgende fase zal voor mij zijn om de suggesties voor te leggen aan de regelscommissie van de FIDE. Die commissie is bevoegd voorstellen te doen tot wijziging van de FIDE-regels en deze ter besluitvorming voor te leggen aan de Algemene Vergadering,’ aldus Reuben.
Commentaar
Het tekent de onnozelheid van Gijssen en Reuben om te menen dat de Amerikanen in enkele maanden tijd hun ‘filosofische’ gedachtegoed overboord zullen gooien. Amerika is een democratie, waar ook de schaakregels op democratische wijze worden vastgesteld: inspraak van de leden. Het is een illusie te menen dat zoiets in een achterkamerje kan worden geregeld. En nog wel voor augustus aanstaande.
En, waar denkt de FIDE dat de Amerikanen de vrijwilligers vandaan halen om toezicht te houden bij wedstrijden? De Amerikaanse schaakregels gaan veel meer uit van de eigen verantwoordelijkheid van de schaker. De schaker moet zelf opletten of een vlag valt, een wedstrijdleider doet dat niet voor hem. En, als iemand – zoals eeuwenlang is gebeurd – bij rokade eerst de toren verplaatst, vinden de Amerikanen dat prima. Vergeet niet dat de rokade na de Middeleeuwen een ‘koningssprong’ werd genoemd. De koning springt over de toren heen. Heel idooit wordt dit in de FIDE-regels in artikel 3.8 onder a ii, een ‘enkele koningszet’ genoemd. Dat slaat natuurlijk nergens op, het wordt alleen duidelijk als men weet dat het heeft te maken met een onbegrijpelijke vertaling van de koningssprong.
Dwaas in het verslag van Reuben is zijn kwalificatie. Hij stelt dat Gijssen voorzitter zou zijn van de bijeenkomst, en nu Gijssen afwezig is, is hij de voorzitter. Zo werkt het niet. De vertegenwoordiger van de FIDE was slechts een bezoeker, hij was een gast. De FIDE heeft namelijk niets te eisen van de Amerikanen, integendeel. Beleefd en nederig kan de FIDE iets verzoeken. Dan is het ongepast zichzelf te benoemen tot voorzitter. Gijssen en Reuben weten dan ook niet hoe het hoort.
Vriendelijk hebben de Amerikanen Reuben aangehoord. Vergeet niet dat anders dan de FIDE-regels op de Amerikaanse schaakregels auteursrecht rust. De FIDE-regels staan gepubliceerd op vele websites, de USCF-rules niet. Die staan in een boek. Zo’n boek moeten schakers kopen. En de winst? In Amerika gaat alleen de zon voor niets op. Die winst laten die Amerikanen zich niet zomaar afpakken. ‘Laat de Amerikaanse schakers maar betalen voor de USCF-rules.’
Typerend is dat de FIDE wel aandacht schenkt aan het bezoek, maar de site van de Amerikaanse Schaakbond niet. Dat zegt genoeg.
De laatste versie van het reglement van een sportbond behoren openbaar te zijn.
De sportbond dient ervoor te zorgen dat het te downloaden is op de website van de bond. Je kan niet verlangen dat een sporter bij elke regelwijziging weer een nieuw boek aanschaft met de regels.
Ook de deelnemers uit Europa die meedoen aan een toernooi in de Verenigde Staten moeten de gelegenheid hebben de USCF regels in te zien zonder een boek te hoeven aanschaffen.
Paul-Peter Theulings,
Graag ben ik het met je eens. Ik vind het ook heel vervelend dat er auteursrecht rust op de USCF-rules. Het beperkt me namelijk in de mogelijkheid er uitgebreid uit te citeren. Echter, wil de Amerikaanse Schaakbond de USCF-rules op internet plaatsen, moet zij eerst het auteursrecht afkopen. Dat kost geld, veel geld. En een van die heren die persoonlijk financieel belang heeft bij het handhaven van de USCF-rules zat aan tafel bij Stewart Reuben.
Wel zou die bond de FIDE-regels kunnen overnemen. Is zij direct verlost van het auteursrecht, en hoeft zij ook het auteursrecht niet af te kopen. Echter, die FIDE-regels botsen teveel met de Amerikaanse mentaliteit. De FIDE zal dus moeten bewegen en haar FIDE-regels meer moeten wijzigen overeenkomstig de Amerikaanse mentaliteit. Dat zou de KNSB prachtig moeten vinden, want het betekent ook een verlichting voor de vrijwilligers bij de KNSB en regionale bonden. Maar dat zie ik de KNSB nog niet doen.
Ik heb bijvoorbeeld niet de indruk dat jij een zeker begrip wilt tonen voor een versoepeling van de rokade-aanraak-regel, overeenkomstig de Amerikaanse opvatting, of voor een omgekeerde toren. Als iemand in Amerika zijn partij moet stilleggen voor het verkrijgen van een tweede dame, kan hij vijf minuten zoeken naar de wedstrijdleider…
Een Amerikaan rokeert terwijl dat niet meer mag, zijn toren had al eerder gespeeld. Enkele zetten later komt zijn tegenstander daar achter.
De stelling wordt teruggezet naar die vóór de rokade.
Met welk stuk moet er dan gezet worden? Bij de FIDE is het dan duidelijk, het is de koning. Als je Amerikaanse gewoonten aanleert is het niet meer duidelijk welk stuk is aangeraakt.
Hoe vaak komt jouw probleem voor in de praktijk, en dat het ook daadwerkelijk een probleem is omdat de spelers het probleem zelf niet kunnen oplossen: 1 op de 1.000.000.000 partijen, of 1 op de 10.000.000.000?
Want, hoe vaak komt het voor dat een ongeoorloofde zet wordt gedaan, en voorts dat die zet pas een aantal zetten later wordt ontdekt, dat het bovendien nog om een rokadezet gaat en tot slot dat het ook nog omstreden is welk stuk het is eerst is verplaatst? Pas op dat je geen tweede Gijssen wordt, denk aan zijn beruchte lex Gijssen, artikel 9.2. Men moet geen regels maken voor zaken die alleen theoretisch voorkomen. Doet men dat wel worden de FIDE-regels zo omvangrijk als een telefoonboek.
Met een benadering zoals jij die hebt, blijven de cultuurverschillen tussen FIDE en USCF zo groot, dat ik niet geloof dat de komende jaren er enige toenadering mogelijk is tussen beide systemen.
M.i. ligt het probleem bij de regelscommissie van de FIDE. Daarin hebben toparbiters in de eerste plaats een veel te hoog verwachtingenniveau van of stellen veel te hoge eisen aan wedstrijdleiders. Verwachtingen of eisen die niet realistisch zijn. In de tweede plaats door een verschil in visie over de eigen verantwoordelijkheid van de speler. In de derde plaats door de pietluttige opvattingen van de FIDE toparbiters en tot slot het ontbreken van inzicht in de FIDE-regels wat leidt tot tegenstrijdigheden.
Ongeoorloofde rokades zijn niet uiterst zeldzaam.
Zeven jaar geleden rokeerde mijn teamgenoot toen dat niet meer mocht.
Het zijn de FIDE regels waardoor hij zich had aangeleerd te rokeren door eerst de koning te spelen. Als hij zich een vrijblijvende USCF instelling had aangeleerd, had hij het niet meer zeker geweten.
Een andere USCF regel waar ik mijn vraagtekens bij zet heb je [url=http://pijpersh.home.xs4all.nl/index.html?page=http://pijpersh.home.xs4all.nl/nl/schaakrecht/pdg/schaakrecht_pieter_100.html]hier [/url] behandeld, Pieter.
Ik citeer Eric Roosendaal:De Amerikanen hebben een afwijkende regel die wel simpeler is, maar wel het volgende probleem kent: Als de laatste slagzet die van wit op zet 45 is, dan kan in Europa wit op zet 95 claimen, door zijn zet op te schrijven en de arbiter te roepen. Er zijn dan exact 50 zetten gedaan zonder slagzet/pionzet. In de USA kan dat niet. Als zwart nu op zet 95 iets slaat dan is de gelegen-
heid voorbij. Hoewel er dus wel degelijk 50 zetten zonder slagzet/pionzet zijn geweest kan wit niet claimen, vanwege het feit dat hij toevallig niet aan zet was. Zwart kon dat wel, maar speelt kennelijk op winst.
Die onrechtvaardigheid is in de FIDE-regels weggewerkt, door te stellen dat je ook kunt claimen als je niet aan zet bent, namelijk door eerst je zet op te schrijven en die niet uit te voeren. Zwart kan dan nog niet antwoorden, en dus ook geen slagzet spelen.
De keus is dus onrechtvaardig (USCF) of rechtvaardig (FIDE).
Over het auteursrecht op spelregels wil ik dit nog kwijt.
Als spelregels niet openbaar verkrijgbaar zijn vind ik ze
niet geschikt. Iedere schaakbond kan wel zijn eigen regels maken en dan
de schakers verplichten het regelboek te kopen als ze willen weten welke
regels dat zijn. Zozo, de mensen met financiëel belang zitten ook nog eens aan tafel.
Zou de KNSB eens moeten proberen, een eigen niet openbaar reglement, alleen als boek te koop.
Laat de USCF hun regelboek maar ergens insteken waar de zon nooit schijnt.
De Amerikanen zijn toleranter. Hun regel luidt ongeveer hetzelfde als de FIDE-regel, alleen anders geformuleerd. Toegevoegd is artikel 10 I, 2, dat luidt: ‘Eerst is de toren aangeraakt. Indien een speler met de bedoeling om te rokeren eerst de toren verplaatst, wordt geen straf opgelegd, tenzij rokeren ongeoorloofd is want dan moet de speler de toren verplaatsen.’
De Amerikanen kennen dus als hoofdregel de bestaande FIDE-regel. Maar zij maken er geen probleem van als een speler eerst de toren verplaatst. Dat scheelt dus gedonder, bijvoorbeeld het geval van jouw teamgenoot. De straf die jouw teamgenoot is opgelegd (‘nu mag rokeren niet, en moet je een zet doen met de toren’) betekent feitelijk dat de partij voor je teamgenoot is verloren. Ik vind die straf zo verschrikkelijk kinderachtig, en zo onredelijk hard. De wedstrijdleider die aldus heeft moeten beslissen, schaamt zich dood voor de FIDE-regels, en heeft een rot weekend. Hij wou dat hij nooit wedstrijdleider was geworden. Kijk, ik heb geen zin om mijn kostbaar vrije zaterdagmiddag te moeten verpesten door zo’n beslissing te moeten nemen. Dit heeft niks meer met schaken te maken, maar met het pesten van een volwassen schaker. En dat allemaal door die truttige FIDE-regel.
Wat betreft die 50-zetten regel, ik heb gelukkig zo’n zaak nog nooit hoeven te beslissen. Want dat getel en wie aan zet is, is mij veel te ingewikkeld. Wel heb ik in mijn map een overzicht van zetten; die heb ik ook ergens gepubliceerd meen ik. Voor het geval dat raadpleeg ik dat overzicht. Want, ingewikkeld recht is geen recht.
Mijn teamgenoot moest met de koning zetten, en hij speelde Ke2, wat in die stelling een goede zet was.
De vijftig zetten regel valt wel mee qua ingewikkeldheid.
Ben je aan zet, en is er de laatste 100 acties niets geslagen en geen pion gezet, dan mag je remise claimen.
Ben je aan zet, en is er de laatste 99 acties niets geslagen en geen pion gezet, dan mag je remise claimen door zelf de 100e actie op te schrijven en dan te claimen.
Reactie op 20:48.
Graag ben ik het met je eens dat het absurd is dat op wetten, regels, reglementen etc. auteursrecht rust. Het is een misverstand te menen dat ik dat goed zou praten. Overigens, ook in Amerika wordt erover geklaagd.
Iets anders is het wanneer een bond door allerlei stommiteiten in deze situatie terecht is gekomen. En verstrikt is geraakt in de handen van handige juristen. Juristen die in ieder geval de schaakwereld beter begrijpen dan de regelscommissie van de FIDE, laat dat wel even gezegd zijn. Dan rijst de vraag: hoe kom van die juristen af? Dat gaat niet zo gemakkelijk, daar moet stevig over onderhandeld worden en dat gaat geld kosten. Dat duurt jaren.
Het is dus onnozel van Gijssen en Reuben te menen dat de Amerikanen zo maar afstand nemen van hun USCF-rules. Dat lukt niet. Het is positief dat een gesprek heeft plaatsgevonden, maar het kan nooit een eenrichting verkeer zijn van de FIDE naar de Amerikanen.
Wellicht komt er meer uit dan je nu verwacht, Pieter, en misschien is je indruk dat er hier sprake is van een eenzijdig FIDE dictaat niet juist.
De USCF zal zeker zijn inbreng hebben. Het zou kunnen dat de FIDE een enkele USCF regel gaat overnemen.
Uit het verslag van Reuben: ‘Veel van de verschillen (tussen FIDE en USF) hebben een filosofische oorsprong.’
Met die analyse ben ik het wel mee eens. Wellicht heeft het ook te maken met een zekere maatschappelijke ideologie. Zelf verantwoordelijk zijn, zelf opletten. Praktisch handelen en denken. Regels moeten bruikbaar zijn. De cultuur van weinig vrijwilligers in de schaakwereld. De cultuur van zelf je schaakspullen meenemen. In zo’n wereld moeten de regels zich daaraan wel aanpassen.
De FIDE scheidsrechterlijke wereld weet niet beter dan dat K+P tegen K+P geen remise is, want dat is erin gestampt op de arbiterscursussen. Maar Amerikanen kennen die regel niet, zij verklaren ons voor gek. Ik geloof dat ik de enige ben in Nederland die hen daarin gelijk durft te geven.
Het wordt dan wel lastig als slechts ‘een enkele USCF-regel’ hoeft worden overgenomen in de FIDE-regels. Er staat meer op het spel: namelijk de gedachte achter de regel.
Mijn exemplaar van de 5e uitgave van de USCF reglementen zegt dat het copyright bij de USCF zelf ligt, ook voor de voorgaande uitgaven. Volgens mij hoeft een sportbond niet te zorgen dat de reglementen te downloaden zijn, maar wel dat ze openbaar zijn. Met een boek is dat ook het geval.
Volgens dit reglement moet overigens na een foutieve rokade waar de speler het eerst de toren heeft aangeraak, na terugzetten naar de positie voor de rokade met de toren spelen (art. 10I2). Ik heb alleen niet opgezocht of dit later nog gewijzigd is. Dit zou dan in een bestand met wijzigingen op de website moeten staan.
Wat mij bij het doorbladeren van de USCF reglement opvalt ten opzichte van het FIDE reglement, is dat men bij alle regels mogelijke problemen probeert uit te sluiten. Daar waar we binnen de FIDE alleen de hoofdlijn krijgen, wordt dit in het USCF reglement verder uitgewerkt voor de diverse gevallen.
Over de FIDE regelcommissie vergaderingen tijdens de congressen nog het volgende: deze zijn openbaar, evenals de andere commissievergaderingen. Je kunt gewoon deelnemen, meediscussieren en meestemmen. De commissieleden stemmen apart nog een keer. Beide stemrondes worden op de een of andere manier verwerkt in het definitieve formaat.
Indien regels staan gepubliceerd in een boek dat verkrijgbaar is, is voldaan aan het kenbaarheidsvereiste. Echter, sinds de komst van internet vinden we dat regels gratis moeten zijn te raadplegen. Zie bijvoorbeeld www.wetten.nl en voor rechterlijke uitspraken, www.rechtspraak.nl Dat geldt niet alleen voor Nederland. Wetten en rechterlijke uitspraken staan op internet in alle beschaafde landen, Europa, voormalig Oost-Europa, Amerika etc.
Vandaar dan ook dat de FIDE-regels op honderden websites staan. Echter, niet de USCF-rules. Het is natuurlijk vreemd dat dat er een auterusrecht rust op die regels, daargelaten wie de eigenaar is. Als de Amerikaanse bond het auteursrecht heeft zouden de regels ook op de website kunnen worden geplaatst. Dat gebeurt niet, omdat bepaalde mensen in die bond financiële belangen hebben. Althans, dit las ik een paar jaar geleden op een Amerikaanse site. En het klinkt me ook aannemelijk. Overigens, indien die bond zelf dat recht bezit, betekent dat extra inkomsten. Die raakt zij kwijt als in Amerika de USCF-rules niet meer gelden, maar de FIDE-regels. De Amerikaanse penningmeester zal zuur kijken. Kortom, ook om deze reden stapt die bond niet zo snel over op de FIDE-regels. Zo fungeren de USCF-rules als financiële melkkoe. En dat is niet van deze tijd.
Wat betreft de rokade: rokeren door eerst de toren te verplaatsen is geoorloofd, zie mijn vertaling 16-6 om 20.49 uur. Dat blijkt bovendien wel uit het verslag van Stewart Reuben, zie ten slotte ook de daarbij behorende foto.
Mijn mening is: Neem het goede over van de beide regels. Echter, daarbij is bepalend de manier waarop men kijkt naar de verantwoordelijkheden in de schaakwereld, en de mate van uitvoering van de regels. Dat botst al direct. De ene verwacht veel meer van een wedstrijdleider dan de andere. Daar denkt men zelfs in Nederland verschillend over.
Wat betreft het regelgevingsproces van de FIDE.Tekstvoorstellen worden ingeleverd zonder enige toelichting. Er is geen kwalitatief goede schriftelijke voorbereiding, iets wat toch wel een vereiste is voor regelgeving. Het komt erop neer: men roept maar wat. Het regelgevingsproces zou voorbereid kunnen worden door plaatsing op internet van de voorstellen plus toelichting.