Gespot 50: Het eindspel Timman-Velimirovic
Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.
Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.
Door de steeds krachtigere processoren op de computers, de snel toenemende geheugencapaciteit, de steeds slimmere software, wordt ons leven steeds meer bepaald door de machine. Een dagje zonder internet of e-mail kunnen mensen zich al bijna niet meer voorstellen en bij de jeugd is het helemaal verschrikkelijk als een netwerk plat ligt zodat ze via hun telefoon facebook, twitter, hyves of andere communicatieforums niet kunnen benaderen.
Dit seizoen gaf ik in opdracht van de KNSB training aan een groepje talentvolle jeugd, in de leeftijdscategorie 15 – 18 jaar. De sfeer was uitzonderlijk goed en ik hoop dat ze het nodige geleerd hebben. Toch viel me op dat de communicatie nogal stroef verliep. Er zijn zoveel media, waardoor er kennelijk veel informatie verloren gaat. E-mails worden maar half gelezen (gescand is een betere uitdrukking) of soms zelfs helemaal niet.
Eigenlijk zijn we hier met zijn allen debet aan. De jeugd kan zich geen wereld voorstellen zonder televisie (radio is al bijna een achterhaald medium) of telefoon. De vroegere fax is al bijna verdwenen, om van de Telex al helemaal te zwijgen. En dat, terwijl de kranten een paar decennia geleden hier veelvuldig gebruik van maakten.
Onwillekeurig moest ik denken aan de tijd dat schakers met loodzware boeken in hun koffers op reis gingen voor een belangrijk schaaktoernooi. De laptop was nog niet uitgevonden, laat staan de programmatuur zoals we die nu kennen. Zelf kan ik me goed herinneren hoe ik in de jaren tachtig met de Schaakinformator en de Eindspelencyclopedie in mijn bagage liep te zeulen. Tegenwoordig staat er het honderduizendvoudige, waarschijnlijk veel meer, op de harde schijf. Een hotelkamer zonder WiFi is in onze tijd bij een open toernooi noodzaak, want als men niet kan internetten, kan het zomaar en half uur langer duren, voordat de tegenstander van de volgende ronde opgezocht kan worden. Dan moet er namelijk gesms-t worden met vrienden of met het thuisfront…
Onwillekeurig gaan mijn gedachten naar het beroemde, misschien zelfs beruchte eindspel dat Timman ooit op het bord had tegen Velimirovic. Voordat we hier inhoudelijk naar kijken, moeten we de jonge bezoekers van deze site eerst bijpraten wat het belang van deze partij was. Timman speelde mee in het zogenaamde Interzonale toernooi van Rio de Janeiro. Achttien spelers, die zich gekwalificeerd hadden via de ratinglijst of via zogenaamde zonetoernooien, mochten uitmaken welke drie spelers zich voor de kandidatenmatches zouden plaatsen. Samen met de drie uit het andere Interzonale toernooi en twee afvallers uit de vorige WK-cyclus, zouden de laatste acht in tweekampen gaan uitmaken wie de wereldkampioen mocht uitdagen. De heroïsche strijd die Timman in het verre Brazilië aanging, werd in Nederland op de voet gevolgd door grootmeester Hein Donner die vooral in de Volkskrant vrijwel dagelijks rapporteerde hoe het onze man verging. En half Nederland leefde mee, want Timman deed het uitstekend. Het zat hem echter niet mee en het was natuurlijk ook de tijd dat de partijen werden afgebroken. Dat maakte het allemaal heel onoverzichtelijk, zeker toen Timman een hangpartij kreeg die uren zou gaan duren en ook meermalen werd afgebroken. Het ging om zijn partij tegen Velimirovic waarin een heel curieus eindspel was ontstaan.
Deze stelling hield de gemoederen flink bezig. De secondant van Timman, de Zweed Ulf Andersson – een erkend eindspelspecialist, moest zich op de hotelkamer grondig gaan verdiepen hierin en daarna zou hij zijn bevindingen aan zijn opdrachtgever duidelijk maken. Omdat we tegenwoordig de beschikking hebben over de zogenaamde ‘tablebases’ (een databank waarin alle eindspelen met vijf en zes stukken zijn opgenomen die zijn uitgeanalyseerd tot het mat), heb ik de hele eindspelvoering van beide spelers vergeleken met de optimale zet die de ‘tablebases’ steeds geven.
Ik geef vanaf dit moment alle zetten van Timman een uitroepteken als het volgens de tablebase de snelste weg naar de winst is. Dat ook Velimirovic uitstekend verdedigde blijkt ook mijn aantekeningen. De partij verliep als volgt:
64. Txc5
Na deze zet vindt voorlopig de laatste slagzet plaats die van belang is. Vanaf hier staat het beruchte eindspel op het bord.
64… Lf6!
De tablebase geeft dat dit de enige zet naar remise is.
65. Tc6+ Ke7 66. Ke4 Lb2 67. Kd5 Kf7 68. Te6
68… Kf8?
De tablebase geeft hier dat vrijwel elke loperzet remise is. De tekstzet is foutief. De winstvoering duurt maar liefst 56 zetten, dat buiten de 50-zettenregel valt als er niets geslagen wordt, maar dat zal wel gebeuren want het programma analyseert helemaal tot het mat.
69. Ke4! Kf7 70. Kf5! Kf8 71. Kg6! Lc3 72. Ta6! Lb2 73. Ta7! Ke8 74. Kf5! Kf8 75. Ke6! Kg8 76. Tf7! Lc3
Ook Velimirovic heeft tot dusver steeds de optimale verdedigingszet gevonden. [76… Lg7 was net iets hardnekkiger.]
77. Tf3
[77. Ke7! was een zet sneller, winst in 47 zetten.]
77… Lb2
Dit was de stand waarin deze partij afgebroken werd. Donner in de Volkskrant: "Deze stelling werd door collega Andriessen veel te optimistisch werd beoordeeld. Inderdaad is de stelling gewonnen, maar tegen de beste verdediging zal winst nooit binnen de vijftig zetten te bereiken zijn. Dit eindspel is een unicum. In de toernooipraktijk is het nog nooit voorgekomen, maar het werd in 1948 ontdekt door de theoreticus Chéron uit Zwitserland. Hij toonde aan dat wij hier met een derde geval te maken hebben dat een winstvoering meer dan vijftig zetten zonder slag- of pionzet vergt. De andere twee zijn, zoals bekend, sommige stellingen met de constellatie K+2pP – K+pi en K+T+L – K+T. Van het onderhavige eindspel kon ik in mijn eindspelboek nog zeggen, dat het een uitbreiding van de ’50-zetten’-regel niet rechtvaardigde, omdat het nog nooit in de praktijk was voorgekomen. Nu dan dus wel! De afgebroken stand van Timman tegen Velimirovic is identiek bij Chéron te vinden. Deze geeft daarbij aan dat wit de zwarte pion geforceerd wint in 51 zetten. Aangezien de laatste slagzet van Timman voorviel op de 64ste zet, heeft hij reeds veertien zetten verbruikt en er nu nog 36 over. Tegen een perfecte verdediging zal hij dus niet meer kunnen winnen. Dat zou wel het toppunt zijn van ellende, die een schaker in het toernooi kan overkomen!" Tot zover Donner.
78. Ke7! Kh7 79. Tg3! Kh6 80. Kd6! Kh5 81. Kc5! Kh4 82. Tg8! Le5 83. Kd5
[83. Kc4!]
83… Lb2 84. Kc4 Lf6
Ook tot hier heeft Velimirovic weer opnieuw optimaal verdedigd. [Nu zou 84… Le5! twee zetten langer duren.]
85. Tg6!
85… Lg5!
Wederom goed gevonden.
86. Kd3
[86. Kd5!]
86… Lc1 87. Ke4! Lb2
[87… Kh5 had de executie met een zet uitgesteld.]
88. Kf5
[88. Kf4 was mat in 36, de tekstzet in 38.]
88… Kh5 89. Td6 Kh4
Velimirovic lijkt het eindspel met bijna dodelijke precisie te kunnen verdedigen.
90. Td3! Lc1
Het is ongelooflijk dat hij opnieuw de enige zet vindt die het winstproces danig vertraagt.
91. Tc3
[91. Td1 verdiende de voorkeur, maar het maakt niet zo heel veel uit.]
91… Lb2 92. Te3! Lc1
93. Te1!
Ook Timman laat zich niet onbetuigd. Hij pakt nu ook weer de snelste weg naar de winst.
93… Ld2
De loper moet zo lang mogelijk op deze diagonaal blijven omdat hij veld f4 moet controleren.
94. Th1+! Kg3 95. Td1! Lb4
De loper is nu aan de andere kant van de diagonaal terecht gekomen en dat was de bedoeling van wits manoeuvres.
96. Td3+!
Dit is het tweede aspect van de winstvoering. De zwarte koning wordt naar ‘onderen’ gedrongen.
96… Kf2 97. Ke4 Ke2 98. Kd4 Lc5+ 99. Kc4 Le7
Volgens de tablebases een lichte onnauwkeurigheid. [99… Lf8 zou het einde een zet langer uitstellen.]
100. Th3!
Weer de beste zet!
100… Ld6
En deze ook!
101. Kb3 Lf8 102. Th8! Ld6 103. Ta8
1-0
Hier gaf Velimirovic zich gewonnen. Op wits volgende zet valt pion a3 en dat bevrijdt wit van de 50-zettenregel. Als Timman dan inderdaad de partij gewonnen heeft schrijft Donner: "Timman heeft zijn unieke eindspel tegen Velimirovic toch nog tot winst weten te voeren. En achteraf gezien volkomen terecht! Natuurlijk was ook Velimirovic in het bezit van Chérons standaardwerk – en anders zullen de Russen hem zeker snel van een exemplaar hebben voorzien – maar het doorgronden van zo’n eindspel is nog iets anders dan er luchtigjes kennis van te nemen. De Joegoslavische grootmeester is er de man ook niet naar, hij mist het geduld om zoiets tot in de laatste details uit te analyseren. Het werd na de hervatting van de partij duidelijk dat hij niet begreep waar het in dit eindspel nu eigenlijk om gaat. Timman strooide hem zand in de ogen met een schijnmanoeuvre, wist daardoor vele tempi te winnen, de winstprocedure dusdoende aanzienlijk te versnellen en nog lang voor de fatale 114de zet kon hij ten slotte de zwarte pion van het bord nemen."
Eigenlijk moeten we Donner vermanend toespreken. In zijn perceptie was de Joegoslaaf een speler die het eindspel niet onder de knie had. Maar nu we de tablebases hebben, blijkt de naakte waarheid. Velimirovic heeft op een paar momenten na, vrijwel optimaal verdedigd. We mogen er ook aan toevoegen dat Timman het eindspel fantastisch heeft behandeld! En natuurlijk verdient ook Chéron die in 1949 al bezig was hiermee ook de nodige credits. Zijn eindspelvoering heb ik overigens niet gecheckt met de databank.
Als Timman zich net niet weet te plaatsen voor het kandidatentoernooi, schrijft Donner een legendarisch geworden artikel getiteld "Wat een fiasco! Wat een succes!" Het eerste deel van deze kop slaat natuurlijk op het feit dat Timman zich ondanks goede perspectieven niet weet te plaatsen. Het tweede gedeelte ging over de geweldige storm van publiciteit die Timman had gegeneerd met zijn toernooi. Nederland was bevangen door een soort schaakkoorts die die zijn weerga niet kende. Misschien nog wel het meest hilarisch is als Donner het volgende schrijft: "Zeker vijftig maal ben ik opgebeld door mensen die meenden een snelle winst gevonden te hebben en vaak werd ik daarbij gesommeerd onmiddellijk Rio de Janeiro te bellen om Timman van hun ‘vondst’ op de hoogte te stellen. Het toernooi was al afgelopen, toen ik de week daarop nog werd opgebeld door een man, die duidelijk de wanhoop ten prooi was. Hij had ontdekt dat het toch remise was! ‘Iedereen vergist zich, meneer Donner, ze zien iets over het hoofd. Ik kan het moeilijk uitleggen door de telefoon, want ik ben maar een zwak schaker, maar het is echt waar, meneer, en nu kan ik er niet meer van slapen. U moet mij helpen, meneer, ik word er gek van. Kan ik u niet even spreken, ik zit hier in een café aan het Spui, nog geen tien minuten van u vandaan’. Dan moest hij maar langskomen, vond ik, en en twee minuten later stond hij hijgend op de stoep, een grijzende zestiger uit Aalsmeer. Ik liet hem plaatsnemen achter mijn bureau en legde het zakschaakspelletje voor hem open. ‘Welke stelling wilt u hebben?’ ‘Geef maar de stand waarin die Joegoslaaf opgaf’.
Ik zette het op, en hij begon de stukken te verschuiven. Zwarte koning naar e3, toren neemt pion, loper neemt, koning neemt, koning naar d4, koning naar b4, en met zijn tweeën in dribbelpasjes omhoog tot ze op b7 en d7 stonden. ‘Zo stond het in de krant,’ zei hij, tot het uiterste gespannen. Na mijn instemmende knik, plaatste hij daarop de zwarte koning ferm terug naar d6 en keek mij triomfantelijk aan. ‘Daar heeft niemand aan gedacht, aha!’.”
Ik onderbreek Donner even om de stelling te geven na de zetten 103. Ta8 Ke3 104. Txa3 Lxa3 105. Kxa3 Kd4 106. Kb4 Kd5 107. Kb5 Kd6 108. Kb6 Kd7 109. Kb7 Wit moet meelopen om de zwarte koning de pas af te snijden en na 109… Kd6:
Donner vervolgt: “Ik deed a2-a4. In zichtbare verwarring keek de aanstormende theoreticus naar het bordje, vervolgens naar mij en toen weer naar het bord. Het duurde seconden lang voor het tot hem doordrong. ‘Daar heb ik niet aan gedacht’, stamelde hij, ‘natuurlijk, ook op het eind mag zo’n pion nog altijd twee stappen vooruit. Niet alleen in de opening, maar later ook nog! De hele partij eigenlijk!’ ‘Ziet u’, zei hij even later, rustiger nu zonder zenuwslopende verantwoordelijkheid van zijn ontdekking, ‘in de opening weet ik het wel, ik speel zelf graag 1. e2-e4, maar in de schaakpartijen die ik thuis speel komt het eigenlijk nooit tot een eindspel en daarom heb ik er niet aan gedacht. Maar dank u, meneer, dank u, nu kan ik weer slapen’.
Ik heb twee eindspelstudies van Chéron toegevoegd, waarin hij dit inmiddels beroemde eindspel analyseert.
De tabel van de eindstand in Rio de Janeiro 1979:
Deze fragmenten via de viewer:
(Deze studies komen uit de onvolprezen database van Harold van der Heijden)
Nou Herman, in de goeie ouwe tijd had je ook het fenomeen "collect call". Toen ik het wk jeugd te India speelde stuurden we regelmatig een fax met partijen en analyse naar de Gooi- en Eemlander. Dat kostte al geld. Als je wilde telefoneren, dan stond daar een teller bij en die gaf dan snel aan dat het telefoontje schandalig duur ging worden! Gelukkig hadden we 1 sponsor die het verzoek deed hem te bellen op zijn kosten, dus met collect call! Nadat een receptioniste van onze sponsor eerst nog geen idee had waar het over ging, kreeg ik uiteindelijk de contactpersoon aan de telefoon. Ondertussen kwamen er meer en meer Indiers aan dat apparaatje schudden omdat die helemaal niet versprong! Niks geen honderden roepies aftroggelen, dat apparaat gaf gewoon 0! Of nuja, drie of zo, voor de stroom misschien.
Heel erg leuke aanvulling op dit artikel. Ik heb nog andere communicatiemiddelen (zoals de tamtam en de rookpluimen uit Indianenverhalen) even buiten beschouwing gelaten
Herman, een kleine aanvulling op jouw artikel. Op zet 68 werd Kf8 gespeeld door Velimirovic en niet Kg7. Dit gaf ik tevens op in mijn blogartikeltje: schaken-brabo.blogspot.com/2012/05/eindspelen-met-een-kwaliteit-meer.html, zie addendum en commentaar onderaan voor meer uitleg.
Ik heb de partij uit de Megadatabase 2013 gehaald, dus ik ben wel benieuwd welke bron je gebruikt. Helaas werkt de gegeven link niet.
Even de komma op het einde van de link weghalen Herman.
Ja, blijkbaar heb ik de komma te dicht bij de link geplaatst.
Ik heb het gezien, als het in Schaakwerk van Timman staat, zal het wel kloppen. Overigens verliezen beide koningszetten in 56 zetten, als ik de tablebases mag geloven.
Correcte link: Brabo
Hr. Brabo, waarom staat op uw website/blog niet een link naar Schaaksite?
Ja, waarom niet eigenlijk want ik check de site bijna dagelijks dus ik heb de link toegevoegd.