Tiviakov en Kravtsiv winnen LBV-toernooi
De laatste paar jaren was het Brabants kampioenschap een sterk bezet weekendtoernooi geworden. Goed prijzengeld, aantrekkelijke condities, dat lokte behoorlijk wat titelhouders naar ‘Roosendaal’. Zonde eigenlijk dat het toernooi alleen voor NBSB-leden toegankelijk was. Dat vonden de organisatie en sponsor LBV blijkbaar ook, en zo werd op dezelfde locatie afgelopen weekend (donderdag t/m zondag) het eerste LBV-toernooi gespeeld met maar liefst twaalf GM’s, acht IM’s en vier WGM’s gespeeld. Hotel, eten en drinken voor de titelhouders, garantiegeld voor de grootmeesters, zo krijg je dus een sterk toernooi! Ook de speellocatie (Jan Tinbergen College) was uitstekend, en het was er in tegenstelling tot buiten heerlijk koel. Hetzelfde college werd ook ter beschikking gesteld voor een training van de olympiadeploeg, waarbij geregeld een van de spelers aanschoof bij het Playchesscommentaar van Stefan Kuipers en Yochanan Afek. Verder telde het toernooi niet mee voor de Fide-rating: het idee was dat (top)spelers dan minder voorzichtig zouden spelen. Het scheelt inderdaad wel als een verliespartij je niet een plek in het olympiadeteam kan kosten (hier spreekt iemand uit ervaring). Wel jammer dat evengoed het Fide-speeltempo (1.30+30m, 30s per zet) werd gebruikt, want het is wel fijn als om half een ’s nachts de ronde afgelopen is (zowel voor degenen die een lange partij spelen, als degenen die F5’end op de indeling wachten).
Het toernooi werd gewonnen door Sergei Tiviakov en Martyn Kravtsiv, die beiden zowel in punten, WP en SB gelijk eindigden. De eerste kent u, de laatste waarschijnlijk niet. Ik had tenminste nooit van hem gehoord, zo dacht ik, maar dat lag aan mijn geheugen: de Oekraïense grootmeester had namelijk vier jaar geleden op 17-jarige leeftijd goud gewonnen bij de denksportspelen in Beijing in het onderdeel snelschaken, en daar deed ik ook aan mee… en dit jaar nog was hij gedeeld eerste in Cappelle-la-Grande. Een goede speler dus.
Om een toernooi te winnen moet het meezitten, heb ik wel eens betoogd. Kravtsiv speelde gewoon goed, maar her en der zat er ook hulp van zijn tegenstanders bij. In de eerste ronde al:
Ik zat naast deze partij en bedacht net dat wit het goed gespeeld had. Nu rokeren, torens op de c- en d-lijn zetten, misschien kan wit wel een plusje claimen. Vermoedelijk had zwart het evengoed wel gewonnen, maar we zullen het nooit weten, want de witspeler kwam hier met een enorme blunder.
17. Db3??
Onder het motto ‘rokeer pas als je niets beters te doen hebt’. Het faalt tactisch.
17… f4! 18. Ld4 Pd3+
Nog iets sterker was 18…f3 19.Lxe5 fxg2, maar dit is goed genoeg. De rest was vast niet moeilijk meer.
19. Kf1 Lxd4 20. Lxd3 Dh4 21. Dc2 f3 22. Pe4 Lf5 23. gxf3 Tf8 24. Kg2 Lg6 25. Taf1 Lh5 26. Le2 Tae8 27. Dd3 Txe4 28. fxe4 Txf2+ 29. Kg1 Txe2+ 30. Dxd4 Dg3# 0-1
Na de volgende partij wist Kravtsiv waarschijnlijk dat hij een goede kans maakte het toernooi te winnen.
19. Tb1 Dxa2 20. Ta1 Db2 21. Tb1 Da3
Alina is iemand die ook met zwart tegen een grootmeester gewoon op winst speelt. Objectief gezien is 21…Da3 ook de beste zet, al had vast niemand het kwalijk genomen als ze op de zetherhaling was ingegaan.
22. Txb7 Pe4 23. f3 Pxd2 24. Dxd2 Le7?
De toren op b7 staat heel actief, en die had dus afgeruild moeten worden met 24…Tb8. Na 25.Txb8+ Pxb8 26.Dg5 Th6 heeft wit wel genoeg compensatie voor één pion, maar niet voor de twee die hij achter staat. In de partij wint hij een pion terug en wordt de compensatie ook groter.
25. De3 Pd8?
Als Tb7 hiermee verjaagd zou worden zou dit goed zijn, maar helaas. 25…Dd6 26.Txg7 Tb8 verdedigt de boel nog.
26. Txg7!
Het blijkt dat de witte toren niet goed geslagen kan worden. Er dreigt echter ook nog maal e7, Lb5+, soms Tg8+, te veel om tegen te verdedigen.
26… Th1+ 27. Kf2 Pxb7 28. Dxe6 Kd8 29. Lxf5 Tc7 30. Dxd5+ 1-0
Sergei Tiviakov is iemand die vaak geluk afdwingt. Je ziet bij hem vaak stellingen waarbij je denkt dat zijn tegenstander het toch wel remise zou moeten kunnen houden, maar op een of andere manier weet hij dan toch vaak te winnen. Een typisch voorbeeld is zijn partij tegen Sergey Kasparov.
Zwart heeft (in theorie althans) de goede loper, de zwaktes bij zwart zijn moeilijk aan te vallen en/of makkelijk te verdedigen. En weliswaar staat het bij zwart ook niet fraai, al zijn stukken doen eigenlijk niets, maar hoe kom je er ooit doorheen me wit? Dat moet in ieder geval met de hulp van pionnen gebeuren.
28. f5 g5?!
Waarschijnlijk was Kasparov (ik ga die naam zoveel mogelijk gebruiken in deze analyse) bang voor Pf4, maar als Kasparov nou meteen 28…Pf8 had gedaan, dan had op 29.Pf4 g5 gekund met tempowinst (want 30.Pxe6 is niets voor wit). En als wit zijn paard naar e4 speelt heb je nog de optie om twee keer op f5 te slaan.
29. Pf2 Pf8?!
Wie g5 doet, moet ook h5 doen, gevolgd door Th8. Dat geeft tegenspel zonder materiaal te verliezen.
30. Pe4 exf5 31. gxf5 Td5
Inleiding, al dan niet bewust, tot een kwaliteitsoffer.
32. Tf1 Tad8 33. Tad1 h5?
Ik weet niet of Kasparov hier al door had dat hij een kwaliteit zou verliezen, maar 33…Pd7 34.Pc3 Pb8 is de beste versie om dat te doen. Na 35.Pxd5 Txd5 heeft zwart een ferme blokkade en het paard op b8 doet zelfs iets, een pion aanvallen, zodat wit nog geen tijd heeft voor Lg1-h2. Misschien is het bij correct spel zelfs nog remise te houden.
34. Pc3 Pd7?!
Er was geen goede weg terug voor Kasparov: 34… T5d7 35. d5 cxd5 36. Pxb5 Tb8 37. c6 Txb5 38. cxd7 Pxd7 39. Lxa7 is kansloos verloren. En als zwart een paszet doet speelt wit zijn loper naar h2 zoals in de partij. Als zwart dan niets doet komt de loper op b8, als zwart zijn paard wegzet kan er een toren op e6 komen, als zwart zijn toren wegzet kan wit d5 doen, dat zal dus wel winnen voor wit, maar minder makkelijk als in de partij.
35. Pxd5 cxd5
Ok, als Kasparov tijd krijgt om zijn paard naar c6 te spelen wordt het nog interessant. Maar helaas:
36. Ta1 Tb8
Want 36…Pb8 37.Ta5 verliest een pion. Op b8 kan de toren echter niet blijven staan.
37. Lg1 Te8 38. Kd3 Ld8 39. Lh2
Nu wil wit een toren op de e-lijn zetten en op het juiste moment c6-c7 doen.
39… Pe5+
Nog een interessante poging tot een vesting.
40. dxe5 fxe5
Een plan voor wit om te winnen is d5 twee maal aan te vallen, dwingt d4 af, koning naar e4, en dan denk je eens over de volgende stap na. Wat Tiviakov doet is simpeler.
41. Lxe5 Txe5 42. Tae1 Lc7 43. Txe5 Lxe5 44. Te1
Op 44…Kf6 wint 45.Txe5 Kxe5 46.c6, dus Kasparov gaf het op. 1-0
Eindstand:
1/2 Tiviakov, Kravtsiv 5
3/8 Van den Doel, Winants, Pruijssers, Bosboom, Broekmeulen, Kasparov, Muhren, E. l’Ami 4,5
Bosboom Brabants kampioen.
In een volgend verslag kom ik nog terug op o.a. de spektakelprijzen.
Martyn Kravtsiv heeft in 2010 in Enschede in de Young Masters meegespeeld. Daar werd hij gedeeld derde, samen met Gil Popilski en Robin van Kampen.
Komende zaterdag in de Gooi- en Eemlander:
"Winnaar werden Sergei Tiviakov, die zijn zoveelste toernooizege boekte, en de onbekende Martyn Kravtsiv uit Oekraïne. Zelfs Dimitri Reinderman kende hem niet en dan ben je echt onbekend."