HSB-beker: Botwinnik naar finale na zinderende strijd tegen WSC
De tweede wedstrijd in de halve finale is op 14 maart gespeeld, waarna duidelijk is dat RSC Belgisch Park en Botwinnik de bekerfinalisten zijn in de bekerstrijd van de Haagse Schaakbond.
Gespeelde wedstrijd halve finale HSB-beker
thuis |
bezoekers |
uitslag |
barrage |
loting |
verslag |
|
Botwinnik | – | WSC |
2 – 2 |
2 – 2 |
Botwinnik wint |
John Pouwels |
RSC Belgisch Park | – | DSC | 3½ – ½ | Gerard Milort | Pieter Goossens |
RSC Belgisch Park – DSC
Fantasie-Beker-Schaak levert Finaleplaats op!
Een beetje onverwachts moesten we toch nog Bekeren op de reeds geplande fantasie-schaak-avond. Zou dat niet te veel lawaai worden? Ja wel, en daarom ‘mochten’ wij bekeraars in de naastgelegen vergaderruimte van de kerk zitten, die tevens dienst doet als onze materiaalkastkamer, zeg maar het opberghok. Heel gemoedelijk en heerlijk rustig! Onze tegenstander in de halve finale is DSC, waar we recent pijnlijk van hebben verloren. Tijd voor revanche dus! Zeker voor mij, want mijn ‘slimme’ opstelling tegen DSC had geheel averechts uitgepakt en ikzelf had mijn dame weggegeven zonder compensatie, met een nul en teamverlies als gevolg… Dus wat doe je dan? Je neemt het team bij de hand, gaat op bord 1 zitten, geeft opnieuw de Dame ‘weg’, maar nu met heel veel compensatie, en je wint!
Na een uur spelen stonden Peter Monté, Martin Dijkhuizen, Ton van der Zijden en ondergetekende er al goed voor. Minder tijd verbruikt, iets betere stellingen, goede vechtlust tonend.
Ons nieuwe lid Martin D (D staat voor Martin nummer Drie), die in zijn jonge jaren al voor de Residentie Schaakclub had gespeeld, speelde sterk en solide aan bord 3. De aanval van Martin Dijkhuizen werd steeds sterker, en zonder tegenspel te krijgen moest tegenstander Jan Pieter de Vries als eerste, vanwege ondekbaar mat, opgeven. 1-0 en eerste volle punt van Martin D voor RSC Belgisch Park.
bord |
wit |
zwart |
uitslag |
RSC BP – DSC |
|
3 |
Jan Pieter de Vries |
– | Martin Dijkhuizen |
0 – 1 |
1 – 0 |
Ongeveer tegelijkertijd had mijn tegenstander ook zijn koning om kunnen leggen. Na een Konings-Indische opening met 6.h3 kreeg ik op bord 1 met zwart een mooie drukstelling (zie Diagram). Met een schijn-dame-offer kwam ik een toren voor, waarna tegenstander Johan Flohil nog 15 zetten (te) lang doorspeelde voor hij opgaf. 2 – 0 voor ons.
Jaap Flohil – Gerard Milort
analyse door Gerard Milort
1.d4 Pf6 2.Pf3 g6 3.c4 Lg7 4.Pc3 0-0 5.e4 d6 6.h3 c6
Meestal gaat zwart hier verder met c5, of met e5, a5 en Pa6, en dan pas c6.
7.Le2 Dc7 8.Lf4 Ph5 9.Lh2 e5
Beter lijkt me 9.Le3, met druk op veld c5. Ik ben niet bang voor de ‘penning’ van Lh2 op Dc7. Mits pion e5 wel op zijn plaats blijft staan!
10.dxe5 dxe5
Hier kan ook 10.Dd2. De ruil op e5 vond ik gunstig voor mij. Nu dekt mijn dame op c7 indirect ook veld f4 voor het paard; en de zwakke pion op d6 is weg.
11.Db3?
Niet zo’n goed veld voor de dame. Blokkeert de b-pion, terwijl b4 en c5 meestal het plan is.
11… Pa6
Misschien was eerst a5 wel beter, om b4 en c5 te controleren. Wit had nu toch 12.Da3 Te8 13.c5 Lf8 14.b4 kunnen doen.
12.0-0-0
Dit leek mij riskant voor wit, al geeft Frits hem een klein plusje. Ik kan nu kiezen uit Ph4, b5, Le6 en Tb8.
12… Tb8 13.The1 b5 14.cxb5 cxb5
Hier kon eerst Le6 ook.
15.Kb1
Er dreigde b4 met stukwinst.
15… Pf4 16.Lf1?
De bedoeling van 13.The1. Maar nu slaat de balans door naar zwart. Nodig was 16.Lxf4 exf4 17.Pd5 Dc5 en de strijd is nog open.
16… Le6
Nu met extra kracht.
17.Pd5 Pxd5! 18.exd5 Lf5+
Een lastig schaakje. Wit moet kiezen tussen 19.Ka1 Lc2 20.d6 Dc5 met kwaliteitswinst voor zwart, waarschijnlijk de minst slechte voortzetting. Of het gespeelde 19.Ld3 Pc5 20.Dc2, waarmee wit hoopt dat de penning van Pc5 op de dame kwaliteitsverlies kan voorkomen. Op 20… Pxd3 komt immers 21.Dxc7… Helaas voor hem faalt zijn kleine combinatie op een grotere, die ik hier al zag aankomen.
19.Ld3? Pc5 20.Dc2
20… Pxd3!!
Toch! Vanwege het aftrekschaak door de loper op f5 gaat zwart heel veel materiaal terugkrijgen voor de dame.
21.Dxc7 Pxe1+ 22.Kc1
Of 22.Ka1 Pc2+ 23.Kb1 (23.Dc2) Tbc8! 24.d6 Txc7 25.dxc7 Pe3+ 26.Kc1 Pxd1 27.Kxd1 f6 en met een toren meer is het ook over en sluiten
22… Tbc8 23.d6 Lh6+
Ook dat nog!
24.Td2
24.Pd2 Pd3+ 25.Kb1 Pxf2+ is al even erg.
24… Pxf3 25.gxf3 Txc7+ 26.dxc7 Lxd2+ 27.Kxd2 f6! 28.f4 e4!
Zo, nu even de stukken tellen. Zwart staat een hele toren voor en pion c7 is afgestopt. Tijd om op te geven, zou je denken. Wit speelde echter nog 15 zetten door, geheel tot mijn genoegen natuurlijk… 🙂
bord |
wit |
zwart |
uitslag |
RSC BP – DSC |
|
1 |
Jaap Flohil |
– | Gerard Milort |
0 – 1 |
2 – 0 |
Peter Monté had op bord twee met wit steeds een licht voordeeltje tegen de sterk spelende Kees van der Meer, die enkele weken terug nog met plezier mijn gratis dame in ontvangst had genomen. Maar Van der Meer verdedigde zich goed tegen een kwaliteitsoffer, en bij een 2-0 voorsprong voor ons werd die partij remise gegeven. Kleine doch zoete wraak, want daarmee bereikten wij de Bekerfinale.
bord |
wit |
zwart |
uitslag |
RSC BP – DSC |
|
2 |
Peter Monté |
– | Kees van der Meer |
½ – ½ |
2½ – ½ |
Vervolgens kon Ton (bord 4) nog rustig remise afslaan tegen Pieter Goossens en zijn betere aanvalsstelling met speels gemak in winst omzetten. Een ongekende 3,5 – 0,5 overwinning, nu eens zonder verliespartijen, en voor het eerst (sinds lange tijd?) een finaleplaats!
analyse door Ton van der Zijden
1.e4 e6 2.d4 d5 3.e5 c5 4.Dg4
De Nimzowitsch-variant van het Frans.
4… cxd4 5.Ld3 Pc6 6.Pf3 Dc7 7.0–0 Pge7 8.Te1 Ld7 9.Ld2 0–0–0 10.c3 dxc3 11.Pxc3 a6 12.Tac1 f6 13.Lf4
13.Pa4 f5 14.Dg3 h6 15.Le3 Da5 16.b3 Geeft een score van 0.64 voor wit.
13… f5 14.Dg3 Pg6?
Nu het paard d5 niet meer dekt komen er offervarianten op f5 of d5 in de picture.
15.Lg5 Te8 16.a3 Kb8
17.b4
17.Lxf5 is veel beter. Zwart kan niet eens slaan want dan volgt 17… exf5 18.Pxd5 f4 19.Lxf4 Da5 20.e6+ Pxf4 21.Dxf4+ Ka7 22.exd7 Txe1+ 23.Pxe1 Dxd5 24.De3+ en een score van plus 3.
17… f4 18.Lxf4?
Met 18.Dg4 en de dreiging Lxg6 krijgt wit de pion ook, maar met betere stelling.
18… Pxf4 19.Dxf4 Le7 20.Pd4 Db6 21.Pb3
Beter is Pxc6+
21… Tef8 22.Dg3
22… h5?
Zwart had zich nog kunnen redden met 22… Pxb4 (in plaats van het gespeelde h5) 23.axb4 Dxb4, en door de dreiging van Lh4 gaat het paard op b3 verloren. Volgens Houdini is de score gelijk. Fritz geeft nog licht voordeel voor wit. Zie bijvoorbeeld 24.Tf1 Dxb3 25.Lxa6 La3 26.Tb1 Lb2 27.Dxg7 (of 27.Txb2 Dxb2 28.Tb1 Dxb1 29.Pxb1 bxa6 30.Dxe6) Dxc3 28.Dxd7 bxa6 29.Dxe6…
23.Pxd5 exd5 24.e6+ Kc8??
Ka7 was taaier geweest, de score loopt op naar +10.
25.exd7+ Kxd7 26.Pc5+ Lxc5 27.bxc5?
27.Txc5 is veel sneller. Nu had zwart met 27… Dc7 nog kunnen vechten.
27… Db2? 28.Tb1 en opgegeven.
Het was overigens mat in 4 met 28.Dd6+ Kc8 29.Te8+ Txe8 30.Lf5+ Te6 31.Lxe6 mat!
bord |
wit |
zwart |
uitslag |
RSC BP – DSC |
|
4 |
Ton van der Zijden |
– | Pieter Goossens |
1 – 0 |
3½ – ½ |