Eindspelfinesses 1: Dame tegen pion

Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: “Dat had ik anders kunnen spelen?”

Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. De internationale meesters Twan Burg en Herman Grooten zullen op frequente basis u proberen bij te praten over diverse eindspelfinesses.

In deze eerste aflevering van mijn hand van deze nieuwe serie leg ik u het eindspel van dame tegen pion voor. Op het oog is dit niet zo’n interessant eindspel. Dat klopt, want in meeste gevallen zal de dame eenvoudig winnen van de vijandelijke pion. Pas als de pion op de voorlaatste rij is beland, doemen er (technische) problemen op. Laten we het eerste voorbeeld maar eens bekijken.

Zonder hulp van de eigen koning kan hij niet tot winst komen; hij zal dus zijn koning naderbij moeten brengen. De techniek die hij moet gebruiken is dat hij met een aantal schaakjes en dwangmanoeuvres de zwarte koning voor zijn eigen pion moet dwingen, zodat deze niet meer dreigt te promoveren. Op dat moment kan de witte koning een stapje dichterbij gebracht worden. Dit proces herhaalt zich een aantal malen, totdat de witte koning zo dicht genaderd is dat de pion veroverd wordt. In de praktijk werkt dat zo:

1. De4+ Kf2 2. Dd3 Ke1 3. De3+

3… Kd1 4. Kg7 Kc2 5. De2 Kc1 6. Dc4+ Kb2 7. Dd3 Kc1 8. Dc3+ Kd1 9. Kf6 Ke2 10. Dc2 Ke1 11. De4+ Kf2 12. Dd3 Ke1 13. De3+ Kd1 14. Ke5 Kc2 15. De2 Kc1 16. Dc4+ Kb2 17. Dd3 Kc1 18. Dc3+ Kd1 19. Ke4 Ke2 20. De3+ Kd1 21. Kd3 Kc1 22. Dxd2+

1-0

Het is handig om te weten dat als de dame voor de pion weet te komen, wit zich een heleboel moeilijkheden bespaart. De zwarte koning kan dan niets meer uitrichten en wit wint dan eenvoudig. Soms laat de stelling dat toe.

1. Dh5! 1-0

Na deze zet kan zwart niet meer voorkomen dat wit de dame op d1 plaatst, waarna de strijd in hogere zin gestreden is.

In de vorige stellingen hebben we het eindspel bekeken met een zwarte d-pion. Hoe zit het eigenlijk met een c-pion?

Het winstproces verloopt precies op dezelfde manier als hierboven aangegeven. Er is echter een essentieel verschil.

1. Db4+ Ka2 2. Dc3 Kb1 3. Db3+

Normaal gesproken zou 3. … Kc1 gedwongen zijn, waarna wit zijn koning activeert. Nu er sprake is van een c-pion is er een bijzondere omstandigheid waarvan zwart gebruik maakt.

3. … Ka1! 4. Dxc2 pat

½ – ½

Wit kan dus tegen een c-pion geen vorderingen boeken en moet in remise berusten. Dat geldt natuurlijk ook voor een f-pion en ook voor de beide randpionnen. In deze vier gevallen maakt zwart remise. De vuistregel luidt nu: de beide toren- en loperpionnen garanderen de zwakkere partij remise, de andere pionnen bezorgen de sterkere partij de winst. Helaas kent de spreekwoordelijke regel natuurlijk ook

uitzonderingen. Als de koning van de sterkere partij dichtbij genoeg staat, is wit in sommige ‘remisesituaties’ in staat om de winst af te dwingen. Hij maakt gebruik van een bijzonder motief: dominantie. Een voorbeeld maakt veel duidelijk.

1. De2!

Door de penning kan zwart niet promoveren.

1. … Kb1 2. Kb4!!

Dit is de sleutelzet waar het allemaal om gaat. Wit brengt zijn koning dichterbij en laat toe dat zwart een dame haalt.

2. … c1D 3. Kb3!

Hiermee drukt hij de zwarte koning definitief aan de rand. Het opmerkelijke is dat de zwarte dame niet in staat is om een bevrijdend schaak te geven. Hij kan het dreigende mat op a2 daarom niet meer voorkomen. Dit verschijnsel, het wegdrukken aan de rand, wordt in door eindspelstudiecomponisten dominantie genoemd.

1-0

Dat kan ook met een randpion. In het volgende voorbeeld staat de witte koning ogenschijnlijk te ver weg. Via een handigheidje, weet hij zich toch nog in de winstzone te manoeuvreren.

1. Kb6!!

Hiermee heft wit het pat op en dwingt hij zijn tegenstander een zet met de koning te doen.

1. … Kb2 2. Kc5+

Door een aftrekschaak nadert de witte koning de kritieke zone en bezorgt hij zichzelf een winststelling.

2. … Kc2 3. De4+ Kb2 4. De2+

Op de tweede rij staat de witte dame ideaal, zoals we ook in het vorige voorbeeld zagen.

4. … Kb1

Belangrijk is nog dat zwart zich ook niet kan redden middels 4. … Kb3 vanwege 5. De5 en de dame komt op het promotieveld voor de pion.

5. Kb4! a1D 6. Kb3!

Opnieuw doet de dominantie zijn werk.

1-0

OPGAVE: Hoe kan wit winnen? Motiveer uw antwoord of geef een variant.

Alle partijen of fragmenten via de viewer:

(Van de foto’s en illustraties is de bron onbekend, tenzij het erbij vermeld staat)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

2 Reacties

  1. Avatar
    HermanGrooten 04 januari 2013

    Binnengekomen mail van FM Frank Erwich:

    "N.a.v. jouw mail over het eindspel toren tegen pion, heb ik nog eens extra goed je eindspelrubrieken doorgenomen op schaaksite!;)

    Bij de behandeling van het thema dame tegen pion viel me één ding op. Je behandelt een stelling (wit:Kc5,De4 zwart: Kb2,c2) waarin de koning dicht bij de c-pion staat, waardoor wit net weet te winnen. Helaas heeft zwart een verdediging na 1.De2, namelijk 1…Ka1. De pointe is dat na bijvoorbeeld 2.Dd2 Kb1 de zwarte dame steeds blijft hangen bij promotie. Ik heb dit onderwerp flink uitgewerkt, dus vandaar dat het me meteen opviel!:) Als je de eerste zetten weglaat en het diagram toont met de koning op b1 en de dame op e2, dan is de uitzondering natuurlijk wel van toepassing!"

    Frank heeft volkomen gelijk!

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.