Mooi boek over de toekomstige kampioen?

Een jaarboek van een team in de KNSB-competitie, is dat wel eens eerder uitgegeven? Waarschijnlijk niet, het boek over het kampioenschap van En Passant in de eerste klasse lijkt me uniek. En Richard Vedder heeft het lezerspubliek gekregen dat hij verdient. Dat zijn twee belangrijke constateringen bij het boek ‘En Passant 1, een dorpsclub naar de Meesterklasse’.

Een boek over een dorpsclub, ontstijgt dat het interessegebied van het eigen dorp? Niet heel veel, zou je denken. Al hebben we het wel over het team dat dit seizoen de landstitel als doel heeft met grotendeels dezelfde spelers als vorig jaar. Bovendien is het boek buitengewoon boeiend geschreven.

Al jarenlang schrijft Richard Vedder in zijn clubblad uitgebreide verslagen over de competitiewedstrijden. Dat doet hij op indrukwekkende wijze, met veel wetenswaardigheden over de wedstrijdtactiek, de spelers en alle partijen. Vedder is een ijverige student met veel kennis van openingen, maar ook van andere facetten van het spel en bovendien van schaakgeschiedenis. We kennen hem ook van zijn doorwrochte boekrecensies op Schakers.Info. Het was jammer dat zijn prachtige verslagen alleen in het clubblad stonden, daarom vroeg Kees Schrijvers hem vorig jaar ze ook hier op Schaaksite te zetten. Daarmee kreeg Vedder in één keer het massapubliek dat hij verdiende. Met de uitgave van dit boek zijn zijn verhalen zelfs voor de eeuwigheid vastgelegd.

Eerst onder de douche

Nou kan ik mijn schaakvrienden wel de hemel inschrijven, maar het is veel beter een voorbeeld te geven uit een verslag. Uit een wedstrijd tegen Dr. Max Euwe:

Als laatste was de partij tussen Holger Lehman en Dick de Graaf nog bezig. Dat was ook logisch, want die kwam ook pas als laatste op gang. Dick werkt namelijk gewoon ’s ochtends voor de wedstrijd. En dan bakt hij ook nog wat lekkerbekken en kibbeling die we dan voor de wedstrijd nog even gezamenlijk, ook met de tegenpartij en de wedstrijdleder, kunnen nuttigen. Dick eet niet mee, die schuift de vis door de deur en gaat dan gauw naar huis om te douchen en om te kleden. En dan lukt het hem zelden om op tijd achter het bord te verschijnen. Geen ideale voorbereiding natuurlijk. De gebakken vis wordt echter door iedereen in hoge mate gewaardeerd. Maar goed, ook deze partij was al twintig minuten bezig toen Dick zijn eerste zet kon doen…

1.d4

Gespeeld terwijl Dick dus in zijn nakie in de badkamer stond. Tijd voor Guido om eens een gesprekje aan te knopen met de Duitser Lehmann, want wij kenden hem nog ergens van. En inderdaad, twee seizoenen geleden had hij het Genna Sosonko bijzonder moeilijk gemaakt namens Apeldoorn 2. Waarom hij daar weg was? Nou, hij vond dat hij wel in het eerste kon, maar daar was geen plaats voor hem. Dat vond hij niet terecht en dus zocht hij zijn heil bij ‘Max Oiwe’. En toen kwam Dick eraan en konden ze echt beginnen.

………..

15…Pfd7

Typisch gevalletje Wolgagambiet. Je zet al je stukken in no-time op de juiste plaats, maar dan? Dan moet er een strijdplan komen. Deze paardzet heeft een nadeel dat een paar zetten later al aan het licht komt. Misschien was het beter om 15…Lc8 te doen. Die loper staat namelijk wat in de weg. Daar heb je in het ‘normale’ Wolgagambiet geen last van, want dan wordt ie altijd geruild op f1 tegen de witte loper.

Les van Böhm

Tot zover Vedder, die meer van de uitleg dan van de lange varianten is. Uitleg die er gedegen uitziet. Zijn verhalen beslaan een groot deel van het boek, waarbij vaak ook commentaren van de spelers (Smeets, L’Ami, Böhm enzovoort) zijn tussengevoegd. Een citaat van Hans Böhm:

“Wit moet toch beter staan?”, zei ik in de analyse maar mijn tegenstander was niet onder de indruk. “De zwaktes heffen elkaar op”, vond Dennis. Volgens de groepjestheorie en in het verlengde daarvan het aantal aanvalsobjecten heeft wit b6 en d5 om aan te vallen en zwart alleen b2, dus staat wit beter. Ik liet het voordeel in de partij weer als zand door de vingers wegglippen, wat is dat toch ergerlijk. “Dat heeft met leeftijd te maken”, zei Hans Ree laatst maar ik geloof liever in een zucht naar gemak. Na 23.Td1 Dc5 24.h3 h6 kan wit het voordeel vastleggen met 25.Td4. Het ging echter zo…

Tot zover Böhm, die bij En Passant overigens bekendstaat als iemand die ook in gelijke stellingen vindt dat hij beter staat. Zijn toelichtingen zijn evengoed altijd leerzaam.

De volledige uitslagen staan uiteraard in het boek en nog wat informatie over de verloren bekerfinale en het gewonnen snelschaakkampioenschap van Nederland. Ook staan er verslagen in die van de websites van de tegenstanders zijn gehaald en afdrukken van krantenknipsels uit De Bunschoter. Een zeer compleet boek dus, al mogen er volgend jaar ook knipsels uit De Gooi- en Eemlander bij. En misschien ook uit andere kranten en Schaakmagazine, want dit seizoen wordt er ongetwijfeld nog meer over En Passant geschreven.

(Richard Vedder – rechts – overhandigt het eerste exemplaar aan Friso Nijboer.)

Samensteller van het boek is Gert Reichardt, die samen met zijn kinderen actief en enthousiast lid is van En Passant. Het is vooral het boek van Vedder, maar Reichardt heeft goed werk afgeleverd en hopelijk is hij alweer informatie aan het verzamelen voor volgend jaar. Het boek is voor 10 euro te koop bij de club en wordt voor 13,50 thuisgestuurd. Op de clubsite meer informatie hierover. Kan ik het aanbevelen? Voor mensen die niet in En Passant zijn geïnteresseerd natuurlijk niet. Voor wie toch nieuwsgierig is, staat er naast wetenswaardigheden over het team ruimschoots genoeg schaaktechnische leerstof in.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.