Topsport in Apeldoorn
Het was zondag 9 juni in het jaar 2013. Om kwart over 7 in de ochtend kwamen Bram van den Berg en ondergetekende aan op Tilburg centraal om vervolgens een reis te gaan maken naar diep, donker Apeldoorn. Er werd veel gesproken over het debuut van dit sterrenduo op het Apeldoornse kroegenlopertoernooi. De verwachtingen waren eveneens hoog gespannen. Brent Burg reageerde op Facebook toen dit nieuws bekend werd met de legendarische woorden: “Haha, dat moet mooi worden!”
Op dit tijdstip van deze dag was het een waar spookstation. Geen winkeltje was open. De AH to go, de kiosk en zelfs de Bruna waar Mart Nabuurs normaal gesproken pennen staat te verkopen waren allemaal gesloten. Buiten het Brabantse droomduo was er nog één andere aanwezige. Een zwerver, wiens intenties toen nog onduidelijk waren, maar dat zouden ze niet lang blijven.
Het was de wereldberoemde uitvinder van de telefoon die ooit zei: “Before anything else, preparation is the key to success.” Zo gezegd, zo gedaan. Als ware topsporters met een bijbehorende topsportmentaliteit lieten we niets aan het toeval over. Ruim op tijd waren de teamshirtjes gearriveerd.
Op Tilburg centraal, om kwart over 7, op datzelfde spookstation werd het teamshirtje gegeven aan Bram. Bram handelde intuïtief en trok het T-shirt dat hij op dat moment aan had uit, om het te vervangen met het splinternieuw bedrukte teamshirt. Aangezien Bram geen zin had om de hele dag in Apeldoorn rond te slenteren met een T-shirt in zijn hand, besloot hij zijn inmiddels uitgetrokken T-shirt in de prullenbak te deponeren. We kochten, zoals brave reizigers dat betaamt kaartjes voor de intercity naar Apeldoorn. We liepen richting de trappen van spoor 3, waar onze reis spoedig zou beginnen. Het beloofde toen al een mooie dag te worden!
Zoals ik eerder zei zouden de intenties van de zwerver snel duidelijk worden. Het was op het moment toen we de trap op wouden lopen dat we nog even achterom keken. Hier zagen we de zwerver bij de bewuste prullenbak waar Bram een paar minuten eerder zijn T-shirt in had gegooid. Hij moest en zou Bram zijn T-shirt hebben. Eigenlijk best logisch, een echt ‘van-den-Bergje’ is moeilijk te verkrijgen. Bram wou de dakloze er nog over aanspreken om het T-shirt te signeren, maar Bram was zijn stift vergeten. De moed zakte mij persoonlijk in de schoenen toen ik zag dat de roltrap niet aanstond, ik wist toen zeker dat dit een voorteken was en dat het een zware dag ging worden.
Het was inmiddels 6 voor half 8 en onze trein rolde keurig op tijd binnen op spoor 3. Als fervent NS reiziger ben ik wel eens wat anders gewend. Maar ja, ieder meevallertje is er één. Toen het fluitje van de conducteur ging, dacht ik terug aan de donderdag hiervoor. De eerder genoemde topsportmentaliteit moest en zou zijn vruchten af gaan werpen. Bram en ik hadden immers een goede voorbereiding achter de rug. Donderdag 6 juni, drie dagen voor dit moment hadden Bram en ik een trainingskamp belegd bij de Polly Maggoo in Tilburg. Het onderstaande bonnetje gaf vertrouwen. Vertrouwen dat we klaar waren voor het eerste kroegenloper toernooi in Apeldoorn, welke door insiders ook wel ‘de Hel van Apeldoorn’ werd genoemd vanwege het uithoudingsvermogen dat nodig is om deze dag te overleven.
Saillant detail was dat het een besloten trainingskamp was met inspirator Frans Konings, de concurrentie moest in het ongewisse blijven over onze besproken tactieken. De roddelbladen hadden echter hun hand weten te leggen op een foto van onze rekening die ze vervolgens op Facebook postte met de vraag met wie Bram hier was. Toen werd mijn identiteit om de een of andere reden snel ontmaskerd. ‘Pas de vegetables’ ofzo? Enfin, het trainingskamp was een uitgelezen mogelijkheid om de koppies dezelfde richting op te krijgen. We gingen voor goud! Frans had hier een groot aandeel in als motivator. Na 4 uur daar gezeten te hebben, met een hoop geouwehoer over van alles en nog wat en 10 keer verliefd te zijn geworden op random mooie Tilburgse dames, was het thuis om het bedje op te zoeken. Vrijdag was immers gewoon een werk-/college dag.
Ondanks het vroege tijdstip zat de sfeer er al goed in. Ook voor drankjes onderweg was gezorgd. De mysterieuze ‘Appie’ tas zat vol met versnaperingen. Nadat we eenmaal plaats hadden genomen in de geel-blauwe rakker van de NS kwamen deze snel op tafel.
Wederom begonnen we met ouwehoeren onder het genot van bovenstaande uit Bethune geïmporteerde toppertjes. Ze werden door Bram bestempeld als ‘pisflesjes’. Aangezien het tempo hoog moest liggen werd besloten dat ze voor station ’s Hertogenbosch op moesten zijn. Zo gezegd, zo gedaan. De 1664’s werden in razend tempo piraat gemaakt. Het enige wat ze nog zeiden was ‘Arrrrrr matey!’.
Van Den Bosch naar Utrecht kwam er een aparte wending aan het verhaal. We zaten zoals gebruikelijk weer slap te ouwehoeren toen we plots een stem hoorde met een overduidelijk Duits accent. “Ik dacht al dat ik de stem herkende, maar toen ik de onderwerpen aanhoorde moest het wel Bram zijn.” klonk het van achterin de coupé. Het was de enige echte Jan Sprenger die zich bij ons voegde. Jan’s vraag aan ons was of dat we nog einspelstudies kenden om op te warmen voor het schaaktoernooi. Toen pas kwam het besef dat we ook daadwerkelijk moesten gaan schaken. Een klein foutje in onze voorbereiding. Gaandeweg kwamen we steeds meer schakers tegen die allemaal naar Apeldoorn gingen. Het werd wel duidelijk dat we flink wat weerstand gingen krijgen.
Eenmaal aangekomen in Apeldoorn liepen we van het station naar de kroeg waar we ons aan moesten melden. En waar een kroeg is, is ook bier wist van den Berg maar al te goed. De dame achter de bar keek ons verbaasd aan toen ik twee bier bestelde. “Ach ja, het is ergens in de wereld al wel vijf uur.” was mijn reactie op de verbaasde blik. Eenmaal aan de bar aangeschoven met een goudgele rakker met een witte schuimkraag in de hand kreeg Bram de vraag waarom hij om 10 uur al aan het bier zat. Zijn reactie was veelzeggend.
Toen kwam de grootste schok van de dag, we moesten daadwerkelijk gaan schaken. En wat voor tegenstanders krijg je in ronde 1? Juist, het was het duo Sprenger/Pijpers, die we eerder in de trein ook al tegen waren gekomen. Ik pakte een soepele 0. Dames weggeven is niet zo’n topidee blijkbaar. De Bramster bleek echter een stuk scherper en hield de Duitser knap op remise. Dat is slechts één van de redenen waarom Bram een legende is in het kroegenloper-circuit. De andere redenen lijken me vanzelfsprekend. Een half uit twee. Het was al lichtelijk ingecalculeerd, maar toch. Je begint je dag liever goed.
Ronde twee moesten we naar ‘Café de Paris’. Het leek ons een roteind lopen, helemaal naar Parijs. Dit bleek achteraf echter alleszins mee te vallen. Toen we daar aankwamen zag ik ineens een hele grote grijns op het gezicht van Bram. We moesten schaken tegen twee dames. Waar het Bram nooit aan scorend vermogen ontbreekt tegen de dames heb ik zelf een gigantische underscore tegen het andere geslacht. Iets met een concentratiegebrek of zo. Bram scoorde niet alleen een punt tegen zijn (wederom Duitse) tegenstandster, maar scoorde ook nog het telefoonnummer van mijn tegenstandster. Het betrof een Apeldoornse die in tijden geen wedstrijd meer had gespeeld. Dat maakt mijn prestatie des te slechter. Een soepele nul was wederom het resultaat. Dat maakte de einduitslag een 1-1. Vooruitgang was duidelijk zichtbaar.
Het was ronde drie die onze titelhoop nieuw leven in blies. Bram moest (opnieuw) tegen een Duitser. Faika was zijn tegenstrever. Bram bleek een echte killer te zijn tegen Duitsers, aangezien hij ook deze Oosterbuur een soepel een nul gaf. Hadden we Bram maar gehad ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Dan hadden de Duitsers het geen week uitgehouden. Ikzelf speelde tegen de vrouw van organisator Merijn van Delft. In een spannend eindspiel wist ik Zickelbein over de knie te leggen en pakte zo mijn eerste punt! Een enigszins geflatteerde 2-0 uitslag, maar dat herinnert niemand zich meer over 10 jaar. Niemand weet überhaupt meer dat die wedstrijd ooit gespeeld was.
Dit alles vond plaats bij café de Buren waar onze teamshirts heel erg in trek waren. De bardame wou zelfs geld bieden op het shirt van de Bramster. Wie weet wat ze er nog meer voor overhad? Het bleek dat ze er zelfs haar telefoonnummer voor over had. Verwacht wordt dat Bram in de loop van deze week het shirt persoonlijk gaat brengen, love is in the air!
Dat we ronde vier wederom bij café de Buren mochten spelen viel daarom bij Bram helemaal niet in verkeerde aarde. De tegenstander was het team Doggers/van Weersel. Hetgeen betekende dat Bram zijn eerste niet-Duitse tegenstander kreeg. Ook wel eens leuk. Het betekende eveneens dat ik mij op moest maken voor een derde duel op rij tegen vrouw. Bram zat met zijn gedachte nog bij de leuke barvrouw die zijn shirt wou hebben en kwam superslecht uit opening tegen Doggers. Net op tijd wist hij zijn rug te rechten en toch nog een heel punt uit het vuur te slepen, nadat hij er op stond dat het remise werd. Dat wou zijn tegenstander niet, balen. Ik zelf bleek wederom superieur in het doen van grafzetten, hetgeen resulteerde in wederom een nul. 1-1, daar konden we nog wel mee leven.
In ronde 5 was er sprake van een unicum! We pakten voor het eerst twee nullen. Aan mij heeft het niet gelegen, Bram moest de hele tijd maar punten pakken. Graag had ik de namen van de tegenstanders ook vermeld, maar ik herkende ze simpelweg niet. Aan hun accent te horen kwamen ze ergens uit het noorden. Suggesties zijn welkom.
Ronde 6 speelden we tegen een team waar mij de namen eveneens van zijn ontschoten. Ach, je kan niet alles onthouden. Wat ik wel heb onthouden dat we een 2-0 zege pakte tegen twee Noord-Hollanders. Ik begon er zin in te krijgen. De dieselmotor kwam eindelijk op volle toeren te draaien. We voelden dat er misschien nog een podiumplek in zat. We waren er zo dichtbij!
De zevende en laatste ronde speelde zich af in Finnigan’s, een gezellige Ierse pub, waar we dus ook een lekkere ‘pint’ bestelde. Bram speelde tegen Danny de Ruiter, die hij niet herkende. Danny was verontwaardigd dat Bram hem niet herkende. Ik dacht trouwens dat het Danny de Snuiter was, maar dat ter zijde. Bram had het wel gezien met het schaken en besloot remise aan te bieden. Op advies van aanvoerder Bram besloot ik hetzelfde te doen. De aanboden werden geaccepteerd, het bier werd weggetikt en de loopreis naar de prijsuitreiking werd aangevangen.
Toen na de prijsuitreiking bleek dat we niet genoeg gescoord hadden waren we niet eens heel teleurgesteld. We hebben grenzen verlegd en weten weer waar we staan. Dat was aan de bar, met een biertje in onze hand.
Naderhand gingen we nog een pizza snacken met twee keer Ratsma en Ootes. Prima te doen daar in Apeldoorn. Toen we op de reisplanner van de NS keken bleek dat we nog maar een kwartier hadden om de laatste trein te halen. Iets met uitvallende treinen bij de NS, nog nooit van gehoord. Enfin, afgerekend en in een straf looptempo naar het station. Door die uitgevallen treinen en wederom vertraging konden we ons geliefde Tilburg niet meer bereiken. We strandden uiteindelijk rond twaalf uur op station Den Bosch.
De enige oplossing bleek een taxi te pakken die ons uiteindelijk veilig naar Tilburg bracht. Eenmaal aangekomen konden we niet wachten om te gaan slapen. De uiteindelijke scores van de dag? Bram had een soepele 21 pils uit 7 wedstrijden waar ik achterbleef met een stuk of 17 uit 7. Verschil moet er zijn. Al met al een dagje genieten pur sang in Apeldoorn. Complimenten voor de organisatie met het organiseren van een groot feest. Wat mij het meeste bij zal blijven aan dit spektakel blijft het scorend vermogen van Bram, zowel op als naast het bord.
Voor nu tot ziens Apeldoorn, en wellicht tot volgend jaar!
En dan zijn er nog mensen die beweren dat er in het moderne schaken geen plaats meer is voor bohemiens!
Maar, zijn de schaakresultaten van Bram ook zo goed zonder 21 pils? Het zijn ongekende resultaten,maar wellicht hebben de Duitse tegenstanders zijn winnersmentaliteit opgeschroefd.Een kroeglopers toernooi is voor mij levensgevaarlijk,want, hoe overleef ik het en hoe leg ik het achteraf uit aan mijn niet te kalmeren vriendin……