Een ontmoeting met mr. Pieter de Groot
Begin november 2012 had ik een ontmoeting met Pieter de Groot op het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Pieter kende ik alleen van zijn publicaties over schaakrecht op de site van Botwinnik en op onze site. Eind september hebben we elkaar voor het eerst ontmoet tijdens het NK Bedrijfsschaak dat gehouden werd op het Ministerie van VenJ. Pieter speelde een belangrijke rol bij de organisatie van dit NK en na afloop spraken we af voor een uitgebreidere kennismaking.
Hoe kwam je zo met het schaken in aanraking?
Schaken in Friesland
Bij toeval kwam ik in aanraking met het schaken toen ik ongeveer tien jaar oud was. We woonden op het platteland in Friesland. Er waren geen schaakverenigingen in de buurt, ik schaakte met vriendjes. Veel had dat niet om het lijf. Er was nog geen Stappenmethode dus we rommelden maar wat aan. Op de middelbare school deed ik mee in een schaakclubje en heb dat een jaar volgehouden. Dit stelde qua niveau ook niet veel voor. Het was houtjes schuiven op niveau Stap 2, hoger beslist niet.
Schaken bij SV Botwinnik
Zo’n twintig jaar geleden heb ik het schaken weer opgepakt en ben lid geworden van SV Botwinnik. De reden waarom ik lid werd was gewoon voor de gezelligheid en om mensen te ontmoeten. Gewoon voor de aardigheid dus, ik had geen flauw benul wat er te koop was in de schaakwereld. Ik wist ook niet veel van schaken af. Natuurlijk wel gelezen over Fischer en andere schaakstukjes in de krant, maar schaakpartijen naspelen bijvoorbeeld, deed ik nooit. Ik deed mee in de schaakcompetitie en ik deed iets aan schaakstudie. Ik had hiervoor een paar boekjes gekocht. Twee jaar heb ik in de competitie meegespeeld.
Op een gegeven moment vroeg Peter Veld, nu directeur-generaal Belastingdienst, toen jeugdleider bij Botwinnik, mij of ik af en toe wilde invallen want hij had nog weinig tijd. Dat heb ik toen met veel plezier gedaan. Maar na afloop van het seizoen wilde hij stoppen omdat hij helemaal geen tijd meer had. Hij vroeg mij of ik het wilde overnemen. Zo ben ik erin gerold en maakte daarmee ook deel uit van het bestuur van Botwinnik. Toen pas leerde ik een aantal begrippen kennen zoals HSB, KNSB, FIDE e.d. Begrippen die mij helemaal niets zeiden. Ik ging naar de vereniging voor de gezelligheid en wat er in de rest van de schaakwereld gebeurde boeide mij in het geheel niet.
De combinatie eerst twee uur jeugdleider zijn met alles wat daaraan vast zit en daarna nog een lange partij voor de competitie spelen viel mij zwaar. Als mijn tegenstander er om 22.00 uur nog eens goed voor het eindspel ging zitten was bij mij het lichtje al uit. Ik ben toen gestopt met de competitie. Gezellig nog een pilsje drinken aan de bar en met schakers of bezoekers keuvelen vond ik leuk. Even de zinnen verzetten en de sores van alledag vergeten. Mijn Elo is nooit hoger geweest dan 1500 en dat kon mij ook niets schelen. Ik ging per slot van rekening voor de gezelligheid.
Schaakrecht?
Zo kreeg ik te maken met een akkefietje bij een externe wedstrijd en ik vond dat de wedstrijdleider er onhandig mee omging. Het conflict verdiepte zich en de gasten gingen vol onvrede weg. Ze hadden geen bezwaar aangetekend, omdat dit geen verandering zou brengen in de uitslag. Maar het was akelig, heel akelig.
Zelf zou ik het heel anders hebben aangepakt en naar mijn mening beter. Gezegd moet worden dat de wedstrijdleider ook maar een vrijwilliger was die zijn uiterste best deed. Ik vond toen dat ik ook een steentje moest bijdragen aan de vereniging en besloot bij de KNSB de cursus scheidsrechter te gaan volgen. De cursus vond ik slecht, gewoon slecht. Want na afloop van de cursus wist ik in feite nog niets. En ik ging me ook afvragen wat de anderen wisten.
Omdat ik als jurist ervaring had met schrijven, en ook al een omvangrijk juridisch naslagwerk voor Kluwer had geschreven, ben ik voor Botwinnik een vraag & antwoord-rubriek begonnen. Ik dacht de mensen lezen dat en gaan wel reageren. Er waren ook vragen bij waarop ik zelf het antwoord ook niet wist. Maar ik kreeg geen of weinig reacties, ook niet van de deskundigen. Ik vroeg het ook wel eens aan mensen maar dan werd er stevig omheen gedraaid. Ik moest de antwoorden dus zelf maar verzinnen. De frequentie van vragen nam toe en ik moest steeds meer en meer het antwoord zelf bedenken. Toen ik merkte dat er toch wel behoefte aan was, ben ik naar de Koninklijke Bibliotheek gegaan om schaaktijdschriften door te bladeren op zoek naar artikelen van arbiters. Wat was ik blij als ik weer een conflict gevonden had.
Ook bladerde ik door buitenlandse schaakbladen, bijvoorbeeld een uit de DDR, daar stond een serie artikelen in. En uit dit onderzoek werd mij duidelijk dat ze allemaal worstelden met het schaakrecht. Het verbaasde me wel dat wedstrijdleiders en arbiters het ook niet wisten als het puntje bij het paaltje kwam. Dat is mij wel tegengevallen. Ook vanuit KNSB-kringen kreeg ik geen reacties, evenmin van de opleiding. Ik kreeg de indruk dat de toplaag van de arbiters mijn stukjes niet op prijs stelden. Er zijn in de juristenwereld veel tijdschriften waarin commentaar wordt gegeven op rechterlijke uitspraken. Die zijn nuttig omdat ze een bijdrage leveren aan de rechtsontwikkeling. We vinden dat heel gewoon. Ik heb de indruk dat men het vervelend vond dat ik commentaar gaf op scheidsrechterlijke uitspraken, zonder dat ik overigens de naam van de betrokken wedstrijdleider gaf.
Waarom ben je op Schaaksite.nl gaan publiceren?
Dat was een om puur praktische redenen. De Botwinniksite was verouderd en het werd voor de webmaster steeds intensiever om stukjes te plaatsen en het duurde ook steeds langer. Inmiddels is er een nieuwe site gekomen. Toen er iets voorviel bij de opening van het Tata Steel Chess toernooi wilde ik de actualiteit volgen. (Zie: Hoe moet men zich gedragen tijdens de toespraken.)
Toen ontdekte ik dat ik mijn publicaties op Schaaksite.nl volledig zelf in de hand had. Een voordeel van het snel kunnen plaatsen van een artikel is ook dat je niet eindeloos aan je tekst blijft schaven. Mijn productiviteit ging met sprongen omhoog. Dat zul je wel gemerkt hebben.
Reacties op Schaaksite.nl en op het net
Wat mij opvalt is dat dat je veel reacties krijgt op jouw columns (in de commentaarbox) op Schaaksite.nl maar op het net gaat het er soms veel heftiger aan toe, zelfs aanvallen op jouw persoon schuwt men soms niet. Men verschilt nogal eens van mening met je.
Recht is emotie
Ja, recht is emotie. Niet alleen in schaken maar in de hele sport geldt dat als een scheidsrechter een arbitraire of foute beslissing neemt, dan staat de hele wereld op zijn kop en staan de media er vol van. Als de sporter een fout maakt of slecht speelt of een kans om te scoren mist, krijgt het nauwelijks aandacht en gaan we over tot de orde van de dag. Kijk eens wat er gebeurt als een rechter een beslissing neemt die niet in lijn ligt met de publieke opinie. Dan is de wereld te klein. Recht is emotie en daarom zijn er ook veel tegengestelde meningen. De schakers zijn niet het probleem, de arbiters zijn niet het probleem, maar de regels zijn vaak het probleem. We maken de regels te ingewikkeld en te detaillistisch. We moeten het in het amateurschaak hebben van vrijwilligers. In plaats van hun taak te verlichten maken we het zwaarder met regels die soms nergens op slaan.
Recht is taal en communicatie
Recht is ook taal. Je moet de juiste woorden kiezen voor wat je bedoelt. Veel problemen in het (schaak)recht hebben als oorsprong een communicatieprobleem!
Recht is discussie
Maar recht is ook discussie, zoals Teeven schrijft in het voorwoord van mijn boek. Recht is geen wiskunde, recht is overtuigen met argumenten. Recht is normatief waardoor het mogelijk is verschillend te denken over zaken. Vandaar dat het een ieder vrij staat er anders over te denken dan de auteur. Dat is ook de functie van een artikel of een boek. Pas door de geschreven tekst kan de lezer zich laten overtuigen of juist niet laten overtuigen en er zelf een andere opvatting naast leggen. Dat is heel gebruikelijk in de juridische wereld.
Dat er op Schaaksite.nl veel discussie is over mijn artikelen vind ik alleen maar goed, ongeacht of ze het met mij eens zijn of niet. Maar enige beschaving in de reacties zou wel prettig zijn.
Welke rol speelde het werk van Geurt Gijsen bij jou? Hij heeft al heel lang een rubriek op Chesscafe.com (An Arbiter’s Notebook).
In de eerste vijf jaar volgde ik zijn publicaties met veel belangstelling. Daarna trad veel herhaling op en kwam er onnodig ingewikkelde regelgeving. Wat moeten amateurs daar mee. Het roept eerder conflicten op dan dat het conflicten oplost, dat kan toch niet de bedoeling zijn. Dus met die ontwikkeling was en ben ik het niet eens. Misschien ben ik een van de weinigen die hardop zijn mening hierover geeft. Soms is het gewoon goed weer eens terug te gaan naar af in plaats van weer een onnodige stap vooruit. Een schoolvoorbeeld voor mij is de uitvoering van de rokade.
Fair play?
Ja, daar gaat hoofdstuk 11 Sportiviteit uit mijn boek over. Dit hoofdstuk begint met een uitspraak van Erica Terpstra, oud-voorzitter van NOC*NSF: ‘Gelukkig zijn velen het er mee eens dat fair play het hart van de sport zou moeten zijn’. Fair play… , over de regels en de geest.
In dit hoofdstuk geef ik voorbeelden van de omgekeerde toren, de rokade, de promotiezet en remisestellingen. Denk daar maar eens over na. Door de regels en de interpretaties van toparbiters is in het schaken de sportiviteit weggejuridiseerd. We zijn te ver doorgeschoten. Misschien houdt een kleine groep arbiters het bewust ingewikkeld uit eigenbelang. Maar bij de amateursport leidt dit tot onnodige conflicten en is fair play in sommige gevallen ver te zoeken.
Geboekstaafd
Een mooie geste om de KNSB 200 exemplaren van jouw boek ter beschikking te stellen voor de arbitersopleiding.
Ik hoop dat mijn boek een rol gaat spelen bij de opleiding tot arbiter. De wijze waarop is een zaak van de KNSB. Bijzonder is dat de voorzitter van de KNSB beloofd heeft een exemplaar aan de Koninklijke Bibliotheek te schenken. Dan is de cirkel weer rond.
Fred Teeven, Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
En toen kwam er een nieuwe taak bij voor je. Ondersteuning van Fred Teeven bij zijn rol als ambassadeur voor de schaaksport.
Ja, op een bepaald moment zou Teeven het NK 2010 in Vught openen en toen bood ik hem aan een concepttoespraak te schrijven. En van het een kwam het ander. Er moet een goede boodschap zijn en de boodschap moet goed worden verkocht. Dat Teeven, oud-voorzitter van het Max Euwe Centrum, dit wil doen is alleen maar toe te juichen.
Er komen nieuwe kansen voor het schaken, deuren gaan open. Het afgelopen NK Bedrijfsschaak was een groot succes. Volgend jaar is het Ministerie van VenJ weer gastheer van het kampioenschap en het ligt dan in de bedoeling om die dag vooraanstaande personen uit het bedrijfsleven en de politiek te interesseren met een speciaal programma. Als dit idee slaagt, ontstaan er misschien weer nieuwe mogelijkheden voor sponsoring van onze sport en dat zou toch mooi zijn in deze moeilijke economische tijden.
Verder hoop ik in het kader van dat NK ook een oude droom in vervulling te laten gaan door voorafgaand aan dat kampioenschap een actief symposium te organiseren voor scheidsrechters en wedstrijdleiders. Ter gelegenheid van dat symposium hoop ik de deelnemers van dat symposium een tweede boek te kunnen geven, met allerlei thema’s. Mensen mogen ook zelf artikelen schrijven voor plaatsing in dat symposiumboek.
Nationale Schoolschaakdag
Wij hebben zijn enthousiasme ook ervaren toen wij aan hem voorstelden te komen tot een Nationale Schoolschaakdag als variant op zijn eerdere idee van een Nationale Schaakdag, dat in een la was blijven liggen. Tijdens zijn speech bij het Univé-toernooi in Hoogeveen in oktober besteedde hij hieraan weer aandacht. Ook het herhalen van een boodschap is een belangrijk element bij de PR voor schaakevenementen.
Overal in de wereld worden grote projecten gehouden voor Schaken op Scholen. De FIDE en Kasparov investeren daar veel in, met grote successen. Nederland zou aan die ontwikkeling veel meer aandacht moeten besteden. Dan is een Nationale Schoolschaakdag een prachtig pr-instrument.
(De KNSB had toegezegd ook mee te doen maar inmiddels hebben wij informeel begrepen dat ze terug willen naar het oorspronkelijke idee van een Nationale Schaakdag. We nemen aan dat er op de komende vergadering van de Bondsraad hierover meer duidelijkheid komt.)
Tot slot
Op de site van Botwinnik staat een uitgebreid archief met artikelen van Pieter de Groot. Lees vooral eens het eerste artikel dat Pieter de Groot publiceerde in 2001 en dat handelde over de onreglementaire zet. Dan blijkt maar weer dat alles relatief is. Ook staan er links naar buitenlandse forums over schaakrecht.
Op Schaaksite.nl publiceert Pieter de Groot actuele zaken waarover discussie mogelijk is en ook dat is een unicum. Van deze discussiemogelijkheid wordt veel gebruikgemaakt en dat is ook juist de bedoeling. Een breder publiek kan kennisnemen van het schaakrecht anno nu en kan zo kijken in de donkere kamer van de wedstrijdleider, de arbiter of de beroepscommissie.
(Ook Jan van den Ende publiceert op Schaaksite.nl artikelen over zijn ervaringen als arbiter.)
Boeken
Over de auteur
- Pieter de Groot heeft Nederlands rechten gestudeerd en is werkzaam bij het Bureau Secretaris–Generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, onder meer als functionaris voor de gegevensbescherming, coördinator ministerraadadvisering en ombudsmanaangelegenheden.
- Is lid van SV Botwinnik te Zoetermeer en is bij deze vereniging dertien jaar jeugdleider geweest.
- Ondersteunt Staatssecretaris Fred Teeven bij zijn rol als ambassadeur voor de schaaksport en bij het organiseren van het NK Bedrijfsschaken dat na dit succesvolle jaar ook in 2013 op het Ministerie van Veiligheid en Justitie zal worden gehouden.