Eindspelfinesses 17: Toreneindspel 4 vs 3
Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: “Dat had ik anders kunnen spelen?”
Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. De internationale meesters Twan Burg en Herman Grooten zullen op frequente basis u proberen bij te praten over diverse eindspelfinesses.
In de 4de ronde in Deizisau speelde ik tegen de Fin Vilka Sipila. Daar kreeg ik het beruchte toreneindspel 4 tegen 3 op het bord. Wellicht weet u dat de verdedigende partij dit met correct spel remise zou moeten kunnen houden. Ik had echter een erg gunstige versie, en ik vermoed dat het te winnen was. In dit artikel bespreek ik of het eindspel van 4 tegen 3 gewonnen was na 42.Ta2, in mijn volgende artikel bespreek ik de partijvoortzetting.
17. Neckar-Open Deizisau Deizisau (4.9), 30.03.2013
Na het technisch misschien niet helemaal handig te hebben gedaan ben ik nu in een eindspel van 4 tegen 3 pionnen gekomen. Meestal is dit eindspel bij goed spel in principe remise, maar in de praktijk kan alles gebeuren en ik heb het al eens eerder gewonnen. Ik lijk nu een gunstige versie te hebben, omdat mijn pionnen ver zijn opgeschoven en hij weinig ruimte heeft. Hij kan proberen zich vrij te breken met g3 of f3, maar dit gaat ten koste van zijn structuur.
Verdedigingsfinesses voor wit:
- Een pion ruilen om in een eindspel van 2 tegen 3 te komen, waar de remisemarge vaak nog groter is. Het liefst wil wit zijn f-pion voor de e-pion ruilen.
- Zijn koning centraliseren. Op e2 zou de koning erg goed zijn. Vooral omdat de e-pion een potentiële vrijpion is
- Met zijn toren een zo actief mogelijke positie innemen. Aan pionnen gaan plakken of de koning bestoken met schaakjes
Aanvalsfinesses voor zwart:
- Een toren ruilen om in een gewonnen pionneneindspel te komen
- De pionnen van achteren bestoken met de toren, g2 is lastig te dekken
- Met g4-g3 matdreigingen in de stelling vlechten. Wit heeft weinig lucht
- De pion op f2 uitschakelen, desnoods door een pion te offeren, waarna de vrijpion op de e-lijn levensgevaarlijk is
42.Ta2 [42.g4! Hij moet waarschijnlijk zijn kans grijpen om g4 te doen op een moment dat hij met zijn koning op g3 kan terugpakken, zie ook de volgende zet. 42…hxg3+ 43.Kxg3 Td3+ 44.Kg2 Kf5 45.Ta5+ Kf4 46.Tb5 Dit is vermoedelijk remise, zie ook varianten later.] 42…Td7?! Ik doe hier een wachtzet. Hij had nog maar een half uur en ik wilde hem wat tijd laten gebruiken. Het was echter misschien logischer geweest eerst mijn stelling te verbeteren met Kf5 of met Td3, en toen ik de zet had gedaan had ik er wel een beetje spijt van. Als wit erin slaagt een gunstige pionnenruil te forceren wordt winnen wel heel lastig namelijk. [42…Kf5 Nu heeft hij tijd om g4 of g3 te spelen, en kan hij met zijn koning terugpakken. 43.g4+ hxg3+ 44.Kxg3 Td3+ 45.Kg2 Volgens Averbakh is dit eindspel gewonnen zolang zwart zijn toren op de d-lijn houdt om vooral wat te hebben tegen een schaakje over de 5de rij. 45…Ke5 (45…Kf4?! Onhanding, nu kan wit de 5de rij innemen. 46.Ta5 f5 (46…Td2 47.Kf1) 47.Tb5
Dit is de stelling van N. Kopajew, 1957. De stelling is nu remise, omdat de koning niet meer terug kan naar e5. 47…Td2 48.Kf1 Zwart kan geen vooruitgang boeken omdat f5 blijft hangen. 48…Kf3 (48…g4 49.hxg4 Kxg4 50.Te5) 49.Txf5# Mat!) 46.Ta5+ Td5 47.Ta6 f5 48.Ta8!
Actieve verdediging. Wit heeft zowel schaakjes van achteren als van de zijkant. Ik weet niet welke winstvoering Averbakh in gedachte had, maar over het algemeen zijn dit soort eindspelen nogal gecompliceerd, en kunnen conclusies van een klein detail afhangen. Laten we het erop houden dat het vermoedelijk gewoon remise is. (48.h4 Een poging om de pion af te ruilen. 48…g4! 49.h5 Kf4 50.h6 Td7 51.Tg6 Th7 52.Kf1 Kf3–+) 48…f4 49.Te8+ Kd4 50.Kf1 f3 51.Ke1 Ta5 52.Td8+ Ke5 53.Te8+ Kf5 54.Tf8+ Kg6 55.Kd2 Kg7 56.Tc8 Ta3 57.Tc7+ Kf6 58.Tc8= Ik zie niet hoe zwart hier vooruitgang kan boeken.;
42…Td3!
Dit voorkomt dat hij op g3 met zijn koning terug kan pakken. 43.Ta6 (43.g4? Nu is dit geen goede manier om uit te breken. Hij kan niet met zijn koning terugpakken en daarna kan ik direct naar een gewonnen pionneneindspel afwikkelen. 43…hxg3+ 44.fxg3 e3 45.Kg1 Td1+ 46.Kg2 Td2+) 43…Kf5
44.Kg1 Met de intentie zijn koning te centraliseren, vooral vanwege mijn gevaarlijke e-pion. a) 44.g3? Dit is altijd een kandidaatzet. Als hij blijft afwachten kan ik wellicht mijn stelling verder versterken en de druk opvoeren en zijn opties verminderen. 44…hxg3+ 45.fxg3 Td2+ 46.Kg1 Ke5 Dit wint waarschijnlijk ook voor zwart. De vrijpion is in combinatie met de koning en de toren erg sterk. 47.Ta5+ Kd4 48.Kf1 e3 49.g4 Tf2+ 50.Ke1 Ke4 En de koning loopt naar de h3-pion.; b) 44.Tc6 Een wachtzet 44…Ke5 Het plan is om de pion op f5 te zetten en de koning op f4. 45.Tc5+ Kf4 46.Tc1 (46.Tc6 Als hij de eerste rij niet bewaakt staat de zwarte toren sterk op f1. 46…f5 47.Tc8 (47.Tc2 Td1 48.Tc3 Tf1 49.g3+ hxg3+ 50.fxg3+ Ke5 51.Kg2 Td1 52.Kf2 f4 2 verbonden vrijpionnen zijn extreem sterk in toreneindspelen. 53.Tc5+ Kd4! 54.Txg5 f3 Zwart kan zijn pion offeren omdat hij nu veel en veel sneller is.) 47…Td2 48.Kg1 Td1+ 49.Kh2 Tf1 50.Tc2 Wit staat helemaal klem en g4-g3 is dodelijk nu. 50…g4 Dreigt mat! 51.hxg4 fxg4 52.g3+ Kf3 53.gxh4 Txf2+ 54.Txf2+ Kxf2 Met een spoedig mat.) 46…f5 Nu is het zeker te laat voor wit om g3 te doen. 47.Kg1 (47.Tc2 Td1 48.Tb2 g4! Dit is het plan als wit af blijft wachten. Met g4-g3 komt er niet alleen mat in de stelling (Kh3 Th1 mat), maar ook wordt de pion van f2 afgeruild, waarna de e-pion een vrije doortocht heeft. 49.hxg4 fxg4 50.Tb3 g3+ 51.fxg3+ hxg3+ 52.Txg3 e3) 47…g4 48.hxg4 fxg4 49.Kf1 h3!
Dit is een logischere zet dan g3 nu de koning naar de centrum is gelopen. De h-pion fungeert als bliksemafleider en de zwarte koning wil de pion op f2 op gaan eten. (49…g3 Met de koning op f1 heeft deze zet geen zin meer. De e-pion is onder controle en er zijn geen matnetjes meer. 50.fxg3+ hxg3 51.Ke2! Met de dreiging Tf1 om de koning van f4 terug te jagen. 51…Te3+ 52.Kd2 Ta3 53.Tf1+ Tf3 54.Ke1 Txf1+ 55.Kxf1 Ke3 56.Ke1 Wit pakt de oppositie en maakt remise.) 50.gxh3 (50.Kg1 g3 Ook nu weer wordt de f2-pion uitgeschakeld. 51.gxh3 (51.fxg3+ Txg3) 51…Kf3 52.fxg3 e3) 50…gxh3 51.Te1 (51.Tc8 Wit is te laat om van achteren aan te vallen, de pion is te snel. 51…Td1+ 52.Ke2 h2 53.Kxd1 h1D+) 51…Kf3 Het plan is om de h-pion te geven voor de f-pion, en dan is de e-pion erg snel aan de overkant! 52.Kg1 Tb3 53.Kh1 Tb4 54.Kg1 h2+ 55.Kxh2 Kxf2; 44…Ke5 (44…Td1+!? Om de koning op h2 te houden. Het probleem is echter dat dit g3 niet meer controleert. 45.Kh2 Ke5 46.g4 hxg3+ 47.Kxg3 f5 48.Ta5+ Volgens Averbakh is deze stelling gewonnen voor zwart met de toren op d-lijn, waar het de koning op e5 kan beschermen voor schaakjes van de zijkant. Zie variant met 42..Kf5. Ik zie niet hoe zwart het kan winnen als wit actief verdedigt met Ta8! 48…Td5 49.Ta8!= (49.Ta2 Td1 50.Ta5+ Td5 51.Ta2 Td3+ 52.Kg2 f4 53.Ta5+ Td5 54.Ta1 Wit moet de eerste rij dekken. (54.Ta8 f3+ 55.Kg3 Td1 56.Te8+ Kf5 57.Tf8+ Kg6 58.Tg8+ Kf7 De g-pion staat indirect gedekt.) 54…Tb5 (54…Td2 55.Ta5+ Kd4 56.Ta4+ Kd3 57.Ta3+ Ke2 58.Ta1 e3 59.fxe3 Kxe3+ 60.Kg1 f3 Op dit eindspel van 2 tegen 1 kom ik in een later artikel nog terug. 61.Ta3+ Td3 62.Ta1 Td5! De toren dekt de pion, dit bereidt de manoeuvre Kf4-g3xh3 voor. 63.Kh2 Td2+ 64.Kg1 g4!
De umbrella, een bekende techniek in toreneindspelen. 65.hxg4 Kf4 66.Ta8 Kg3 De pointe van de umbrella. De zwarte koning is beschermd tegen schaakjes vanwege de witte g-pion. Als die er niet was, zou het remise zijn geweest!) 55.Tc1 (55.Kg1 f3 Zwart wint als hij de pion naar f3 kan opspelen zonder dat de witte koning naar g3 kan. Nu kan de zwarte koning naar f4, en als de witte toren actief wordt kan zwart een beslissende doorbraak forceren. 56.Kh2 Kf4 57.Ta7 Tb2 58.Tf7+ Ke5 59.Kg3 Tb1 60.Kh2 Tf1 61.Kg3 Tg1+ 62.Kh2 Tg2+ 63.Kh1 Txf2) 55…Tb2 Nu dreigt zwart e3 56.Kg1 (56.Tc5+ Kd4 57.Txg5 e3–+) 56…f3 57.Te1 Kf5 58.Tc1 g4 59.hxg4+ Kxg4 60.Tc8 Tb1+ 61.Kh2 e3 De beslissende doorbraak) ) 45.Ta1 Hij moet eerst de onderste rij dekken. Als hij met zijn koning naar het centrum wil komen. (45.Kf1? Td1+ 46.Ke2 Tg1–+) 45…f5 46.Kf1 Td2!
Nu is zijn koning ver van g3, dus is het niet nodig dit veld te controleren. De toren snijdt de koning nu af over de 2de rij. (46…Kf4 47.Ke2 g4 (47…Tb3 48.Tc1 g4 (48…Tb8 49.Tc2 g4 50.hxg4 fxg4 51.Tc7 Tb2+) 49.hxg4 fxg4 50.Tc8 h3 51.gxh3 Tb2+ 52.Kf1 gxh3 53.Tf8+= Zijn toren is erg sterk van achteren.) 48.hxg4 fxg4 49.Ta8 Hij is nu op tijd om zowel zijn koning als zijn toren te activeren. 49…h3 50.gxh3 gxh3 51.Th8 Nu kan zijn toren erachter en is het remise.) 47.Tb1 (47.Ta3? Td1+ 48.Ke2 Tg1 49.g3 hxg3 50.fxg3 f4 51.Ta5+ Kd6 52.Ta6+ Kc5 53.Ta5+ Kb4 54.Te5 f3+ 55.Kf2 Tg2+ 56.Kf1 Te2 57.Txg5 Kc4 58.Tf5 Kd4 59.Ta5 Td2 60.Ta4+ Ke3 61.Ta3+ Td3 62.Txd3+ exd3–+) 47…Kf4 48.Ta1 Tb2 49.Tc1 Tb8!!
Zwart neemt de 8e rij in, zodat wit dit niet kan doen! (49…g4 50.hxg4 fxg4 51.Tc8) 50.Ta1 (50.Ke2 g4 51.hxg4 fxg4 52.Tc7 Tb2+ Transpositie) 50…g4 51.hxg4 fxg4 52.Ta7 Tb1+ 53.Ke2 Tb2+ 54.Kf1 g3 55.Tf7+ Ke5 56.Te7+ Kf6
Dit is de pointe van Tb8! Wit heeft uit moeten wijken naar de 7de rij en nu is de checking distance te klein. Dat houdt in dat zwart nu makkelijker met zijn koning de toren aan kan vallen en wit nu een groot probleem heeft. 57.Txe4 Tb1+! 58.Ke2 h3!!]
Of natuurlijk 58.Te1 Txe1+ 59.Kxe1 h3!!
43.Te2 [43.g4! hxg3+ 44.Kxg3] 43…Kf5 44.f3 exf3 45.gxf3
Wordt vervolgd
De winstvoering in woorden: Wit was genoodzaakt zijn koning naar het centrum te brengen, om niet in een matnet te komen. Daar werd het afgesneden over de tweede rij, en de toren moest op de eerste rij blijven om te voorkomen dat de zwarte toren naar g1 kan. Dan bereidt zwart de doorbraak g5-g4 goed voor door eerst zijn toren op de achtste rij te zetten, zodat wit dit zelf niet kan doen en de checking distance(afstand tussen de witte toren en de zwarte koning) te groot is. De g-pion schakelt de witte pion op f2 uit, waarna de vrije e-pion beslist.
Het eindspel via de viewer: