Oude doos (20): Ron Nep
Oude doos (20): Ron Nep
Op 1 januari 2001 publiceerde de FIDE de volgende Nederlandse ranglijst: Van Wely, Piket, Timman, Tiviakov, Nijboer, Van der Sterren, Van den Doel, Reinderman, Sosonko, Brenninkmeijer, Cifuentes, Van der Wiel, Nep, Cuijpers, Van der Weide, Kuijf, De Vreugt, Van der Werf, Visser, Bosboom.
Nep? Wie was dat nou weer? Bestond er echt een Nederlandse topschaker die Nep heette, of was het nep?
Ron Nep bestond echt en had zijn rating te danken aan het Lost Boys Toernooi in Amsterdam, waar hij in de zomer van 2000 onder anderen Karel van der Weide en Friso Nijboer had verslagen. In die tijd telden de lagere klassen van de KNSB-competitie (Nep speelde bij Tal) nog niet mee voor de FIDE-rating. Veel toernooien speelde Nep niet en hij kreeg dus een rating die was gebaseerd op de toevallig beste negen partijen van zijn leven. Die rating was voldoende voor de dertiende plaats op de Nederlandse ranglijst. Een plaats die hij niet lang vasthield, maar die ranglijst van januari 2001 heeft hij waarschijnlijk wel ingelijst.
Na het Lost Boys Toernooi schreef ik in het tijdschrift Schaaknieuws de volgende column.
Heel even de held
Mijn rubriek in de Gooi- en Eemlander wordt wekelijks op de website van het Max Euwe Centrum gezet: www.maxeuwe.nl. Ik stuur haar per e-mail naar een zekere Ron Nep, die dan de opmaak en de diagrammen in orde maakt. Ondanks veelvuldig elektronisch contact wist ik tot voor kort niet hoe deze Nep eruit zag. Omdat ik vermoedde dat hij in Amsterdam woonde, mailde ik hem enkele weken geleden dat hij maar eens naar het Lost Boys Toernooi moest komen en dan in de perskamer naar mij kon vragen. Tijdens de derde ronde zou deze ontmoeting plaatsvinden.
Tegen drieën arriveer ik in de Nieuwe Spiegelstraat. In de perskamer word ik begroet door perschef Jeroen van den Berg. “Ha, Johan, Ron Nep wil graag weten wie jij bent.” Ja, ik wil ook weten wie Ron Nep is. Jeroen: “Dat is een van de koplopers. Hij heeft gister van Karel van der Weide gewonnen en vandaag is hij van Nijboer aan het winnen.” Dit is zo’n moment dat je je afvraagt of je het nog wel allemaal kunt volgen. Friso Nijboer is een van de mensen die dit toernooi kunnen winnen, ik schrijf dan een verhaal over hem en Ron Nep giet dat in een kolommetje. Maar als Nep (hoezo doet die mee trouwens?) hier van Nijboer aan het winnen is, dan zit hij de normale gang van zaken behoorlijk te dwarsbomen. Intussen merk ik dat er in de perskamer een Nepkoorts heerst. Jeroen is een teamgenoot van Nep bij het Amsterdamse Tal, in welk team Nep vorig seizoen topscorer van de tweede klasse B werd. Niek Verwey, die namens Lost Boys de toernooisite verzorgt, werkt met Nep samen aan de website van het MEC. Iedere zet van Nep wordt hier door zijn maten met groot enthousiasme begroet. Ik loop naar de commentaarzaal en herken al van verre de stem van Lex Jongsma, die roept dat ‘die Nep alweer gaat winnen’. De opmerking wordt ontvangen met gejuich van een groep Amsterdamse Nepfans. Lex kijkt grijzend de zaal in en zegt dat ‘die Nep een soort cultfiguur aan het worden is’. Het wordt tijd dat ik eens ga kijken hoe de hoofdpersoon er nou eigenlijk uitziet.
(foto: Ron Nep tijdens Lost Boys 2000, maar zonder petje)
In de speelzaal zie ik Friso Nijboer zitten. Hij zit half onderuitgezakt in zijn stoel en kijkt schuin omhoog, met een blik die ik van hem ken. Friso heeft de partij in gedachten al opgegeven. Door de zaal loopt een man met een petje op. Hij schudt voortdurend glimlachend met zijn hoofd, met grote ogen die verwondering maar ook een soort verontschuldiging uitstralen, alsof hij wil zeggen: sorry, ik kan er ook niets aan doen, het overkomt me. Dan kijkt hij mijn kant op en ik besef dat ik een nieuw hoogtepunt meemaak in mijn carrière als schaakjournalist: ik sta oog in oog met Ron Nep.