Gespot 45: Gligoric en het Konings-Indisch
Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.
Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.
Svetozar Gligoric was een groot man. Uit het voormalige Joegoslavië kwam het bericht dat hij onlangs, op de leeftijd van 89 jaar, was overleden.
Bij het surfen op diverse websites zag ik diverse “In Memoriams” staan, waarin hem de laatste eer bewezen werd. Een mooi portret vond ik van Peter Doggers op www.chessvibes.com dat u hier kunt bekijken.
De eerste keer dat ik met zijn naam te maken kreeg, was toen ik tegen het Konings-Indisch het systeem met 7. Le3 ging spelen (dus na 1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. Pf3 0-0 6. Le2 e5 7. Le3). Dit zetje zal altijd verbonden worden met zijn naam. Gligoric behoorde een tijdlang tot de top 10 van de wereld en hij was een van de adepten van het Konings-Indisch. Mede door zijn inbreng werd deze opening, die door mensen als Tarrasch naar de prullenbak waren verwezen, nieuw leven ingeblazen. Gligoric behoorde tot een van de prominente deelnemers die deelnam aan een van uit geschiedkundig oogpunt gezien belangrijkste toernooien ooit. Dat was in Zürich 1953, waar vrijwel de gehele toenmalige wereldtop aanwezig was. Het beroemde toernooiboek van Bronstein over dit toernooi wordt nog altijd gezien als een parel uit de zeer rijke schaakliteratuur. Jonge spelers van nu, die naar een partij uit een database zitten te turen, doen er goed aan eens een blik te werpen in dit boek. In Zürich werden de fundamenten gelegd voor de hedendaagse openingstheorie. De spelers van destijds waren de pioniers van wat we anno 2012 als gemeengoed beschouwen.
Gligoric heeft in dit toernooi ook het nodige fraais laten zien. Zelf ben ik nog altijd onder de indruk van wat hij tegen de Sovjetspeler Alexander Kotov op het bord toverde. Kotov, de latere trainer van wereldkampioen Petrosian, heeft deze partij opgenomen in ook een van zijn beroemde boeken “Play like a Grandmaster” (dat de opvolger was van “Think like a Grandmaster”). Ik heb de partij van mijn eigen commentaar voorzien.
Kotov – Gligoric, Zürich 1953.
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. f3 O-O 6. Le3 e5 7. d5 c5 8. Ld3 Ph5 9. Pge2 f5 10. exf5 gxf5 11. Dc2
Op het eerste gezicht is wit goed uit de opening gekomen. Hij heeft, op zijn torens na, al zijn stukken al ontwikkeld. Naar alle waarschijnlijkheid zal wit lang rokeren om daarna een storm op de zwarte koningsstelling op touw te zetten. De vraag is dus hoe zwart zijn stukken moet mobiliseren. Gligoric komt met een opmerkelijk concept.
11… e4!
Een pionoffer dat er op het eerste gezicht enigszins belachelijk uitziet.
12. fxe4 f4 13. Lf2 Pd7
Voor de pion heeft zwart uitsluitend positionele compensatie. Zijn loper op g7 is een sterk stuk geworden dat (voorlopig althans) niet geruild kan worden. Het belangijkste aspect is echter dat er maar liefst drie witte stukken (Dc2, Pc3 en Ld3) tegen hun eigen pion op e4 staan aan te kijken. Daarbij weegt het bezit van veld e5 voor de zwarte stukken ook zwaar.
14. Pg1
[Men kan zich afvragen of wit zich niet het beste meteen kan ontdoen van pion e4 met 14. e5 Pxe5 15. Lxh7+ Kh8 maar na 16. Le4 [16. Ld3? f3! is zelfs al heel goed voor zwart.] 16… Pxc4 staat zwart prima.]
14… Dg5 15. Lf1 Pe5 16. Pf3 De7 17. Pxe5 Dxe5 18. O-O-O Pf6
Zwart is op weg om een nieuw paard naar e5 om te spelen (via de manoeuvre … Ph5-f6-g4 en dan ooit Pe5) of om zijn paard voor wits sterke loper op f2 te ruilen.
19. h3
Een lelijke verdere verzwakking van de zwarte velden, maar wit heeft geen keus.
19… Ld7 20. Ld3 a6
Zwart heeft nu dan eindelijk al zijn stukken ontwikkeld en met deze zet bereidt hij een pionnenopmars op de damevleugel voor.
21. Pb1
Wit probeert veld e5 opnieuw onder controle te krijgen en is met zijn paard op weg naar f3. Als u op zet 11 ook al het juiste idee heeft gevonden, zult u weinig moeite hebben met de volgende zet.
21… f3!!
Zwart geeft een tweede pion om een volledig positionele blokkade te bewerkstelligen.
22. gxf3 Ph5 23. Pd2 Pf4
De zwarte strategie in zijn volle glorie: twee pionnen achter, maar wel een fantastische blokkade op de zwarte velden die niet meer te breken valt. Wit moet zelfs oppassen.
24. Lf1 b5
Deze zet wordt door de engine zelfs afgekeurd. Een mooi voorbeeld hoeveel het menselijk ‘oog’ vermag tegen de brute rekenkracht van de machine. [In aanmerking kwam wellicht ook 24… La4]
25. h4
25… Kh8
Het is opmerkelijk waar de strijd om draait. Zwart gaat vast uit de g-lijn omdat hij een naderd kwaliteitsoffer op g7 wil verhinderen.
26. Tg1 Lf6
Deze loper is van cruciaal belang in de zwarte stelling. Zwart geeft zijn tegenstander niet de kans er een toren voor te geven!
27. Pb3 Tab8 28. Le1
Wit probeert de batterij De5/Lf6 te breken, maar hij krijgt daar niet de kans voor. [De computer geeft de voorkeur aan 28. Dd2 om er dan achter te komen dat zwart na 28… bxc4 29. Lxc4 a5 een gevaarlijk initiatief in handen heeft.]
28… b4!
Alles draait om de suprematie van de zwarte velden.
29. Kb1 Ta8 30. Lg3
Wit doet zijn uiterste best om zich te ontdoen van de dominante stukken. Er wacht hem wederom een surprise.
30… Tg8 31. Dh2
31… Txg3!
Het wordt steeds gekker, maar ook dit kwaliteitsoffer is in de geest van de stelling.
32. Txg3 Pe2
Het wordt zo langzamerhand tijd dat zwart enig materiaal herovert.
33. Dxe2 Dxg3 34. Pc1 a5
[Na 34… Dxh4 staat zwart zeker niet minder, hoewel mijn engine blijft protesteren.]
35. Pd3 Ld4 36. h5
36… Dh4
Wellicht het enige moment dat we Gligoric kunnen betrappen op een kleine omissie. [Misschien is 36… Tg8 nauwkeuriger.]
37. Lg2 Tg8 38. Th1 Dg3 39. Lf1 a4 40. Kc2 a3 41. b3
En hier werd tot een puntendeling besloten. De stelling is inderdaad geheel in evenwicht. De geheel onthutste Kotov heeft niet geweten wat hem is overkomen…
½ – ½
Deze ‘zwarte velden’-strategie komen we ook tegen in veel andere partijen met het Konings-Indisch. Van de hand van Gligoric kwam ik een bijzonder fraai en leerzaam geheel tegen waarin hij onze eigen meervoudige Nederlandse Kampioen, Jan Hein Donner, volkomen kansloos laat. Ook deze partij is er een om in te lijsten.
Donner, Jan Hein – Gligoric, Svetozar, Eersel 1968.
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. Pf3 O-O 6. Le2 e5 7. d5 Pbd7 8. Le3
Donner gaat in op nota bene Gligoric’ eigen variant: het Gligoric-systeem.
8… Pg4 9. Lg5 f6 10. Lh4 Ph6 11. Pd2 g5 12. Lg3 f5 13. exf5 Pf6 14. Pde4 Pxe4 15. Pxe4 Lxf5 16. f3 g4 17. Lf2 gxf3 18. gxf3
18… Pg4!
De eerste klap is een daalder waard.
19. Ld3
Donner, de man van het loperpaar, laat in het Konings-Indisch zijn zwartveldige loper door een paard slaan. Dat het een enorme concessie is, zal hij ook beseft hebben en met de gespeelde zet probeert hij zijn centrumpositie te verstevigen. [19. fxg4 Lxe4 20. O-O Dg5 kun je nou niet bepaald een pretje noemen voor wit, hoewel er hoegenaamd nog niets beslist is.] [Maar om de loper te redden met 19. Lg3 loopt na 19… Lxe4 20. fxe4 Pe3 21. Dd3 Lh6 ook niet bepaald prettig voor hem af. Het paard zaait voor de nodige onrust, de rokade is verhinderd en zwart kan op zijn gemak reserves laten aanrukken.]
19… Pxf2 20. Pxf2 Dh4 21. O-O
Om middenin de storm te rokeren, is niet fris. Maar goede raad is al duur. [Na een zet als 21. De2? kan zwart zich naar hartenlust uitleven met 21… Lxd3 22. Dxd3 e4!! en zwart wint al.]
21… e4!
Een typisch pionoffer voor een `Konings-Indisch-speler’. Daar zal Gligoric zijn hand niet voor om gedraaid hebben. De bedoeling is natuurlijk om de zwartveldige loper op g7 in de aanval te betrekken. [21… Lh6 22. Kh1 Kh8 23. De2 Lf4 24. Pe4]
22. Pxe4 Lh3 23. Te1
De normale zet, maar de suprematie van zwart over de zwarte velden wordt de witspeler nu snel teveel. [Het is eigenlijk al gedaan. Wit had een kwaliteit moeten inleveren met 23. Dd2 maar het leidt geen twijfel dat zwart met 23… Lxf1 24. Txf1 Tf4! de volle buit zou hebben binnengehaald.]
23… Le5 24. De2 Kh8 25. Kh1
Zwart heeft op een toren na al zijn strijdkrachten gemobiliseerd. Met zo’n wankele koningsstelling als wit hier heeft, kan een beslissing niet lang uitblijven. Ziet u hoe Gligoric de partij in zijn voordeel beslist?
25… Txf3!
Fraai gezien.
26. Dxf3
[Na 26. Tg1 Taf8 27. Tae1 Tf2 28. Pxf2 Txf2 gaat het ook van een leien dakje.]
26… Lg4!
De pointe van zwarts torenoffer.
27. Df2
[Op 27. Dg2 had hij natuurlijk 27… Lf3 klaarliggen.]
27… Lf3+!
En nu ook deze wending.
28. Kg1 Lxh2+
Schitterend! De laatste resten van wits koningsstelling worden gesloopt. Donner gaf zich hier gewonnen. [28… Lxh2+ 29. Dxh2 Tg8+ 30. Kf1 Dxh2 is natuurlijk helemaal uit.]
0-1
Deze fragmenten via de viewer: