Column 49: Oneindig geduld
Over de vraag welke eigenschappen een goede schaker nodig heeft om de top te bereiken, zijn lijvige boeken geschreven. Er is in elk geval één eigenschap die zeker geen kwaad kan en dat is het uitoefenen van geduld. Is een mens wel geschikt om urenlang zwijgend achter een schaakbord te zitten in dat voortdurende gevecht met de tegenstander en misschien meer nog met zichzelf? Alle emoties tijdens de partij dient hij zoveel mogelijk te verbergen – niet alleen om zich zo correct mogelijk te gedragen – maar ook om de tegenstander geen extra informatie te verschaffen. Een speler die een blunder maakt en daar ook meteen blijk van geeft, helpt zijn opponent wel heel gemakkelijk in het zadel.
Ex-wereldkampioen Tigran Petrosian stond bekend om zijn stoïcijnse blik en de manier waarop hij tegenstanders op de pijnbank wist te leggen. Maar vooral om de tergend langzame manier waarop hij de tegenstander vervolgens naar de nederlaag schoof. Zijn bijnaam was niet voor niets ‘De Tijger’. Niet alleen een verwijzing naar zijn voornaam, maar vooral naar de wijze waarop een tijger zijn prooi besluipt. Urenlang zit hij te wachten in het struikgewas, zonder een beweging te maken om dan onverwachts tevoorschijn te komen, de prooi te verwonden, erom heen te lopen, totdat die bezweken is. De natuur kan meedogenloos zijn…
Een andere grootmeester die zich deze stijl had eigen gemaakt was de Zweed Ulf Andersson. Hij stond niet alleen bekend om zijn uitstekende positiegevoel, maar vooral om zijn formidabele eindspelbehandeling.
Toen er eindelijk een boek, getiteld ‘Grandmaster Chess Strategy: What Amateurs Can Learn from Ulf Anderssons’s Positional Masterpieces’ van Kaufeld en Kern over zijn ‘oeuvre’ verscheen, werden er wat geheimen ontsluierd en toegankelijk gemaakt voor clubschakers. De moderne topspeler Leko (die overigens ook bekend staat als een groot strateeg en eindspelspecialist) heeft ooit gezegd dat hij een dubbeltoreneindspel van twee torens tegen twee pionnen van Andersson verloor en dat hij nooit begrepen heeft hoe Andersson hem dat afnam! Een mooie aanleiding om dat eindspel eens bij de kop te nemen. De pionnenstructuur in het begin van het eindspel is vrijwel dezelfde als die voorkwam in de rapidpartij Ernst-Burg, die door de zwartspeler werd gewonnen en ook door hem behandeld is in dit artikel.
Dus Sipke, let even op hoe deze stelling behandeld moet worden met de witte stukken!
Andersson, Ulf – Leko, Peter, Ter Apel 1996.
1. Pf3 Pf6 2. c4 c5 3. g3 Pc6 4. Lg2 d5 5. cxd5 Pxd5 6. d4 cxd4 7. Pxd4 Pdb4 8. Pxc6 Dxd1+ 9. Kxd1 Pxc6 10. Pc3 Ld7 11. Le3 g6 12. Tc1 Lg7 13. f4 O-O 14. Ke1 e5 15. Kf2 exf4 16. gxf4 Le6 17. b3 Tad8 18. Pe4 Ld4 19. Pc5 Lxe3+ 20. Kxe3 Tfe8 21. Kf2
21… Pb4
Misschien een wat merkwaardig plan.
22. a3 Pd5 23. Pxe6 fxe6 24. e3 Te7 25. Thd1 Ted7 26. Td4 Kf7 27. Lf3
Als hij de loper voor het paard had willen ruilen, had hij dat beter meteen kunnen doen. 27. Lxd5.
27… b6
Beter was. 27… Pe7.
28. Lxd5 exd5
28… Txd5 29. Txd5 Txd5 30. Tc7+ wint een pion.
29. h4 Td6 30. Kf3 Kf6 31. b4 b5 32. Tc5 a6 33. Td2 h6 34. Kg4 T8d7 35. Td3 Te7 36. Kf3 Ted7 37. Td1 Td8 38. Td2 T8d7
39. Tdc2
Eindelijk gaat wit weer wat doen.
39… Te7 40. Tc8 Tde6 41. T2c3 Td6 42. Td3 Kf7 43. Tc5 Ted7 44. Tc2 Kf6 45. Td1
45… g5
Zwart heeft geen zin om verder af te moeten wachten. Hij besluit om zoveel mogelijk pionnen te ruilen.
46. fxg5+ hxg5 47. hxg5+ Kxg5 48. Ke2 Kf5 49. Kd3 Th7 50. Tg1 Thh6 51. Tc7 Ke6 52. Tgg7
Wit blijft steeds een tikje beter staan omdat zijn torens actiever zijn dan die van zwart.
52… Ke5 53. Tg5+ Kf6 54. Tcg7 Tc6?!
54… Te6 om pion e3 op de korrel te gaan nemen, lijkt de aangewezen weg naar remise.
55. Kd4! Tc4+ 56. Kxd5
Met hard werken heeft een pion weten buit te maken. Maar de winst is nog ver weg.
56… Tc3 57. e4 Td3+ 58. Kc5 Txa3
De pion is al weer in bevriende handen, maar wits e-pion is een geducht wapen geworden.
59. Tg8?!
Vreemd genoeg doet Andersson het allemaal wat aarzelend. 59. e5+ Ke6 en wits winstkansen zijn flink gestegen.
59… Ke6 60. Kb6 Kf7+ 61. Kb7
De witte koning is dan wel de zwarte gelederen binnengedrongen, maar wat er te halen valt hier is wat duister…
61… Te3
[61… Te6 lijkt heel remise-achtig, maar dat is het de hele tijd al!]
62. T5g7+ Kf6 63. Tg4 Ke5
In zijn drang om ergens remise te forceren, neemt Leko wat risico’s.
64. Td8 Tb3 65. Td5+ Ke6 66. Kc6
66… Tc3+?!
Na 66… Ke7+! 67. Kc7 [67. Kc5? Tc3+ 68. Kd4 Tc4+ 69. Ke3 Txb4 is het zelfs zwart die op winst kan gaan spelen.] 67… Txb4 is nu toch echt wel remise.
67. Tc5 Td3 68. Kb7!
Nu heel sterk.
68… Ke7?!
Een nieuwe misstap, hoewel dat tijdens de partij allemaal wat lastig in te schatten moet zijn geweest. Alleen een eindspelkenner als Andersson zal geweten hebben wat er aan de hand was. Met het passieve 68… Td6 kon zwart vermoedelijk het vege lijf redden.
69. Te5+
Goed genoeg voor vrijwel beslissend voordeel. Waarschijnlijk was 69. Tc7+! nog sterker omdat de zwarte koning noodgedwongen naar de onderste rij moet. 69… Kf8 en daarna kan wit zijn e-pion gaan gebruiken. 70. e5 Ik denk dat zwart inmiddels verloren staat.
69… Kf6
Of 69… Kd6 70. Teg5 Tb3 71. e5+ Kd5 72. e6+ Kxe6 73. Kxa6 en pion b5 valt, waarna de klus min of meer geklaard is.
70. Tgg5
Na 70. Tf5+ Ke7 [70… Ke6 71. Kxa6!] 71. Tg7+ Ke8 72. Tc5 Kf8 73. Tgc7 zal wit zal er wel in slagen om a6 te veroveren, maar als hij b4 verliest, is het remise.
70… Td4?
Vreemd genoeg is 70… Tb3 een betere verdediging. Waarom dat is zullen we weldra ontdekken.
71. Tgf5+
71… Kg7
71… Kg6 72. Te6+ Kh7 [72… Kg7 73. Tg5+ Kh7 74. Te7+ Kh8 75. Td5! met winst.] 73. Td5! Txe6 74. Txd4 Kg7 75. e5 en wit dreigt Td6 waarna hij met de koning de beide zwarte pionnen kan oppeuzelen. Het resterende toreneindspel is dan voor hem simpel gewonnen.
72. Te7+ Kg8 73. e5 Te4
Zwart heeft geen tijd om pion b4 van het bord te halen. 73… Txb4 De witte pion gaat linea recta naar dame zoals in de volgende variant wordt getoond: 74. e6! Tg6 75. Te8+ Kg7 76. Tf7+ Kh6 77. Th8+ Kg5 78. e7.
74. Kc8!
Dat heeft hij weer heel goed gezien. De koning helpt mee aan een matnet van zijn torens, maar vooral ter ondersteuning van de e-pion.
74… Tc6+ 75. Kd7 Tcc4 76. Tg5+ Kf8
Na 76… Kh8 77. Te6 Kh7 78. Tf6 is de witte e-pion ook weer niet af te stoppen.
77. Tf5+ Kg8 78. Tg5+ Kf8
Na een kleine zetherhaling vervolgt hij de ingeslagen weg.
79. Te8+! Kf7 80. Tf5+
Ietwat onnauwkeurig, maar hij verpest niets. Wel zo direct was 80. e6+!
80… Kg7 81. Tg5+ Kh6 82. Tg1
Nu de zwarte koning naar de h-lijn is gedreven, ontstaan er nieuwe matbeelden.
82… Ted4+ 83. Ke6 Tg4 84. Th1+ Kg5 85. Tg8+ Kf4 86. Txg4+ Kxg4
Eindelijk heeft wit wat hij wil: er is een toren geruild en ondertussen is de zwarte koning weggedreven van de e-pion. Die gaat nu de beslissing brengen.
87. Kd5 Txb4 88. e6 Tb2
89. Te1!
Dit soort technische zaken kun je wel aan Andersson overlaten.
89… Td2+ 90. Kc6 Tc2+ 91. Kb7
De pion valt niet meer af te stoppen. Een bijzondere eindspelprestatie.
1-0
In een paar eerdere artikelen van mijn hand is de naam van internationaal meester Peter Scheeren gevallen. Kijk bijvoorbeeld eens naar Column 46. Mede door hem heb ik de interesse voor het positiespel en het eindspel opgedaan. Ik was altijd onder de indruk van het bijna onuitputtelijke geduld dat hij wist op te brengen om de tegenstander murw te spelen, alvorens hij zijn slag sloeg. Een partij die grote indruk op mij heeft gemaakt was de volgende lange partij die hij van grootmeester Meduna wist te winnen. Overbodig om op te merken dat de partij meerdere malen werd afgebroken en dat het voor de grootmeester geen pretje geweest moet zijn om deze stelling te verdedigen. De beslissende doorbraak kwam pas op zet 110! Scheeren had heel zorgvuldig zijn stukken naar gunstige velden gemanoeuvreerd en toen het bij de tegenstander een beetje verkeerd stond, sloeg hij toe. Dat hij daarvoor tot de 110e zet moest wachten, klinkt al even ongelooflijk als wat er in de partij gebeurt. Ik herinner me goed dat Scheeren er voor het clubblad van de Eindhovense schaakvereniging een soort ‘stripverhaal’ van gemaakt had. Hij gaf alleen diagrammen waar er een pionzet gespeeld werd. Ondertussen moest hij een paar keer rekening houden met de 50-zettenregel, waar zie je dat tegenwoordig nog? Hoog tijd om deze ongekende prestatie voor u ook helemaal in beeld te brengen:
Scheeren, Peter – Meduna, Biel 1981.
1. d4 d5 2. c4 c6 3. Pf3 Pf6 4. Pc3 dxc4 5. a4 Lf5 6. e3 e6 7. Lxc4 Lb4 8. O-O Pbd7 9. Ph4 Lg6 10. Pxg6 hxg6 11. g3 Da5 12. Pa2 Ld6 13. Ld3 O-O-O 14. b4 Dh5 15. Dxh5 Txh5 16. h4 Kb8 17. f4 Pb6 18. a5 Pbd5 19. Tb1 Pc7 20. Ld2 a6
Hierna ligt de pionnenstructuur lange tijd vast. Wit stelt alle pionzetten zo lang mogelijk uit, maar na de 57e zet mag hij vanwege de 50-zettenregel niet nog eens tot de volgende tijdcontrole ‘niets doen’.
21. Pc3 Le7 22. Tfd1 Pfd5 23. Pe4 Pb5 24. Tdc1 Pdc7 25. Le2 Thh8 26. Le1 Pd5 27. Tb3 Pdc7 28. Kg2 Pd5 29. Kf2 Pdc7 30. Ld3 Pd5 31. Lb1 Pdc7 32. Pd2 Pd6 33. Pf3 Lf6 34. Kg2 Pdb5 35. Lf2 Td7 36. Pe1 Le7 37. Pd3 Ld6 38. Kf3 Tdd8 39. Le1 Pd5 40. Lf2 Pdc7 41. Le1 Pd5 42. Ld2 Pdc7 43. Kg2 Pd5 44. Pe5 Thf8 45. Th1 Pe7 46. Pf3 Pd5 47. Ld3 Le7 48. Pe5 Ld6 49. Kf2 Pe7 50. Pf3 Pd5 51. Ke2 Le7 52. Kd1 Pf6 53. Ke2 Pd5 54. Tg1 Pf6 55. Pe5 Pd6 56. Kf3 Pb5 57. Le1 Ld6 58. g4 Le7 59. Th1 Pd7 60. Pc4 Th8
61. g5
En nu breekt dan weer een nieuwe fase van laveren aan die duurt tot de 74e zet.
61… Pd6 62. Pd2 Th5 63. Kg2 Thh8 64. Lf2 Th5 65. Pf3 Thh8 66. Td1 Pb5 67. Kf1 Ld6 68. Ke2 Pc7 69. Tf1 Thf8 70. Le1 Pd5 71. Ld2 Le7 72. Tbb1 Th8 73. Lc4 Pc7 74. Tb3 Pd5
Wit besluit nu om een nieuwe pionzet te doen aangezien nog een zitting afwachten weer zou falen op de ’50-zetten-regel’.
75. e4 Pc7 76. Le3 Pb5 77. Ld3 Pd6 78. Lf2 Pb5 79. Td1 Pd6 80. Le1 Pb5 81. Kf1 Pd6 82. Lf2 Pb5 83. Td2 Pd6 84. Te2 The8 85. Le3 Pb5 86. Kg2 Pd6 87. Lc1 Pb5 88. Lb2 Pc7 89. Kg3 Kc8 90. Th2 Tg8 91. Tf2 Pb5 92. Tc2 Kb8 93. Kf2 Ld6 94. Lc1 Le7 95. Te2 Tge8 96. Ld2 Pd6 97. Ke1 Pb5 98. Le3 Pd6 99. Lf2 Pb5 100. Kd2 Ld6 101. Le3 Le7 102. Kc2 Th8 103. Te1 The8 104. Tb2 Pc7 105. Lc4 Pb5 106. Kb3 Pd6 107. Ld3 Th8 108. Lf2 Lf8 109. Td2 Pb5
110. f5!
Wit breekt eindelijk door, weer 35 zetten na de laatste pionzet. Het moment voor deze beslissende doorbraak is uitstekend gekozen.
110… gxf5 111. exf5 exf5 112. Lxf5
De hoofdreiging is nu Lxf7 gevolgd door Te8+ waarna Lf8 lelijk wordt gepend.
112… Ld6
113. d5
Dat was de tweede gedachte. Wit ruilt zijn geïsoleerde d-pion af. Hij tast daarbij niet alleen de zwarte pionnenstelling aan, maar ook wordt het loperpaar in de nu ontstane open stelling een factor van betekenis.
113… g6
Na deze zet levert wit het loperpaar weer even vrolijk in, maar daar krijgt het nodige voor terug. Nu is 113… c5 ook geen oplossing meer vanwege 114. Lxd7 c4+ 115. Kxc4 Txd7 en wit staat een gezonde pion voor. Heel slecht zou 113… cxd5 zijn na 114. Txd5 en de penning over de d-lijn wordt hem snel fataal.
114. dxc6! gxf5 115. cxd7 Txd7 116. Lc5
De penning over de d-lijn, en vooral de sterke vrije h-pion bezorgen wit de overwinning.
116… Kc8
116… Thd8 117. Ted1 Kc8 118. h5 Lxc5 119. Txd7 Txd7 120. Txd7 Kxd7 121. bxc5 Ke8 122. Kc4 levert een eenvoudig gewonnen paardeindspel op. De zwarte koning moet de witte h-pion in de gaten houden, ondertussen marcheert de witte koning op de andere kant van het bord de vijandelijke linies binnen.
117. Ted1 Te8
Meduna denkt zich op tactische wijze schadeloos te kunnen stellen.
118. h5!
Wit laat zich niet van de wijs brengen, maar gebruikt zijn grootste troefkaart.
118… Tdd8 119. Lxd6!
Een mooi moment om af te wikkelen. Ook daar was Scheeren uitmuntend in.
119… Te3+ 120. Td3 Txd3+ 121. Txd3 Pxd6
121… Txd6 was natuurlijk uit den boze 122. Txd6 Pxd6 123. h6 en de pion is niet meer tegen te houden.
122. h6 Kc7
Zwart dekt het paard met zijn koning en hij hoopt zo de toren te bevrijden, maar opnieuw heeft Scheeren een mooie finesse achter de hand.
123. Pe5! f4
123… Te8 124. h7 f4 en nu wint vrijwel alles voor wit. Ik geef een voorbeeld: 125. Th3 Th8 126. Pxf7! Pxf7 127. g6 f3 128. g7 f2 129. Tf3 is het meest overtuigend.
124. h7 Th8
125. Txd6 Kxd6 126. Pxf7+
De slotstelling. Zwart gaf het op. De stelling na 126. Pxf7+ Kd5 127. Pxh8 f3 128. Pg6 f2 129. h8D f1D 130. De5+ Kc6 131. Df6+ is helemaal uit.
1-0
Deze fragmenten via de viewer:
Verantwoording foto’s: van Andersson en Scheeren zijn van Ab Scheel.
Ik heb dit boek ook, zij het in de Duitse versie. De partijen zijn natuurlijk geweldig. Maar bij het naspelen krijg ik toch het gevoel dat het commentaar een stuk minder diepzinnig is dan het spel van Andersson en er een schat aan wijsheid verborgen blijft.
In het toreneindspel boek van Euwe en Van Wijgerden staat bij de bespreking van een 3 tegen 4 einspel Petrosian-Keres: "Na omslachtig manoeuvreren heeft wit zijn pionnen naar voren gebracht. Zijn volgende taak is het verkrijgen van een vrijpion. Dit vergt nog enig geduld van de lezer". En dan maar zeggen dat schakers geen humor hebben.