Het eerste laat Soest glippen (Philidor 1847 I- Soest 5-5)
De stand na zo’n goede 5 uur spelen was 4½-3½ met de partijen van Auke en Jippe nog gaande. Beiden stonden beter, maar ook bij beiden was de winst nog ver weg. Maar dat het eerste zijn derde achtereenvolgende overwinning zou boeken, dat leek toch wel heel waarschijnlijk.
Maar het liep even anders, want vlak voordat Auke berustte in een puntendeling, stuurde Jippe, die in een toreneindspel een pion voorstond, in een uiterste poging het volle punt binnen te slepen zijn koning het vrije veld in, met als enig effect het kwijtraken van de ene na de andere pion. Weg overwinning.
Het was toch al een wedstrijd van gemiste kansen. Zelfs Migchiel, de laatste tijd toch bijzonder sterk op dreef, deed niets met de prachtige stelling, die hij schijnbaar moeiteloos aan de opening overhield. Maar zijn tegenstander, de al tientallen jaren in Nederland woonachtige IJslander Reynir Helgason, bood zo hevig verzet dat Migchiel de weg geheel kwijtraakte. Ook Nick Maatman zag geen kans zijn grote voordeel te verzilveren en Jan Hania blunderde in veelbelovende positie, waardoor zijn stelling in een puinhoop veranderde.
De winstpunten waren van uitstekende kwaliteit. Harmen toonde opnieuw zijn grote bedrevenheid in zijn favoriete Hollandse verdediging. Op de damevleugel ving hij de witte aanval geduldig op, waarna hij aan de andere kant van het bord keihard toesloeg. Bas ramde vanaf de opening dwars door de witte koningsstelling heen. De slotstelling is een plaatje.Lees verder…