Schaakrubrieken weekend 20 april 2013
Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken. Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken. Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het verschijnen van de veelal zaterdagse schaakrubrieken.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Robert Byrne, 1928-2013
Op 12 april overleed de Amerikaan Robert Byrne, een week voordat hij 85 jaar zou worden. Hij leed al lange tijd aan de ziekte van Parkinson.
Lubosh Kavalek, die vaak een teamgenoot van Byrne op olympiades was, schreef een necrologie voor The Huffington Post waar een foto bij staat waarop je hem en Byrne niet als topschakers in actie ziet, maar als journalisten. Het was in Merano in 1981, bij de match om het wereldkampioenschap tussen Karpov en Kortsjnoj.
Op die foto schrijft Kavalek in een simpel notitieboekje. Byrne zat achter een grote schrijfmachine met twee gaten waar de hoorn van een telefoon ingestoken kon worden; zo werd zijn verslag doorgeseind naar The New York Times, waar Byrne sinds 1972 schaakmedewerker was. Voor 1981 was dat geavanceerde technologie.
Nederlandse schaakverslaggevers gingen toen nog met de postkoets. Ze gebruikten soms de fax, als die ergens beschikbaar was, en vaak spraken ze over de telefoon: „Eén: Paard Gerrit één naar Ferdinand drie.” Enzovoort. Het was een groot geluk dat er aan de andere kant van de lijn op de krantenredacties mensen waren die daarmee uit de voeten konden, anders hadden we bij iedere zet ook nog woorden als kapitaal, klein, punt, spatie en streepje moeten zeggen.
Robert Byrne was al omstreeks 1950 een van de sterkste Amerikaanse schakers, maar zijn grootste succes behaalde hij toen hij al een eind in de veertig was, in het interzonale toernooi in Leningrad in 1973 waar hij derde werd achter Karpov en Kortsjnoj, maar voor mensen als Larsen en Tal. In de kandidatenmatch die Byrne vervolgens tegen Boris Spassky speelde, had hij geen kans.
Byrne zei later dat hij het succes in Leningrad dankte aan zijn baan bij de New York Times, omdat hij daarvoor zoveel partijen grondig moest analyseren dat hij er veel van had geleerd. Misschien deed hij het wel te grondig voor de doorsnee lezer. In 2006 werd Byrne na 34 jaar opgevolgd door iemand van de redactie die ook aardig kon schaken en in de necrologie die The New York Times vorige week publiceerde, werd met verwondering geschreven over de vreemde en voor het grote publiek onbegrijpelijke schaaktermen die hun vroegere schaakmedewerker had gebruikt.
Kavalek beschreef Byrne in zijn necrologie zoals ik hem ook kende; kalm, methodisch, vriendelijk en een goed verteller, vaak met de toon van iemand die college gaf. Hij was dan ook professor in de filosofie aan de universiteit van Indiana geweest voor hij beroepsschaker werd. Zijn kalmte was overigens die van een innerlijk gespannen kettingroker. Op foto’s van Byrne zie je ook vaak een sigaret.
Byrne’s meest briljante partij is niet erg bekend geworden, misschien doordat hij voor een groot deel thuis was voorbereid. Byrne had zijn prachtige serie stukoffers eigenlijk voor Bobby Fischer bedoeld, maar dat ging niet door, doordat hij in dat toernooi met zwart tegen Fischer moest. Die partij won Byrne overigens ook, zonder veel huisanalyse.
Robert Byrne-Larry Evans, kampioenschap Verenigde Staten 1965
1. e4 c5 2. Pf3 a6 3. Pc3 d6 4. d4 cxd4 5. Pxd4 Pf6 6. Lg5 e6 7. f4 Db6 8. Dd2 Dxb2 Na meer dan een halve eeuw ervaring weten we nog steeds niet of zwart gestraft kan worden voor het slaan van deze zogenaamd vergiftigde pion. 9. Tb1 Da3 10. e5 dxe5 11. fxe5 Pfd7 12. Lc4 Dit wordt tegenwoordig weinig meer gespeeld. De afgelopen jaren zijn er veel partijen geweest met 12. Pe4, wat Tal al in 1956 tegen Toloesj deed. 12…Lb4 13. Tb3 Da5 14. 0-0 0-0 Dit was eerder in dat jaar al op het bord geweest in Tringov-Fischer, Capablanca Memorial 1965. Tringov deed 15. Pxe6 fxe6 16. Lxe6+ en verloor. 15. Lf6 Dit stukoffer had Byrne eigenlijk voor Fischer voorbereid, maar hij kreeg de kans niet om het tegen hem te spelen. 15…gxf6 Een jaar later bewees Bernard Zuckerman, een vriend van Fischer, in een partij tegen Byrne dat zwart na 15…Pxf6 16. exf6 Td8 niet slecht staat. 16. Dh6 Dxe5 17. Pf5 Het tweede stukoffer. 17…exf5
18. Pe4 Weer een mooie zet. Wit offert drie stukken achter elkaar. 18…Ld2 Maar zwart kan het derde stukoffer niet aannemen en moet in plaats daarvan materiaal teruggeven. Na 18…fxe4 19. Th3 gaat zwart snel mat en na 18…Dxe4 19. Tg3+ Dg4 20. Txg4+ fxg4 21. Ld3 duurt het ook niet lang meer. 19. Pxd2 Dd4+ 20. Kh1 Pe5 21. Tg3+ Nu zwart f7 heeft gedekt, kon hij 21. Th3 met 21…Td8 beantwoorden. 21…Pg4 22. h3 De5 23. Tf4 De1+ 24. Pf1 Dxg3 Zwart kan het mat nog net verhinderen door zijn dame te geven. 25. Txg4+ Dxg4 26. hxg4 Zwart heeft twee torens voor de dame, maar wit heeft nog steeds een geweldige koningsaanval. 26…Pd7 27. Pg3 Kh8 28. Ld3 De snelste winst was 28. Ph5 Tg8 29. Lxf7, maar het maakt niet uit, want de buit is al binnen. 28…Tg8 29. Lxf5 Tg6 30. Lxg6 fxg6 31. Pe4 b5 32. g5 Lb7 33. Pxf6 Pf8 34. Dh2 Lc8 35. De5 Pe6 36. Pd7+ Zwart gaf op. Na 36…Pg7 komt 37. Pb6.
Byrne, korte tijd topspeler
Soms leek de vorige week op 84jarige leeftijd overleden Amerikaan Robert Byrne spijt te hebben van zijn beslissing om na zijn 40ste professioneel schaker te worden. In 1986, tijdens een toernooi in Reykjavik, verzuchtte hij na een nederlaag tegen een onaangename tegenstander dat hij Bobby Fischer weleens vervloekte. Als die er niet was geweest, zou hij nooit zijn rustige leven als professor in de filosofie aan de universiteit van Indiana hebben opgegeven.
De WK-match Fischer-Spassky in 1972 veranderde Byrnes leven. Geïnspireerd door het succes van zijn landgenoot steeg hij naar een spelniveau dat hij niet eerder had bereikt. Hij werd nationaal kampioen en een jaar later kwalificeerde hij zich voor de kandidatenmatches met een derde plaats in het interzonale toernooi in Leningrad. Zijn optreden op het op een na hoogste niveau duurde kort. Begin 1974 verloor hij in de eerste kandidatenronde kansloos van Boris Spassky.
Minstens even belangrijk was de erkenning die Byrne in 1972 kreeg: hij werd schaakmedewerker van The New York Times. Die functie vervulde hij 34 jaar lang nauwgezet. In 2006 keek hij in zijn laatste column met weemoed terug op een memorabele zege op David Bronstein in 1952.
Net als zijn jong overleden broer Donald speelde Robert Byrne een belangrijke rol in Fischers Amerikaanse succesjaren. Donald had nooit iets in te brengen tegen de latere wereldkampioen, maar Robert hield zich uitstekend staande met zes remises, een winstpartij en slechts twee nederlagen. Een van die verliespartijen behoort tot Fischers meesterwerken:
Byrne – Fischer
New York, kampioenschap VS 1963-’64
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. g3 c6 4. Lg2 d5 5. cxd5 cxd5 6. Pc3 Lg7 7. e3 00 8. Pge2 Pc6 9. 0-0 b6 10. b3 La6 11. La3 Te8 12. Dd2 e5 13. dxe5 Pxe5 14. Tfdl Pd3 15. Dc2
15… Pxf2!
Het begin van een fenomenale combinatie.
16. Kxf2 Pg4+ 17. kgl Pxe3 18. Dd2 Pxg2!
De loper op g2 is een betere verdediger dan de toren op dl.
19. Kxg2 d4 20. Pxd4 Lb7+ 21. Kf1
Na 21. Kgl komt 2l … Lxd4+22. Dxd4 Tel+! en na 21. Kf2 wint zwart met 21 … Dd7 22. Taci Dh3 23. Pf3 Lh6, gevolgd door 24 Le3+. Na de tekstzet meenden de toeschouwers dat Fischer zijn hand had overspeeld.
21 … Dd7!
Maar na deze zet gaf wit op. Tot teleurstelling van Fischer, die hoopte op het schitterende slot 22. Df2 Dh3+ 23. Kg1 Te1+! 24. Txe1 Lxd4 en zwart wint.
Vanzelfsprekend was de scalp van Fischer een begeerde trofee voor zijn Amerikaanse collega’s. Voor het nationale kampioenschap in 1965 had Byrne een openingsnieuwtje voor wit voorbereid dat hij tegen Fischer hoopte te kunnen lanceren. Toen de loting uitwees dat hij met zwart tegen Fischer zou spelen (hij zou de partij winnen), koos Byrne een ander slachtoffer. Tegen Larry Evans won hij de spectaculairste offerpartij van zijn leven.
Byrne – Evans
New York, kampioenschap VS 1965-’66
1. e4 c5 2. Pf3 a6 3. Pc3 d6 4. d4 cxd4 5. Pxd4 Pf6 6. Lg5 e6 7. f4 Db6 8. Dd2 Dxb2 9. Tbl Da3 10. e5 dxe5 11. fxe5 Pfd7 12. Lc4 Lb4 13. Tb3 Da5 14. 0-0 0-0 15. Lf6
Byrne’s thuis voorbereide vondst. Inmiddels weten we dat zwart zich afdoende kan verdedigen met 15 … Pxf6 16. exf6 Td8 met de dreiging 17 … Txd4.
15 … gxf6 16. Dh6 Dxe5
17. Pf5!
Het loperoffer was nog maar het begin.
17 …. exf5 18. Pe4! Ld2
De enige zet. Zwart loopt mat na 18… fxe4 19. Th3.
19. Pxd2 Dd4+ 20. Khl Pe5 21. Tg3+ Pg4 22. h3
Nog sneller wint 22. Ld3.
22 … De5 23. Tf4! Del+ 24. Pfl Dxg3 25. Txg4+! Dxg4 26. hxg4 Pd7
Met een zoenoffer van de dame heeft zwart de aanval vertraagd maar niet afgewend. Wits stukken verzamelen zich snel weer rond de zwarte koning.
27. Pg3 Kh8 28. Ld3 Tg8 29. Lxf5 Tg6 30. Lxg6 fxg6 31. Pe4 b5 32. g5 Lb7 33. Pxf6 Ff8 34. Dh2! Lc8 35. De5 Pe6 36. Pd7+
Om na 36 … Pg7 te besluiten met 37. Pb6.
Zwart geeft op.
Nederlandse en Duitse Competitie
De Nederlandse competitie 2012/2013 is gewonnen door schaakvereniging En Passant uit het vissersdorpje Bunschoten. Vandaag is de slotronde van alle tien teams van tien spelers in het bijzondere clubgebouw van E.P. (een toren!) maar de spanning is al weg, de voorsprong op nummer twee Accres Apeldoorn is opgelopen tot vier matchpunten. In onze nationale competitie kunnen spelers uit binnen- en buitenland gedurende het seizoen zomaar aanschuiven en zo’n soepele regel roept vraagtekens op. Zo speelde de Engelse Grootmeester Nigel Short ineens een partijtje mee en hij was niet de enige.
D. in t Veld (Kennemer Combinatie) – N. Short (E.P)
De partij eindigde na 28.Lh7 Th8 29.Lb1 Tg8 30.Lh7 Th8 31.Lb1 Tg8 in remise. Dat wit beter staat na 28.Pf4 met allerhande aanvalsdreigingen doet niet ter zake. Daan in ’t Veld (Elo 2250) was tevreden met deze uitslag tegen zijn gerenommeerde tegenstander (Elo 2700) die volgens het wedstrijdverslag direct de speelzaal verliet terwijl men toch gewend is dat de spelers ‘aan de bar blijven hangen na de partij’. Ja, je kunt van ingevlogen spelers als Short geen clubliefde verwachten. Het zou een eerlijker competitieverloop geven, als alle speelgerechtigde teamleden vóór de competitie moeten worden opgegeven, zoals bijvoorbeeld in de tennissport.
In de Duitse competitie liggen de honoraria hoger en dus speelt de hele wereldtop mee: Karpov, Svidler, Bacrot, Adams, Naiditsch, Harikrishna om er een paar te noemen. Ook onze nationale kampioen Anish Giri doet mee. Overigens speelde hij ook enkele partijen in Nederland voor En Passant en is hij actief in de Franse competitie. In het eerste weekend van april speelde hij dus in de laatste drie ronden van de zogeheten Bundesliga, moest toen verstek laten gaan in Bunschoten en vandaar de invaller Short. Als u, lezer, het allemaal een beetje raar vindt, dat dat reglementair kan bedoel ik, dan bent u niet de enige. Giri analyseerde zijn partijen op zijn eigen wijze: fris met een beetje zelfspot. Bijvoorbeeld tegen de Duitse grootmeester Michael Prusikin, geboren in 1978 in de Oekraïne (ik neem de uitroeptekens en de vraagtekens over en wat (ingekort) commentaar).
A.Giri – M. Prusikin
1.c4
‘Die dag besloot ik mij niet teveel om de theorie te bekommeren. Ik had beter moeten weten’.
1…e5 2.Pc3 Pc6 3.g3 Lc5 4.Lg2 a6 5.e3 d6 6.Pg-e2 La7
‘Ik herinner me een vaag gesprek met Ivan Salgado Lopez tijdens de Franse Liga. Hij had het over een dodelijk wapen tegen 1.c4: de loper op a7 plaatsen en h5-h4 spelen met mat.’
7.d3 h5!? 8.h3 f5 9.h4! Pf6 10.d4! 0-0 11.b3!?
‘Tot zover was ik best tevreden met mijn spel en het resultaat van de opening. Ik zag h5 en f5 als een verzwakking …’.
11…f4! 12.dxe5 f3! 13.Lxf3 Pxe5 14.Lg2 Lg4 15.Lxb7??
‘Ik weet niet wat me bezielde, al was de logica heel eenvoudig. Ik kon geen nuttige zet voor zwart bedenken na Lg4 en vond dat ik het beste maar nog een pion kon graaien voordat de loper naar g2 terugkeerde.’
15…Pf3+! 16.Kf1 Dd7! 17.Kg2 Ta-b8 18.Ld5+ Kh8 19.Lb2 Tb-e8!
‘Geen haast. Nu realiseerde ik me dat nog een zet wachten hopeloos is, dus speelde ik zonder aarzeling mijn laatste troef uit.’
20.Pf4
20…Pxh4??
‘Een complete verrassing! Inderdaad veranderde de evaluatie van volkomen verloren tot totaal gewonnen voor mij. 20…Pe5! was duidelijk de aangewezen zet (-) 21.Pc-e2 Pxd5 22.cxd5 Lf3+ 23.Kg1 Txf4! 24.exf4 Pg4’ en wint.
21.Txh4 Lxd1 22.Txd1
‘Mijn twee stukken zijn meer dan genoeg compensatie voor de dame, vooral omdat zwart al praktisch mat staat. Ik was in de zevende hemel.’
22…g5 23.Pe4!gxh4 24.Lxf6+! Kh7 25.Th1! Txe4? 26.Lxe4+ Kg8 27.Ld5+ Kh7 28.Pxh5 Kg6 29.Le4+ Kf7 30.Txh4 c6 31.Tf4 Kg8 32.Lf5
‘Wie de partij gevolgd heeft vanaf de 21e zet, moet gedacht hebben dat ik een schitterende partij had afgeleverd. Helaas kunnen we de eerste helft van het notatiebiljet niet uitwissen. 1-0.’
Wie geïnteresseerd is in het volledige commentaar en de andere partijen, zie schaaksite.nl. Anish Giri is een aanwinst voor het Nederlandse schaakleven, zowel met zijn partijen als met zijn analyses.
Onlangs mocht ik als Calvinist de Lutherse Schaakdag bijwonen,als altijd voortreffelijk georganiseerd door de heren Mudde en Bodlaender. Het is daar een select gezelschap met veel 50+ zodat het ook logisch is dat Jan Nagel deze versie won. Met hem overigens een interessant gesprek gevoerd over voetbal in Amsterdam rond 1960 met de religieuze en dus fanatieke derby tussen mijn calvinistische De Geuzen en de Lutheranen van Wartburgia. Op deze dag ook altijd een opbouwend bedoeld verhaal, want alleen maar eten en schaken is tenslotte ijdelheid. Kortom, een sfeer als bij het ND-schaaktoernooi waarvan we met wellust de 33e editie aankondigen en wel DV op 8 juni,uiteraard in de Martuskerk in Amersfoort. Let op verdere aankondigingen in het ND!
Een iets belangrijker maar zeker minder gezellig toernooi vond plaats in London en moest de uitdager aanwijzen voor de strijd om de wereldtitel tegen Anand. De uiteindelijke beslissing ten gunste van Carlsen vond plaats op grond van een bizarre regel, zoiets als dat je bij een gelijkspel bij voetbal toch gewonnen hebt omdat je vaker op doel hebt geschoten. Maar in deze overberegelde tijd-is-geld wereld moet het natuurlijk op tijd afgelopen zijn want de volgende dag moet het gebouw weer beschikbaar zijn voor een postduivententoonstelling. Uit balorigheid geen partij van de kopstukken van het verhaal maar wel een hele mooie van Svidler (die in de laatste ronde Carlsen onderuithaalde , de scheidsrechter vond het geen gele kaart) en Grisjoek : 1.d4 Pf6 2.c4 g6 3. Pc3 Lg7 4.e4 d6 5.f3 0-0 6. Le3 c5 7.Pge2 Pc6 8.d5 Pe5 9. Pg3 h5 10. Le2 h4 Zo’n zet zou ik niet snel doen maar ik ben dan ook geen 2700-speler. Overigens bleek tijdens dit toernooi dat ook deze grootheden door de spanning soms enorme bokken schieten, zoals Aronian tegen Kramnik nb in een overzichtelijk eindspel. 11. Pf1 e6 12.f4 Pxc4 Zie de voorgaande opmerking, hier kom je toch niet op 13. Lxc4 b5 De “ commentaar gevende” computer sloeg hier op tilt. 14. Lxb5 exd5 15.e5 dxe5 16. fxe5 Lg4 17.exf6!! Wit denkt zeker: Als je chaos wil kun je het krijgen. 17..Lxd1 18.fxg7 Kxg7 19. Lxc5 h3 20. Txd1 hxg2 Zo langzamerhand lijkt het of beide heren, toch kansloos voor de eindzege, het publiek en de schaakschrijvers iets unieks willen aanbieden. 21.Tg1 gxf1D+ 22. Kxf1 De rook trekt op, wit heeft drie lichte stukken voor de dame. 22..Dh4 23.Tg2 Tfd8 24. Td4 Dh5 25. Tf4 d4 daar gaan we weer 26. Lxd4 Txd4 27. Txd4 Tb8 28.a4 a6 29. Lxa6 Df3+ beide spelers hebben kennelijk toch enige hersenbeschadiging opgelopen want via De5 en Df6+ kon zwart de loper winnen. Nu blazen de heren uit naar remise 30. Tf2 Dh1+ 31. Ke2 Txb2+ 32. Td2 Dc1 33. Kd3 Tb6 34. Lc4 Td6+ 35. Ld5 Td7 36. Tf4 f5 37. Td4 Kh6 38. h4 Tc7 39. Lc4 Df1+ 40. Te2 f4 Deze pion is de troef van zwart. 41. Kc2 f3 hier besloten de heren tot remise en misschien zal iemand nog proberen te analyseren of wit nog had kunnen winnen.
Probleem 2421: een 2-zet van Nascimento:
En de sleutelzet van 2419 was 1.Te7!
Vandaag dag van de waarheid
Hoewel En Passant al met overmacht kampioen van Nederland is geworden, wordt er vandaag nog een spannende laatste competitieronde gespeeld. In de Meesterklasse worden alle wedstrijden centraal gespeeld, in het clubhuis van de nieuwe kampioen in Bunschoten-Spakenburg. De wedstrijd van Kennemer Combinatie tegen BSG is de topper. De verliezer degradeert, bij een gelijkspel degraderen de Bussumers.
BSG handhaafde zich vorig jaar ternauwernood na een historische eindsprint, de zeven punten haalde de ploeg uit de laatste vier wedstrijden! De Haarlemmers debuteerden dit seizoen in de Meesterklasse, na twee keer op rij te zijn gepromoveerd. Beide ploegen spelen goed in de hoogste klasse, maar onvermijdelijk valt vandaag voor een van beide het doek. Klein feestje is er voor Rob Duijn: hij speelt zijn 250e wedstrijd in het eerste team van Kennemer Combinatie en Bloemendaal, een van de clubs die in de combinatie opgingen.
Uit de krappe overwinning in de achtste ronde van En Passant op Kennemer Combinatie volgt hier nog de zege van Richard Vedder, die alle partijen van zijn team altijd binnen een dag van commentaar voorziet op Schaaksite.nl. Een leuke duw- en trekpartij, waarin hij één keer een remiseaanbod afsloeg en zijn tegenstander Marcel Canoy twee keer. Wisselende kansen, mag je dus zeggen.
Canoy-Vedder
1.Pc3 d5 2.e4 e6 3.d4 Pf6 4.Lg5 Lb4 5.e5 h6 6.Ld2 Lxc3 7.bxc3 Pe4 8.Dg4 Kf8 9.Df4 c5 10.Ld3 Pxd2 11.Dxd2 Pc6 12.Pf3 Da5 13.h4 Ld7 14.h5 cxd4
Een principiële keus. Na 14…c4, zoals we vorige week zagen bij Nigel Short (andere stelling, maar zelfde variant), heeft wit weinig, maar zwart ook. Vedder zag voordeel in zijn half open c-lijn.
15.cxd4 Dxd2+ 16.Kxd2 Pa5 17.Tab1 Tc8 18.Th3 b6 19.Pg1 Pc4+ 20.Kd1 La4
Hier bood zwart remise aan, omdat hij Th8 niet in het spel kan brengen. Ke7 wordt namelijk beantwoord met Tg3. Logisch dat wit daarom verder wil spelen.
21.Pe2 Tc7 22.Lxc4 Txc4 23.Tc3 Txc3 24.Pxc3 Ld7 25.Kd2
Nu bood wit remise aan, maar er is nogal wat veranderd. Zwart kan opeens wel Ke7 spelen en bovendien vond Vedder de pion op h5 zwak. Een prooi voor zijn loper, voorzag hij al.
25…Ke7 26.Pd1 f5 27.Tb3 Tc8 28.Pb2 Le8
Sneller naar de h-pion dan je drie zetten geleden zou denken.
29.Th3 Lb5 30.Th1 Tf8 31.f4 Tg8 32.Pd1 Tc8 33.Pe3 Le8
Nu was het weer zwarts beurt om remise aan te bieden en die van wit om te weigeren. Wit wil g4 spelen, maar niet meteen. Hij kan namelijk beter niet met het paard op g4 terugslaan omdat dan Tc4 volgt.
34.Th4 Kf8 35.c3 Tc7 36.g4 fxg4 37.f5 exf5 38.Pxd5 g3
Nu mag wit niet op c7 slaan vanwege g2, maar de zwarte vrijpionnen lijken aanvankelijk niet zo sterk als de witte.
39.Th3 g2 40.Tg3 Tc4 41.Pf4 Ta4 42.Pxg2 Lxh5 43.Pf4 Lg4 44.e6 Txa2+ 45.Kd3 g5 46.Pg6+ Kg7 47.d5
Een soort harakiri. Hij moet wel, nu zwart vrijpionnen op beide vleugels heeft. Na 47.e7 Le2+ 48.Ke3 Lb5 heeft zwart e8 onder controle en dreigt hij zelf f4, alsook gewoon Kxg6.
47…Kxg6
48.e7
Na 48.Te3 was Vedder 48…Te2 van plan. Wit mag dan een stuk winnen, maar zwart wint eenvoudig met a- en h-pion. Ook het eenvoudiger Kf6 en Lh5 is goed.
48…Le2+ 49.Kd4 Lb5 50.c4 Ta4 51.Tc3 Kf7 52.d6 Ke6 53.Ke3 Kxd6 54.cxb5 Kxe7
Wit geeft het op.
De eerste klassen kennen een bijzonder spannende finaledag. In 1A speelt ESG Dr. Max Euwe (Enschede) tegen Philidor Leeuwarden. In 1B LSG (Leiden) tegen Wageningen. In beide klassen is de winnaar kampioen en bij een gelijkspel eerstgenoemde ploeg.
Voor beginners A6074 Wit aan zet, wat wint?
|
Voor gevorderden B6074 Zwart aan zet wint, hoe?
|
De Amerikaanse grootmeester Robert Byrne is vorige week vrijdag op 84-jarige leeftijd overleden. Hij was wereldkampioenkandidaat, Amerikaans kampioen en speelde voor het Amerikaanse schaakteam negenmaal mee in schaakolympiades. Vanaf 1972, het jaar dat het schaken bijzonder populair werd door het wereldkampioenschap van de Amerikaan Robert Fischer, was Byrne gedurende 34 jaar schaakcolumnist van The New York Times. Ook schreef hij vele schaakboeken.
In Buenos Aires in 1964 won Byrne de derde prijs, achter wereldkampioen Petrosjan en Keres. Dit leverde hem de internationale grootmeestertitel op. Een partij uit dat succesvolle toernooi.
M. Najdorf – R. Byrne
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 Lg7 4.e4 d6 5.Pf3 0-0 6.Le2 e5 7.d5 Pbd7 8.Lg5 (Wit wil met deze zet zwaktes uitlokken op de koningsvleugel, zwart komt er hier sterker uit.) 8. … h6 9.Lh4 g5 10.Lg3 Ph5 11.Pd2 Pf4 (Dat was de bedoeling van Byrne. Na 11. …Pxg3 12 hxg3 kan wit profiteren van de zwaktes op de koningsvleugel.) 12.Lf1 (Waarom geen 12. 0-0?) 12. … Pc5 13.Dc2 f5 14.f3 c6! 15.Lf2 fxe4 16.fxe4? (Najdorf had met een paard terug moeten slaan.) 16. …cxd5? (Ook ervaren meesters die in vorm zijn, zien wel eens wat over het hoofd. Na 16. …Pcd3+! 17. Lxd3 Pxg2+! konden de stukken al bijna in de doos.) 17.Lxc5 d4! (Pracht zet en de sterkste voortzetting.) 18.La3 dxc3 19.Dxc3 Lg4! (Zwart staat inmiddels duidelijk beter.) 20.h3 Lh5 21.g4 Lg6 22.Db4 Tf7 (Wit mag niet op d6 slaan: 23. …Td7 24. Db4 a5 25. Dc3 Pd3+ is gewonnen.) 23.0-0-0 Td7 24.Kb1 Tc8 25.Ka1 Kh7 (Eerst de koning veilig, dan tijd voor de aanval.) 26.Db3 a6 27.De3 b5! 28.cxb5 d5! (De pointe van de vorige zet.) 29.bxa6 dxe4 30.Lb5 Td5 31.Le2 Pxe2 32.Dxe2 Tc2 33.a7 Td3 34.De1 (Tijd voor een kwaliteitsoffer.) 34. … Txa3! (Nemen gaat uit: 35. bxa3 Dd4+ 36. Kb1 Db2 mat.) 35.Pb3 De7 36.Pa5 De6! en wit gaf zich gewonnen (0-1).