Schaakrubrieken weekend 16 maart 2013
Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken. Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken. Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het verschijnen van de veelal zaterdagse schaakrubrieken.
| Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Acht giganten smijten hun rotsblokken
De Engelsman Malcolm Pein is een veelzijdig man. Hij is internationaal meester, journalist, hij geeft een schaaktijdschrift uit en hij is de eigenaar van misschien de grootste schaakwinkel ter wereld en ook een vlijtig organisator van schaakevenementen.
Ik zag hem voor het eerst bij de opening van de kandidatenmatch tussen Jan Timman en Jonathan Speelman in Londen in 1989. Wie is dat? vroeg ik aan Nigel Short. Short zei: „Dat is Malcolm Pein, die een vinger heeft in veel taartjes.” Sindsdien zijn het alleen maar meer taartjes geworden en het kandidatentoernooi voor het wereldkampioenschap, dat vrijdag in Londen is begonnen, is er een van.
In een voorbeschouwing voor The Telegraph vertelde Pein een anecdote over Magnus Carlsen, de favoriet in Londen. Pein was Carlsen vorig jaar in Dublin tegengekomen en vertelde toen dat hij een toernooitje ging spelen in Harstad, in het noorden van Noorwegen. Hij was daar ook in 1995 geweest en was toen zo moe van de verre reis naar de rand van de poolcirkel dat hij tijdens een partij in slaap was gevallen.
Was dat die Botwinnik? vroeg Carlsen. Inderdaad, de partij die Pein toen als een kind had verloren, was geopend met de Botwinnikvariant. Carlsen, die de bijnaam Total Recall zou verdienen, kende die partij, die gespeeld was in een onbetekenend toernooitje nog voordat hij zelf de schaakregels kende. Ik geloof het alleen omdat ik zelf ook zulke verbluffende staaltjes van geheugenkunst van de topspelers heb meegemaakt.
In Londen spelen Carlsen, Kramnik, Aronian, Radjabov, Ivantsjoek, Grisjtsjoek, Svidler en Gelfand een dubbelrondige achtkamp; voor iedereen dus veertien partijen. De winnaar speelt later dit jaar een match tegen Anand om het wereldkampioenschap.
Het is voor de verandering nu eens een waardige manier om een uitdager voor de wereldkampioen aan te wijzen en het toernooi heeft aan een oever van de Theems ook een waardig onderkomen gekregen. Dat heeft Pein goed gedaan.
Als er voorspellingen worden gedaan, komen die er meestal op neer dat Carlsen hoort te winnen, maar dat het ook best anders kan gaan. Vladimir Kramnik en Levon Aronian zijn zijn gevaarlijkste rivalen. Nostalgici duimen voor de wispelturige Vasili Ivantsjoek, die aanstaande maandag 44 jaar wordt en al zo’n 25 jaar kandidaat voor het wereldkampioenschap is. Een arsenaal van spreekwoorden over vergane kansen die nooit weerom keren zou aangepast moeten worden als hij wint, maar het zou hem door zijn grote schare van fans van harte gegund zijn.
Al in de eerste dagen van het toernooi vuren de zwaarste kanonnen tegen elkaar. Gisteren speelde Carlsen tegen Aronian en vandaag tegen Kramnik. Tot 1 april zit ik op het puntje van mijn stoel voor het computerscherm om de strijd der giganten te volgen.
Om in de stemming te komen is hier een partij uit een vorige kandidatenwedstrijd in 2007 waarin de toen 16-jarige Carlsen door Aronian werd uitgeschakeld. Intussen is Carlsen groter geworden.
Magnus Carlsen – Levon Aronian, kandidatenmatches Elista 2007
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. 0-0 Le7 6. d3 Het was niets voor Carlsen om Aronian te bestrijden in diens lievelingsvariant, het diep uitgeanalyseerde Marshallgambiet dat begint met 6. Te1 b5 7. Lb3 0-0 8. c3 d5. 6…b5 7. Lb3 d6 8. a4 Tb8 9. axb5 axb5 10. Pc3 0-0 11. h3 Pb4 Dat was toen een nieuwe zet. Een paar keer was 11…Le6 gespeeld. 12. Pe2 c5 13. Pg3 Le6 14. Lxe6 fxe6 15. c3 Pc6 16. Te1 Dd7 17. d4 Dit ligt voor de hand, maar het is niet erg goed. 17…exd4 18. cxd4 c4 Zwart heeft een gevaarlijke pionnenmeerderheid op de damevleugel gekregen, terwijl het met wits overwicht in het centrum wel meevalt. 19. Lg5 h6 20. d5 Hierna komt zwart duidelijk in het voordeel. Beter was volgens Aronian 20. Ld2, waarna zwart slechts een tikje beter zou staan. 20…exd5 21. Lxf6 Lxf6 22. Dxd5+ Tf7 23. Dd2 Pe5 24. Pxe5 Lxe5 25. Pe2 Tbf8 26. Tf1 Wit dreigt zijn spel met 27. f4 te activeren.
26…Tf3 Maar deze mooie zet is een lelijke streep door de rekening. Zwart dreigt 27…Txh3 met winnende aanval en onder omstandigheden kan zwarts toren met de zet Tb3 ook op de damevleugel worden ingezet. Als wit het torenoffer aanneemt met 27. gxf3 is zwarts aanval na 27…Txf3 beslissend. 27. Ta3 Na dit makke antwoord wordt zwarts vrije c-pion een beslissende kracht. Meer verzet was mogelijk met 27. Dd5+ Kh7 28. Tad1 (dreigt 29. Dxe5) maar na 28…Dc8 zou zwart toch uitstekend staan. 27…Txa3 28. bxa3 Dc6 29. Pd4 Lxd4 Simpel schaak. Het lijkt zonde om de mooie loper te ruilen, maar Aronian had goed gezien dat wit zijn zwakke pionnen daarna niet goed meer kon verdedigen. 30. Dxd4 Ta8 31. Ta1 Iets beter was nog 31. Db2. 31…c3 32. Db4 Dc5 33. Db3+ Kh8 34. Ta2 Ta4 35. Te2 Txa3 36. Dd1 Ta8 Wit gaf op.
Onsterfelijke partijen?
David Bronstein wees mij eens terecht toen ik een partij van Kasparov’onsterfelijk’ noemde. Hij legde uit dat van de vele bewonderenswaardige partijen die in de loop der jaren zijn gespeeld er slechts een onsterfelijk mag
worden genoemd. Voor altijd diende dat predicaat voorbehouden te blijven aan Anderssen – Kieseritzky, een in 1851 in Londen gespeelde informele partij, waarin Anderssen een loper, twee torens en de dame offerde.
Het is een van liefde voor de schaakgeschiedenis getuigende definitie, die niet door iedereen wordt gerespecteerd. Minstens een keer per jaar nemen we kennis van het bericht dat een onsterfelijke partij is gespeeld. Het spreekt haast vanzelf dat dit enthousiasme zelden gerechtvaardigd is. Wie Bronsteins definitie -te streng vindt en wat losser met de term onsterfelijkheid wil strooien, doet er verstandig aan dit te beperken tot partijen die de tand des tijds
hebben doorstaan.
Vorige week was het weer eens zo ver. Hier en daar konden we lezen dat de Russische schaakster Valentina Goenina tijdens het WK-toernooi voor landenteams een onsterfelijke partij had gespeeld tegen de Chinese Wenjun Ju. Nu moet gezegd dat Goenina inderdaad een slotcombinatie had afgeleverd waar iedere schaker trots op zou zijn, maar het gaat veel te ver om die onsterfelijk te noemen. Pas als haar partij over vijf jaar wordt nagespeeld, heeft ze recht op een deel van Anderssens erfenis.
Goenina – Ju Astana 2013
Astana 2013
1. d4 d6 2. c4 e5 3. Pf3 Pd7 4. Pc3 g6 5. dxe5 dxe5 6. Lg5 f6 7. Ld2
Wits openingsbehandeling is in ieder geval niet onsterfelijk. Zwart kan op verschillende manieren een comfortabele stelling bereiken. Een goed idee is 7 … Lh6 om de zwartveldige lopers te ruilen. Ju komt op een ongelukkiger moment op dit idee.
7 … Pc5 8. Dc2 Le6 9. e4 c6 10. Le2 Ph6 11. Tdl Pd7 12. 0-0 Pf7 13.Ph4 Lh6
Dit geeft wit de kans ten aanval te trekken.
14. Pf5! Lf8
Geen keus. Slecht voor zwart is 14 gxf5 15. exf5 en onmiddellijk fataal is 14 … Lxd2? 15. Pg7+ Ke7 16. Pxe6 Kxe6
17. Lg4+ Ke7 18. Txd2.
15. Le3 Dc7 16. f4 exf4 17. Lxf4 Pfe5
Speelbaar, mits zwart bereid is lang te rokeren. Als zij liever kort rokeert, verdient 17 … Pde5 de voorkeur, zodat het paard op f7 de koningsvleugel kan bewaken.
18. Pd4 Lc5 19. Khl Lxd4 20. Txd4 0-0
Gevaarlijk. Na 20 … 0-0-0 heeft zwart minder te vrezen.
21. Dd2 Tae8 22. b3 DaS 23. Td6 Pc5?
Dit paard moest in de buurt van de koningsvleugel blijven. Na bijvoorbeeld 23 … Tf7 kan wit
24. Lh6 Tf7
Als ze had geweten wat haar boven het hoofd hing, zou ze een kwaliteit hebben geofferd,
25.b4!
Het begin van een prachtcombinatiê. Eerst verschaft wit zich toegang tot veld d8.
25 … Dxb4 26. Td8 Tfe7
Gedwongen. Na 26 … Ld7 wint wit met 27. Txe8+ Lxe8 28. Dd8.
27. Txf6
Dreigt 28. Tf8+ en mat.
27 … Pcd7 28. Pd5! Da3
Of 28 … Dxd2 29. Pxe7+ met mat in enkele zetten.
29. Da5!
Schitterend. Na 29 … DxaS volgt weer 30. Pxe7+.
29 … Dd6 30. c5!
Het klopt als een bus. Zwart geeft op.
Voor wie vergeten was hoe echte onsterfelijkheid eruit ziet, geef ik de talloze malen eerder afgedrukte zetten van de enige partij die volgens Bronstein voor die eretitel in aanmerking komt. Deze werd in 1851 in Simpson’s in the Strand in Londen gespeeld op een vrije dag van het eerste moderne schaaktoernooi.
Anderssen – Kieseritzky Londen 1851
1. e4 e5 2. f4 exf4 3. Lc4 Dh4+ 4. Kfl b5 5. LxbS Pf6 6. Pf3 Dh6 7. d3 Ph5 8. Ph4 Dg5 9. Pf5 c6 10. Tg1 cxb5 11. g4 Pf6 12. h4 Dg6 13. h5 Dg5 14. Df3 Pg8 15. Lxf4 Df6 16. Pc3 Lc5 17. Pd5 Dxb2 18. Ld6 Dxa1+ 19. Ke2 Lxg1 20. e5 Pa6
21. Pxg7+ Kd8 22. Df6+ Pxf6 23. Le1
Mat.
De zwartspeler was zo onder de indruk dat hij onmiddellijk na afloop van de partij de zetten telegrafeerde naar zijn schaakclub in Parijs.
Reykjavik en Amsterdam
In het Open toernooi van Reykjavik, dat tien ronden telde, waren de Nederlandse grootmeesters Anish Giri, Ivan Sokolov en Erwin l’Ami constant in de kopgroep te vinden. Een belangrijk moment uit een cruciale partij in de voorlaatste ronde:
A. Giri – E. l’Ami, na 27…Th8-h7
Met inventief spel van beide zijden is deze stelling bereikt waarin wit een goede winstkans heeft met 28.Td7! Dc6 29.Df1! en zwart zit in een soort van zetdwang. Ook 29…Ke6 30.Dh3+ f5 31.Ta7 helpt niet. Giri ging kunstzinnig verder met het schijnoffer
28.Le5!? Dxc5?!
Het ligt voor de hand om een gevaarlijke pion mee te pakken en de dame te activeren. Toch was 28…Dd3! beter geweest, bijvoorbeeld 29.Dh3+ Kg6 30.f5+ Kh6 31.Lf4+ g5 32.fxg6 e.p.+ Kxg6 33.Dg2+ Pg5 34.Txh7 Kxh7 35.Lxg5 hxg5 36.Dxg5 Dxb3! en zwart overleeft.
29.Dh3+ Kg6 30.Tc7! Da5
Dat is het verschil, zwart kan nu niet binnenvallen.
31.f5+ Kh6 32.Lf4+ g5 33.fxg6 e.p.+ Kxg6 34.Dg2+ Pg5 35.Tc1! Kf7
Vanwege de dreiging h4 valt nu de zwarte stelling om.
36.Lxg5 fxg5 37.Dg3 Tg7 38.De5 Kg6 39.Tc6+ Kh7 40.Df5+
en zwart gaf op vanwege het komende mat.
Slotstand aan kop Reykjavik 2013:
1.Eljanov (Oek), So (Fil), Amin (Egy) 8 4.Giri, Sokolov, Cheparinov (Bul), Wei en Ding (Chi), Dziuba (Pol), Norowitz (USA), Jones (GB) 7,5 12-21 o.a. l’Ami 7.
In Amsterdam liep afgelopen zondag het vijfde Batavia-toernooi ten einde. Bij een jubileum is het altijd aardig even stil te staan bij geschiedenis en toekomst. In 2005 zaten Peter Tames en Bas Beekhuizen wat te sippen bij een biertje over het verdwijnen van al die prachtige toernooien in Amsterdam. De Olympiade in 1954, de lange IBM-reeks in de jaren ’60 en 70, later de tien VSB-vierkampen, de OHRA-cyclus en de Lost Boys-toernooien. “Waar zijn de gesloten tienkampen gebleven”, zo vroegen zij zich af en na nog wat biertjes werd het gewaagde plan opgevat om het dan maar zelf te organiseren. Eerst werd een passende locatie gezocht, met stille zaaltjes naast het gewone caféleven: café Batavia, tegenover het Centraal Station. Toen moest er worden gerenoveerd, dat duurde anderhalf jaar. In 2008 waren alle omstandigheden in orde. Jeroen van den Berg, toernooidirecteur van Tata en Univé wilde best adviezen geven over toernooiformule en condities. Het toernooi wil aan jong, internationaal talent de kans bieden om Meester- en Grootmeester-normen te maken. In 2009, bij de eerste aflevering, onderstreepte Robin van Kampen (14 jaar) de waarde van de formule: hij won niet alleen maar boekte tevens zijn eerste I.M.-norm. Inmiddels is hij een goed grootmeester maar die eerste norm blijft voor altijd aan hem verbonden. Het Batavia-toernooi is uitgegroeid van categorie 5 Meester-toernooi naar categorie 10 Grootmeestertoernooi. In deze editie doen vier GM’s mee en vijf IM’s, dus alle normen kunnen officieel behaald worden. De enige die met ingang van de laatste ronde nog een kans had op een GM-norm (6 punten) was Twan Burg. Hij kwam echter niet door de verdediging van de Duitse grootmeester Hertneck. Het was goed om Liafbern Riemersma weer eens aan het werk te zien. Hij heeft een paar jaar wegens gebrek aan lust het schaakbord in de wilgen gehangen. De laatste tijd speelt hij weer en hij schuwt niets. Deze partij doet een slag naar het record ‘wisselende kansen’:
S. Rijnaarts – L. Riemersma, na 48.Kg1-f2
Hoe wild wil je het hebben? Zwart heeft natuurlijk voldoende compensatie voor de kwaliteit vanwege de witte koningspositie.
De correcte voortzetting is 48…Lxe4 met de mogelijke bizarre afwikkeling 49.Txe6!? Lg3+! 50.Ke3 Dg5+ 51.Kd4! Td8+ 52.Kxe4 Dg4+ 53.Ke3 Dg5+ met remise! Onder tijdsdruk van beide partijen liep het geheel anders. Diverse matbeelden volgen elkaar op.
48…Db2+? 49.De2 Dd4+ 50.De3 Db2+ 51.Le2! Lb5 52.Tb6 Da1 53.Kg2 Lxe2 54.Dxe2 Dg1+ 55.Kh3 Lc7! 56.Tc6 Dh1+ 57.Kg4 Dg1+ 58.Kh4?
Wit ontwijkt onterecht de zetherhaling. Hij zou nu worden afgestraft door 58…Ld8+ 59.Kh3 Dh1+ 60.Kg3 Lh4+ 61.Kf4 Dg1 en de witte koning zal de aanval van drie stukken niet overleven. Maar ….
58…Dg5+ 59.Kh3 Dh5+ 60.Kg2 Dxg6+ 61.Kf1 Ta8 62.Ta6 Tb8 63.Ta1 Le5 64.Td1 Tb2 65.Td2 Tb1+ 66.Td1 Ld4!
Geen remise voor zwart dit keer! Wit moet nu wel 67.Dd3 Dg1+ 68.Ke2 Tb2+ 69.Td2 Dg2+ 70.Ke1 doen en hij leeft nog maar
67.Ke1? Lc3+??
Zwart wint met 67…Tb2 68.Td2 Dg1+ 69.Df1 Tb1+ 70.Td1 Lc3+ 71.Ke2 Tb2+ 72.Kd3 Dd4 mat.
68.Txc3 en zwart gaf op.
Slotstand Batavia tienkamp 2013
1. T. Burg, A. Greenfeld (Isr) 5,5 3. D. Reinderman, R. Swinkels, S. Kuipers, Y. Zhou (Chi) 5 7. G. Hertneck (Dui), T. Ringoir (Bel) 4,5 9. L. Riemersma 3 10. S. Rijnaarts 2
In Londen gaat de komende weken gestreden worden tussen de wereldtoppers om te komen tot een uitdager van wereldkampioen Anand. Het zijn de hoogste 3 van de World Cup: Grischuk, Ivanchuk en Svidler, Gelfand als verliezer van de WK-match,Carlsen,Aronian en Kramnik op grond van hun ELO en een wild card voor Radjabov.
Hier had ik liever de rijzende ster van 2012 gezien, Caruana, die zijn bloedvorm in 2013 voortzette bv door het toernooi in Zürich te winnen voor…..o.a Anand ,Kramnik en Gelfand. Hoe dan ook, de winnaar van dit supertoernooi mag eind van 2013 uitkomen tegen Anand,waarschijnlijk ergens in India. Het toernooi in Zürich was dus een echt opwarmertje met helaas veel remises maar dat kan in Londen ook gebeuren met zoveel schaakgenieën bij elkaar.
Anand won dan wel niet maar won wel inde laatste ronde van Kramnik: Anand- Kramnik 1.e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 Pf6 4.d3 Lc5 5. Lxc6 dxc6 Deze variant van het Spaans is erg in de mode wanneer de Ruy Lopez op het bord komt. 6. Pbd2 0-0 7. 0-0 Te8 8. Pc4 Pd7 9. Kh1 zal een clubspeler niet doen a5 10.a4 b6 11.Le3 Lb4 12. Pfd2 b5 13.axb cxb 14.c3 bxc4 15.cxb4 cxd3 16.bxa La6 De afruil heeft wit iets opgeleverd 17. Db3 Pf6 18.h3 Ph5 19. Tfc1 Pf4 20. Tc6 Pe2 (Hier had Pxh3 21.gxh Dd7 remise afgedwongen) 21. Dd5 Wit biedt dameruil aan maar 21..Db8? Een blunder en, om Reve te citeren: “Het is niet onopgemerkt gebleven”. 22. Txa6 Txa6 23. Dxd3 Dxb2 24. Tb1 Td6 25. Dxe2 Da2 26. Db5 c6 27.Db2 Kramnik gaf op, een grootmeester ziet een variant als 27..Dxb2 28. Txb2 c5 29. Pc4 Td1+ 30. Kh2 Te1 31. Lxc5 Tc8 32. Pd6 (dreigt mat na Txc5) Ta8 33. Lb6 g6 34. Td2 Tc1 35. Pb5 Tb1 36. Pc7 Tc8 37.Pd5 Ta8 38. Kg3 Kg7 39.Tc2 enz.
De heren Kastner en Ehn, die de schaakliefhebber ooit al in verrukking brachten met bv Schachsammelsurium of Alles über Schach, zie hiervoor www.humboldt.de dan wel www.schluetersche.de hebben nu de fans van problemen, eindspelen en studies bediend met een prachtig uitgegeven boek: Schachkompositionen (isbn 978-3-86910-198-9). Honderden diagrammen met de mooiste werkstukken van de beroemdste schaakcomponisten uit de schaakgeschiedenis vanaf de Arabische wereld uit de tijd van Karel de Grote via de Spaanse en Italiaanse hoven en de Duitse en Tsjechische grootmeesters van de 19e en 20e eeuw naar het heden. Het is puur genieten van begin tot eind en de dames, ja zeker, en heren componisten worden vereeuwigd in talrijke foto’s waarvan er ook een aantal het onderwerp schaakkunst behandelen.
Voor de zgn partijschakers, achter het bord of de computer, valt er niet alleen veel te genieten maar zeker ook te leren want veel thema’s uit het compositiegebeuren kunnen zomaar in de partij opduiken en wie ze heeft “opgeslagen”in de grijze cellen en herkent kan er zijn voordeel mee doen. Dit is ook het geval wanneer de materiaalverhouding op het bord van dien aard is dat een fatsoenlijke schaker allang had opgegeven ,bij composities niet van belang. Opnieuw een voltreffer van Humboldt na alle voorgaande boeken, nogmaals: zie de site.
Probleem 2416 van Pachmann:
Probleem 2414 : 1. Tb4!
Iedereen kon van iedereen winnen
Als een tienkamp wordt gewonnen door iemand die drie partijen heeft verloren, is er iets bijzonders aan de hand. Dat gebeurde vorige week in het Batavia-toernooi in Amsterdam. De Israëliër Alon Greenfeld scoorde vijf en een half uit negen met slechts één remise. Gelijk met hem bovenaan eindigde Twan Burg, die één keer verloor (van Greenfeld) en vijf keer remise speelde. De grootmeesternorm lag op zes punten, zelfs de toernooiwinnaars bleven daaronder. Bij dit toernooi kon iedereen van iedereen winnen.
Dimitri Reinderman had met afstand de hoogste rating. Hoewel hij in de derde ronde van Li Riemersma verloor (zie de partij van vorige week), was hij na zeven ronden met vijf punten de ongedeelde koploper. In de zevende ronde had hij zijn rivaal Greenfeld overtuigend verslagen.
Reinderman-Greenfeld
1.Pf3 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 d5 4.cxd5 Pxd5 5.Da4+ Ld7 6.Dc2 Pb6 7.d4 Lg7 8.e4 0-0 9.Le3 Lg4 10.Pe5 Lxe5 11.dxe5
Zwart heeft nu een lelijk gat op g7, terwijl wit op die vleugel voldoende pionnen heeft om het open te breken. Het is nog niet duidelijk wat zwart daar tegenover stelt, behalve de vraag waar wits koning naartoe moet.
11…Pc6 12.h3 Le6 13.Td1 Dc8 14.f4 Td8 15.Lc5 Txd1+ 16.Dxd1 De8 17.Dc1 Td8 18.Lb5 a6
Pogingen om pion e7 te behouden zijn te passief. Zwart moet een tegenactie zoeken.
19.Lxc6 Dxc6 20.Lxe7 Td7 21.Lf6 Pa4 22.0-0 Pxc3 23.bxc3
23…Lxa2
Die tegenactie heeft zwart gevonden. Nu moet wits aanval wel doorslaan, maar dat doet die ook. Ook op 23…Dxe4 was 24.f5 gevolgd.
24.f5 Lc4 25.Tf2
Na 25.Dh6 Dc5+ 26.Kh2 Df8 redt zwart zich nog en heeft eindspelvoordeel.
25…Dc5 26.Df4 a5 27.e6
Nu leidt de overmacht van witte pionnen op de koningsvleugel tot de beslissing.
27…fxe6 28.fxg6 hxg6 29.Le5
Afgelopen. Op 29…De7 volgt nu 30.Dh6 en mat.
29…Tg7 30.Lxg7 Kxg7 31.Df6+ Kh7 32.Kh2 Dd6+ 33.e5 Dd7 34.Df8
Zwart geeft het op.
Reinderman vervolgde echter met nederlagen tegen Robin Swinkels en Stefan Kuipers in de laatste twee ronden. Dat onthutsende slot wierp hem ‘slechts’ terug naar de derde plaats, die hij met drie anderen moest delen. De nummer acht (van de tien!) had uiteindelijk slechts een punt minder dan de nummer één. De deelnemers waren aan elkaar gewaagd, op z’n zachts gezegd.
Op de gedeelde zevende en achtste plaats eindigde de jonge Belgische kampioen Tanguy Ringoir, die in de Nederlandse competitie voor En Passant (Bunschoten) uitkomt. Hij is nog niet de nummer één op de Belgische ranglijst, maar zou dat nog heel goed kunnen worden. Ringoir begon met drie uit vier, maar voegde daar in de volgende vijf ronden nog slechts anderhalf punt aan toe. In de voorlaatste ronde won hij wel een wonderschone partij.
Ringoir-Rijnaarts
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 Lg7 4.e4 d6 5.f3 c5 6.dxc5 dxc5 7.Dxd8+
Dit is vreemd. Wit speelt f3 met agressieve bedoelingen, namelijk Le3, Dd2 en Lh6. Dus 6.d5 was consequent geweest, dameruil niet. Wit krijgt echter wel een overweldigende stelling.
7…Kxd8 8.Le3 Pfd7 9.0-0-0 Lxc3 10.bxc3 b6 11.h4 h6 12.e5 e6 13.f4 h5 14.Pf3 Lb7 15.Pg5 Ke7 16.Td6 Tc8 17.Ld3 Kf8
Misschien had die maar beter op e7 kunnen blijven staan. Wit staat al geweldig, met Le4 en Thd1 als volgende zetten. Het paard op d7 komt dan in de problemen.
18.Td1 Lxg2
19.Lxg6
Geen stukoffer maar een kwaliteitsoffer.
19…fxg6 20.Txd7 Pxd7 21.Txd7
Rechtvaardiging van het offer: als wit f5 speelt, kan hij drie stukken op de zwarte koning richten terwijl de loper van g2 niet mee verdedigt. Zwart had nu 21…Ke8 moeten spelen. Ringoir was dan van plan met Tg7 pionnen se snoepen, terwijl zijn paard nog lonkt naar de prachtige velden d6 en f6. Na wat Rijnaarts doet, is voornoemd aanvalsplan effectief.
21…Td8 22.Ph7+ Ke8 23.Pf6+ Kf8 24.Th7 Td3 25.f5
Het trage Ld2 werkt niet vanwege Tad8, maar is ook niet nodig. Zwart kan Lh6 mat alleen verhinderen met 25…Txe3, maar na 26.fxe6 is Tf7 mat niet tegen te houden. Zwart geeft het op.
|
Voor beginners A6045 Zwart aan zet doet?
|
Voor gevorderden B6045 Zwart aan zet, wat is sterk?
|
Het was zaterdag zeventig jaar geleden dat Robert Fischer werd geboren. Vandaag aandacht voor deze legendarische oud-wereldkampioen. De Amerikaan overleed in de leeftijd van 64 jaar.In 1965 verraste Fischer in de Cubaanse hoofdstad Havana de schaakwereld met een spectaculaire combinatie in een theoretisch bekende stelling vanuit het Siciliaans.
Tringov – Fischer
1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.Lg5 e6 7.f4 Db6 8.Dd2 Dxb2 9.Tb1 Da3 10.e5 dxe5 11.fxe5 Pfd7 12.Lc4 Lb4 13.Tb3 Da5 14.0-0 0-0 15.Pxe6 fxe6 16.Lxe6+ Kh8 17.Txf8+ Lxf8 18.Df4
Zie diagram. Wit dreigt met 19. Df7 spoedig mat te geven. De theorie van toen adviseerde de enige verdediging: 18. …Dxe5 19. Dxe5 Pxe5 20. Lxc8 Lc5 21. Kh1 b5 en zwart heeft niet zoveel. Fischer vond een oplossing voor het stellingsprobleem en zette de volgende combinatie op het bord.
18. ….Pc6! 19. Df7 (Tringov had in gedachte al winst genoteerd, maar kwam van een koude kermis thuis.) 19. ….Dc5+ (Een belangrijk tussenschaak om de loper op f8 te dekken.) 20. Kh1 Pf6!! (De pointe. Fischer dekt veld g8 tegen het mat en valt tegelijk de loper op e6 aan. Na 21. exf6 volgt 21. …Lxe6 22. fxg7+ Lxg7 en zwart staat gewonnen. Zwart komt namelijk een stuk voor na 23. Dxe6 Dxg5. Ook als wit 21. Lxf6 speelt loopt het verkeerd af: 21. …Lxe6 22. Dxe6 gxf6 23. Dxf6+ en Lg7 en zwart heeft voldoende materiële voorsprong voor de winst. ) 21. Lxc8 (Bij gebrek aan beter. Hierna maakt Fischer het op vakkundige wijze snel uit.) 21. …Pxe5 22. De6 Pg4 (Wit geeft de partij op. Fischer dreigt mat: 23. …Pf2+ 24. Kg1 Ph3+ 25. Kh1 (25. Kf1 Df2 mat) 25. …Dg1 mat. Na 23. Lh4 beslist eenvoudig 23. …Txc8 en wit staat definitief een stuk achter.
Partijstelling 818 was een partij tussen Amerikaanse collega grootmeesters van Fischer. Evans met wit lijkt totaal verloren te staan tegen Reshevsky. Evans zag een patcombinatie. 1. Dg8+!! Kxg8 2. Txg7+ Kxg7 of Dxg7 1/2-1/2.
