Searching for Josh Waitzkin
Wat is er geworden van het wonderkind uit de film?
In de publiciteit prezen het Hilversums Filmtheater en HSG de vertoning van de film ‘Searching for Bobby Fischer’ aan als een primeur voor de Nederlandse bioscopen, nog niet eerder was de film in een Nederlandse filmzaal te zien geweest. Dus komt dat zien!
Ook al betreft het een film uit 1993 die ook al op de televisie is vertoond. Uit heel Nederland kwamen schaakliefhebbers zaterdag dan ook kijken naar deze primeur, bij het begin van de Hilversumse Schaakweek 2013.
Niet dus. Maar de enkele tientallen belangstellenden uit de Gooise schaakregio die wel kwamen kijken, hadden in ieder geval een leuke middag. Het is een mooi gemaakte, echte feel good film, die alleen op het eind een beetje vervalt in zoetsappigheid. (Josh die zijn grote rivaal remise aanbiedt in gewonnen stelling). Maar wel een aanrader mocht de film nog eens op de Nederlandse televisie worden vertoond. Tip: probeer de film in het Engels te volgen, niet via de ondertiteling, de vertaling is helaas vaak heel beroerd.
Anne-Marie Benschop leidde de film in met een presentatie over het dilemma waar schaakouders voor kunnen komen te staan bij de begeleiding van hun kind met een buitengewoon schaaktalent: proberen er een nieuwe Bobby Fischer van te maken of een ‘normale’ ontwikkeling na te streven, minder eenzijdig op het ene doel gericht.
Haar verhaal was mooi in harmonie met het thema van de film, die zij zelf overigens nog niet had gezien, dus dit zal zijzelf na afloop ook tevreden hebben vastgesteld.
De ontwikkeling van het schaaktalent van Josh Waitzkin – de film is gebaseerd op het gelijknamige boek dat zijn vader Fred Waitzkin hierover in 1988 schreef – is een interessant gegeven. Maar net zo interessant is de vraag: wat is er nu geworden van Josh, het schaakwonderkind. Dat had Anne-Marie ook al bedacht, ze gaf hiervan een korte samenvatting tijdens haar inleiding. Die riep bij mij echter nog wat vragen op, dus ik heb er een uurtje Searching for Josh Waitzkin (op het web) aan vastgeplakt. Dit is het resultaat van mijn zoektocht.
Josh is 16 jaar als hij in 1993 de titel van Internationaal Meester verwerft, in het zelfde jaar komt de film uit.
IM op je zestiende, dat is normaal gesproken een mooi vertrekpunt om topgrootmeester te worden. Maar wat doet het met je als de hele wereld in een gedramatiseerde film al getuige kan zijn van je enorme talent. Extra stimulans, of eerder een blokkade?
De jonge Josh won vele Amerikaanse jeugdtitels, maar heeft de sprong naar het grootmeesterschap niet willen of kunnen maken. Hij heeft anno 2013 nog een Elo van 2464, een rating die bij een sterke IM past, Maar na het jaar 2000 zijn geen partijen van hem meer verwerkt voor de FIDE-rating. Dus we kunnen vaststellen dat hij is gestopt met schaken op hoog niveau.
In de film was zijn belangstelling voor sport al breder dan schaken (honkbal!). Daar is later een passie voor vechtsport, vechtkunst is hier waarschijnlijk een beter woord, bijgekomen. In één onderdeel is hij wel de nieuwe ‘Bobby Fischer’ geworden, de ‘Bobby Fischer’ van Tai Chi Push Hands. In deze tak van sport won hij twee keer de wereldtitel. Ook in Braziliaans Jiu Jitsu (waarbij zacht kan winnen van hard, als ik het goed begrepen heb) heeft hij de hoogste graad bereikt. Kortom, hij heeft zijn aandacht verlegd, van het schaakspel naar andere vechtkunsten. Daarnaast geeft hij mentale trainingen en als ervaringsdeskundige in leerprocessen heeft hij over dit onderwerp een boek geschreven, The Art of Learning.
En hoe is het zijn vader Fred Waitzkin vergaan, aan wiens observaties van de schaakwereld wij de mooie film hebben te danken? Die is de journalist/schrijver gebleven die hij in de film al was. Hij schreef nog een tweede aan schaken gerelateerd boek: Mortal Games, waarin de schaak- en politieke activiteiten van Kasparov centraal staan.
Al met al kunnen we stellen dat vader en zoon Waitzkin de schaakwereld iets moois hebben gebracht, in ieder geval voldoende stof om over na te denken.
Wim van der Wijk
Leuk stukje Wim! In 1993 op het wk-jeugd heb ik tegen Josh gespeeld. Hij was zestien en volgens mij was zijn IM titel toen in aanvraag. Ik wist dat zijn vader een boek over hem had geschreven maar hoorde pas later over de verfilming en pas een paar jaar geleden dat die ook in 1993 was! Te Calicut meen ik dat ik net twee nederlagen achter de rug had en op 6 uit 11 was gekomen. Met 2 uit 2 zou ik misschien alsnog de norm kunnen maken die ik na 9 ronden zelfs met overscore had. Hij speelde ruilvariant van het Frans gevolgd door c4. Wij (Richard en ik) hadden boeken bij ons en we vonden een ruilvariant met de zetten 1 e4 e6 2 d4 d5 3 exd5 exd5 4 Pf3 Ld6 5 c4 Lb4+. In mijn herinnering een opzet van Joesoepov, maar die vind ik nu niet meer in mijn database. Josh deed in plaats van 3 Pf3 3c4 en nu vond Richard dat ik dus de verbeterde Joesoepov kon doen met 3 Lb4+ (gevolgd door De7+ en dxc4). Josh ging langs de rand van de afgrond, maar het werd toch remise. "You’ve refuted my opening" zei hij nog, maar dat was dus Richard Ik weet wel dat hij heel enthousiast was, ook bij de analyse, bergen energie! 1 a 2 jaar later heb ik hem nog gesproken bij een Donner Memorial. Ik dacht dat hij daar zelfs van Richard won, maar daar ben ik niet zeker van!