Eindspelstudies 47 – Vork
website
E-mail:
Hierbij de 47ste aflevering van deze rubriek voor Schaaksite uit mijn database.
- De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies
- Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld
- De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies
- De database is in standaard pgn-format en leesbaar voor gangbare schaakprogramma’s
Een pionvork is een veel gebruikte combinatoire zet in een schaakpartij. Je ziet het niet zoveel in eindspelstudies terug, geloof ik. Het is ook een beetje een platte zet: een kneuterig pionnetje valt twee hele stukken aan en wint er (in principe) één.
De ultieme, qua ongelijke machtsverhouding pionvork, is de volgende studie. De rus Leopold Mitrofanov kennen we natuurlijk van aflevering 2 (de zet van een andere planeet) met zijn Dg5-studie. Eén van zijn specialiteiten was de romantische studie. Dit is een goed voorbeeld:
4e eervolle vermelding Molodoi Leninets 1977
Ja, u leest het goed. Wit moet winnen. Met 1.Kg6 zet wit de zwarte koning klem en dreigt dan vooral 2.d6 om de zwarte dame het uitzicht op f8 te ontnemen. Dus 1...Df8 waarna wit lijkt te kunnen opgeven. De damevleugelpionnen zijn veel te traag.
Met de fraaie zet 2.Ld6 pookt wit het vuurtje op. Als zwart 2...Dxd6 speelt, dan wint 3.a7. Zwart heeft alleen 2...cxd6. Dan komt ook 3.a7 c1D 4.a8D Dxa8 5.e7 waarna zwart drastische maatregelen moet nemen om de 8e rij te verdedigen: 5...Dcc8
6.b7 Een ongedekte pion vorkt maar liefst twee dames! Eén van zwart's dames moet de 8e rij prijsgeven, waarna wit mat geeft.
Een prettig ogende vork zien we in de volgende studie:
Noors toernooi 1950
Wit kan een stuk slaan, maar komt dan snel bedrogen uit: 1.dxe7? Ld6 2.Ke8 Pxe7 met winst. Correct is: 1.d7! Lc7 2.d6
Mooie vork en een grappige stelling. Het hele zwarte circus hangt aan elkaar vast. 2...Pxd6 3.d8D Lxd8
Een moeilijker te begrijpen vork-studie is de volgende:
1e eervolle vermelding Magyar Sakkvilag 2008
De componist Richard Becker is een jonge Amerikaan, die op het laatste wereldcongres tot internationaal meester werd benoemd. Hij is zonder twijfel – kwantitatief – de meest succesvolle eindspelstudiecomponist van het laatste decennium. Toen ik nog section director van het FIDE Album was, waarheen je tot voor kort per post in vijfvoud een print van je beste studies voor een bepaalde tijdsperiode moest sturen om punten te kunnen verdienen voor een compositietitel, begon zijn begeleidende brief met “No, this is not the new phone book”. Zijn studies zijn i.h.a. zeer complex, maar toch gepointeerd en begrijpelijk. Wederzijdse zetdwang is zijn specialiteit.
Het eindspel van twee torens tegen twee paarden is theoretisch gewonnen. Als zwart er echter in slaat om de d-pion te behouden en wat verder op te spelen, en wit's pion te winnen, dan is het remise. De toren op e6 staat aangevallen en moet de e-pion dus blijven dekken. Een goede mogelijkheid lijkt 1.Te5? maar dat is de thematische verleiding. Er volgt 1...d4 2.Td8 Pe3 3.Txd4 Pc2+ 4.Ka2 Pxd4 5.e3 – vork! – 5...Ke2
en op deze stelling komen we terug. De juiste oplossing is 1.Tee8! d4 2.Tad8 Pe3 3.Txd4 Pc2+ 4.Ka2 Pxd4 5.e3 – vork! – 5...Ke2 6.Te5
En we hebben de vorige diagramstelling op het bord. Er is echter een verschil: nu is zwart aan zet terwijl in de thematische verleiding het wit is die moet zetten. Maar waarom is het eigenlijk van belang wie er aan zet is? Als we het clubje stukken op het midden van het bord eens bekijken, dan blijkt dat deze stukken “aan elkaar hangen”. Als wit aan zet is (thematische verleiding), kan hij de paarden niet slaan: 6.exd4+ Kd3! 7.d5 Kd4 en wint de pion, of 6.exf4+ Kf3! 7.f5 Kf4 idem. Ook de toren kan voor wit de status quo niet handhaven, want de moet de paarden van d5 en f5 weren. Bijvoorbeeld 6.Te8 Pd5 7.exd4+ Kd3 met remise, of ook 6...Pf5 7.exf4+ Kf3.
Als zwart aan zet is (de oplossing), dan blijkt dat als één van de paarden zich verroerd, wit de andere slaat. Bijvoorbeeld 6...Pf3 7.exf4+ Pxe5 8.fxe5 en wint, of 6...Pb5 7.exf4+ Kf3 8.f5, of 6...Pd3 7.exd4+ Pxe5 8.dxe5 wint. De spannendste zet zijn nog wel 6...Pc6 7.exf4+ Kf3 en nu 8.Tc5 Pb4+ 9.Kb3, of 6...Pg6 7.exd4+ Kd3 en nu 8.Tg5, of tot slot 6...Ph3 7.exd4+ Kd3 8.d5 en de pion kan niet meer worden gestopt. En ook een koningszet helpt zwart niet: 6...Kd3(2) 7.exf4! Of 6...Kf3(2) 7.exd4! En als de koning naar de eerste rij speelt, dan kan wit beide paarden slaan, omdat de koning d3 of f3 niet meer kan bereiken.
Ok, er is dus sprake van een wederzijdse zetdwang. Maar er staan nog meer stukken op het bord! In de thematische verleiding kan de witte koning toch zetten? Omdat wit natuurlijk niet moet toestaan dat één van de paarden schaak kan geven, is de enige zet 6.Kb1 a5 7.Ka2 Wit zou dit even vol kunnen houden, maar zwarte heeft nu 7...Pc6 8.exf4+ Kf3 9.Tc5 Pb4+ 10.Kb3
En omdat het paard op b4 gedekt staat, kan zwart met een gerust hart op f4 slaan voordat deze pion er vandoor snelt: remise.
In de oplossing was het dus zwart die aan zet is: 6...a5 7.Kb1
Nu is 7...Pc6 weer geen optie, want na 8.exf4+ Kf3 9.Tc5 kan het paard niet eens schaak geven. Dus 7...a4 8.Ka2
En nu is na 8...Pc6 9.exf4+ Kf3 10.Tc5 Pb4+ 11.Ka3 het paard op b4 niet gedekt: 11...Pd3 12.Tc3!
Zwart probeert nog: 8...a3 9.Kb1 en nu is eigenlijk het aardigste 9...a2+ 10.Kxa2 met de naakte zetdwangstelling, maar de componist wilde ook graag die andere variant in de oplossing verwerken: 9...Pg6 10.exd4+ Kd3 11.Tg5
11...Pe7 12.d5 Ke4 13.d6 en wint.
Voor de volledigheid vermelden we nog dat na 4.Ka4? Pxd4 5.e3 Ke2 6.Te5 weer een vergelijkbare zetdwangstelling hebben, maar dat na 6...a5 de witte koning geen veilige tempozet kan doen, en wit dus daarmee aan de verkeerde kant van de zetdwang is beland.
In de volgende studie zien we herhaalde vorken:
1e prijs Sarychev MT 2005
1.e3 – eerste vork – 1...Txd5+ 2.Kc6 Tfxf5
3.e4 – tweede vork – 3...Td6+ 4.Kc7 Tff6
5.e5 – derde vork –. De systematisch manoeuvre zet zich nu in horizontale richting voort: 5...Tc6+ 6.Kd7 Tfe6 en nu de mooie zet 7.Td1! Wit dreigt nu 8.Td6; bijvoorbeeld 7...Ta6 8.Td6 Texd6+ 8.exd6 Te5 9.Kc6 Te1 10.d7 Td1 11.Kc7, of hier 8...Taxd6+ 9.exd6 Kg8 9.Ke7 Ta1 10.f7 Te1+ 11.Kd6. 7...Kg7 8.Tg1+ (vooral niet 8.Td6? want de zwarte koning staat te dichtbij: bijv. 8...Kf7) 8...Kg7 8.Tg1+ Kf7 9.Tf1+ Kg7 10.Tg1+ Kh7 11.Td1! Kg7 12.Tg1+ Kf8 13.Tf1+ Kg8 14.Tg1+ Kh8 15.Td1 remise.
Het record aantal vorken in één studie is vijf:
4e prijs Komsomolskaja Pravda 1968
Wit begint met wat offers maar vervolgens slaat een woeste pion de hele zwarte tent eraf:
1.Dd5+ Kxd5 2.e4+ Pxe4 3.Lc4+ Kxc4 4.d3+ Kd5 5.dxe4+ Ke6 6.exf5+ Kf7 7.fxg6+ Kg8 8.Tf8+ Kxf8 9.gxh7 f1D 10.Lb2 Kf7 11.h8D en wint, bijv. 11...Ke6 12.De8+ Kd5 13.Dc6+ Ke6 14.De4+ Kf7 15.De8 mat.
De allerbeste vork-studie is de volgende:
4e prijs Shakhmaty v SSSR 1935
De componist is de Armeniër Genrikh Kasparjan, een sterk schaker (deed mee aan het kampioenschap van de Sovjetunie) en volgens velen de beste eindspelstudiecomponist ooit. Hij publiceerde enkele tientallen boeken over eindspelstudies.
1.Pe8! Op het eerste gezicht lijkt 1.Pf5? Aanlokkelijk, maar na 1...Kg4! 2.Pe3+ Kf3 3.Pxf1 Tf2 wint zwart het paard en is er van winst geen sprake meer. 1...Kg6 Na 1...f5 2.Lxf5 is het mat op g7 door het witte paard niet meer te verhinderen. 2.h5+! (2.f5+? Txf5 3.h5+ Kxh5 4.Lxf5 g4 en het matnet scheurt) 2...Txh5 (2...Kxh5 3.Pg7+ Kg6 4.Lf5 mat) 3.f5+! Txf5
4.g4! Te5 en nu dwingt wit de zwarte toren weer de vorkstelling in: 5.Lf5+! Vooral niet 5.Pg7? f5. 5...Txf5 6.Pg7!
Schitterend! Zwart kan nu kiezen uit 6....Tf- 7.gxh5 mat, of 6...Th- 7.gxf5 mat.
De Rus V. Korolkov is er in 1950 nog in geslaagd om het witte paard door promotie op het bord te laten komen (HHdbIV#24790) maar de oorspronkelijke studie vind ik beter geslaagd.
Alle fragmenten via de viewer: