Opluchting in Doetinchem
Groot was de opluchting bij de onzen na afloop: door een nipte en ook wat gelukkige overwinning op het bepaald niet zwakke Almere hebben we voorlopig even afstand genomen van de onderste plaatsen. Tot nu toe was het optreden van ons team in dit seizoen niet overtuigend geweest om het maar eufemistisch uit te drukken. Naast een gemakkelijke overwinning op ‘vaste degradant’ Sneek 2 stonden een grote nederlaag tegen Staunton en een wel zeer schlemielige nederlaag tegen Pallas.
Ook de wedstrijd tegen Almere verliep aanvankelijk niet best. Na een uur of twee spelen stond alleen Henny duidelijk beter, terwijl er aan de andere borden of weinig aan de hand was of reden tot meer of mindere zorg bestond.
Bij Marino was er na een wilde theoretische openingsvariant van alles aan de hand, maar de partij eindigde plots in remise wegens ‘eeuwig dameschaak’. Fritz moet uitkomst brengen over de vraag of een van de heren een bootje gemist heeft.
Theo leed een onnodige nederlaag. Zoals dat heet werd hij ‘van alle goede geesten verlaten’, overzag het simpele verlies van een kwal, speelde tegen beter weten in nog een tijdje door, maar Pim Groot maakte geen fout.
Bert, ingevallen voor de zieke Sander – toch een tikkie opgelopen in Deventer? –, had kleine problemen na de opening en dat hadden best grotere problemen kunnen worden als tegenstander Caspar Kruijf het voortvarender had aangepakt tegen de verzwakte zwarte koningsstelling. Nu wist Bert de boel bij elkaar te houden met remise als resultaat.Lees verder…