Eindspelstudies 49 – De Zoetemelk van de Eindspelstudie 2012
website
E-mail:
Hierbij de 49ste aflevering van deze rubriek voor Schaaksite uit mijn database.
- De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies
- Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld
- De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies
- De database is in standaard pgn-format en leesbaar voor gangbare schaakprogramma’s
Er zijn niet veel mensen in ons land die zoveel voor de eindspelstudie hebben gedaan als Yochanan Afek. Tijd voor een portret! Met dank aan Yochanan die enkele vragen welwillend beantwoordde. Meer details zijn te vinden op Afek's website:
www.afekchess.com/2012-10-27-08-32-06.
Yochanan werd op 16 april 1952 in Tel Aviv, Israël geboren als zoon van ouders die in Oost-Europa de Holocaust hadden overleefd. Zijn vader, van Roemeense origine, overleed in 1987, zijn moeder, van Poolse komaf, woont evenals Yochanan's jongere zuster Ruth nog altijd in Tel Aviv. Met enige regelmaat reist hij daarom af naar het land van melk en honing.
Tot 1976 was zijn naam Jochanan Kopelovich, en hij publiceerde ook studies onder die naam. Desgevraagd vertelt Yochanan dat het voor Israëliërs niet ongebruikelijk is om een Hebreeuwse naam aan te nemen, en dat werd het zelfs aangemoedigd door de eerste Minister-president van Israël David Ben-Gurion die zelf eerst David Grin heette. Ook andere componisten zoals Avner, Aloni en Avni hebben Hebreeuwse namen. Een opmerkelijk detail is nog dat Yochanan in zijn kinderjaren, nog voordat hij ook maar één woord Nederlands kende, “Yochi” (spreek uit als “jochie”) werd genoemd.
Op veertienjarige leeftijd begon zijn imposante carrière als schaker, componist, trainer, arbiter, bondscoach, organisator en wat dies meer zij, toen hij de schaakclub van Tel Aviv binnenstapte. Zijn veelzijdigheid blijkt o.m. uit het feit dat hij de enige schaker is die op maar liefst 5 titels kan bogen: IM partijschaak (met een GM-resultaat toen hij met een TPR van 2660 het kampioenschap van Parijs won), IM voor compositie, Internationaal Arbiter partijschaak en voor compositie, en FM voor oplossen van schaakproblemen. Maar het verzamelen van titels is niet zijn levensdoel. Wel heeft Yochanan de GM-titel voor compositie binnen bereik. Zoals ik al eerder schreef, is het behalen van die titel zeer moeilijk en ook nog een zeer langdurige zaak. Op dit moment zijn er wereldwijd slechts 6 GM's die hun titel voornamelijk aan eindspelstudies te danken hebben...
Yochanan vestigde zich in 2000 in Amsterdam “probably one of my best moves ever”. Dat was nog niet zo gemakkelijk. De Nederlandse eindspelstudievereniging ARVES schreef indertijd zelfs een aanbevelingsbrief aan de IND om hem te ondersteunen bij het verkrijgen van een verblijfsvergunning. Als gevolg daarvan stond op zijn ID-kaart dat zijn beroep “eindspelstudiecomponist” was (tegenwoordig staat hij te boek als freelancer)! Onze aanbeveling bestond o.m. daarin dat hij veel zou gaan bijdragen aan de eindspelstudie in Nederland. Nu, ruim een decennium later, kunnen we constateren dat hij dat meer dan heeft waargemaakt. Hij initieerde (o.m. via ARVES) diverse eindspelstudietoernooien, bijv. het Corus-70 AT, Tata Steel-75 AT, Chessbase-25 AT, Milescu-100 MT, Liburkin-100 MT, Kozlowsky-100 MT, Tel Aviv-100 AT om maar eens de meest recente toernooien te noemen. Hij is ook als publicist erg actief (bijvoorbeeld als redacteur in het internationale eindspelstudietijdschrift EG dat door ARVES wordt uitgegeven, maar ook voor The Problemist, Informator, Chess en Chessvibes en als (co)-auteur van 5 boeken). Mijns inziens is zijn bijdrage op het grensvlak tussen partijschaak en de eindspelstudie misschien nog wel het meest belangrijk. Zo organiseerde Yochanan diverse oploswedstrijden tijdens het jaarlijkse grootmeestertoernooi in Wijk aan Zee, de “hersenkrakers” en de eindspelstudiesimultaans in Café Atlantis in Groningen. Ik geef toe dat ik het als oud-ARVES-bestuurslid ook wel eens vermoeiend vond als Yochanan met het zoveelste initiatief op de proppen kwam.
In 2012 won Afek maar liefst 7 tweede prijzen in eindspelstudietoernooien. Een geweldige prestatie, veel beter dan in de jaren daarvoor, maar ook een tikje teleurstellend, want hij won in 2012 geen enkele eerste prijs. Tijdens het toernooi in Wijk aan Zee schoot me de vergelijking met Joop Zoetemelk te binnen, en besloot ik er een schaaksite-column aan te wijden.
EG organiseerde (op voorspraak van Yochanan) een toernooi om de 100e geboortedag van Milu Milescu (1911-1981) te gedenken. De uitslag van arbiter Amatzia Avni verscheen in 2012.
2e prijs Milescu-100 MT 2012
Eerst even knopen tellen: wit heeft een dame voor een stuk, maar de stelling is lichtelijk chaotisch. Al de witte stukken staan in, evenals de zwarte toren, en zwart heeft ook 2 pionnen op promoveren staan. Even consolideren zit er voor wit niet in, het is tijd voor drastische maatregelen:
1.Th5+! Kxg6 2.Dg8+ Kxh5 3.h7
De bordjes zijn verhangen. Wit is zijn materiële voorsprong kwijt, maar heeft nu zelf een pion op de 7e rij. Als zwart koelbloedig zelf promoveert, dan gaat het mis: 3...a1D 4.h8D+ Lh6 5.Df7+ Kg4 6.Dg6+! Kf3 7.Dhf6+! Lf4 8.Dh5+! Ke3 9.Dh3+! en de tweede rij is taboe omdat wit dan op g2 slaat. Als de zwarte koning nog koelbloediger het middenveld in draaft, gaat ‘ie uiteindelijk mat: 9…Kd4, bijvoorbeeld 10.Dd6+ Kc4 11.Dhe6+ Kb5 12.Ded5+ Ka4 13.De4+ Ka5 14.Dc7+ Kb5 15.Db8+ Ka6 16.De2+ en mat in twee. Beide partijen slalommen als Alberto Toma tussen de poortjes door.
Ook zwart moet dus aan de bak: 3…Lxc6+ 4.Ke6 Niet 4.Kd8? want dan kan wel 4…a1D 4.h8D+ Lh6 5.Df7+ Kg4 6.Dg6+ vanwege 6…Lg5+! Curieus genoeg wordt dat in EG helemaal niet uitgelegd (daar geeft men 6.De6+ Kf3), en daarmee is het al de moeite waard deze studie nog een keer onder de loep te nemen. 4…Ld5+! De pointe van de koningszet blijkt na 4…a1D 5.h8D+ Lh6 6.Df7+ Kg4 7.Dhg8+ Lg5 en nu dankzij de witte koning op e6: 8.Df5+. Maar niet 7.Dg6+? Kf3 en de zwarte koning ontkomt. Wit moet wel nemen: 5.Kxd5
Nog steeds is de promotierook rond Lg5 nog niet opgetrokken: 5…a1D 6.h8D+ Lh6 7.Df7+ Kg4 en nu niet 8.Dhg8+? Lg5, maar 8.Dg6+ Lg5 en 9.Dhh5+ (of 9.Dgh5+). 5…Tc5+ 6.Ke4! Want 6.Ke6? faalt op 6…Txe5+ 7.Kf6 Le7+! 8.Kf7 Tf5+ 9.Kxe7 a1D 10.h8D+ Dxh8 11.Dxh8+ Kg4 12.Dh2 Tf2 en zwart heeft een remisestelling weten te bereiken. Opnieuw ondersteunt de witte koning de dames na: 6…a1D 7.h8D+ Lh6 8.Df7+ Kg4 9.Df3+. 6…Txe5+!
7.Kf3? is nu aanlokkelijk, maar na 7…Tf5+ 8.Kxg2 a1D 9.h8D+ Dxh8 is het remise (bijv. 10.Dxh8+ Kg5). 7.Kd3! Het dreigt bijna een beetje saai te worden, maar zwart kan nog steeds niet promoveren omdat de toren op e5 voor de nieuwe dame het uitzicht op h8 ontneemt: 7…a1D 8.h8D+ Lh6 9.Df7+ Kg4 10.Dg6+ en nu gaat het snel mat na 10…Lg5 11.Dgh5+ Kg3 12.Dh2+ Kf2 13.Df8+ Ke1 14.Dg1 mat. Ook de toren kan ertussen, maar ook dan kan wit snel mat geven. 7…Te3+ 8.Kxe3 Verdere weigerachtigheid is nogal dom, want na 8.Kc4? a1D 9.h8D+ Dxh8 10.Dxh8+ Lh6 wit zwart zelfs. 8…a1D 9.h8D+ en nu blijkt de pointe van het zwarte torenoffer. De koning is op de diagonaal c1-h gelokt en de loper kan er daarom met schaak tussen! 9…Lh6+!
Toch kan wit winnen met het onwaarschijnlijk ogende dameoffer 10.Dg5+! en na de enige zet 10…Kxg5 staat wit niet meer schaak en kan 11.Dxa1 met winst.
De eerste prijs in dit toernooi werd weggekaapt door de Oekraïner Sergiy Didukh, met een studie waarin het onwaarschijnlijke dameoffer 7.Dg5! de hoofdrol opeist. Een opmerkelijk toeval!
2e prijs Vorobjov-100 MT 2012
Weer een herdenkingstoernooi voor een 100e geboortedag (van Dmitri Dmitrijevic Vorobjov), maar verder houdt de vergelijking op. We skippen een diepgaand onderzoek van de inleiding waarin zwart een loper offert om een matdreiging te pareren: 1.Te7! f3! 2.Kb6 Lc7+! 3.Txc7
Zwart heeft nu tijd gewonnen om een pion op te spelen. Er zijn twee mogelijkheden: 3…f2 of 3…e2. Na 3…f2 4.Te7 Kc8
Lijkt wit uitgepraat. Want na 5.Kc6? Kd8 6.Kd6 Ke8 7.Re7+ Kf8 8.Rxe3 f1Q staat zwart gewonnen. Maar wit heeft het verrassende 5.Kb5! e2 6.Txf2 e1D 7.Tc2+ Kb7
En wit kan net een remisestelling opbouwen met 8.Tc3! Da1 9.Kc4! Da4+ 10.Kd3! Db4 11.Kc2 met remise.
We gaan terug naar de tweede diagramstelling. De andere hoofdvariant is 3…e2 4.Te7 Kc8 en nu is de enige zet 5.b4! f2 (5...Kd8 6.Re3 f2 7.Rd3+ Kc8 8.Rc3+ Kd7 9.Rd3+ Ke6 10.Re3+ Kd5 11.Rxe2 f1Q 12.Rc2 Qb1 13.Rc5+ is nog een lastige remisevariant) 6.Te8+! Kd7 7.Txe2 f1D
En nu kan net 8.Tc2! (de zwarte koning is afgesneden) en bijv. 8…Dg1+ 9.Kb5 met remise.
So far, so good, maar de vraag dringt zich meteen op waarom in de eerste hoofdvariant 5.Kb5! de juiste zet is en in de tweede 5.b4! Het duidelijkste is dat te zien in de tweede hoofdvariant. Dan kleeft aan 5.Kb5? een klein nadeeltje: 5…f2 6.Txe2 f1D
Wit zou nu graag weer 7.Tc2+!? Kb7 8.Tc3 spelen. Maar de toren op e2 staat gepend en gaat verloren.
In de eerste hoofdvariant is de thematische verleiding 5.b4? e2. Daar de witte pion niet meer op b2 staat, kan 6.Txf2 e1D 7.Tc2+ Kb8 niet omdat de zwarte koning niet afgesneden is. Dus 6.Tf8+ Kd7 7.Txf2 e1D
En hier zou wit graag 8.Tc2 spelen om de zwarte koning af te snijden, maar ook dat faalt op een kleinigheidje 8…Dxb4+.
Voor de goede orde nog even de constatering dat de thematische verleiding in de ene hoofdvariant de oplossing is in de andere, en omgekeerd. Dit ingewikkelde thema is de laatste jaren gepopulariseerd door Eduard Eilazjan, die ook dit toernooi jureerde. Het staat bekend onder de ongelukkige benaming “Change theme”. Ik zou meer voelen voor “reciproke thematische verleiding” (reciprocal thematic try) of zoiets. Eilazjan heeft dermate ingewikkelde voorbeelden en schema’s uitgewerkt dat zelfs de experts er koppijn van kregen. Yochanan’s luchtige versie is een verademing.
De eerste prijs in het Vorobjov-MT werd weggekaapt door de Amerikaan Richard Becker met een damestudie waarin wit een pionnetje niet moet slaan. Waarom dat zo moet, blijkt pas 14 zetten later.
Bij het volgende 100-jaarstoernooi had Afek er twee voor de prijs van één. De Tsjechen organiseerde een toernooi ter ere van een van hun allerbeste componisten ooit: Jindřich Fritz (1912-1984). Jaroslav Polášek jureerde het toernooi.
2e/3e prijs Fritz-100 MT 2012
Wit staat materieel gezien gewonnen, maar gezien de zwarte dreigingen Lxb4 of Le6+ met stukwinst, lijkt het meteen remise. De argeloze oplosser denkt met 1.Tb2? een oplossing voor het probleem te hebben gevonden, want na 1…Le6+ 2.Kb7 Lxf5 3.Ka6! heeft wit op zijn beurt twee dreigingen die zwart onherroepelijk een stuk kosten (Kxa5 of Tb5+). Toch is dit juist niet de oplossing, want wit heeft 3…Ld8! 4.Tb5+ Kc4 5.Txf5 Kb3 6.Tf3+ Ka4 en na bijvoorbeeld 7.Kb7 Le7 verliest wit z’n laatste pion. En na 7.Te3 kan de loper via 7…Lf6 of 7…Lg5 de witte pion via de diagonaal c1-a3 aanvallen. Remise.
Correct is de minst waarschijnlijke sleutelzet 1.Tb8! Le6+ 2.Kb7 Lxf5 3.Ka6
Dankzij 1.Tb8 is nu 3…Ld8 verhinderd. Er zijn twee hoofdvarianten. De eerste is 3…Lc7 4.Tb5+ Kc4 5.Txf5 Kb3 6.Tf3+ Ka4
Wit verhindert de dreiging 7…Ld6 met 7.Td3! Zwart kan nu wederom proberen om op de c1-a3-diagonaal te komen met 7…Le5, maar komt dan van de koude kermis thuis met 8.Kb6 Lb2 9.Kc5 Lxa3+ 10.Kc4, een stelling waar we later nog op terug komen. Een venijnige verdediging is nog 7…Lb6! Zwart staat na 8.Kxb6? pardoes pat en dreigt weer op de f8-a3 diagonaal te spelen. 8.Td5! verhindert Lc5. Na 8…Le3 9.Ta5+ is het uit. Dus 8…Lc7!
Het is nog niet zo eenvoudig om te zien hoe wit verder moet komen. Zwart dreigt uiteraard 9…Kxa3 en zelfs een beginneling zal begrijpen dat 9.Td3 Lb6 letterlijk en figuurlijk tot herhaling van zetten leidt. En na 9.Tc5 Ld8 10.Td5 Lc7 is dat ook het geval. Er is echter nog een zet waarmee wit de dekking van pion a3 voorlopig even kan verwaarlozen: 9.Kb7! De loper wordt bijna gedomineerd. Na 9…Lg3 10.Td8 (dreigt 11.Ta8+) 10…Kxa3 11.Td3+ wint wit, en met 9…La5 kan wit o.m. winnen met 10.Td3, want de zwarte loper komt niet meer tijdig toe aan het aanvallen van pion a3: 10…Le1 11.Kc6 Lf2 12.Kd5 etc. De enige zet is 9…Lh2! 10.Td3 Le5 11.Kc6(b6) Lb2 12.Kc5(d5) Lxa3(+) 13.Kc4
Een curieuze (maar zeer bekende) stelling. De loper gaat verloren vanwege de penibele positie van de zwarte koning. Een grappig voorbeeld is 13…Lc1 14.Td1 Lb2 15.Td8 Ka3 (dreigt te ontsnappen) 16.Ta8 mat.
De tweede hoofdvariant (zie tweede diagramstelling) is 3…Lc3 4.Tb5+ Kc4 5.Txf5 Kb3 6.Tf3 lijkt meteen te beslissen, maar zwart heeft weer een patverdediging: 6…Ka4
Nu is 7.Txc3? pat. Maar wit heeft beter: 7.Kb6! Lb2 8.Kc5 Lxa3+ 9.Kc4! en we hebben de eindstelling van de eerste hoofdvariant weer op het bord.
2e/3e prijs Fritz-100 MT 2012
Afek’s co-auteur houdt van spectaculair schaak. Hij schreef o.m. het onderhoudende boekje Creative Chess (1991, met herziene tweede druk bij Cadogan Chess 1997).
1.Kxe5? Lc7+ is natuurlijk niks, dus 1.Tg5+ Kh6 (1…Kh4 2.Pg2+ Kh3 3.Kxe5) 2.Pg4+ Pxg4 3.Kxg4
Waarna wit een zwarte batterij op de zwarte koning gericht heeft. Zo dreigt 4.Txg6 met dubbelschaak en mat. Ook een soms beproefd recept om het staartstuk van de batterij aan te vallen: 3…Te4+ 4.Kf3! Tc4 werkt niet: 5.Txg6+ Kh5 6.Th6 mat. De zwarte koning kiest daarom het hazenpad: 3…Kg7 4.Lb2 Oeps 4…Ld8!
Haastige spoed is zelden goed. Als wit de toren met schaak (!) grabbelt, komt hij van de koude kermis thuis: 5.Lxe5+? Kf7 en de witte toren kan nergens heen. Dat blijft zo na 6.fxg6+ hxg6, en na 6.f6 neemt de h-pion de aanval op de toren over: 6…h6. Kwijt!
De verrassende oplossing is 5.f6+! met als pointe dat na 5…Lxf6 6.Lxe5 de zwarte loper gepend staat. Toch is zwart nog niet uitgepraat: 6…Kxh6!
Want 7.Lxf6? is pat! Zwart dreigt natuurlijk weer de toren te slaan. Er kleeft echter een klein nadeeltje aan de vrijwillige opsluiting van de zwarte koning 7.Ld6! Lxg5 8.Lf8 mat!
De eerste prijs ging hier naar een studie van de Rus Yuri Bazlov met één van de meest spectaculaire patstellingen ooit! Ik begrijp uw nieuwsgierigheid, en zou graag al die studies laten zien. Het zou zo maar een nieuwe aflevering van deze rubriek kunnen worden (de eerste prijzen van de toernooien die Afek niet won), maar dat is toch ook wel weer al te flauw. Alhoewel iedere componist vaak de natuurlijke eigenschap heeft om zijn 2e prijs-studie beter te vinden dan degene die de 1e prijs won, geloof ik dat Yochanan zich in al deze gevallen wel kon vinden in de uitslag.
Na een schaakfeestje in Amsterdam, waarbij we met een aantal schaakvrienden eindspelstudies bekeken, overnachtte ik ooit bij Yochanan. De volgende ochtend bracht hij mij per bus naar het CS. Er woedde een fikse storm die in korte tijd nog enorm in sterkte toenam. De terugreis per (o.m.) trein naar Deventer duurde zowat 4 uur vanwege bomen die omvielen op de bovenleidingen en ging dus via lange omleidingen. Toen ik de volgende dag in de krant las dat vele reizigers in de RAI de nacht hadden moeten doorbrengen op veldbedden omdat er geen enkele trein meer de hoofdstad kon verlaten, besefte ik dat ik nog geluk had gehad door tijdig aan de terugreis te beginnen. Hoe zeer het stormde moge blijken uit de e-mail van Yochanan waarin hij verhaalde dat hij, die toch stevig op de benen staat (…), voor het CS een taxi had moeten nemen naar de bushalte op 100 m afstand omdat hij niet de brug over het IJ over durfde te steken uit angst om in het water te worden geblazen!
2e prijs Loshinsky-100 MT & Umnov-100 MT 2012
Oleg Pervakov jureerde het volgende 100-jaarstoernooi, dit keer zelfs ter ere van twee componisten: Lev Loshinky (1913-1976) en Evgeny Umnov (1913-1989).
Wit lijkt gemakkelijk een lopertje te kunnen scoren, maar moet dan grote moeite doen om de c-pion nog te kunnen stoppen: 1.Th8? c2 2.Txf8+ Kb7 3.La6+ Kxa6 4.Tc8 Pc5 5.Kd2, dat is uiteindelijk gelukt, maar nu kan simpelweg Pb4 6.Txc5 bxc5 7.d7 Pc6 8.Pe6 Ka5 9.Pxc5 Pd8 10.Kxc2 Kb4 met remise.
1.d7 Kc7 2.Pe6+ Kxd7 3.Pxf8+ Ke8
Nu is goede raad duur. De zwarte pion dreigt op te spelen naar c2, bijvoorbeeld na de vork 4.Lc4? c2 en 4.Ld3? helpt daartegen niet vanwege 4…Pb4! 5.Kd1 Kxf8. Wit haalt de zwarte koning over om het paard te slaan: 4.Lb5+ Kxf8 5.Lc4! c2
6.0-0+! Mag dat wel?, hoor ik u al vragen. Zoals ik in aflevering 10 al uitlegde, mag in een schaakcompositie gerokeerd worden als niet kan worden aangetoond dat het niet mag. Voor de en-passant-zet op een eerste zet geldt logischerwijs juist de omgekeerde bewijslast: dat mag alleen als kan worden aangetoond dat de te slagen pion om de vorige zet twee velden vooruit moet hebben gespeeld. Zie ook aflevering 17.
Op de vijfde zet was rokeren overigens te vroeg: 5.0-0+? Ke7 6.Lc4 want zwart heeft een venijnige vork: 6…Pd2 7.Te1+ Kd6 en alles is weer gedekt.
Na de rokade heeft wit met tempowinst veld c1 onder controle gebracht en dreigt na een zwarte koningszet simpelweg op b3 te slaan. Zwart speelt tegen: 6…Pf4!
Op dat magneetoffer mag wit niet ingaan: 7.Txf4+? Ke7 en wit moet weer een tempo geven, 8.Tf1 bijvoorbeeld 8…c1D 9.Txc1 Pxc1 10.Kf2 Kd6 11.Ke3 Kc5 met remise. In plaats daarvan speelt wit 7.Lxb3! c1D 8.Txc1 Pe2+ 9.Kf2 Pxc1 10.Lc4
Sluit het paard in. Het verschil met de variant na 7.Txf4+? is dat wit twee tempo’s meer heeft (daar stond de zwarte koning al op e7, en de witte pas op g1). Dat is voldoende voor de winst: 10…Ke7 11.Ke3 Kd6 12.Kd4 Kc6 13.Lb5+ Kd6 14.Kc3 ontneemt het zwarte paard veld b3 14…Pa2+ 15.Kb3 Pc1+ 16.Kb2 en wint.
De eerste prijs werd weer weggekaapt door die dekselse Sergiy Didukh met een remisestudie waarin zowel zwart als wit een verrassend dameoffer plegen. Uiteindelijk kan wit net remise houden in een eindspel met wederzijdse zetdwang. In de thematische verleiding (met ook nog eens de meest voor de hand liggende sleutelzet) gaat alles precies zo, behalve dat wit op bijna onnavolgbare manier uiteindelijk aan de verkeerde kant van de zetdwang blijkt te zijn beland.
Het zal u wel niet meer verbazen dat Afek opnieuw weer bijna toesloeg op een ander 100-jaarstoernooi.
2e prijs Botwinnik-100 MT 2012
Mikhail Moiseevic Botwinnik (1911-1995) behoeft natuurlijk geen verdere introductie, behalve wellicht dat hij ook eindspelstudies componeerde. Zijn herdenkingstoernooi werd gejureerd door de Rus Leonard Katsnelson.
Ik bespaar u de perikelen rondom de inleiding:
1.b8D+ Kxb8 2.Te8+ Kb7 3.d7 Td6 4.d8D Txd8 5.Txd8 Ph6 6.Td7+ Kb8 7.Td8+ Ka7 8.Td7+ Ka6 9.Td6+ Kxa5
Wit lijkt totaal verloren te staan, maar beschikt over een hat-trick: 10.Txh6! Zwart kan niet nemen (10…gxh6 11.Kxf5 met remise) maar haalt een fraaie desperado uit de mouw: 10…Txd5!
Wit heeft echter op zijn beurt ook een desperado-zet. Zou u ‘m vinden? 11.Tg6! Zwart mag niet nemen (11…fxg6 12.Kxd5 en de witte koning is de hulpeloze dubbelpion gemakkelijk de baas). De pointe is natuurlijk dat de witte toren de pion op g7 aanvalt. Na 11.Th7? heeft zwart dan 11…Tg5 met winst. 11…Td7 met als pointe dat nu 12.Txg7? faalt op 12…f5+ en 13…Txg7. Nu kan wit alleen remise maken met de zet 12.Tg1! Het waarom daarvan is moeilijk te doorgronden. We kijken even verder: 12…Kb4 13.Kf5 Rd5+ 14.Ke4 Rd7 15.Kf5 f6 16.Kg6! Kc3 en nu 17.Ra1! Zou wit 12.Tg2? hebben gespeeld dan wint zwart hier na 17.Ta2 middels 17…Td2 gevolgd door 18…Tg2+. Helaas kan zwart onderweg ook op andere manieren winnen, hetgeen de waarde van deze fase van de studie nogal aantast. Zwart speelt nog even door: 17…Kd2 18.Ra2+! Ke3 19.Ra3+ Kf2 20.Ra2+ Kf3 21.Ra3+ Kg4 22.Ra4+ met remise.
De eerste prijs ging hier naar een studie van Levan Bregadze en GM David Gurgenidze uit Georgië, met een combinatie van een trapsgewijze damewandeling, een verrassend zwart loperoffer, een wit dameoffer, paardpromotie en een mat. De meeste elementen waren al bekend, en ik vermoed dat elk van Yochanan’s vorige studies hier de eerste prijswinnaar had overtroffen.
Voor een buitenlander is het nog niet zo eenvoudig om Nederlands te leren. Zelfs kinderen gaan hier naadloos in het Engels over. Met zijn jeugdige schaakpupillen maakt Yochanan daarom de deal dat zij Nederlands met hem spreken. Jaren geleden vond hij het mooiste Nederlandse woord: “toetje”. Grappig genoeg hebben veel Nederlanders zich nooit afgevraagd waar dat woord precies vandaan komt (het ligt wel erg voor de hand).
Als toetje won Afek zijn laatste tweede prijs nou eens niet in een 100-jaarstoernooi:
2e prijs Timman-60 JT 2012
De toernooidirecteur heeft mij toevertrouwd dat Yochanan dit als zijn beste studie ooit beschouwd. Ik zie dat toch anders… Materieel gezien staat het ongeveer gelijk, maar beide koningen staan bloot aan de aanval van zware stukken. Gelukkig is wit eerst aan zet: 1.Tb7+ Ka8 2.Ta7+! Pxa7 3.Te8+ Pc8 4.Txc8+ Ka7
Wit moet fors investeren om de f-pion te promoveren: 5.Lc5+! Txc5 en nu niet 6.f8D? Dg2+ 7.Ka3 Ta5+ 8.Kb4 Dd2+ 9.Kc4 Dxc1+, maar nog een offer: 6.Ta8+! Kxa8 7.f8D+ Db8 8.Dxc5 d2 9.c7
Zwart voert nu een zogenaamde Phoenix-promotie uit: het inmiddels geslagen zwarte paard uit de beginstelling verrijst nu uit de as: 9…dxc1P+ 10.Kb1! Niet 10.Qxc1? Qxc7 11.Dxc7 pat! 10…Dc8 (na 10…Dxb3+ 11.Kxc1 wint wit). Na 11.Dc6+ Ka7 12.Kxc1 zoekt zwart z’n kans met 12…Dh3!
Als wit 13.c8D? speelt, dan heeft zwart een dolle dame (na 13…Df1+ of 13…De3+), maar ook wit heeft ook een Phoenix-promotie: 13.c8P+! Kb8 14.Pb6. Zwart kaapt nu wit’s laatste pion, maar moet dat met dameverlies bekopen: 14…Dxb3 15.Dc8+ Ka7 16.Da8+ Kxb6 17.Db8+ en 18.Qxb3.
Hier werd de eerste prijs gewonnen door de beginnende eindspelstudiecomponist Steffen Slumstrup Nielsen uit Denemarken met een onwaarschijnlijke studie waarin na een fabuleuze pionzet de witte koning tegen een toren en twee lopers het lange smalle pad op weg naar de remise moet zien te vinden.
Dat, aan het einde van 2012 bleek dat een studie van Afek op de tweede plaats eindigde bij de verkiezing van de studie van het jaar 2011 (zie vooral aflevering 43) kan in de context van dit verhaal nauwelijks meer als verrassing worden gezien.
Alle fragmenten via de viewer:
(Alle foto’s zijn afkomstig van Harold van der Heijden)