Een contributieverhoging van 11 %
Contributieverhoging is emotie
De leden van een vereniging moeten jaarlijks beslissen over de te betalen contributie voor het nieuwe verenigingsjaar. Dit is zo in de statuten vastgelegd. Dit geldt voor de schaakverenigingen en ook voor regionale- en bijzondere bonden en de landelijke bond, die alle de verenigingsvorm hebben. Als je zou denken dat het hierbij om rationele besluitvorming gaat dan heb je het mis. De emoties lopen vaak hoog op omdat bij dit onderwerp ook de genoegens en met name de ongenoegens weer breed worden geëtaleerd.
De Bondsraad moet binnenkort beslissen over een contributieverhoging van 11% met ingang van het vierde kwartaal 2013. Het betreft hier de contributie voor de verenigingsleden (incl. persoonlijke leden). De contributie voor de leden van de bijzondere bonden gaat met 7% omhoog. De prijzen voor de abonnementen van internetleden, SpeelZ-leden, masters en ratingleden blijven ongewijzigd.
De eigen bijdragen voor diverse activiteiten en evenementen zullen ook omhoog gaan, bijvoorbeeld voor (jeugd)uitzendingen naar het buitenland.
In het navolgende gaat het uitsluitend over de contributie die de leden moeten afdragen aan de landelijke bond, de KNSB. Maar zij moeten natuurlijk ook nog contributie betalen aan de regionale bond en aan de eigen schaakvereniging.
Een verhoging van 11% klinkt dramatischer dan het is. Het gaat om vier euro per jaar (van €36 naar €40) voor de senioren en twee euro per jaar (van € 18 naar € 20) voor de junioren. Voor de leden van de Bondsraad is dit niet nieuw omdat dit maanden geleden al door de KNSB was voorbereid en gecommuniceerd!
De contributieverhoging was de laatste stap om debet en credit van de begrotingen 2013 e.v. weer in evenwicht te brengen. Hieraan vooraf gingen enkele aanpassingen i.v.m. het wegvallen van subsidies voor de Topsport en de Talentontwikkeling en het aflopen van commerciële contracten en tv-rechten. Aan de subsidies waren de (arbeids)contracten verbonden van de Bondscoach en de Talentcoach. Het contract met de Bondscoach wordt niet verlengd en het bestuur heeft besloten de Talentcoach voor twee dagen per week aan te houden voor coördinerende taken.
Na 2013 zijn verdere bezuinigingen nodig zoals op de KNSB bijdrage voor het NK en krijgt een digitale editie van Schaakmagazine de aandacht.
De subsidies voor Algemeen Funktioneren (€153.000), als bijdrage in de begrote kosten van het Bondsapparaat (643.000) in 2013, en Breedteschaak (€30.000) blijven intact. Uit deze laatste subsidie worden waarschijnlijk de kosten voor ledenwerving (€26.000) bestreden.
Recreatief lidmaatschap
Al tien jaar lang zijn er in de Bondsraad discussies over de invoering van een recreatief lidmaatschap. Dit is bedoeld voor leden die uitsluitend voor de gezelligheid naar de vereniging gaan, niet deelnemen aan de regionale- of landelijke competitie en verder geen diensten van de KNSB of regionale bonden afnemen.
In de vergadering van de Bondsraad van 1 december 2012 is uiteindelijk besloten een werkgroep in te stellen die onderzoek moet doen naar de financiële consequenties van zo’n lidmaatschap.
Het bestuur is altijd huiverig geweest zo’n lidmaatschap in te voeren daar het financiële risico’s met zich meebrengt. Immers, een en ander zou bij voorkeur financieel neutraal moeten verlopen, anders wordt er een gat in de begroting geslagen. En dat is nog niet zo eenvoudig. Want als de één meer moet gaan betalen en de ander minder, levert dit weer veel heftige discussies op. En zonder het werven van aanzienlijk meer leden werkt zo’n variant waarschijnlijk ook niet.
De bijzondere lidmaatschappen SpeelZ (schoolschaak) en Masters (50 plussers) zijn enkele jaren geleden ook uit deze discussies ontstaan en konden worden ingevoerd dankzij eenmalige subsidies in het kader van ledenwerving. Per project was destijds eenmalig ca. 80.000 euro beschikbaar. Maar die tijden zijn voorbij. Alles zal nu op eigen (financiële) kracht ingevoerd moeten worden.
Solidariteit
Toch vrezen sommigen dat door de ontwikkelingen van het laatste jaar de solidariteit tussen de leden verder op de proef zal worden gesteld. Dit blijkt onder meer uit de voortdurende discussies over het thema zwarte leden waarover binnenkort een definitief besluit moet worden genomen en uit de aanhoudende discussies over ’wat krijg ik voor mijn geld’. De roep om andere lidmaatschappen staat hier niet los van.
Een interessante vraag is wie nu wat bijdraagt aan de dekking van de (vaste) kosten van de bondsorganisatie. Hieronder een poging dit eens in kaart te brengen.
Dekking vaste kosten landelijke bondsorganisatie
Voor 2013 zijn de begrote kosten van de bondsorganisatie (incl. website en Schaakmagazine) €643.000. De bondsorganisatie heeft 7 FTE in loondienst. Hoe worden deze kosten nu gedekt? Welnu, hiervoor is eerst het volledige bedrag van de ontvangen contributies nodig (€573.000) en vervolgens nog een groot deel van de hierboven genoemde subsidie Algemeen Funktioneren (€153.000).
De een vindt dit een onverantwoorde financiële situatie en een kleinere bondsorganisatie noodzakelijk, de ander vindt dat de contributies maar omhoog moeten om deze financiële positie structureel te verbeteren.
Welke leden dragen nu het meeste bij aan de dekking van de kosten van de landelijke bondsorganisatie?
De leden die het meeste bijdragen zijn die leden die uitsluitend voor de gezelligheid naar de schaakvereniging gaan en geen behoefte hebben aan de diensten van de regionale bonden en de landelijke bond. Zij doen derhalve ook niet mee aan regionale- of landelijke competities of kampioenschappen. Gemakshalve nemen we aan dat ze het bondsblad wel lezen.
Laten we eens veronderstellen dat dit 30% van de verenigingsleden betreft. Van de contributie is ca. 6 euro per lid/per jaar nodig om de kosten van Schaakmagazine en website te dekken. Naast de contributie krijgt de KNSB ca. 4 euro subsidie per lid (is onderdeel van de subsidie Algemeen Funktioneren). Voor 2013 zou dit voor deze groep van ca. 5000 leden uitkomen op een bijdrage van €170.000 in de vaste kosten van de landelijke bondsorganisatie (excl. SM en incl. subsidie) en €30.000 bijdrage in de kosten van SM.
Op deze groep wordt een groot beroep gedaan om solidair te blijven.
De resterende groep van 70% van de verenigingsleden maakt gebruik van een of meer diensten van de regionale of de landelijke bond. De mate waarin ze hiervan gebruik maken is zeer divers.
Alle bijzondere lidmaatschappen dragen in zeer beperkte mate bij aan de dekking van de kosten van het bondsapparaat, zowel per lid als in totaal.
Sommige bondsraadleden vinden dat de bijzondere lidmaatschappen de verenigingslidmaatschappen mede daardoor ondergraven.
Voorstel Haagse Schaakbond
De HSB, sinds jaar en dag groot voorstander van een recreatief lidmaatschap, heeft voor de komende vergadering een voorstel ingediend over de aanpassing van de lidmaatschappen. In hoofdlijnen komt het voorstel erop neer dat er een verenigingsplus- , een verenigings- en een activiteitenlidmaatschap moet komen. De prijs voor verenigingsplus wordt 45 euro, de prijs voor het verenigingslidmaatschap 75% van het pluslidmaatschap en het activiteitenlidmaatschap 37,5% van het plus lidmaatschap. Het jeugdlidmaatschap kost 22,50 euro per jaar.
Om het financieel neutraal te laten verlopen moet hiervoor, volgens het voorstel, de contributie verder omhoog (van 40 naar 45 euro voor het pluslid) en moeten er meer leden en minder zwarte leden komen. In ieder geval moeten er ca. 650 nieuwe activiteitsleden komen.
Interessant wordt of de leden van de Bondsraad op dit voorstel willen reageren, want het kan door het bestuur voor kennisgeving worden aangenomen en worden doorgezonden naar de reeds aangekondigde werkgroep.
De HSB verdient alle lof voor zijn initiatief om zo’n concreet uitgewerkt voorstel ter discussie voor te leggen.
Haalt het allemaal iets uit?
De hamvraag is of deze voornamelijk financiële discussie onze schaaksport echt verder zal brengen. De een wil een lagere contributie, de ander accepteert een hogere contributie. De een wil de bondsorganisatie verder aanpassen om meer financiële armslag voor beleid te krijgen en de ander is bereid hiervoor een aanzienlijk hogere contributie te accepteren. De een is bereid meer te betalen voor de topsport, de ander wil hierop verder bezuinigen en vindt dat de topsporters hun eigen broek maar moeten ophouden. En zo zijn er veel onderwerpen waarbij een ieder zijn of haar eigen belang nastreeft.
De contributies die leden aan de schaakverenigingen betalen (incl. de bijdragen aan de regionale bond en de landelijke bond) zijn erg laag vergeleken met de meeste andere sporten. De barrekening van menig lid is jaarlijks aanzienlijk hoger dan zijn of haar contributie.
Je zou zo denken dat er structurele financiële verbeteringen mogelijk moeten zijn. Maar waarom lukt het toch niet? De belangrijkste reden is dat onze schaakwereld te zeer verdeeld is en geen idee heeft hoe zij de toekomst tegemoet moet treden en de beeldvorming rond de schaakbond kan verbeteren.
Neem de recente uitlatingen van Van Wely in de Volkskrant. Deze bevorderen de verhoudingen binnen de KNSB ook niet. Kijk maar eens naar de reacties op onze site en op het net. De verhouding tussen topsport en breedtesport wordt hierdoor onnodig op de spits gedreven. Het is ook jammer dat de topschakers zich niet laten vertegenwoordigen in de Bondsraad. Maar ook de topschakers zijn het onderling lang niet altijd eens met elkaar.
Een paar goed voorbereide heisessies organiseren lijkt toch zo gek nog niet?
Een financiële discussie zal de schaakbond in de toekomst niet verder brengen. Noodzakelijk om op korte termijn überhaupt nog over een toekomst voor de schaakbond te kunnen nadenken, is deze echter wel. Inmiddels lijkt het bewustzijn dat in de Nederlandse schaakwereld iets moet gebeuren breed aanwezig; echter, zoals in alle (logge) organisaties vergt het nemen van stappen tijd. Tot dat moment is het een kwestie van overleven.
Kan ik 6 euro korting krijgen als ik aangeef Schaakmagazine niet meer te willen ontvangen?
Nog beter is Schaakmagazine opheffen. Dán bepalen wat de contributie moet worden.
Wat een onzin om te stellen dat € 4,- niet dramatisch is. Indien de onderbonden daar ook zo over denken en daarbij genomen dat veel verenigingen te maken hebben met lasten verzwaring door stijgende locatie kosten (huur e.d.) is het een behoorlijk bedrag indien je alles bij elkaar optelt! Daar bij zie ik dat in onze vereniging er veel jongelui rondlopen die niet echt veel te verteren hebben. Bovendien dreigt hier een precedent, 11% nu is volgend seizoen wellicht nog een keer 11% over het te dan te betalen bedrag en ga zo maar door. Misschien dat de bond er goed aan doet om te reorganiseren zoals zoveel bedrijven in de huidige tijd. Ik persoonlijk vind het leuk om te schaken op een vereniging maar niet tegen elke prijs!
In het kader van de modernisering en de bezuiniging kunnen de heisessies alvast vervangen worden door hangouts.
Volgens mij was dit topic al uitgebreid besproken in deze thread:
schaaksite.nl/page.php?al=moeten-we-hervormen
misschien iets voor de moderator om het forum/column gedeelte iets anders in te delen
Ik heb het jaarplan 2013 van de schaakbond bestudeerd; dit zit er zeer goed en gedegen uit. Er is een duidelijke visie en daaruit logisch voortvloeiende doelstellingen. Niets dan lof daarover. Persoonlijk betaal ik dan ook enthousiast mijn contributie en ook een 11% verhoging zie ik niet als een probleem.
Echter, ik ken ook vele schakers voor wie de zaken iets anders liggen. Schaken is in principe een goedkope sport; de enige benodigdheden zijn een bord, stukken en een tegenstander. En dat is voor veel schakers ook precies voldoende.
In dit artikel wordt gesproken over solidariteit, maar hiervoor moet wel een gemeenschappelijk belang bestaan. Volgens mij is dat gemeenschappelijk belang er helemaal niet. Is het voor de gewone schaker werkelijk van belang dat Nederland bij de top-10 schaaklanden van de wereld behoort? Of dat Giri de top-5 bereikt? Het antwoord lijkt mij duidelijk: nee, dat maakt voor de gewone schaker helemaal niets uit. Het is in dat opzicht dan ook onredelijk een beroep te doen op de solidariteit van die gewone schaker. Ik kan aan mijn 80-jarige clubgenoot niet uitleggen dat hij 4 euro extra moeten betalen, omdat anders de top-10 doelstelling van Nederland in gevaar komt.
Onder de Nederlandse schakers zijn er verschillende belangen, waarvan sommige elkaar deels overlappen of aanvullen, maar waarvan andere soms geheel disjunct zijn. Dit alles willen vangen binnen één begroting is niet reëel.
Het voorstel van de Haagse Schaakbond vind ik dat ook zeer logisch.
Volgens mij zijn de schakers in Nederland in drie grote groepen in te delen:
Recreatieschakers, wedstrijdschakers en topschakers. Voor de KNSB zijn al deze schakers leden en voor hen is hetzelfde contributietarief van toepassing. In werkelijkheid hebben zij uiteenlopende belangen en maken zij sterk verschillend gebruik van de diensten van de KNSB. Ooit leefden we in een tijd dat de onderlinge solidariteit zo hoog was, en de kosten van wedstrijdschaken en topschaken relatief zo laag, dat iedereen zonder veel problemen meebetaalde. Die tijd bestaat niet meer. Het gaat nu steeds vaker om de vraag “Wat krijg ik voor mijn geld?”
We moeten volgens mij toe naar een systeem waarin deze drie groepen een plaats krijgen. Recreatieschakers betalen in zo’n systeem niet of weinig mee aan het wedstrijd- en topschaken. De KNSB zou overigens ook de recreatieschakers buiten de verenigingen moeten erkennen als relevante groep, zonder financieel oogmerk of inlijvingsdrang. Deze ongeorganiseerde schakers vormen een groot potentieel maatschappelijk draagvlak voor de schaaksport!
De wedstrijdschakers en topschakers betalen meer contributie en leveren zo een fikse bijdrage aan de kosten. Voor het topschaken zal dat niet genoeg zijn en is aanvullende externe financiering nodig. Dat krijg je niet door handje ophouden (subsidie, sponsoring), maar dat moet je verdienen. De KNSB-organisatie moet daaraan worden aangepast door bijvoorbeeld de vorming van een topsportsectie die binnen bepaalde grenzen zelfstandig het Nederlandse topschaken commercieel kan exploiteren. De topsporters en hun organisatie moeten zelf zorgen voor de kwaliteit van hun “product”. De KNSB en de regionale bonden moeten zorgen voor voldoende “massa” door de schaaksport te stimuleren (jeugd- en schoolschaken, verenigingsleven, externe schaakactiviteiten enz.).
Dit plan lijkt al veel meer op een blauwdruk voor de toekomst dan ik zou willen. We moeten discussiëren om eensgezindheid over de toekomstige koers te krijgen. Heisessies kunnen daarvoor geschikt zijn, mits zij een follow up krijgen.
De discussies op schaaksite.nl zijn een veelbelovend begin.