De Van Geet opening III
De Van Geet opening: 1. Pc3 III
Onlangs werd bekend dat Dick van Geet is overleden. Hij was een interessante persoonlijkheid wiens naam onlosmakelijk lijkt te zijn verbonden met de openingszet 1. Pc3. De successen die Van Geet ermee boekte en het boekje dat hij erover schreef, was voor een aantal clubschakers voldoende aanleiding om deze obscure paardzet zelf ook in de praktijk te brengen. Vandaar dat ik besloot om hieraan in het dagblad Trouw een soort miniserie te wijden. Het leek me een mooi moment om die nu uit de vergetelheid te trekken. Hieronder de enigszins aangepaste en geactualiseerde tekst.
Dit is een nieuwe aflevering in de serie over openingsvarianten met dit keer – op speciaal verzoek – voor de derde maal aandacht voor de Van Geet opening die ontstaat na 1. Pc3. In de vorige afleveringen (zie Van Geet I en Van Geet II) heb ik enkele ideeën achter de originele partijopzet van de Nederlandse meester Dick van Geet, naar wie deze opening genoemd is, behandeld. In deze derde aflevering ga ik in op het variantencomplex dat ontstaat na 1. … c5. Met zijn eerste zet hoopt zwart de strijd in de banen van het Siciliaans te leiden. Hij krijgt daarin gelijk als wit direct met de zet e2-e4 op de proppen komt, maar zoals Van Geet in zijn inleiding van het bij New in Chess uitgegeven boekje over deze opening zelf opmerkt: "e2-e4 is geen ontwikkelingszet; met deze pionzet maakt wit slechts de ontwikkeling van de stukken mogelijk." In vrijwel alle varianten van de Van Geet opening houdt wit vast aan dit principe. Hij ontwikkelt eerst zijn paarden en begint daarna pas met pionzetten te werken. En in het complex dat in deze rubriek besproken wordt, speelt wit slechts e2-e4 op een voor zwart ongunstig moment. Na de eerste zetten vervolgt wit met 2. Pf3 waarna er de volgende splitsing ontstaat:
A) 2. … Pc6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 waarna zwart een ruime keus heeft.
A1) 4. … e6
A1a) 5. Lf4 (Opnieuw ontwikkelt wit zo snel mogelijk zijn stukken. Na 5. e4 zou de stelling in Siciliaanse vaarwateren zijn gekomen.) 5. … a6 (Dit is om het gevaarlijke Pdb5 uit de stelling te halen.) 6. Pxc6 bxc6 (Na 6. … dxc6 7. Dxd8+ Kxd8 8. 0-0-0+ heeft wit een prettig eindspel. Na de tekstzet kan wit op de zwakte van veld d6 spelen.) 7. Ld6 Lxd6 8. Dxd6 Pf6
(In een rapidpartij Van Geet-Ivanov, Wijk aan Zee 1992 kwam wit in het voordeel na 8. … De7 9. Dc7 Pf6 10. 0-0 0-0 0 11. e4 Pe8 12. Db6.) 9. e4 Db6 10. 0 0 0 Pg4 11. Td4 en wit had duidelijk voordeel in de partij Mestrovic-Hulak, Joegoslavië 1977.
A1b) 5. Pdb5(!)
Van Geet geeft aan dat deze zet mogelijk nog sterker is dan het alternatief. In elk geval loopt het met zwart slecht af in de volgende gevallen:
(1) 5. … d5? 6. Lf4 e5 7. Pxd5 met winst;
(2) 5. … d6 6. Lf4 e5 7. Pd5! en nu staat wit op winst na bijv. 7. … Le6 8. Pbc7+ Kd7 9. Pxa8 exf4 10. Pac7.
(3) 5. … a6 6. Pd6+ Lxd6 7. Dxd6 en wit heeft groot positioneel voordeel.
A2) 4. … a6 (Gezien de kwalijke gevolgen van de zet Pdb5! neemt zwart vroegtijdig maatregelen. De tekstzet is echter geen ontwikkelingszet.) 5. g3 e6 6. Lg2 Pf6 7. 0 0 Le7 8. Lf4 0 0 9. Pxc6 bxc6 10. Ld6 Pe8 11. Lxe7 Dxe7 12. Pa4 Lb7 13. Dd4
en wit staat prettig in de partij Van Geet-Portisch, Wijk aan Zee 1968.
A3) 4. … Pf6 (Zwart legt zijn kaarten nog niet direct op tafel en speelt deze neutrale paardzet.) 5. Lg5 e6 6. Lxf6 gxf6
(Van Geet merkt op dat zwart zich waarschijnlijk beter kan bedienen van 6. … Dxf6 7. Pdb5 Dd8 en de stelling is op zijn minst speelbaar voor zwart.) 7. e3 d5 8. Dh5 Pxd4 9. exd4 Ld7 10. Ld3 met een iets betere stelling voor wit in Van Geet-Szabo, Hamburg 1965.
A4) 4. … g6 5. Lf4 Lg7 6. Pdb5! (Opnieuw gebruikt wit de stukken die hij al in het spel heeft gebracht voor een vroegtijdige overval op klaarlichte dag.) 6. … d6 7. Pd5 Zondigt opnieuw tegen de regel dat je in de opening nooit tweemaal mag spelen met hetzelfde stuk. De dreigingen die wit creëert zijn echter van doorslaggevend belang.
A4a) 7. … Kf8 8. e4 Le6(?) (Beter is 8. … a6 9. Pbc3 b5 10. Dd2 en wit staat iets beter.) 9. Pdc7 Tc8 10. Pxe6+ fxe6 11. Lc4 met groot voordeel voor wit in de partij Van Geet-Medina, Amsterdam 1971.
A4b) 7. … Tb8 8. e4 a6 en nu heeft wit de keuze uit het scherpe 9. Pbc7+ Kf8 10. Dd2 en het rustige 9. Pbc3 b5 10. Dd2 Lb7 11. a4 Da5 12. Le3! zoals voorkwam in de partij Moser-Faure, Bad Wörishofen 1987 en wit had de betere papieren.
B) 2. … e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 en nu:
B1) 4. … Lb4(?) 5. Pb5 d5 en wit behaalt voordeel na zowel 6. Dd4 als na 6. Lf4.
B2) 4. … a6 5. g3 Pf6 6. Lg2 d5?! 7. 0 0
(Slechter is 7. e4 Pxe4 8. Pxe4 dxe4 9. Lxe4 e5 met gelijkspel in de partij Van Geet-Donner, Utrecht 1961.) 7. … Lc5 8. e4 dxe4 9. Le3 La7 10. Pxe4 Pxe4 11. Lxe4 0 0 12. c3 Pd7 13. Dc2 Pf6 14. Tad1 Dc7 15. Tfe1 e5 16. Pf5 met beter spel voor wit in Mestrovic-Doda, Sarajevo 1979.
C) 2. … Pf6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 d5! (De beste zet, maar zwart moet oppassen.) 5. Lg5 e5? (Maar nu vraagt zwart teveel van zijn stelling. Hij lijkt een mooi centrum te krijgen maar na de volgende zet komt hij bedrogen uit. Correct was 5. … Pc6!) 6. Pdb5!
Plotseling ‘hangt’ het zwarte pionnencentrum in de lucht.
6. … a6 (Van Geet geeft nu dat ook 6. … d4 geen oplossing is na 7. Pd5! Volgens mij is er nog niets beslist na 7. … Pa6 want na zowel 8. Pxf6+ gxf6 9. Ld2 Le6 als na 8. Lxf6 Dxd5 zie ik geen voordeel voor wit. Het beste lijkt 8. e4 Le7 maar ook nu moet er nog een hele partij gespeeld worden.) 7. Pxd5! en wit wint. De belangrijkste pointe van wits combinatie is: 7. … axb5 8. Pxf6+ gxf6 9. Dxd8+ Kxd8 10. Lxf6+ en het is uit.
Alle partijen en fragmenten via de viewer:
Genomen uit artikelen in het dagblad Trouw van ondergetekende (wordt vervolgd)