Zwarte leden
Columns 24 november 2012 6:23 Pieter de Groot
Zwarte leden
Leiden tot een snellere neergang van het schaken
In de komende Bondsraad wordt gediscussieerd over zgn. zwarte leden. Dat zijn leden die wel lid zijn van een schaakvereniging, maar wier namen de vereniging niet doorgeeft aan de secretaris van de regionale bond. Het gevolg is dat de vereniging minder geld hoeft af te dragen aan de KNSB. Het gedrag van het bestuur van zo’n vereniging is onbehoorlijk. Het is niet-integer bestuur, waartegen moet worden opgetreden.
Overzicht van aantekeningen
- De zekerheden in het leven
- Een vereniging
- De statuten van de KNSB
- Zwarte leden
- De gevolgen van onbehoorlijk bestuur
Belastingfraude is fraude met betrekking tot belastingen. Door een onjuist beeld van de werkelijkheid aan de Belastingdienst voor te schotelen wordt ten onrechte minder of geen belasting geheven, of wordt een voordeel ten onrechte toegekend.
Belastingfraude kan betrekking hebben op verschillende belastingen en kan ook op verschillende manieren worden uitgevoerd. Men kan inkomsten of vermogen verzwijgen, of aftrekposten ten onrechte opvoeren of ‘opblazen’. Dit kan eventueel met valse facturen of bonnetjes. Het kan ook geschieden door een situatie te simuleren, waardoor men ten onrechte bepaalde faciliteiten of een gunstiger tarief kan claimen.
3. De statuten van de KNSB” name=”tekst3″>3. De statuten van de KNSB
Uit de statuten van de KNSB:
Artikel 2 Doel en middelen
2.1 De vereniging stelt zich ten doel de beoefening van de schaaksport in Nederland
te stimuleren, in stand te houden en uit te breiden.
2.2 De vereniging tracht dit doel te bereiken door:
a. het in één verband brengen van allen, die in Nederland de schaaksport
beoefenen of deze sport op enigerlei wijze dienen;
b. het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de leden;
c. het naar vermogen samenwerken met organisaties in binnen- en buitenland,
voor zover deze samenwerking voor het gestelde doel bevorderlijk kan zijn;
d. het uitschrijven van, medewerken aan of regelen en bevorderen van
wedstrijden;
e. het instellen van kampioenschappen;
f. het uitgeven van één of meer schaaktijdschriften en andere publicaties;
g. het maken van propaganda voor de schaaksport;
h. het bevorderen van de oprichting van schaakverenigingen;
i. het organiseren of doen organiseren van cursussen en opleidingen;
j. alle andere wettige middelen, die het doel kunnen bevorderen.
Artikel 7 Beëindiging lidmaatschap
7.1 Het lidmaatschap eindigt voor de leden genoemd onder artikel 4 lid 1 sub a en b
door beëindiging van het lidmaatschap van bedoelde schaakvereniging casu quo
bijzondere bond.
7.2 Voor de leden genoemd onder artikel 4 lid 1 sub c eindigt het lidmaatschap
door:
a. overlijden;
b. opzegging door of namens het lid;
c. opzegging namens de vereniging;
d. ontzetting.
7.3 De aansluiting van regionale of bijzondere bonden eindigt door opzegging van
de zijde van de betrokken bond, door ontbinding van de betrokken bond of door
vervallenverklaring van de erkenning door de algemene vergadering. Het
Huishoudelijk Reglement stelt nadere regels met betrekking tot deze
vervallenverklaring.
7.4 Voor beëindiging van het erelidmaatschap en het lidmaatschap van verdienste is
artikel 7 lid 2 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 14 Geldmiddelen
14.1 De inkomsten van de vereniging bestaan uit:
a. contributies;
b. eigen bijdragen;
c. subsidies en sponsoring;
d. schenkingen, legaten en bijdragen van donateurs
e. andere baten.
14.2 De algemene vergadering stelt jaarlijks de begroting van inkomsten en uitgaven
van de vereniging voor het volgend verenigingsjaar en de te heffen contributies
vast. De leden zijn gehouden tot het betalen van de contributies. De wijze van
inning wordt geregeld in een aparte regeling, die door de algemene vergadering
wordt vastgesteld.
Artikel 17 Strafbepalingen
Het bestuur is bevoegd sancties op te leggen bij overtredingen, opgesomd in het
Huishoudelijk Reglement.
Het Huishoudelijk Reglement
Artikel 3 Informatieverplichting
De aangesloten regionale en bijzondere bonden dienen aan het bestuur te
verstrekken: de namen en adressen van hun bestuursleden, het adres van hun
kantoor, secretariaat of correspondentieadres, de namen en adressen van hun
afgevaardigden in de bondsraad en hun plaatsvervangers, alsmede de complete
ledenlijst. Wijziging van een en ander dient, zo nodig, bij de aanvang van elke maand
aan het bestuur te worden meegedeeld.
5. De gevolgen van onbehoorlijk bestuur” name=”tekst5″>5. De gevolgen van onbehoorlijk bestuur
Als het gaat om de slechte belastingmoraal in andere landen, weten we heel goed wat de overheid in die landen zou moeten doen. Echter, als het gaat om de verkeerde moraal bij de schaakverenigingen, reageren sommigen daarop op een ‘genuanceerde manier’. Dat is geen goed teken.
Alle activiteiten draaien namelijk om vrijwilligers. Zij dragen allen op hun manier een bescheiden bijdrage aan het voortbestaand van schaken in verenigingsverband. Dank zij hen hebben we in Nederland een schaakwereld. De schaakwereld is afhankelijk van vrijwilligers die letterlijk voor liefdewerk oud papier zich inzetten. Sterker nog, het kost hen veel vrije tijd en geld. Welnu, als de leden zich zo calculerend gedragen, krijgen we geen vrijwilligers meer. Want die gaan dat gedrag uiteraard ook overnemen. Men mag voortaan betalen voor de diensten van vrijwilligers.
Bovendien indien alsnog rekening wordt gehouden met zwarte leden, betekent dit in wezen het belonen van niet-integer gedrag. Een grote bek hebben loont. Dat is ongewenst.
Tot slot als een bijzonder lager tarief wordt ingevoerd, gaan ook anderen zich daarop beroepen. Zo leidt alleen al het meedoen aan een regionale competitie tot een hogere contributie. Als schakers dus niet meedoen aan de regionale competitie kunnen ze dus geld besparen. Met als gevolg een snellere afkalving van de regionale competitie.
Voor nieuwe leden vind ik een aantrekkelijke instap wel een goede zaak.
Ik denk aan:
– 3 maanden gratis op proef.
– Het eerste seizoen de afdracht naar de KNSB per maand.
Voorbeeld: Iemand wordt in januari lid, krijgt t/m maart gratis lidmaatschap en vanaf april is er de afdracht naar de KNSB voor de maanden die het seizoen nog loopt. Je kan besluiten om het seizoen te laten lopen van september t/m mei.
Dan zou de afdracht 2/9 van het jaarbedrag zijn.
Bij deelname aan externe competitie zou je kunnen opnemen dat er meer afdracht moet zijn. Speelt het lid uit het voorbeeld bijvoorbeeld vanaf februari mee in de externe competitie, dan wordt de afdracht 4/9 van het jaarbedrag.
U schrijft:"uiteindelijk bepalen de Tweede en Eerste Kamer die verdeling".
Niet helemaal juist.De Kamers gaan wel of niet akkoord met een voorstel van de regering en soms doen de Kamers zelf voorstellen,maar die kunnen door de regering weer worden verworpen.Dit is heel iets anders dan dat de Kamers zelf beslissen.De Kamers smeden geen regeringsakkoord.En zelfs de partijleden kunnen de verdeling voor een klein deel bepalen;de huidige perikelen rondom het zorgstelsel zijn hiervan een mooi voorbeeld.En dan zijn sommige verdelingen reeds vastgelegd door Brussel.
Maar laten we het schaakplezier niet vergallen door politieke spelletjes.
Maar als een aspirant-lid voor drie maanden op proef is zal er toch,zo lijkt mij, in die drie maanden een meerwaarde moeten zijn ten opzichte van het in het geheel geen lid zijn.Want welke "proef" gaat dit asp.-lid dan aan?
Ik ben het volledig eens met het artikel.Een ieder zal zich aan regels moeten houden,zoniet dan de zwartspeler en de zwarte vereniging hard straffen.Ik heb een enorme hekel aan mensen die zich niet aan regels houden.De goeden lijden daarvan altijd en je ziet inderdaad erg vaak dat de slechten de hand boven het hoofd wordt gehouden,waardoor de goeden nog harder gaan lijden.
Paul-Peter Theulings, ik vind drie maanden proeftijd veel te lang. Waar kom je elders in de samenleving zo’n riante regel tegen? Zo luxe termijn hoeft niet bij senioren, en ook niet bij jeugdspelers.
Welke vrijwilliger vindt het leuk om drie maanden lang met een kind bezig te zijn, zonder enige verplichting voor een kind? Met zo’n regel valt niet te werken. Het is ook niet in het belang van een kind; met name kinderen willen snel duidelijkheid. Geef je hen geen grenzen, wordt het niets.
Dat neemt niet weg dat bij jeugdschaken een bescheiden proeftijd wel is gewenst. Drie weken is genoeg. Als een kind namelijk lid wordt, moet het van veel ouders (terecht) het jaar afmaken. Zo leert een kind verantwoordelijkheid te nemen voor zijn beslissing om lid te worden. Echter, als een kind al na twee keer geen zin meer heeft om te schaken en toch het jaar moet afmaken, gooit hij er met de pet naar. Het gevolg is dat hij de schaakpartij (het ‘echie’) snel verliest. Dan zit de jeugdleider bijna een jaar met twee kinderen die zich vervelen en gaan donderjagen, omdat het ene kind geen zin heeft om te schaken. Het veroorzaakt dus grote werklast voor vrijwilligers. Vandaar dat een bescheiden proeftijd gewenst is.
Na drie weken weet een kind echt wel of het wel of niet verder wil met schaken. Ik heb nog nooit meegemaakt dat een kind daarna binnen drie maanden genoeg kreeg van schaken. Wel na zes maanden, als het buiten mooier weer wordt. Dan wil het met vriendjes voetballen, en heeft het geen zin naar schaken te gaan.
Duberry 14.03 uur, ik denk dat we beiden hetzelfde bedoelen.
De regering dient voorstellen in bij de Tweede Kamer (bijvoorbeeld de miljoenennota, of recent de plannen bij de regeringsverklaring). Zolang de Kamer die plannen niet goedkeurt (of vaststelt) kunnen deze niet worden uitgevoerd. Een heel enkele keer dient de meerderheid van de Kamer een initatiefwetsvoorstel in, maar ook in dat geval moet er wel budget zijn.
Dat er steeds meer uit Brussel op ons afkomt is juist, hooguit kun je eraan toevoegen dat Nederland bij de totstandkoming daarvan enige invloed kan uitoefenen.
Zo gaat het ook met de KNSB. Doorgaans biedt het bestuur – eventueel voorbereid in commissies – de plannen aan aan de Bondsraad. Die raad keurt de plannen al dan niet goed, (d.i. vaststellen). Indien de plannen worden vastgesteld moet het bestuur, het Bondsbureau, de plannen uitvoeren. Van die uitvoering wordt verantwoording afgelegd. Als bijvoorbeeld – ik verzin maar wat – de Bondsraad topprestatie-, wedstrijdschaak belangrijker vindt dan breedteschaak, is dat een gegeven.
En zoals er regels komen uit Brussel, komen er ook regels van de FIDE. Denk bijvoorbeeld aan het hoge inschrijfgeld voor internationaal arbiters.
Pieter,
als in de praktijk blijkt dat 3 weken voor een kind genoeg tijd is om te beslissen mag de proeftijd wel korter. Ik nam de tijd (te?) ruim om iemand die nog helemaal niet kan schaken meer gelegenheid te geven met stap 1 aan de slag te gaan.
Pas had ik een facebookdiscussie over dit onderwerp met enkele mensen. Ik zal de kern daarvan, mijn mening, hier posten. Ik ben het helemaal met Pieter de Groot eens.
"Als bestuurslid van een vereniging die toch al zeker zo’n 20 jaar lang netjes – zoals we dat met zijn allen hebben afgesproken! – alle jeugdleden aanmeldt, na een proefperiode van 3 weken, vind ik het nogal schokkend dat verenigingen die zich netjes aan de regels houden worden geschoffeerd met drogredenen als
Ze melden zich misschien alweer in december af
We melden ze niet aan in oktober want ze melden zich wellicht per december weer af". Ten eerste moet men dan zorgen dat ze voor december al de rekening hebben betaald, en ten tweede zou ik eens goed naar de opvang van jeugd kijken als ze na drie maanden al op het schaakspel zijn uitgekeken."
Hoe leg je het de ouders van de kinderen uit dat ze lid moeten worden van de schaakbond?
Je moet beginnen met de leden aan te melden. Ik snap nog steeds niet wat het probleem is, wij doen dat als middelgrote vereniging ook, en zonder problemen. Jaar in, jaar uit. Ouders zien het probleem niet, dat ze er te weinig voor terugkrijgen. Leden ook niet.
Tenzij men natuurlijk gaat vertellen over een grote boze schaakbond, dat de KNSB ("zij") heel veel geld inpikken en de recreatieve schaker er niets voor terugkrijgt. In plaats van goed uit te leggen hoe het in elkaar zit en waar je allemaal gebruik van zou kunnen maken. (verzekeringen, toernooien, cursussen, advies en ondersteuning)
Wat krijgen ze ervoor terug?
Dit argument houdt geen steek, want (behalve het feit dat je er veel voor krijgt, zie hierboven) het is nu eenmaal een afspraak die we gemaakt hebben. Alle leden van de vereniging worden aangemeld. Ook degenen die stap 1 doen. Ook degenen die alleen intern spelen.
Tot slot
Een andere vergelijking: als ik zou horen dat een professioneel schaaktrainer zwart werkt, dan zou ik dat storend vinden. Want ìk draag netjes BTW en inkomstenbelasting af. Of we spreken met zijn allen af dat alles zwart gaat (de overheid gaat failliet), of we houden ons aan de regels.
Zo geldt het ook hier: of we spreken af dat we alleen competitieleden aanmelden (failliet van de schaaksport in mijn ogen), of we houden ons aan de regels.
Er zitten overigens ook voordelen aan het hebben van een korte proefperiode en snel aanmelden van de leden. Niet alleen voor de schaakbond (subsidie): Een zwart lid hangt erbij. Je verwacht dat hij op elk moment kan opstappen. Een "wit" lid hoort erbij. Je gaat je inzetten hem/haar te behouden. Je kan de speler feliciteren – hij is lid van de vereniging geworden. Ouders weten dat ook: als je lid bent van iets, dan ga je er langer mee door (je maakt het seizoen af).
Overigens, mocht je je afvragen: hoe regel je als vereniging op een goede manier het aanmelden van de leden: het vergt wat discipline (aanmeldformulier, op tijd afmelden van oud-leden en op tijd versturen van de factuur voor de contributie). Je kan gerust contact opnemen met mij daarover.
Interessant artikeltje. In België maken we geen probleem van zwarte leden. Je kan in de meeste clubs kiezen tussen een vol lidmaatschap of een steunend lidmaatschap. Bij een vol lidmaatschap ben je automatisch lid van de bond. Bij een steunend lidmaatschap ben je dit niet (dus enkel lid van de club). Steunende leden hoeven in principe zelfs niet te kunnen schaken. Je hebt heel wat spelers die geen interesse hebben in een rating of serieuze competitie maar graag een clubavond afkomen om een paar blitzjes, rapids te spelen, te kibitzen en een paar pintjes te drinken.
Je kan zoals in het artikel stellen dat iedereen een vol lidmaatschap moet betalen ongeacht waarom ze lid zijn. Dit is een begrijpbaar standpunt maar dit houdt wel serieuze risico’s in.
1) Er zijn schaakclubs die zich niet (meer) aansluiten bij de bond.
2) Verscheidene schaakclubs kampen met een dalend ledenbestand. Strenge opvolging van de (betalings) regels zullen ervoor zorgen dat sommige kleine clubs zullen verdwijnen.
Het is inderdaad zeer verwerpelijk om die bescheiden afdracht van, ik geloof, 30 euro per jaar, te willen ontduiken.
Aan de andere kant – voor veel leden die, buiten hun clubavond, niet actief zijn in de competitie, is het enig tastbare resultaat van hun bondslidmaatschap dat verachtelijke bondsorgaan dat af en toe op de mat valt. Een belediging voor de schaker. Ik gooi dat prul altijd zo snel mogelijk weg, want ik wil niet dat vrienden zien dat ik daar lid van ben.
Persoonlijk ben ik het eens met de zienswijze van Brabo, wat blijkbaar de manier van handelen in België is. Het lijkt me normaal dat iemand die deelneemt aan organisaties van de KNSB (externe competitie, tornooien, …) contributie aan de bond betaalt, maar iemand die enkel komt schaken op de clubavond van zijn club, waarom zou die in godsnaam een bijdrage aan de bond moeten betalen? Je kan de vraag perfect omdraaien. Welke toegevoegde waarde heeft de bond voor deze persoon? Nul komma nul. Deze mensen verplichten om dan toch lid te worden van de bond lijkt me nogal vreemd. Als hun schaakleven zich beperkt tot de 4 muren van hun club, zie ik echt niet in waarom deze mensen zouden moeten betalen aan een organisatie die zich buiten deze 4 muren bevindt en waar zij totaal geen contact mee hebben.
Voor alle duidelijkheid, ik vind schaken een goedkope hobby en betaal mijn contributie met plezier.
In het model van de KNSB gaat het om een vol lidmaatschap. Met zijn allen maken we bepaalde doelen mogelijk. Het gevolg is dat schakers die slechts een beperkt doel hebben betalen voor anderen die grotere doelen hebben. Dat model is gebaseerd op het solidariteitsbeginsel.
In het model van de KBSB gaat het om een vol en steunend lidmaatschap. Dat is gebaseerd op een gemengd solidariteits- en profijtbeginsel.
Er is nog een derde model mogelijk, het zuivere profijtbeginsel. Namelijk een laag tarief voor de clubschakers, een hoger tarief voor schakers die meedoen aan de regionale competitie, een nog hoger tarief voor schakers die meedoen aan de landelijke competitie, en een nog hoger tarief voor schakers die meedoen aan internationale wedstrijden. En schakers die worden gecoached betalen dat zelf. Iedereen betaalt voor wat hij of zij krijgt. Een ander doet dat niet voor hem.
Het gaat om de vraag welke doelen in het ene model wel haalbaar zijn en welke in het andere niet. Ook om de vraag naar de gevolgen voor de inzet van vrijwilligers. Welk model leidt tot meer ledenverlies dan het andere, welk model financieel meer opbrengt dan het andere. Het afwegen van die belangen is uiteindelijk een politieke keuze. Zij wordt gemaakt door de Bondsraad.
Echter, is eenmaal besloten moeten de aangesloten verenigingen zich daarbij neerleggen. Het is niet anders.
Ik ben het eens dat een beslissing omtrent een model gemaakt in de bondsraad moet worden opgevolgd. Echter het is ook noodzakelijk om door dezelfde bondsraad op voorhand te bepalen hoe de controle op de beslissing zal worden uitgevoerd en wat precies de strafmaat is bij overtredingen.
Zonder enige vorm van controle blijft een reglement een dode letter. Zal de bond werken rond een verklikkersmodel of zal de bond inspecteurs naar de clubavonden sturen om iedere aanwezige om zijn pasje te vragen?
Is de bond bereid om bepaalde verenigingen eruit te gooien of wat riskeert een vereniging met zwarte leden?
Het is natuurlijk erg triest dat het zo ver heeft moeten komen met het bestaan van zwarte individuele leden. Laten we hopen dat verenigingen zo verstandig (noem het: sportief) zijn te doen wat is afgesproken en gewoon afdragen wat is afgesproken. Rijst de vraag wat te doen als een vereniging zich daaraan onttrekt.
Een vereniging meldt informatie over nieuwe leden aan bij haar regionale bond, niet bij de KNSB. Fungeert een regionale bond slechts als een doorgeefluik, of heeft de bond ook een eigen verantwoordelijkheid om de verstrekte gegevens te verifiëren op haar juistheid? Ik denk het laatste. De bond hoeft dat niet bij elke aanmelding te doen. Zij kan dat steeksproefsgewijs doen: de aangemelde ledenlijst vergelijken met de informatie die op de website staat van een vereniging.
Indien de regionale bond vervolgens een tekortkoming signaleert vriendelijk verzoeken om een toelichting of een verklaring van het verschil. En als blijkt dat een vereniging principieel weigert de juiste gegevens te verstrekken dan pas gepaste maatregelen nemen. De betrokken vereniging het recht ontzeggen mee te doen aan de regionale competitie, en dus ook niet aan de KNSB-competitie.
Ter verduidelijking van het volgende. Als in statuten wordt gesproken over ‘leden’ wordt daaronder verstaan: schaakverenigingen. Geen individuele schakers.
Ter illustratie
Artikel 5 van de Statuten van de Haagse Schaakbond:
‘Gewone leden zijn organisaties die het schaken in georganiseerd verband beoefenen, zoals schaakverenigingen, die zich als lid bij het bestuur hebben aangemeld en door het bestuur als zodanig tot de vereniging zijn toegelaten. Uitsluitend dit soort organisaties met volledige of beperkte rechtspersoonlijkheid en met ten minste twaalf natuurlijke personen als lid kunnen lid van de vereniging worden. In geval van niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.’
Artikel 7 van die statuten:
Eerste lid:
‘Het lidmaatschap eindigt:
a. doordat het lid ophoudt te bestaan;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de vereniging;
d. door ontzetting.’
Vierde lid:
‘Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer het lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, zoals onder meer in het geval van de ondanks betalingsherinnering niet of niet-tijdige betaling door het lid van zijn/haar jaarlijkse bijdrage, of wanneer een lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
De ontzetting geschiedt door het bestuur, dat het betrokken lid ten spoedigste van het besluit in kennis stelt onder opgaaf van redenen.
Het bepaalde in het vorige lid omtrent het instellen van beroep door het betreffende lid alsmede het besluiten van de algemene vergadering te dezer zake is van overeenkomstige toepassing.’
Indien onjuiste gegevens worden verstrekt gaat het om een onredelijke wijze van benadeling. Als een vereniging het laat aankomen op ontzetting is dat een enorme reputatieschade. Niet alleen voor de betrokken schaakverening, ook voor de regionale bond, de hele Nederlandse schaakwereld. Want, het levert veel negatief nieuws op. ‘Daar heb je weer die gekke schakers.’
Tja, het klinkt allemaal logisch om geen uitzonderingen te willen maken. Todat je het van de andere kant bekijkt.
Want zolang je maar geen lid bent van een club of onderbond, is er ineens wel van alles mogelijk. Rating-, Internet-, Speelz- of Individueel lidmaatschap. Zomaar 4 mogelijkheden met verschillende ‘diensten’ van de bond en bijbehorende verschillende contributiebedragen. Mogelijk vanaf 5 euro.
Vanuit een schaakclub of onderbond gezien zijn dat natuurlijk ook ‘zwarte’ leden: wel lid van de KNSB, niet van de club.
Als voorbeeld een geval op mijn club: we geven vanuit de club wekelijks schaakles op een school aan ongeveer 25 kinderen. Als we die kinderen gewoon les zouden geven, is er verder niets aan de hand. Als we ze Speelz lid zouden maken kost dat 25x 12.50 en is de bond blij. Niets mis mee, volgens KNSB, er kunnen aan NOCNSF extra leden worden getoond.
Zetten we die kinderen vervolgens ook op de ledenlijst van de club, dan zijn het ineens zwarte leden, en riskeert de club mogelijk royement. Om dat te voorkomen moeten ze ineens volledig lid worden.
En dat voelt wel als een dubbele moraal. Er geen problemen mee hebben als een lid ‘alleen’ maar bondslid is, maar er wel een probleem van maken als iemand alleen clublid is.
Als lid van club A, kan je zonder extra bondsafdracht ook dubbellid worden van club B. Ik had het wel netjes gevonden als we Speelz-leden dubbellid van de club konden maken. Maar dat kon niet.
Zolang je geen clublid bent is er allerlei maatwerk mogelijk, heb je je eenmaal bij een club aangemeld, dan kan dat ineens niet meer.
Zwarte leden zijn van alle tijden en goede bestuurders treden er direct tegen op. Nu discussieren we alleen maar en doen niets. Het afgelopen decennia is meer aandacht besteed aan wijzigingen van statuten, reglementen en zwarte leden dan aan noodzakelijk beleid om de alsmaar dalende trend van het aantal leden een halt toe te roepen. Als blijkt dat de schatting van 10-15% zwarte leden op een bestand van ruim 17.000 verenigingsleden niet klopt waar hebben we het dan al die tijd over gehad?
Daarom de problematiek eens vanuit een andere hoek belicht.
klik hier
Gezien de zotte vergelijkingen die Pieter de Groot maakt is het een wonder dat de FIOD nog niet bij de penningmeester van mijn club heeft aangeklopt…
Het solidariteits- en profijtbeginsel krijgt geheel andere mouwen met het volgende:
Ongeveer 15% van de leden van mijn club speelt niet extern. Zij betalen voor de faciliteiten die de club hen biedt, niet voor consumpties die ze niet nuttigen.
Zelf speel ik pakweg 7 potjes per jaar extern en dat geldt -door de bank genomen, voor alle leden die extern spelen.
Mijn club ontleent zijn bestaansrecht in beginsel aan de interne competitie die met gemiddeld 16 partijen per lid naast de bekercompetitie per seizoen uitstekend bezocht wordt.
De contributie wordt voor veruit het grootste gedeelte opgeslokt door de regionale bond cq KNSB.
Pieter de Groot zou zich beter eens af kunnen vragen of de geleverde diensten van een regionale bond of de KNSB wel in verhouding staan tot de afdracht van een vereniging die bestaat uit leden die recreatief een potje komen schaken.
Als ik moest kiezen tussen het kwijtraken van de leden die alleen intern spelen of voor het opgeven van mijn 7 externe potjes, zou ik zonder meer voor het laatste kiezen en ik denk dat iedereen binnen onze club er wel zo over denkt.
Het zou dan ook verstandiger zijn om niet met een royement te dreigen zoals Pieter de Groot bepleit. Dat lokt maar uit om er zelf uit te stappen.
Als er meer clubs in een regio zijn die omwille van dit voorstel en bij uitvoering daarvan besluiten om de regionale bond en dus de KNSB de rug toe te draaien, kost het verdomd weinig moeite om zelf een competitie te organiseren. Met het uitgespaarde geld kunnen we dan ook nog eens makkelijk een paar keer per jaar een royaal voorziene barbecue bekostigen; dat spreekt ook wel aan.
Het is dan ook maar zeer de vraag of een maatregel zoals Pieter de Groot voorstaat per saldo meer leden zal opleveren. Bovendien lijkt het aannemelijk
dat de bron aan potentiële leden een tijdje zo goed als opgedroogd zal zijn en dat de relatie met verschillende clubs verziekt raakt of beëindigd wordt.
Op het forum van Utrechtschaak gaf CP in het bondsraaddraadje overigens een werkbaar alternatief om te ontkomen aan het verplichte en peperdure abonnement op het schaakmagazine van de KNSB voor leden van een club die om wat voor reden dan ook er voor kiezen niet extern te spelen.:
"Kan heel het discussie wit/zwart/grijs niet opgelost worden door een schaakvereniging op te richten die geen relatie heeft met KNSB(die van schaken) en op dezelfde dag en zelfdetijdstip op de zelfde locatie schaakt als een vereniging die wel is aangesloten bij KNSB.
Ter stimulering en vermaak worden er door de 2 verenigingen een gezamelijke interne opgezet waarin zowel leden van de 1 als de andere spelen."
In Nederland is het een grondrecht om een vereniging op te richten, zie artikel 8 van onze Grondwet. Het staat ook in de Universele Verklaring van de rechten van de mens, artikel 20. En alsof dat niet genoeg is, ook in het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, zie artikel 11.
Kortom, er is geen enkele reden om te klagen dat iemand wordt weerhouden een schaakvereniging op te richten. Twee schakers is al voldoende: Jimi, ga je gang, richt maar een vereniging op.
Echter, als iemand lid wil worden van een bestaande vereniging heeft dat nieuwe lid de statuten en de reglementen van die vereniging te respecteren. Als die vereniging is aangesloten bij de regionale bond en de KNSB is die schaakvereniging aan die voorwaarden gebonden. Die verplichting is die schaakvereniging vrijwillig aangegaan. Zij werd niet gedwongen om zich aan te sluiten bij een regionale bond. Niemand mag namelijk worden gedwongen bij een schaakvereniging, een regionale bond of een KNSB te horen.
Welnu, het staat een schaker vrij te menen dat hij teveel contributie betaalt, of dat hij vindt dat de afdracht aan de KNSB te hoog is. In zo’n geval kan hij twee dingen doen:
a. op grond van het verenigingsrecht op de algemene vergadering van zijn vereniging de hoogte van de contributie en of de hoogte van de afdracht aan de orde stellen. En pleiten voor verlaging of iets dergelijks, of dat het bestuur stappen moet ondernemen bij de regionale bond voor een andere afdracht
b. zijn lidmaatschap opzeggen en eventueel zelf een vereniging op te richten, dat zich niet aansluit bij een regionale bond.
Echter, als iemand lid wil blijven van zijn schaakvereniging moet hij zich houden aan de regels die gelden bij die vereniging. Hij moet zich sportief houden aan de contributieregels. En zich niet aanstellen. Het is allemaal het gevolg van zijn eigen vrijwillige keuze om lid te worden. Bedacht moet worden dat als een vereniging zwarte leden heeft, het vrijwilligers van een regionale bond zijn – niet de FIOD – die daar achteraan moeten.
Verreweg de meeste schakers willen meedoen in de regionale of landelijke competitie. Daarnaast is het leuk als er een Elo rating bijgehouden wordt. (hoewel twee ratings – KNSB en FIDE – weer overdreven is). Hoeveel kan dat nu kosten? En hoe groot is nu eigenlijk het draagvlak voor de rest van de begroting? Gering, vermoed ik. PdG wijst op het democratisch principe van de bondsraad en het bestuur dat de genomen besluiten slechts uitvoert. Uit de notulen van de afgelopen jaren krijg ik echter een andere indruk. Het bestuur heeft een eigen agenda en dreigt met opstappen als het zijn zin niet krijgt. Dat is raar. Zwarte leden zijn m.i. het gevolg en niet de oorzaak van het probleem. Het probleem is dat de kosten uit de hand zijn gelopen.
Het doet er niet toe of zwarte leden het gevolg van iets of de oorzaak van iets zijn. Er mogen geen zwarte leden zijn in de KNSB. En als blijkt dat die er zijn, moet daartegen in het algemeen belang van de schaakwereld worden opgetreden. Indien de helft van de Bondsraad daar niet tegen wil optreden, heeft die raad een groot geloofwaardigheidsprobleem.
Als ik NOC*NSF was, zou ik de subsidie aan de schaakbond onmiddellijk extra korten. Onder verwijzing naar de Code Goed Sportbestuur.
Volgens mij zijn ze gek geworden daar in de Bondsraad.
Pieter
Ik denk dat je het idee dat wordt geopperd op het forum van Utrechtschaak verkeerd begrepen hebt. Wat men daar voorstelt is dat elke vereniging zichzelf als het ware in twee verenigingen splitst. De eerste vereniging (we zullen ze vereniging A noemen) sluit zich aan bij de KNSB en betaalt contributie voor haar leden, die dan ook extern gaan spelen. De tweede vereniging, vereniging B, sluit zich niet aan bij de KNSB (en moet dus geen contributie doorstorten) en daar worden de personen lid van die enkel aan de clubavonden/interne competities deelnemen. Hiermee is het probleem van de "zwarte leden" (wat een uitdrukking, precies alsof we terug in de tweede wereldoorlog en de collaboratie zitten) opgelost. Deze zijn tenslotte enkel lid van een vereniging die volgens de KNSB niet bestaat, aangezien ze niet bij haar aangesloten is. En voor de vereniging die wel aangesloten is, is ook alles in orde, want voor al haar leden is de contributie betaald. Dat deze 2 verenigingen samenkomen op hetzelfde adres en hetzelfde moment en waarschijnlijk dezelfde bestuurders hebben en op clubavonden onderling tegen elkaar spelen, daar heeft de KNSB niets mee te maken. Bravo voor die mannen van Utrecht zou ik zeggen. Een probleem dat decennia oud is, wordt hiermee opgelost.
En wat betreft de eeuwige verwijzing naar solidariteit, met alle respect, maar schaken is misschien wel de minst solidaire sport ter wereld. Alle leden voeden de KNSB die dat geld gebruikt voor van alles waar de gemiddelde clubschaker heel weinig tot niets aan heeft. Voorbeelden zijn legio. De meest gesubsidieerde schaker van Nederland is Anish Giri. De schaker die het meest verdient in Nederland, is eveneens Anish Giri. Alle respect voor Giri, hij verdient wat mij betreft elke euro die hij met zijn schaken ophaalt, maar dient de KNSB dan werkelijk zijn trainingen bij grootmeester Chuchelov nog te betalen? Kan dat geld niet voor andere zaken gebruikt worden? Promotie van meisjesschaak, waar je zelf zo sterk achterstaat? Solidariteit is het principe van "de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten". In schaken (en vele andere sporten) is dat precies omgekeerd. Vraag eens aan mannen zoals Giri of Van Wely om in het kader van de solidariteit 1 middag per maand gratis les te geven in een door de KNSB aan te duiden schaakclub en kijk welk antwoord je zal krijgen. Hetzelfde zie je op tornooien. Clubschakers betalen voor hun deelname, (groot)meesters spelen gratis en het geld van de clubschakers wordt gebruikt om hun winstpremies te betalen (en soms nog hun startgelden). Hoe dikwijls gebeurt het niet op tornooien dat een (groot)meester een sterke clubschaker inblikt en achteraf zelfs niet wil analyseren (opgelet: er zijn er die dat wel doen, ik wil niet generaliseren), terwijl deze analyse precies voor de sterke clubschaker extreem interessant zou zijn. Is dat dan wel solidariteit? Je kan nu tegenwerpen dat die kerels professionals zijn die van hun schaken leven en mij vragen of ik gratis zou gaan werken. Het antwoord is neen, maar ik verwacht ook niet dat ik door mijn ondergeschikten op het werk gesubsidieerd wordt.
De conclusie is dat solidariteit in het schaken zeker bestaat (zoals reeds eerder aangehaald, betaal ik met plezier mijn contributie, terwijl de bond voor mij persoonlijk niets doet), maar deze solidariteit gaat slechts in één richting met de modale clubschaker als melkkoe die veel geeft en weinig krijgt. Het is dan ook normaal dat veel leden zich van de bond afkeren.
En wat betreft je standpunt "regels moeten altijd en overal gevolgd worden op straffe van …", achter dit argument gaan de grootste misdaden tegen de menselijkheid schuil. Als het gezag van de autoriteit door de leden niet meer aanvaard wordt, hebben de regels van deze autoriteit ook geen waarde meer. Alle dictaturen die de afgelopen jaren in het Midden-Oosten zijn verdwenen, zijn hier aan ten onder gegaan, ondanks het feit dat ze allemaal beschikten over een "Pieter De Groot" die er bleef op hameren dat de regels moesten gevolgd worden.
Erik
PS Ik beschouw je niet als de woordvoerder van een dictator hoor. Het was enkel om mijn punt te verduidelijken.
Ik denk dat je je vergist. In de eerste plaats heb ik geen idee overgenomen van utrechtschaak. Als ik schrijf over zo’n idee geef ik de bron weer, met vermeldplaats plus tijd van plaatsing. Opdat ieder de juistheid van mijn bron kan verifiëren.
In de tweede plaats heb ik geen voorkeur uitgesproken voor een solidariteitssysteem. Ik heb slechts drie systemen beschreven, en heb vervolgens aangegeven dat het overgelaten is aan de politiek – de Bondsraad – te bepalen welk systeem moet gelden, zie mijn reactie van 27-11-2012 01:38.
In de derde plaats heb ik op 02-12-2012 om 11:22 uur geschreven dat als iemand zich niet kan verenigen met de contributieregel hij of zij dit via zijn eigen algemene ledenvergadering van zijn vereniging aan de orde kan stellen. Hij kan op democratische wijze proberen zijn gewenst systeem te introduceren. Heeft iemand overigens wel eens zo’n voorstel ingediend? En zo ja, wat vond de Bondsraad daarvan? En zo nee, waarom niet? Is het angst om een voorstel in te dienen?
Tot slot, als wordt gekozen moet men zich eraan houden. En dan doet het er niet toe welk systeem men kiest. In geen enkel systeem is plaats voor zwarte leden. Als die er zijn, moet elke vereniging daartegen optreden. Dat heeft niets te maken met dictatuur, maar met het handhaven van regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Als er geen handhaving is, houden mensen zich nu eenmaal niet aan de regels.
Pieter
1. Ik beweer niet dat je een idee van Utrechtschaak hebt overgenomen. Ik beweer dat je het betreffende idee, dat vermeld werd in de post van Jimi, verkeerd begrepen hebt omdat je er nogal zwaar op reageerde terwijl het een te overwegen voorstel is. Zie jij "juridische" problemen als een club zichzelf in twee splitst, met club A lid van de bond en club B niet (zie mijn eerdere post van vandaag)? Dit lost het probleem van de "zwarte leden" toch op, of niet?
2. Ik ben geen voorstander van een solidariteitssysteem omdat solidariteit in de schaakwereld altijd van de zwakkere speler moet komen. Iedereen mag van mij echter een andere mening hebben.
3. De meningen over hoe "zwarte leden" aanpakken zijn zwaar verdeeld, vandaar dat er geen oplossing komt. Lees het artikel van Ruurd Kunnen.
4. "Zwarte leden" zijn een symptoom, niet de ziekte. De KNSB zou beter de ziekte aanpakken in plaats van regels uit te vaardigen die een veel te klein draagvlak hebben.
Nu, over deze materie kunnen we blijven discussiëren tot we een ons wegen. Jij hebt jouw standpunt, ik het mijne. Let’s agree to disagree, zou ik zo zeggen. Ik hoop in elk geval dat er nog vele mensen reageren, of ze het nu eens zijn met mij of niet.
Erik
Ik krijg stilaan het vermoeden dat Pieter zich van de domme houdt…
Maar goed, hij mag dan nog altijd wel oproepen tot handhaving, de procedure die hij in gedachten had zal zeker niet volstaan.
14. Pieter de Groot
27-11-2012 19:57 Quote:
"Een vereniging meldt informatie over nieuwe leden aan bij haar regionale bond, niet bij de KNSB. Fungeert een regionale bond slechts als een doorgeefluik, of heeft de bond ook een eigen verantwoordelijkheid om de verstrekte gegevens te verifiëren op haar juistheid? Ik denk het laatste. De bond hoeft dat niet bij elke aanmelding te doen. Zij kan dat steeksproefsgewijs doen: de aangemelde ledenlijst vergelijken met de informatie die op de website staat van een vereniging."
"Indien de regionale bond vervolgens een tekortkoming signaleert vriendelijk verzoeken om een toelichting of een verklaring van het verschil. En als blijkt dat een vereniging principieel weigert de juiste gegevens te verstrekken dan pas gepaste maatregelen nemen. De betrokken vereniging het recht ontzeggen mee te doen aan de regionale competitie, en dus ook niet aan de KNSB-competitie."
Een eenvoudiger (?) variant van het twee-verenigingen-systeem is:
Vereniging E. Speelt alleen extern. Contributie = KNSB afdracht.
Vereniging I. Speelt alleen intern. Contributie afhankelijk van zaalhuur e.d. maar deze vereniging is niet aangesloten bij de KNSB.
De huidige "zwarte leden" worden alleen lid van vereniging I. Overige leden worden lid van zowel vereniging I. als vereniging E.
Er is of was al minimaal één vereniging die uitsluitend extern speelt en ook alleen uitwedstrijden (dus geen zaalhuur), te weten SOPSWEPS. Daar heeft de KNSB dus blijkbaar geen bezwaar tegen (ik zou ook niet weten waar het bezwaar uit zou kunnen bestaan).
Tegen een vereniging die niet is aangesloten bij de KNSB kan ook geen bezwaar zijn. Conclusie: het probleem is opgelost.
Het netto-resultaat zal zijn dat het ledental van de KNSB helaas zal dalen, want door het bestaan van twee sub-verenigingen zullen meer extern-inactieve leden zich er van bewust worden dat zij de KNSB sponsoren en zich vervolgens afmelden bij E. en aanmelden bij I.
Het is daarom de vraag of de KNSB er verstandig aan doet om het fenomeen van zwarte leden zo sterk onder de aandacht te brengen.