Wie een kuil graaft…

De zomertoernooien draaien weer op volle toeren. In Vlissingen vindt momenteel het 16e Hogeschool Zeeland Schaaktoernooi plaats. Op consigne van de brandweer worden er ‘slechts’ 250 deelnemers toegelaten. Dat is dringen geblazen, want veel mensen combineren graag overdag hun vakantie aan het strand met ’s avonds een schaaktoernooi. Het toernooi is in de top wederom sterk bezet en met maar liefst 55 deelnemers met een rating boven 2200, mogen we stellen dat de organisatie weer een bijzonder aantrekkelijk deelnemersveld bijeen heeft gesprokkeld. Naast het toernooi is er ook een interessant secondair programma met onder andere een lezing van Anish Giri en een simultaan van Nyzhnyk.

Aangezien het Eloverschil in de eerste paar ronden vrij groot is, mocht op voorhand verwacht worden dat de hogere ratinghouder het puntje soepel zou kunnen binnenhalen. Dat gebeurde in lang niet alle gevallen. En ook niet alle favorieten kregen het zomaar cadeau. Sommigen moesten hard werken voor een vol punt. Opvallend is soms ook het grote respect dat de amateurs voor de professionals tonen. Er wordt soms opgegeven in stellingen waarvan men aanneemt dat de tegenstander die wel even tot winst zal voeren, hoewel dat dan toch niet helemaal triviaal hoeft te zijn.

Een speurtocht naar mooie zetten en concepten heeft een aardige oogst opgeleverd, waarvan ik er een paar aan u voor wil leggen. Het toernooi kunt u prima volgen via de uitstekende toernooisite. En omdat we u graag actief betrekken om uw tactische vaardigheid te verbeteren, kunt u uzelf testen. Veel plezier bij het oplossen!

We beginnen met een korte partij waarin zwart in een bekende openingsvalstrik trapt. Hij blijkt echter iets heel gemeens in petto te hebben, zodat we met recht het spreekwoord van stal kunnen halen: wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in!

Rolf, Marco – Ducarmon, Quinten

1. d4 d5 2. c4 c6 3. Pc3 dxc4 4. e3 b5

5. Pxb5?

Een trucje dat geen trucje blijkt te zijn!

5… cxb5 6. Df3

De toren op a8 gaat verloren, of zwart moet een stuk teruggeven en daar hij gaat hij ook niet op vooruit.

6… Dc7 7. Dxa8 Lb7 8. Dxa7

8… e5!

Daar komt de eerste aap uit de mouw. Nu veld c5 wordt gedekt door de loper dreigt zwart … Pc6 met damevangst!

9. Lxc4

[9. dxe5 Lc5]

9… bxc4 10. Ld2 Pa6 11. Pe2

11… Pe7!

Zwart vangt de dame nu met het andere paard!

12. Pc3 Pc6

En wit hield het al voor gezien!

0-1

OPGAVE 1
Ziet u de aanvalsdoelen?

OPGAVE 2
Hoe maakt wit het snel uit?

OPGAVE 3
Hoe kan zwart gebruik maken van het gebrek aan samenwerking tussen de witte stukken?

OPGAVE 4
Met welk grappig zetje wint wit materiaal?

OPGAVE 5
Hoe profiteert zwart van de rare positie van de witte koning?

OPGAVE 6
Met welke (briljante) stille zet wint wit materiaal?

OPGAVE 7
Met welke opmerkelijke zet wint wit materiaal?

OPGAVE 8
Wit heeft een verrassende zet waarmee hij materiaal wint.

OPGAVE 9
Hoe maakt zwart een vol stuk buit?

OPGAVE 10
Met welke mooie zet leidt wit een gevaarlijke aanval in?

Alle fragmenten via de viewer:

(De foto is genomen van de toernooisite.)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

5 Reacties

  1. Avatar
    HermanGrooten 09 augustus 2012

    Bedankt voor de complimenten, we zullen zeer regelmatig dit soort puzzeltjes blijven aanbieden!

  2. Avatar
    Johan Hut 12 augustus 2012

    Dat knopje ‘oplossing’ (dat we al een tijdje hebben op deze site) is ook heel prettig. Dat je blik echt niet per ongeluk kan afdwalen naar de oplossing.

    Er waren er vier bij waarbij ik vrijwel onmiddellijk de goede zet koos, maar pas later zag waarom het inderdaad gewonnen was, of zag dat het ingewikkelder was dan ik dacht. ‘Move First Think Later’, ha ha.

  3. Avatar
    Johan Hut 12 augustus 2012

    Bij het openingsvalletje in Rolf-Ducarmon dacht ik: hè? Ik heb als kind toch geleerd dat zwart in het Damegambiet om deze reden zijn pion niet kan behouden? Totdat ik besefte dat dat was:

    1.d4 d5 2.c4 dxc4 3.e3 b5 4.a4 (en dus niet Pc3) 4…c6 5.axb5 cxb5 6.Df3 enzovoort.

    In de eerste plaats heeft wit dan een paard meer dan in deze partij, bovendien kan de witte dame over de a-lijn terug. Waarschijnlijk heeft Rolf deze bekende truc in gedachten gehad.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.