Eindspelfinesses 14: Loper van de verkeerde hoek I
Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: “Dat had ik anders kunnen spelen?”
Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. De internationale meesters Twan Burg en Herman Grooten zullen op frequente basis u proberen bij te praten over diverse eindspelfinesses.
In deze aflevering gaat de aandacht uit naar de loper van de verkeerde hoek. Het gaat hier om een uitzonderlijk eindspel waarin wit een loper en randpion meer heeft tegenover slechts de vijandelijke koning, maar waarin hij toch niet kan winnen omdat zijn loper niet van de kleur van het hoekveld is. Deze ‘oneerlijke’ situatie komt in de praktijk vaker voor dan je in eerste instantie zou vermoeden, vandaar dat enige kennis van dit eindspel en enkele aanverwante stellingen onontbeerlijk is. In het Aegontoernooi van Den Haag waarin de mens het in de jaren negentig opnam tegen sterke computerprogramma’s, kwam de bekende schrijver/schaker Tim Krabbé ooit in een hopeloze stelling terecht. Omdat de programmeur verzuimd had het beruchte eindspel op te nemen in zijn programma, evalueerde de computer de stelling verkeerd en kon Krabbé op curieuze wijze met remise ontsnappen.
Het eindspel zelf is op zichzelf niet zo interessant. Kijk eens naar de volgende stelling:
Ondanks zijn grote materiële overwicht kan wit niet tot winst komen. Zolang de zwarte koning niet uit de hoek verdreven kan worden, kan de pion niet tot promotie gebracht worden. Zelfs de volgende absurde situatie is voor wit niet tot winst te brengen:
We mogen er zelfs nog meer witte lopers van de witte kleur bijzetten, het is en blijft remise.
Hieruit leiden we de belangrijkste stelregel van dit eindspel af: als de zwarte koning de hoek van de randpion bereikt, is de remise een feit. Het eindspel wordt pas interessant als de vijandelijke koning de hoek nog niet bereikt heeft. De strijd draait dan om de vraag of de koning van de verdedigende partij er wel of niet in slaagt om de hoek te bereiken. Als we uitgaan van een witte h-pion en een witveldige loper dan heeft wit drie dwangsituaties tot zijn beschikking om de vijandelijke koning uit de zo gewraakte hoek te houden. Het gaat om de volgende basisgevallen:
|
|
Basisstelling 1 |
Barrière 1 |
|
|
Basisstelling 2 |
Barrière 2 |
In de eerste twee situaties, wint wit op elementaire wijze, door een tempozet te doen, waarna de zwarte koning verplicht is om de pion ruim baan te geven. Het opmerkelijke is dat wit zijn koning niet nodig heeft om tot winst te komen. Dat is wel het geval in de derde basisstelling.
De loper en de pion houden de koning uit de hoek, maar zwart dreigt met 1. … Kf6 gevolgd door 2. … Kg5 de pion onschadelijk te maken. Na 1. … Kf6 moet wit 2. Kf4! spelen om bovengenoemde dreiging te verhinderen. Door de zwarte koning verder naar achter te dwingen, kan de pion tot promotie gebracht worden. Bijvoorbeeld: 2. … Kf7 3. Kf5 Kf8 4. Kf6 Ke8 5. Lg8! Kf8 6. h7 enzovoort. 1-0
Zoals al eerder aangegeven is het eindspel pas interessant als de vijandelijke koning de hoek nog niet bereikt heeft. Dit is een dankbaar thema voor eindspelstudiecomponisten. Met de kennis hiervan kunnen we de volgende studie ook tot een goed einde brengen.
Wit moet om te beginnen … Kb4 verhinderen, waarna de stelling remise zou worden.
8. Ka3! d4!
Zwart maakt veld d5 rij voor zijn koning.
9. Lxd4 Kd5
Nu komt het er op aan voor wit om de vijandelijke koning uit de hoek te houden. Dat lukt precies met
10. a5 Kc6 11. a6 Kc7
12. La7! Kc6 13. Kb4
En de rest hebben we al gezien.
1-0
We zijn weer toe aan de opgave van deze keer.
Wit speelt en wint.
Alle partijen of fragmenten via de viewer:
(wordt vervolgd)
Hier past prima de klassieke puzzle, denk ik met wit Kc3 Lh3 pi h2 en zwart Kf2, ik hoop dat ik de goeie stelling heb, er is maar 1 zet voor wit dit wint!
Beste Henk,
Je loopt op de zaken vooruit. Die stelling komt in een volgende aflevering zeker aan bod. Mogen de bezoekers van deze site inderdaad al even puzzelen. De stelling klopt inderdaad:
{bord}8/8/8/8/8/2K4B/5k1P/8 w – – 0 1,normaal,centrum,{/bord}
Wit speelt en wint
Hmm, tja, sorrie Herman had ik het ongelijk lopereindspel tegen Gert Ligterink nog maar in mijn bezit dat uiteindelijk tot jullie (De Variant) eerste nationale titel leidde