Canon (8): Euwe-Aljechin 1935 en 1937
Geen enkel evenement heeft ook maar bij benadering zo veel effect op de schaaksport in Nederland gehad als de match Euwe-Aljechin in 1935. Het ledental van de KNSB steeg na de match van vierduizend naar twaalfduizend, al tijdens de match (oktober-december) werden er nieuwe clubs opgericht en in 1936 nog meer. Zoals jongetjes gingen judoën vanwege Anton Geesink (1964) en meisjes gingen zwemmen vanwege Inge de Bruijn (2000), gingen mannen schaken vanwege Max Euwe. Om die reden zette een groep journalisten van de regionale dagbladen Euwe in 1999 op de zesde plaats van grootste Nederlandse sporters van de twintigste eeuw. Na Johan Cruijff, Fanny Blankers-Koen, Ard Schenk, Anton Geesink en Jan Janssen.
Er was tot 1947 geen systeem om tot een uitdager van de wereldkampioen te komen. Euwe presteerde goed op internationale toernooien en het was kampioen Alexander Aljechin (een Rus die in Frankrijk woonde) zelf die Euwe in 1933 voorstelde een WK-match te spelen. Euwe liet die uitnodiging liggen, maar beantwoordde hem in 1935 alsnog. Er werd een comité opgericht dat de match organiseerde, in steeds wisselende plaatsen, ondersteund door de plaatselijke verenigingen. Propaganda voor de schaaksport was kennelijk een doelstelling. De meeste partijen werden in Amsterdam en andere steden gespeeld, maar de dorpen Baarn, Zeist, Ermelo en Zandvoort werden ook aangedaan. Het verbaasde niemand dat favoriet Aljechin met 6-3 voorkwam, maar Euwe maakte een enorme inhaalslag en won de match met 15,5-14,5. Na afloop van de laatste partij stond Aljechin op en sprak tot de bomvolle zaal de historische woorden: “Es lebe Schachweltmeister Euwe, es lebe schachliebend Holland.”
De formidabele prestatie van Max Euwe, die zich met zijn secondanten minutieus op de match had voorbereid, werd een beetje overschaduwd door het gerucht dat Aljechin altijd dronken was. Dat hij voor de partij in Ermelo te laat kwam en een beetje stennis schopte, versterkte dat gerucht. Dat Aljechin uit ijdelheid geen bril droeg en daardoor soms wat raar liep, hielp ook mee. Euwe heeft later verklaard dat Aljechin altijd hetzelfde, normale drinkgedrag heeft gehad en dat dat zijn prestaties dus niet meer dan anders beïnvloedde.
Twee jaar later maakte Aljechin gebruik van zijn recht op een revanchematch. Weer in Nederland, weer in wisselende plaatsen. Alle rollen waren nu omgedraaid. Nu was Euwe favoriet, maar nu won Aljechin en wel ruim met 15,5-9,5. Euwe zei later: “Toen ik in 1935 wereldkampioen werd speelde ik slechter dan Aljechin, toen ik twee jaar later van hem verloor speelde ik beter dan hij. Het is waar: een wereldkampioen heeft vrijwel nooit met succes zijn titel verdedigd. Julius Caesar zei het al: het veroverde te behouden is moeilijker dan het veroveren zelf.”
Aanverwante vensters in deze Canon:
– AVRO-toernooi 1938: De vijf of zes sterkste schakers ter wereld ontliepen elkaar niets. Wie zou de nieuwe uitdager worden?
– Groningen 1946: Aljechin overleden, Euwe nog één keer wereldtop.
– Via Nederland naar het WK: Hoe werd voortaan het WK georganiseerd?
– Max Euwe: totaaloverzicht.