Schaakrubrieken weekend 22 september 2012

Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken. Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken. Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het verschijnen van de veelal zaterdagse schaakrubrieken.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Johan Hut Rini Kuijf Henk Prins Max Pam

Hans Ree

Mat in twaalf in het urinoir

Op het gras zaten twee mannen te schaken. Ik keek even naar de stelling, in de hoop sterke schakers te vinden in een vreemde stad. Een snelle kennersblik is meestal al genoeg om teleurgesteld te raken.

Het verkeerde hoekveld, dat beloofde al niet veel goeds. De witte koning op d1 en de dame op e1, dat was ook geen goed teken. Maar toen spiegelde ik in gedachte hun bord, en zag een heel ordentelijke openingsstelling. Hoe kon dat?

Waren het misschien ervaren schakers die het zichzelf een beetje moeilijk wilden maken met een rare beginstelling? Of natuurtalenten die de regels niet goed kenden, maar wel goede zetten speelden? Of was het misschien gewoon toeval dat ze goede zetten hadden gedaan? Dat kon bijna niet.

Ik dacht aan de dichter en schrijver Jan Hanlo, die het in een van zijn brieven had over de vraag hoe lang je nog van toeval kunt spreken. Wolken als schaapjes of als een bekend gezicht, dan spreek je nog van toeval. Maar niet meer, volgens Hanlo, als een wolkenformatie nauwkeurig een stelling van een beroemde partij tussen Euwe en Aljechin afbeeldt, met alle velden en stukken duidelijk herkenbaar. Als de Parel van Zandvoort aan de hemel zweeft, verstomt de verklaring dat het gewoon toeval is.

De schakers op het gras deden beiden een zet. Alles werd duidelijk, ze konden er niets van. Hun vorige goede zetten waren toch toevallig geweest.

Je kunt je overigens vergissen met die zogenaamde snelle kennersblik. Soms is een zet zo wonderlijk mooi (Topalov-Shirov, Linares 1998, 47…Lh3!!) dat ik toen dacht dat er iets mis was met mijn internetverbinding.

En kijk eens naar het eerste diagram. Het lijkt of wit bij haar volgende zet niet eens ziet dat ze zwarts dame kan pakken. Kan ze wel schaken?

In werkelijkheid is dit een door beide partijen schitterend gevoerde partij, die deze zomer werd gespeeld in de ACP Golden Classic in Amsterdam.

Nog iets over de opgave van deze week, het tweede diagram. Tijdens de olympiade in Istanbul waren er in de toiletten van de mannen boven de urinoirs schaakopgaven aan de muur bevestigd. Een riskant experiment, want een schaker die zich verdiept in een probleem kan de tijd vergeten.

Vooral bij de opgave die ik hier overneem, want op de muur stond ‘mat in 11’, terwijl het volgens mij alleen in 12 zetten kan. Stel je een schaakverslaafde voor die in een paar seconden een mat in 12 ziet. Maar het moet in 11. Hij kijkt naar de muur, hij kijkt naar het plafond, hij moet het mat in 11 vinden, maar hij kan het niet, omdat het niet bestaat. Terug in de toernooizaal merkt hij dat hij de tijd heeft overschreden.

Het probleem voldoet niet aan de normale formele eisen, zo kunnen bijvoorbeeld wits eerste twee zetten verwisseld worden. Het gaat om het idee, het vermijden van pat.

Anna Muzychuk-Emil Sutovsky, Amsterdam 2012

1. e4 c6 2. d4 d5 3. e5 Lf5 4. h4 h6 5. g4 Le4 6. f3 Lh7 7. e6 Een bekend pionoffer dat zwart terecht niet aanneemt. 7…Dd6 8. exf7+ Kxf7 9. f4 Pf6 10. Lh3 Een nieuwe zet in een vlijmscherpe stelling. Er was wel eens 10. Pf3 gespeeld. 10…c5 11. g5 hxg5 12. hxg5 Pe4 13. Lc8 Op het eerste gezicht een curieuze zet. Wil wit werkelijk tijd verknoeien met het winnen van pion b7? Het gaat haar natuurlijk niet om die pion, maar om het openen van de h-lijn. 13…Pc6 14. Lxb7 De6 15. Pe2 Tb8 Een andere mogelijkheid was 15…Pxd4, want als wit dan de toren neemt met 16. Lxa8 heeft zwart na 16…Pf3+ 17. Kf1 Lf5 een mataanval. Wit zou in plaats daarvan 16. Pxd4 cxd4 17. De2 Tb8 18. g6+ moeten doen, met wilde strijd.

16. Lxc6 Dxc6 17. f5 g6 18. Pf4 Lg7 Een geweldige zet, die op een dameoffer neerkomt. Hij wilde niet het rustige 18…Kg8 doen, omdat wit dan met 19. dxc5 op een eindspel kan aansturen dat niet slecht voor haar staat. 19. Txh7 Txh7 20. fxg6+ Dxg6 Daar is het dameoffer. Zwart kon niet meer terug. 21. Df3 Wit kon de dame nog niet nemen, omdat 21. Pxg6 Th1+ goed voor zwart zou zijn. 21…Tf8 En zwart kon zijn dame niet goed weghalen, want 21…Df5 22. g6+ zou heel gunstig voor wit zijn.

Diagram 1:

Een snelle blik op de stelling. Even tellen: wit staat een kwaliteit achter en haar koning staat bloot. Maar oh, ze kan de dame nemen, dat maakt alles anders. 22. Pd2 En dan neemt ze die dame niet; een wonderlijke, maar volkomen juiste beslissing. Na 22. Pxg6 Kxg6 heeft zwart slechts een toren voor de dame, maar zijn aanval zou zo sterk zijn, dat hij toch duidelijk in het voordeel zou zijn. 22…Dxg5 23. Pxe4 Dg1+ Zwart speelt op winst. Na 23…dxe4 24. Db3+ wordt het remise door eeuwig schaak. 24. Ke2 Th2+ 25. Pf2 Kg8 Na 25…Ke8 26. Le3 Dxa1 27. Dxd5 zou het waarschijnlijk ook remise zijn geworden. 26. Dxd5+ Tf7 27. Da8+ Tf8 Een laatste winstpoging was 27…Lf8, maar na 28. Df3 zou het ongeveer gelijk staan, en ook zwart zou risico lopen. 28. Dd5+ Tf7 29. Da8+ Tf8 30. Dd5+ Tf7 31. Da8+ Remise.

Diagram 2:

Vertoond bij de olympiade in Istanbul. Wit begint en geeft mat in 12 zetten.

Oplossing: 1. La7 (of eerst 1. Kc7) h5 2. Kc7 h4 3. Kb6 Kg1 4. Kb5+ Kg2 5. Kc5 Kg1 6. Kc4+ enzovoort, en tenslotte, met wits koning op e2, 11. Lf2 gxf2 12. Tg8 mat.

Gert Ligterink

Geen scheve gezichten meer

Tijdens de sluitingsceremonie van de Olympiade worden niet alleen medailles uitgereikt aan de hoogst geëindigde teams. Er zijn ook prijzen voor de beste individuele prestatie, waarbij de gouden medaille voor het beste resultaat aan het eerste bord vanzelfsprekend de belangrijkste is.

Vroeger gingen die prijzen naar de spelers met het hoogste percentage. Dat leidde tot scheve gezichten, omdat de medailles’ vaak werden gewonnen door middelmatige spelers die in de lagere regionen van het toernooi torenhoge scores hadden behaald. Zo ging in 1984 op de Olympiade in Thessaloniki het goud van de eerstebordspelers naar Craig van Tilbury, die voor de Amerikaanse Maagdeneilanden 9,5 uit 11 scoorde. Alexander Beljavsky, de kopman van de Sovjet-Unie, moest ondanks een prachtscore van 8 uit 10 tegen zeer sterke tegenstand genoegen nemen met brons.

Soms waren die middelmatige spelers heel sportief. In 1976 had William Hook, de aanvoerder van de Britse Maagdeneilanden, in Haifa de hoofdprijs aan het eerste •bord voor het grijpen. Na de voorlaatste ronde was hij met een score van 9,5 uit 12 onbereikbaar voor zijn naaste concurrent Jan Timman. Als Hook in de laatste ronde vrijaf had genomen, zou hij het goud hebben gewonnen. Dat deed hij niet. Hij kwam in zijn slotpartij niet verder dan remise en werd op de meet door Timman gepasseerd.

Tegenwoordig gaat het anders. Niet langer worden de hoogste percentages, maar de beste ratingprestaties beloond met medailles. Topscorer aan het eerste bord was in Istanbul de Tadzjiek Amonatov met 8,5 uit 10, maar zijn ratingprestatie van 2.780 punten was slechts goed voor de achtste plaats. Het goud ging naar Levon Aronian, wiens score van 7 uit 10 tegen de sterkst mogelijke tegenstand goed was voor 2.849 punten.

Toch was dat niet de beste ratingprestatie van de Olympiade. Aronian werd door twee spelers overtroffen. De Tsjech David Navara haalde aan het tweede bord 2.869 dankzij een score van 9,5 uit 11. Nog beter was het resultaat van Sjakriar Mamedjarov, die aan het derde bord van Azerbeidzjan 8,5 uit 10 scoorde, goed voor een ratingprestatie van 2.880 punten.

De beste speler van de Olympiade won in de wedstrijd tegen Polen de volgende partij:

Mamedjarov – Socko

Azerbeidzjan – Polen

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. Pc3 c5 5. cxd5 Pxd5 6. e4 Pxc3 7. bxc3 cxd4 8. cxd4 Lb4+ 9. Ld2 Lxd2+ 10. Dxd2 0-0 11. Lc4 Pd7 12. 0-0 b6 13. Tfel Lb7 14. Tadi Tc8 15. Ld3 Te8

Een oude openingsvariant heeft tot een vertrouwd beeld geleid. Wit heeft het centrum en een groot ruimteoverwicht. Zwarts stelling is solide en dankzij de ruil van twee lichte stukken heeft hij voldoende manoeuvreerrruimte. De belangrijke zet d4-d5 moet steeds door beide partijen nauwkeurig worden berekend.

16. h4 Pf8 17. h5 h6 18. a4 Ph7 19.Df4 Tc3

In aanmerking komt ook 19… Dc7 Nu krijgt wit de kans voor de gewenste opstoot in het centrum.

20. Lb5 Tf8 21. d5! exd5 22. exd5 Lxd5 23. Pe5

Voor de pion heeft wit lastige druk. Er dreigt onmiddellijke winst met 24. Pc6.

23 … Pf6

Niet slecht, maar 23 … Da8 was misschien nog sterker. De kwaliteitswinst 24. Dd4 Tc5 25. Pd7 Lxg2 26. PxcS Pg5! 27. Dc3 bxc5 leidt dan tot een onduidelijke stand, waarin zwart voldoende compensatie heeft voor het geïnvesteerde materiaal.

24. Lc4 Da8 25. LxdS PxdS 26. Dd2 Td8 27. Te4

27.. Db8?

Het verkeerde veld voor de dame. Na 27 … Dc8! is zwart buiten gevaar. Wit heeft niet beter dan 28. Td4 Tc3 29. Dd3 Tc3 met remise door herhaling van zetten.

28. Pg4!

Nu heeft zwart geen verdediging.

Na 28 … Tc7 29. Td4 Tcd7 komt 30. Pxh6+l gxh6 31. Tg4+ Kh7 32. Dc2+ Kh8 33. Db2+ f6 34. TxdS en wint.

28 … f5 29. Td4! fxg4 30. Dxc3

De pointe van wits spel. Hij wikkelt af naar een simpel gewonnen eindspel.

30 … Pxc331. Txd8+ Dxd8 32. Txd8+ Kh7 33.Kh2 Pxa4 34. Kg3 Pc3 35: Kxg4 a5 36. Kf5 b5 37. f4 b4 38. g4 b3

Wit sluit af met een mataanval.

39.g5 hxg5 40.fxg5 g6+ 41.hxg6+ Kg7 42. Td7+ Kg8 43. g7 Kh7 44.g6+ Kg8 45.Kg5

Zwart geeft op.

Hans Böhm

Boeken

Het is weer even rustig in de arena, dus tijd voor de vele boeken die in de achterliggende periode zijn verschenen.

Nostalgisch Meesterschaak[ van Siep H. Postma. Een zesdelige serie, waarvan de delen ook los te koop zijn. De eerste twee delen zijn getiteld De winnaar verloor, waarin grote kampioenen weliswaar een toernooi wonnen maar ergens onderweg een zwakke dag hadden. Het eerste voorbeeld is uit 1851, het laatste uit 1951. Het derde deel, De Gouden Eeuw, laat juist de pareltjes zien van de oude Meesters, zoals Morphy en Rubinstein en Lasker. Deel vier, De tegendraadse tovenaar, is geheel gewijd aan de Engelse grootmeester Henry Blackburne. Deel vijf, Retour Groningen, behandelt de periode 1946-1996 en het laatste zesde deel, Om de erfenis van Aljechin, gaat over de periode waarin de wereldtitel vacant was, 1946-1948. Postma, inmiddels ruim in de tachtig, is zijn leven lang een vriendelijke enthousiaste schaakjournalist geweest. Hij schrijft in joviale stijl, zijn respect en sympathie voor de Grote Meesters is iedere bladzij voelbaar. Deze serie roept voor iedereen van boven de 50 aangename herinneringen op.

O. Chajes – J.R. Capablanca, New York 1916 na 50…Kf8-g8

‘Na afloop verklaarde Capablanca waarom hij niet opgaf. Hij hoopte hier dat wit 51.Dxg4+ Kh7 52.Dh5 Txf6 53.Lg5+ Kg7 54.Lxf6+ Kxf6 zou spelen. “En probeert u dat maar eens te winnen,” voegde hij er aan toe.

51.Lg7 g3 52.Ke2 g2 53.Kf2 Pf8 54.Dg4 Pd7 55.Kg1 a5 56.a4! Lxa4 57.Dh3 Txf6 58.Lxf6 Pxf6 59.Dxg2+ Kf8 60.Dxb7

‘Zwart gaf op. Eindelijk! De schaakwereld zou tot 1924 geduld moeten hebben voor Capablanca’s volgende verliespartij. Hij feliciteerde de overwinnaar met het gebaar waarmee een miljonair een aalmoes geeft aan een bedelaar, zo werd wel beweerd.’ Te bestellen bij Uitgeverij Swell Publishers, 10 euro per deel.

Schaaktrainer Willy Hendriks schreef Move first, think later. Het boek gaat een andere kant op dan de gebruikelijke leermethodes. Het gaat over het waarom van fouten. We denken vaak te strak in patronen: loperpaar, gedekte vrijpion, centraal spel maar de oplossing ligt soms heel ergens anders. Het boek geeft vele stellingvoorbeelden, regelrecht uit de toernooipraktijk, met een twist in het denkproces.

W. Hendriks – K. Langeweg, Bussum 1994.

‘Ik dacht hier diep na, overwoog mijn mogelijke acties. De koning kan naar de a-pion gaan, de koning kan naar g5 gaan en dan maar hopen op de ruil met h6, de koning kan naar f8 gaan met het idee Ta7. Allemaal te langzaam of onmogelijk. Dus gaf ik op. Natuurlijk is dit een elementair remise eindspel. Als wit niets doet en heen en weer blijft pendelen tussen h2 en g2, dan kan hij niet verliezen. Grappig genoeg was Langeweg in het geheel niet verbaasd over mijn capitulatie.(-) Dit is typisch: niets doen is zo onnatuurlijk dat je vergeet dat het überhaupt een optie is.’

Een bijzonder leerboek voor alle niveaus. Uitgeverij New in Chess, 22 euro.

Helgi Olafsson was vijftien jaar toen Bobby Fischer in 1972 de wereldtitel veroverde in Reykjavik. 33 jaar later zit Olafsson, inmiddels grootmeester, in een comité dat Fischer niet alleen uit een Japanse gevangenis haalt maar hem ook opvangt in IJsland. Tussen 2005 en 2008 trekken de twee veel op, ze spelen, drinken, eten, hebben plezier en maken ruzie. Dit boek Bobby Fischer comes home, is een verslag van die vriendschap. Het is voornamelijk een leesboek, er staan slechts vier diagrammen in waarvan eentje nog zo helder in m’n geheugen staat. Fischer reageert op een analyse van Larry Evans, het irriteert hem dat er aan zijn oordeel wordt getwijfeld.

‘Dit is typerend voor jouw teleurstellende neiging om oppervlakkige foute antwoorden te geven. Na 30.Le5! heeft zwart een zeer lange weg te gaan om remise te maken. Om preciezer te zijn, het lijkt mij dat zwart totaal verloren staat: 30…Kf7 31.Ke4 Pe7 (of 31…g6 32.Lf4 h5 33.Ke5 en wint) 32.Lc3! gevolgd door Ke5 wint. Wellicht probeer je weer een of andere miezerige remise aan je lezers te demonstreren in dit eindspel, maar mij besodemieter je niet, zwart staat totaal verloren.’ Dit was in 1974 en ik heb weer respect voor zijn glasheldere analyse en schiet weer in de lach vanwege zijn gebrek aan sociale omgangsvormen. Op de voorkaft zien we Bobby lopen op een totaal verlaten pad langs een steenwand. Eenzaam, op zichzelf, briljant maar ook gek geworden, zoals al zo vaak is beschreven. Iedere schaker die hem heeft meegemaakt voelt weer die mengeling van sympathie en afkeer. Olafsson schrijft over Fischer met diezelfde gevoelens. Uitgeverij New in Chess, 18 euro.

Bab Wilders

Bij de meeste schaakclubs zijn de interne competities weer begonnen en nog even en dan komen ook de zgn bondswedstrijden er weer aan en trekken vele acht- dan wel tientallen al of niet tomtommend door het land. Enige studie als voorbereiding kan dus geen kwaad.De trouwe en oplettende lezers van deze rubriek kennen zo langzamerhand het Move by Move verhaal van Everyman Chess ( www.everymanchess.com ) maar wie schetst onze verbazing dat het nieuwe boek van Cyrus Lakdawala niet over een specifieke opening gaat maar over Capablanca, ook al blijft het principe hetzelfde: de 59 partijen worden van zet tot zet behandeld en vormen zo een uitzonderlijk leerboek aan de hand van de briljante inzichten in het schaakspel van deze Cubaanse wereldkampioen die hoog scoort in de eigenlijk onzinnige vraag wie de beste schaker ooit is geweest. Vraag en antwoord, eenvoudige tot hondsmoeilijke opgaven, de lezer van dit boek kan heel wat opsteken maar natuurlijk ook gewoon genieten (isbn 978-1-85744-698-2).

In het boek Breaking the Rules van Neil McDonald, ook van Everyman Chess, wordt men natuurlijk niet opgeroepen tot het doen van onreglementaire zetten maar de auteur vindt dat schakers moeten leren om niet te strak vast te houden aan “wat iedereen wel weet “, zoals “paard aan de rand brengt schand “ of “ loperpaar is voordeel “. In iedere stelling kan men zoeken naar de uitzondering die de regel bevestigt en het zijn juist de sterkere schakers die zich hierin onderscheiden. Dat maakt hun partijen ook zo fascinerend en onvoorspelbaar maar ook de clubschaker kan, zeker via dit boek van McDonald, tot soortgelijke zetten geraken al moet je natuurlijk wel goed weten wat de bedoeling is. Een mooi voorbeeld in het boek is de partij Kozul –Cvitan: 1.d4 Pf6 2.c4 e6 3. Pf3 c5 4. d5 d6 5. Pc3 exd 6. cxd g6 7. Pd2 Het paard op weg naar het Benoniveld c4 Lg7 8.e4 0-0 9. Le2 Tot zover niets nieuws onder de zon maar nu komt zwart met een zet die de gewone schaker niet zo snel zal overwegen nl 9.. Pe8! 10. 0-0 f5 al het eerste voordeel van de paardzet 11.exf Lxf5 12. Pc4 Pa6 Met het plan Pc7 en dan b5 13. Ld2 een beetje passief, bv Lf4 was agressiever en dat moet je wel zijn in de Benoni. 13..Tb8 14. Pe3 Pac7 15. a4 Ld7 16. Db3 b6 17. Pb5 a6 Ook weer mogelijk doordat het paard op e8 paard c7 dekt. 18. Pxc7 Pxc7 19. Lc3 b5 daar komt dan de opstoot, nu gesteund door Ld7 20. Lxg7 Kxg7 21.axb Lxb5 22. Lxb5 Pxb5 Opmerkelijk dus ook ongebruikelijk dat zwart zijn mooie pionnenketen opoffert voor het initiatief 23. Txa6 Pd4 24. Dc3 Tb3

Een echte “breaking the rules zet zou Pe2+ zijn. 25.De1 ( Dc1?? Pe2+ ) Txb2 26. Pc4 Te2 27. Da5 uiteraard wil wit afruilen maar: Dh4 beslissend gezien de aanval op f2. 28. Ta7+ Kh6 29. Pe3 Txe3 0-1, het mat is niet meer te vermijden. Eveneens dus een studieboek met veel te genieten ( isbn 978-1-85744-673-9 ) Het probleem van vandaag is een tweezet van Shipov (2391)

En natuurlijk ook weer een sleutelzet : Nummer 2389: 1. Pge3!

Johan Hut

Bijna iedereen kan kampioen worden

De Meesterklasse van de KNSB-competitie lijkt dit seizoen weer net zo spannend en onvoorspelbaar te worden als vorig seizoen. De teamleider van landskampioen Voerendaal probeerde in een interview voor Schaaksite.nl een rookgordijn op te werpen (“minder geld dan vorig jaar”), maar de Limburgers begonnen vorige week zaterdag met een zege van 6,5-3,5 op Utrecht, een van de sterkste ploegen. BSG (Bussum) en De Stukkenjagers (Tilburg) zijn op papier de zwakste ploegen, maar dat waren ze vorig jaar ook en toen handhaafden ze zich beide op spectaculaire wijze. Vorige week won BSG de onderlinge wedstrijd met 5,5-4,5, een relaxte start van wat we met goed fatsoen nog geen degradatiestrijd mogen noemen. De aanwinsten Frank Erwich en Alexander van Beek wonnen beiden hun partij, de derde nieuweling Tea Lanchava verloor.

Het leuke is dat de twee nieuwkomers En Passant (Bunschoten-Spakenburg) en Kennemer Combinatie (Haarlem en omstreken) zeker niet tot de zwakste ploegen behoren. En Passant is zelfs topfavoriet. Sponsor Visser en Hopman (bouwbedrijf) ging failliet, maar het blijkt waar wat de Bunschoters zeggen: de totale groep van sponsors is zo evenwichtig dat dit nauwelijks invloed heeft op de samenstelling van het team. Tegen Groninger Combinatie trad de ploeg aan met vijf grootmeesters en drie meesters. Het werd een benauwde zege van 5,5-4,5, maar Richard Vedder stelde iedereen gerust: En Passant begint het seizoen al jaren slecht. Dus twee matchpunten is al dikke winst. De rest van het seizoen zal voorspoedig verlopen. Ter illustratie was voorafgaande aan de wedstrijd een boek gepresenteerd over het vorige seizoen: ‘En Passant 1, een dorpsclub naar de Meesterklasse’. Het is beslist uniek dat een schaakclub een jaarboek uitgeeft, zeker van 200 pagina’s! Het is vooral een bundel van de bloemrijke wedstrijdverslagen (met partijen) die Vedder schreef op Schaaksite.nl. Het boek is voor 10 euro plus verzendkosten te bestellen via www.schaakclubenpassant.nl.

De leukste partij werd vorige week gespeeld tussen Sipke Ernst (Groninger Combinatie) en Jan Smeets (En Passant), twee spelers uit de Nederlandse top tien. Regelrecht gooi- en smijtwerk. Dat ze de eerste helft van de partij op bekend terrein waren, doet niets af aan het plezier voor de toeschouwers. Het commentaar is gebaseerd op dat van Smeets, Vedder en hun computers.

Ernst-Smeets

1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.Pc3 e6 5.Lg5 dxc4 6.e4 b5 7.e5 h6 8.Lh4 g5 9.Pxg5 hxg5 10.Lxg5

Spannend hè? Nou nee hoor. Dit is de Botwinnik-variant van het Slavisch, die in sommige zijvarianten is geanalyseerd tot voorbij de dertigste zet.

10…Pbd7 11.g3 Lb7 12.Lg2 Db6 13.exf6 c5 14.d5 0-0-0 15.0-0 b4 16.Pa4 Da6 17.a3 Lxd5 18.Lxd5 Pe5 19.De2 Txd5 20.axb4 cxb4 21.Pc3 Dd6

Zwart kon ook Ta5 spelen, wat Jeroen Piket ooit deed. Ja, dit is nog steeds ‘bekend’ terrein. Maar Smeets maakt er een kwaliteitsoffer van en ook dat is al eerder op het bord geweest.

22.Pxd5 Dxd5 23.f3 Lc5+ 24.Kg2 Pd3 25.h4 Td8 26.Tfd1 Kb7 27.Ta5 Dd4 28.b3

28…Lb6

Nog te vroeg om op b3 te slaan. Na 28…cxb3 29.Txc5 Dxc5 30.Txd3 Txd3 31.Dxd3 b2 32.De4+ staat wit beter.

29.Ta2 cxb3 30.Tad2 b2 31.h5

Slaan op d3 zou na 31.Txd3 Dxd3 32.Txd3 b1D 33.Txd8 Lxd8 34.Db5+ Lb6 tot eeuwig schaak leiden.

31…Dc4 32.Kh2

“Die begreep ik niet”, zei Smeets na afloop 32.h6 was veel sterker geweest.

32…Td5 33.h6 Txg5 34.Txd3

34…Th5+

Dit werd achteraf gezien als de verliezende zet. Beter was Td5, maar de varianten zijn te duizelingwekkend om hier al te zien.

35.Kg2 Ka6 36.Dxb2 Txh6 37.Ta1+ Kb5 38.De5+ Dc5 39.De2

Na het logisch lijkende Dc4 is Tc1 direct winnen. Zwart komt ook in de partij in een matnet terecht.

39…Kc6 40.Dd2 Dh5 41.Td6+ Kc7 42.Td7+ Kc6 43.Tc1+ Lc5 44.Dd6+ Kb5 45.Tb7+ Ka4 46.Ta1+ Kb3 47.Dd3+

Zwart geeft het op.

Kennemer Combinatie won met 5,5-4,5 van Rotterdam. Ook benauwd, maar in dit geval waren de twee matchpunten een verrassing. Christov Kleijn won van grootmeester Karel van der Weide, de jonge Miguoel Admiraal debuteerde in de hoogste klasse met een zege op Jan Willem van de Griendt en Pieter Roggeveen versloeg Etienne Goossens.

Rini Kuijf

Voor beginners A5898

Wit aan zet moet wat doen?

Voor gevorderden B5898

Wit aan zet wint, hoe?

Henk Prins

In de laatste ronde van de Schaakolympiade tussen landenteams in het Turkse Istanbul kwam een bijzondere partij voor tussen Ivanchuk (wit) en Wang Hao. De strijd ging tussen Oekraïne en China. Oekraïne won de wedstrijd en daarmee de bronzen medaille. Aan het eerste bord werd het jonge Chinese supertalent, Wang Hao, weggecombineerd door Ivanchuk.De Oekraïner liet de schaakwereld genieten van een voortreffelijk diepe combinatie, die een aantal bijzonder mooie finesses bevatte.

1. d4 Pf6 2.c4 e6 3. Pc3 Lb4 4.e3 0-0 5. Ld3 d5 6. Pf3 b6 7.a3 Lxc3+ 8.bxc3 c6 (8 … La6 9.cxd5 Lxd3 10. Dxd3 exd5 is wat nauwkeuriger voor zwart.) 9.cxd5 cxd5 10. De2 Pc6 11. 0-0 Pa5 12.a4 Te8 13. Pe5 Pe4 (Meer voor de hand is een ontwikkelingszet, zoals 13. …Lb7.) 14.f3 Pd6 (Niet 14 … Pxc3? wegens 15. Dc2) 15. La3 Lb7 16. Lxd6 (Ivanchuk geeft vrijwillig het loperpaar weg. Hij is echter bezig met een ingenieus plan.) 17. f4 g6 18. Dg4 Pc4 19. Dg3 Dc7? (Wang Hao had beter 19. ….De7 kunnen spelen.) 20. Lxc4 dxc4 21.f5!

(Zie diagram. De prachtige doorbraak en een belangrijke stap in het ingenieuze plan. Nu begrijpt de lezer waarom dat paard op d6 weg moest. Om een aanval via f5 op te zetten.)

21. …f6 (Het slaan van de pion kan niet. Er volgt 21. …exf5 22. Txf5 Ld5 23. Taf1 Tf8 24. Dg5! en dat is een totaal winnende aanval voor wit.) 22. fxg6! fxe5 (Ivanchuk geeft een paard voor de strijd.) 23. Tf7 Dc6 24.gxh7 +! (En Ivanchuk offert er nog een toren bij. De combinatie is onderdeel van het ingenieuze plan en heeft straks nog een belangrijke finesse.) 24 … Kxf7 25. Tf1+ Ke7 26. h8D! (Dit nietszeggende tussenzetje bekroont het gehele plan en de combinatie van Ivanchuk. De bedoeling van deze zet is te voorkomen dat de zwarte koning op de 8e rij zich kan redden.) 26. …Txh8 27. Dg7 + Kd6 (27….Kd8 28. Dxh8+ De8 29. Tf8 of 28. …Kc7 29. Tf7+, beide met winst.) 28. dxe5+! (Nog een laatste finesse van de combinatie. 28. Dxe5+? Ke7 is niet meer dan remise.) 28….Kd5 (28 … Kc5 29. De7 + Kd5 30. Td1+ Ke4 31. Dg5 loopt mat.) 29. Td1+ Ke4 30. Dg5! (Tegen de dubbele dreiging 31. Td4 en 31. Df4 mat is geen kruit meer gewassen. De koning is midden op het bord mat gezet. Een bijzonder mooie partij. Wang Hao geeft de partij op. 1-0

De titel van de column "Oude held ontmoet jonge held" begrijp je pas wanneer je aardig ver bent met lezen. Het gaat om een ontmoeting tussen Magnus Carlsen en Ken Rogoff in New York. Carlsen was daar aanwezig om het schaken te promoten. Ook wordt de partij Carlsen-Wang (Biel 2012) besproken.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.