Solide start Giri in Fide GP Zug
In Zug, Zwitserland, is de derde Fide GP van het seizoen 2012-2013 begonnen. Oorspronkelijk zou het toernooi in Lissabon plaatsvinden, maar om (geloof ik) financiele redenen moest een nieuwe lokatie gevonden worden. In de Grand Prix serie staan onder andere plaatsen voor het kandidatentoernooi op het spel en het is dus logisch dat Anish Giri dit belangrijker vindt dan het NK, al zijn zijn kansen niet zo groot, bij zijn eerste GP eindigde hij laatste. Maar wellicht gaat het dit keer beter: de start met drie remises is beter.
Giri heeft een beetje het probleem dat hij wel weet hoe hij remise moet spelen tegen de 2700-gasten, maar ze verslaan is een probleem. In Wijk aan Zee won hij alleen van een zieke Caruana en bij de eerste GP won hij geen partij. Ook in Zug lijkt de inzet dat remise een goed resultaat is. Hij heeft de op een na laagste rating, dus 50% zou een goed resultaat zijn, ongeslagen blijven een succes, maar het zou mooi zijn als hij een goede partij weet te winnen.
Een ander probleem dat me bij Giri opgevallen is, is dat hij geregeld bijna-eindspelen verliest. Stellingen met aan beide kanten twee a vier stukken. Voorbeelden zijn zijn partijen tegen Nakamura en tegen Topalov, die hij beiden behoorlijk onnodig verloor. Toevallig moest hij in Zug de eerste twee ronden tegen deze tegenstanders, en toevallig (of niet) kwamen er weer (bijna-)eindspelen op het bord. Maar hij boekt vooruitgang: dit keer wist hij verlies te vermijden!
In de eerste ronde tegen oud-wereldkampioen Topalov kreeg Giri zelfs het beste van het spel.
Anish Giri – Veselin Topalov
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. g3 d5 4. cxd5 Pxd5 5. Lg2 Lg7 6. Pf3 O-O 7. O-O Pb6 8. Pc3 Pc6 9. e3 Te8
Giri heeft goede herinneringen aan deze stelling: twee jaar geleden won hij met deze variant van Carlsen met zwart! Die speelde 10.Te1 a5 11.Dd2 wat iets te creatief bleek, al kwam de nederlaag door latere fouten.
10. h3 a5 11. Dc2 e5
De zet waar het om draait in deze variant. Vaak speelt wit Te1 en De2 ipv h3 en Dc2. Dan kan wit zijn loper op e3 zetten, met de dame op c2 heeft zwart dan de mogelijkheid Pc4. Waarom heeft een waarschijnlijk inferieure opstelling gekozen? Ik vermoed om te voorkomen dat zwart alleen maar computeranalyses hoeft te volgen.
12. Pxe5 Pxe5 13. dxe5 Lxe5 14. e4 De7
Iets logischer is 14….Le6, nu had wit toch 15.Le3 kunnen doen (15…Pc4? 16. Pd5) om dan f4 en e5 voor te bereiden. 15. Kh2 Ld7 16. Lh6 Dc5 17. Tac1 Lc6
18. Pd5
Dit is de solide manier van spelen. Scherper is 18. f4 Lxc3 19. bxc3 Pc4 20. f5 Tad8 Het lijkt misschien dat de zwarte velden bij de koning dodelijk zwak zijn, maar dat valt reuze mee: afgezien van Lh6 zijn de witte stukken passief, terwijl die van zwart actief staan en wit moet hier zelfs oppassen.
18… Dxc2 19. Txc2 Lxd5 20. exd5
Hier kan wit op voordeel spelen vanwege zijn loperpaar, maar het is moeilijk om er iets mee te doen omdat zwart zijn zwaktes makkelijk kan verdedigen.
20… Ld6 21. Tfc1 Tad8 22. Lg5 Tc8
23. Lf4
In principe moet je dit soort afwikkelingen niet doen als je zelf betere wachtzetten hebt dan je tegenstander. Die heb je: Lf3 dekt e2. De meest logische manier voor zwart om zijn stelling te verdedigen is Pd7, maar dan lokt Lg4 f5 uit, wat me voor zwart niet wenselijk lijkt.
23… Lxf4 24. gxf4
Nu is c7 niet meer te dekken, maar bij wit gaat er ook het een en ander af.
24… Tcd8 25. Txc7 Pxd5 26. Txb7 Pxf4 27. Tcc7
Ziet er mooi uit voor wit, maar de twee torens op de zevende rij leveren hem niets op.
27… Tf8 28. Lf1 Pe6 29. Tc2 Td5
Wit heeft nog steeds het voordeel van loper tegen paard, maar zwart heeft een iets betere pionnenstructuur, dat heft elkaar hier op. Remise is dus een logische uitslag.
30. Lc4 Tf5 31. Lxe6 fxe6 32. Kg1 Tg5+ 33. Kf1 Th5 34. Kg2 Tg5+ 35. Kf1 Th5 36. Kg2 Tg5+ 1/2-1/2
In het verslag op de website werd over de partij Nakamura-Giri vermeld dat ze sneller remise hadden gespeeld als de regels dat toegestaan hadden. Nakamura kreeg echter best wel wat kansen in de partij, hij greep ze alleen niet.
Er lijkt niet veel aan de hand, maar zwart toch een beetje oppassen.
41… Kf8
Nauwkeuriger is 41… Tb7 met het idee 42. Txd6 Tb2+ 43. Pe2 Txe3 44. Kxe3 Lxe4! waarna de arbiters een remiseaanbod vast wel toestaan.
42. Tc4 Lb7 43. e5 Pe8
43… dxe5 44. fxe5 Ph7 45. Lxb7 Txb7 46. Tc8+ Ke7 47. Pd5+ Kd7 gaat net en verliest geen pion.
44. Lxb7 Txb7 45. Tc8 dxe5 46. Txe5 Te7
47. Pd5
Hier had wit gewoon op h5 kunnen slaan. Goed, met drie tegen twee zijn de winstkansen niet groot, maar ze zijn er wel, en als het meezit krijg je iets als de partij, maar dan met een pion meer.
47… Txe5 48. fxe5
Er dreigt 49.Pc7 en zwart kan niet goed uit de penning komen. Wit blijkt er echter niet goed van te profiteren.
48… Ta5 49. Td8 Tc5
Wit wil nu h5 aanvallen, g6 uitlokken, en dan Pf6 kunnen spelen zonder dat e5 valt. Zwart voorkomt dit plan door zelf met zijn toren pionnen te gaan aanvallen.
50. Kf3 Tc6 51. Kf4 Tc1 52. Ta8 Tf1+ 53. Kg5 Te1 54. Kf5 Tf1+ 55. Pf4
55…Tf3
Dit geeft een stuk weg, ik vraag me af of dit de bedoeling was. 55…Tg1 had wit geen optie tot stukwinst gegeven.
56. g4
De stukwinst is 56. Ke4 Txg3 57. Pd5 Txh3 58. Pc7 Ke7 59. Pxe8 f6 60. Pxg7 fxe5
TP vs T is remise en geeft veel minder kansen dan TL vs T, maar het wordt wel eens gewonnen, zelfs tegen sterke grootmeesters.
56… hxg4 57. hxg4 Tf1 58. g5 Ke7
Simpeler is 58… g6+ 59. Ke4 Te1+ 60. Kd4 Td1+ 61. Pd3 Ke7
59. Ta7+ Kf8
60. Td7
Hier had wit 60. g6 fxg6+ 61. Ke4 moeten proberen. Een voorbeeldvariant: 61… Te1+ 62. Kd5 Td1+ 63. Ke6 Tf1 64. Pxg6+ Kg8 65. Pe7+ Kh7 66. Pd5 Kg6 67. Ta8 Pf6 68. Pxf6 gxf6 69. Tg8+ Kh7 70. Tf8 Kg7 71. Tf7+ Kg8 72. Ke7 Ta1 73. e6 Ta3 74. Kxf6 Tf3+ 75. Ke7 Ta3 en dit is bij goed spel van zwart weliswaar remise, maar wit is best ver gekomen!
60… g6+ 61. Ke4 Te1+
Nu heeft wit niets meer.
62. Kd5 Td1+ 63. Kc6 Txd7 64. Kxd7 Pg7 65. e6 Pf5 66. Pd5 fxe6 67. Kxe6 Pd4+ 68. Kf6 Pf3 69. Pf4 Pxg5 70. Kxg5 Kf7 71. Pxg6 1/2-1/2
In de derde ronde speelde liet Giri zien dat de anti-remiseregels snelle remises niet per se voorkomen. Op zich viel er op de remise ook niet zo veel af te dingen.
Anish Giri – Teimour Radjabov
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. g3 Le7 5. Lg2 O-O 6. O-O dxc4 7. Da4 a6 8. Dxc4 b5 9. Dc2 Lb7 10. Ld2 Le4 11. Dc1 Lb7
Een stelling die heel veel voorkomt in de grootmeesterpraktijk. Zwart wil graag een keer c5 doen, wit wil dat voorkomen, b.v. met La5, maar op dit moment zou dat zinloos zijn wegens 12… Pc6, dus wacht wit even tot het paard gezet heeft. 12. a3 Pbd7 13. La5 Tc8 14. Pbd2
En hier speelde zwart altijd 14…De8 (dreigt 15…c5) 15.b4 Pb6. Maar de dame doet niet zoveel op e8. Met meteen 14…Pb6 dreigt er ook 15…c5 en bespaart zwart een tempo.
14… Pb6 15. Pb3 Ld5 16. Dc2
Nu kan zwart remise forceren. Het alternatief is 16. Pc5 Lxf3 17. Lxf3 Dxd4 18. Pxa6 Da4 en wit heeft nog net 19.Pb4 om materiaalverlies te voorkomen, maar ik kan me voorstellen dat je dan liever de remise pakt.
16… Le4 17. Dc1 Ld5 18. Dc2 Le4 19. Dc1 1/2-1/2 Er kan weer een variant de prullenbak in, voor mensen die met wit willen willen althans.
Foto’s van Anastasiya Karlovich via zug2013.fide.com
"TP vs T is remise en geeft veel minder kansen dan TL vs T, maar het wordt wel eens gewonnen, zelfs tegen sterke grootmeesters."
Herman, GM Gawain Jones heeft onlangs een arbiter gevonden die een dergelijk eindspel (TP – T) meteen remise verklaarde toen de torenpartij (ook een GM) dit claimde. Zeer tot ongenoegen van Jones die een mooie protestbrief schreef. Voorbeeld van een aangehaalde winstpartij was geloof ik Polgar-Kasparov.
euhh, Dimitri bedoel ik dus…
Ik las het op schaaksite.nl/page.php?al=uitvluggeren
Erwin l’Ami verloor het eindspel in Wijk aan Zee tegen Carlsen, dat zegt wel genoeg over de beslissing van die arbiter.