Dimitri's NK, deel 1
Het Nederlands kampioenschap had dit jaar slechts acht deelnemers. Dat was natuurlijk om geld te besparen: acht deelnemers zeven dagen in hotels onderbrengen is een stuk goedkoper dan hetzelfde voor tien deelnemers negen dagen. In principe is een kleiner NK geen goede zaak, maar er zijn ook voordelen:
* Minder deelnemers betekent meer prijzengeld per deelnemer.
* Minder ronden betekent dat als het slecht gaat, je er sneller vanaf bent (en als het goed gaat ben je sowieso blij).
Bij de dames, waar met vier deelneemsters gespeeld werd, was er voor de KNSB nog een voordeel:
* Ze hoeven niet stad en land af te zoeken om iemand te vinden die mee wil doen.
Ik heb overigens bij de spelers geen klachten erover gehoord, al kunnen die er best geweest zijn.
Mijn toernooi ging niet erg goed: vier partijen remise, drie partijen verloren. In de remisepartijen speelde ik best goed, maar kansen op winst had ik nauwelijks; in de verliespartijen maakte ik te veel fouten.
Ik begon met een interessante remise tegen Jan Smeets.
Zwart (die niet mag rokeren) heeft behoorlijke compensatie voor de pion, vooral vanwege de pionnenstructuur: wit heeft vier groepjes, zwart maar een. Het ontwikkelen van de toren op h8 kan wel nog een probleem worden, zeker zolang de dame op a7 staat. De witte toren op a1 staat ook al goed achter de potentieel gevaarlijke vrijpion… Toen ik nadacht over deze stelling was vooral mijn vraag: wat doe ik met mijn koning? Na rokade lijkt 17…Dh4 sterk, toch dacht ik hier serieus over na. Na 18.Td1 Dxh2+ 19.Kf1 is namelijk de zwarte koning in grotere problemen dan de witte. Mijn computer geeft 17…Db6 als sterkste zet, maar een mens gaat vast niet hier een eindspel met een pion minder verdedigen. 17…Tb5 is wel weer een logische zet, en dat was geloof ik de reden dat ik niet rokeerde, zeventien punten op mijn koning af. 17.Dd4 overwoog ik ook, maar 17…Dc7 is dan vervelend, vooral omdat slaan op c3 met schaak is. Vanwege dat laatste, en omdat ik snel mijn toren op d1 wilde zetten, kwam ik tot de partijzet. De koning staat natuurlijk wel kwetsbaar in het centrum, maar in een eindspel kan de centrale koning een voordeel zijn, al is het wel weer jammer dat h2 niet gedekt staat.
17. Ke2 Dc8 18. Dd4
Op zich had ik mijn dame liever op a7 willen laten, maar ze is nodig voor de verdediging.
18… Da6+ 19. Dd3 Dc6 20. Td1 Ke7
Het Fischerachtige 20…Lxh2 komt hier en op volgende zetten in aanmerking. Met 21.f4 sluit wit de loper af, maar de loper ophalen is lastig, bovendien kan zwart met e5 of eventueel g5 de loper bevrijden.
21. a4
Ik zag niet echt hoe ik mijn stukken beter kon neerzetten. De vrijpion opspelen kost tijd, maar ik dacht die te hebben. Ook 21.h3 was een optie trouwens.
21… h6
Anders moet zwart steeds met slaan op h7 rekening houden zodra de toren weggaat. Het negeert wel mijn eventuele dreiging.
22. a5
Ook ik negeer de dreiging. Het toreneindspel na 22. Dxd6+ Dxd6 23. La3 Dxa3 24. Txa3 zal ook wel remise zijn.
22… Thd8
23. a6
Naast het bevredigen van de natuurlijke drang van vrijpionnen om naar voren te lopen had dit nog een idee: de zwarte dame kan niet meer op a6 schaak geven (b.v. op zet 24). De vraag is natuurlijk wel of het niet erg is dat de witte dame en de zwarte toren op een lijn staan: mijn inschatting was dat ik het kon lijen.
23… Le5 24. De4
Eindspelen waarin ik mijn pluspion kwijt was maar wel een vrijpion op a7 kreeg ondersteund door een loper op e3 leken me goed voor wit. Zwart heeft beter: 24…Db5+ 25.c4 Db3 26. La3+ Kf6 27.Dh4+ g5 28.Dxh6+ Kf5 en hier moet wit eeuwig schaak houden als zijn eigen koning hem lief is.
24… Dxc3
Dit leek me nogal riskant en ik ging hier flink rekenen. De eerste zetten liggen voor de hand.
25. La3+ Kf6 26. a7 Ta8
27. Txd8
Ik besteedde veel tijd aan 27. f4 Ld4 28. Txd4 en dit lijkt te winnen, ware het niet dat 28… Dxa1! kan.
(28… Txd4? 29. De5+ Kg6 30. Tg1+ Kh7 31. Dxg7#)
(28… Dxd4? 29. Dxd4+ Txd4 30. Lb2 +-)
Het gaat verder: 29. De5+ Kg6 30. Txd8 Dxe5+ 31. fxe5 Txd8 32. Ld6 Ta8 33. Lb8 en deze interessante stelling leek me remise.
"Maar dit had je moeten kiezen, want je kan het niet verliezen" rijmde commentator Hans Böhm, waarna we vervolgens 33… Kg5 34. Kf3 Kh4 35. Kg2 Kg4 36. f3+ Kf4 37. Kf2 g6 38. Ke2 g5 39. Kf2 h5 40. h3? op het commentaarbord deden maar het sterke 40… h4! met zetdwang achterwege lieten.
27… Txd8 28. Td1
Het alternatief is 28. Ta2 maar ik was bang voor 28… Db3 waarna de toren aangevallen staat met schaak en mat op d1 dreigt. De computer geeft echter een interessante variant waarbij zwart allemaal enige zetten moet vinden: 29. Kf1 Dxa2 30. Dh4+ g5 31. Dxh6+ Kf5 32. Le7 Da6+ 33. Kg2 Tg8 34. Dh7+ Tg6 35. Dxf7+ (35. Dh5!? Tg7 36. Dg4+ Kg6 37. De4+ f5 38. a8D Dxa8 39. Dxa8 Txe7 =) 35… Lf6 36. Lxf6 Txf6 37. Dc7 Th6 38. Dc2+ Kf6 39. Db2+ Kg6 40. Db8 Th8 41. Dxh8 Dxa7 42. De5 Df7 en dit kan wit nog wel even proberen. 28. Dh4+ g5 29. Dxh6+ Kf5 leidt tot niets qua winstkansen overigens.
28… Dxa3 29. Txd8 Dxa7 30. f4
Hier hoopte ik toch wel wat kansen te hebben: de zwarte koning staat bloot op f6 en de zwarte loper is nog op zoek naar een goed veld. Maar mijn eigen koning staat natuurlijk ook niet helemaal lekker, en belangrijker nog, zonder dames is het remise. De +0.6 van de computer lijkt me ook geflatteerd.
30… Lb2 31. Td2 La1 32. Dc4 Db7 33. Da4 Lc3 34. Td3 Db4
35. Dc2
35. Da7 was de laatste poging, 35… De4+ 36. De3 Dxe3+ 37. fxe3 had ik nog wel willen proberen.
35… De4+
Nu heeft zwart eeuwig schaak.
36. Kf1 Dh1+ 37. Ke2 De4+ 38. Kf1 Dh1+ 39. Ke2 De4+ 1/2-1/2
(wordt vervolgd)