Gespot 42: Rondom e3-e2!
Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.
Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.
Tijdens het laatste Nederlandse Kampioenschap werd in de eerste ronde een bijzonder boeiende ingewikkelde partij gespeeld tussen Tea Lanchava en Anne Haast (zie foto’s Jos Sutmuller). Nadat de latere kampioene met wit aanvankelijk prachtig spel had laten zien en in het voordeel was gekomen, miste zij in elk geval één moment waarop zij groot voordeel had kunnen behalen (20. e4!). Nadat die kans voorbij ging, bracht zij zichzelf door een ‘ruwe’ pionzet (22. f4?) flink in de problemen. Plotseling stond er een reus van een zwarte vrijpion op e3.
Toen ik de partij aan het analyseren was, vroeg ik me telkens af, of er iets te doen viel met die gevaarlijke rakker. Ik kreeg onwillekeurig de associatie met een politiehond die aan de lijn wordt gehouden, maar die zijn tanden bloot maakt en grommend afwacht totdat hij losgelaten wordt.
En inderdaad, op maar liefst zes momenten kan er door zwart iets ondernomen worden met deze pion. Anne Haast, die het doorgaans moet hebben van tactische wendingen slaagde er – weliswaar geplaagd door tijdgebrek – niet in om de ‘hond los te laten’ op haar tegenstander. Het werd haar enige nederlaag in het toernooi en voor Lanchava betekende dit punt dat ze in een soort ‘flow’ kwam te zitten, die haar later haar eerste Nederlandse titel opleverde. We zullen nooit weten hoe het kampioenschap zou zijn verlopen als… Het woord ‘als…’ telt namelijk niet in de sport.
Tea Lanchava |
Anne Haast |
Gezegd moet worden dat al deze wendingen bepaald niet triviaal waren en zeker in een praktische partij zeer moeilijk te vinden zijn. Je kunt dan wel de zet …e3-e2 steeds bekijken, maar je moet ook telkens zien wat er daarna moet gebeuren. Om de lezer uit te dagen, heb ik al deze momenten op een rijtje gezet en steeds een vraag geformuleerd. Het is de bedoeling dat de oplosser niet alleen zwarts eerste zet als antwoord geeft (want die is min of meer al prijsgegeven), maar met een variant probeert te staven, waarom de zet zo goed is. Pas goed op, er zitten de nodige addertjes onder het gras. Veel plezier bij het oplossen!
Wat is zwarts beste zet? Geef een variant om dat te bewijzen.
Wat is zwarts meest kansrijke voortzetting? En waarom?
Hoe kan zwart na wits 30. e6-e7 het best antwoorden?
Het is grappig dat het weer moet komen van de magische zet uit dit artikel. Maar hoe zit het in elkaar?
Wat is de enige kans om de partij te redden en waarom?
Wat kan zwart doen om toch nog minimaal een halfje aan deze stelling over te houden?
Deze fragmenten via de viewer: