Op weg naar Univé Hoogeveen (1)
Vrijdag begint in Hoogeveen het Univétoernooi, de zestiende editie van een toernooi dat eerder naar de sponsors VAM en Essent werd genoemd. De kroongroep is weer supersterk bezet, met Hikaru Nakamura, Anish Giri, Sergei Tiviakov en Hou Yifan. Daarnaast is er een open groep met Erwin l’Ami als hoogste ratinghouder, Jan Timman voor het eerst erbij (hij speelde wel drie keer in de kroongroep, die hij in 1999 won) en Robin van Kampen, Sipke Ernst en Friso Nijboer ook als Nederlandse kanshebbers. Ik heb het al vaak geschreven: Hoogeveen mag zich samen met Wijk aan Zee tot de leukste toptoernooien van Nederland rekenen. Fijn dat het noorden en oosten van ons land daarmee ook een mooi evenement in de buurt hebben. Overigens niet eens zo heel erg noordelijk, wat veel mensen ten onrechte denken. Kijk maar eens op de kaart. Bedenk bovendien dat Hoogeveen een intercitystation heeft, vanwaar de speelzaal te voet in tien minuten te bereiken is.
Ieder jaar heb ik in mijn zaterdagrubriek uitgebreid over dit toernooi geschreven. Ik heb de stapel erbij gepakt en blik deze week in een paar afleveringen terug.
Cultuurfonds
“Wij gaan iets nieuws doen.” Met die woorden begon burgemeester Sytze Faber van Hoogeveen zijn persconferentie in maart 1997. Tegenwoordig zou ik niet naar zo’n persconferentie gaan, ik zou de informatie toch wel toegestuurd krijgen. Maar ik was in december 1996 met mijn rubriek begonnen en meende dat je altijd aan zo’n uitnodiging gehoor moest geven. Naast mij waren er alleen een verslaggever van het Dagblad van het Noorden en enkele vertegenwoordigers van Hoogeveense huis-aan-huisbladen, geen collega-schaakjournalisten. Een magere oogst voor de burgemeester, directeur Van Egerschot van sponsor VAM, adviseur Lex Jongsma en organisator Jeroen van den Berg.
(De favoriete foto van VAM-directeur Van Egerschot. Foto: Johan Hut.)
De bezetting achter de tafel had ik niet helemaal verwacht, maar later hoorde ik hoe het gegaan was. De VAM, een afvalverwerkingsbedrijf nabij Hoogeveen, had een cultuurfonds om de Drentse buren te vriend te houden. Mensen zijn nou eenmaal niet blij met zo’n bedrijf in de buurt. Hoogeveen had een glasmuseum en organiseerde in oktober (de ‘glasmaand’) altijd activiteiten rond dit thema. Een ambtenaar, Johan Valk (beleidsambtenaar kunst en cultuur), opperde in 1996 een schaaktoernooi te organiseren met glazen stukken. Burgemeester Faber boorde het VAM-fonds aan. De directeur daarvan, Van Egerschot, kende Lex Jongsma vanuit een vorige betrekking. Die zei desgevraagd zoiets als: “Ja, ik weet veel van schaken en ga jullie helpen, maar je moet wel Jeroen van den Berg erbij halen.”
(Vladimir Kramnik won vorig jaar het glazen schaakspel, hoofdprijs in de kroongroep. Foto toernooisite.
Glazen stukken in glazen zaal
“Wij gaan iets nieuws doen.” Zo begon het dus. Het was een kwinkslag van Faber, want met die woorden waren de oprichters van de sportzender Sport 7 kort daarvoor hun presentatie begonnen. Dat initiatief werd echter een flop. Het nieuwe in Hoogeveen was niet zo bijzonder: schaken met glazen stukken. Welke schaker zit daar nu eigenlijk op te wachten? Kon het eigenlijk wel, een officieel grootmeestertoernooi met glazen stukken? Faber had naar toparbiter Geurt Gijssen gebeld en die had gezegd: “Nee dat kan helemaal niet.” Een paar dagen later belde hij terug: “Nou, het mag wel, maar alleen als ze niet verschillen van het Staunton-model.” Cees van Olst, glasblazer en directeur van het glasmuseum, zei daarop: “Wat een akelig wereldje, die schakers. Laat mij nou gewoon mooie stukken blazen!” Het werden toch Staunton-stukken en tot op de dag van vandaag speelt de kroongroep ermee. In de glazen zaal, de trouwzaal, waar die week niet getrouwd mag worden.
(Glasblazer Cees van Olst leert Judit Polgar het vak. Foto: Johan Hut.)
Verdwijnende sponsors
Glazen stukken maakten geen indruk op het grote schaakpubliek, maar er was een heel andere reden dat schakend Nederland blij was met dit toernooi, zo lees ik terug in mijn rubriek. In 1996 was van maar liefst vier Nederlandse toernooien de sponsoring beëindigd: het grote open toernooi in Groningen (Koop Tjuchem, het toernooi ging door met diverse kleinere sponsors), de Euwe Vierkamp in Amsterdam (VSB, geen opvolger) en het Nederlands kampioenschap (Wolters Kluwer, opgevolgd door Broekhuis Training). En de vierde? De Donner Memorial (geen opvolger) zou ik nu zeggen, maar in mijn eigen rubriek lees ik: “Na 1998 moet zelfs Wijk aan Zee op zoek naar een andere sponsor.” Niet gek dat ik dat was vergeten, het bleek loos alarm. Ook schreef ik toen: “Het is een moderne ontwikkeling. Bedrijven sponsoren niet meer voor het leven, maar voor een afgeperkte periode van bijvoorbeeld drie jaar. Als reden wordt vaak genoemd, dat men iedereen een kans wil geven.” Nog steeds sta ik achter die omschrijving, maar in dat licht is het bijzonder dat we deze maand in Hoogeveen de zestiende editie beleven. Daarvan zijn maar liefst twaalf gesponsord door VAM en Essent. (Het bedrijf VAM werd overgenomen door Essent, dus het gaat om dezelfde sponsor.) Dankzij verzekeringsbedrijf Univé komt de teller van Hoogeveen nu op zestien, waarmee het toernooi in één adem genoemd mag worden met de legendarische schaaktoernooien van IBM en Interpolis. Achter Hoogovens, dat dan nog wel.
(wordt vervolgd)